Ontvangen 28 februari 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 3, eerste lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
1a. In de regeling, bedoeld in het eerste lid, wordt in elk geval voorzien in regels over een verplichte bijdrage van een ontheemde in de kosten van zijn verstrekkingen. De bijdrage is slechts verschuldigd indien de ontheemde inkomsten uit arbeid heeft en bedraagt ten hoogste de economische waarde van de aan de ontheemde geboden verstrekkingen. In de regeling wordt tevens opgenomen dat wanneer er voldoende inkomsten uit arbeid zijn geen financiële toelage meer wordt verstrekt.
Artikel 3, eerste lid, van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne bevat een delegatiegrondslag voor het stellen van regels over de door het college van burgemeester en wethouders aan ontheemden te bieden verstrekkingen en de voorwaarden waaronder ontheemden deze verstrekkingen ontvangen. Deze regels zijn opgenomen in de Regeling Opvang ontheemden Oekraïne (hierna: ROOO). Oekraïners betalen momenteel niet voor deze verstrekkingen zoals die in artikel 2, 6, 10 en 12 vermeld staan. Ook niet wanneer zij inkomsten uit arbeid hebben. Deze situatie leidt tot een besteedbaar inkomen dat op jaarbasis duizenden euro’s hoger ligt dan een Nederlands gezin. Ook in vergelijking met andere oorlogsvluchtelingen is de verhouding scheef.
Wanneer zij voldoende inkomsten uit arbeid hebben, kan in de huidige situatie de burgemeester besluiten de financiële toelage te stoppen. Dit amendement regelt dat wanneer Oekraïners voldoende inkomsten uit arbeid hebben de economische waarde van de aan ontheemden geboden verstrekking in rekening wordt gebracht en de financiële toelage stopt. Door het in het wetsvoorstel opgenomen artikel 7 verstrekt het UWV de benodigde informatie over de arbeidssituatie.
Keijzer