Kamerstuk 36378-40

Aanbieding derde nota van wijziging inzake Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) (Kamerstuk 36378)

Dossier: Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)

Gepubliceerd: 9 april 2024
Indiener(s): Rob Jetten (minister zonder portefeuille economische zaken) (D66)
Onderwerpen: energie natuur en milieu
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36378-40.html
ID: 36378-40
Origineel: 36378-2

Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2024

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de derde nota van wijziging inzake het bovenvermelde voorstel aan (Kamerstuk 36 378, nr. 41).

In de Kamerbrief «Structuurvisie Windenergie op Zee» (Kamerstuk 33 561, nr. 59) van oktober 2023 heb ik het belang van een nationaal regelgevend kader ten behoeve van hybride interconnector-projecten reeds benadrukt. Deze nota van wijziging op de Energiewet is ook besproken met uw Kamer tijdens de technische briefing Energiewet van 21 maart jl. Een eerste project heb ik op 24 april 2023 aangekondigd in de vorm van de eerste offshore hybride interconnector voor elektriciteit met het Verenigd Koninkrijk.1

Bij een hybride interconnector is een windpark op zee ontsloten via een verbinding met zowel het transmissiesysteem voor elektriciteit (het net op land) als met een transmissiesysteem voor elektriciteit van een ander land. De combinatie van deze twee verbindingen maakt bovendien elektriciteitsuitwisseling tussen beide landen mogelijk. Hybride interconnectoren zorgen voor een hogere benuttingsgraad van het transmissiesysteem voor elektriciteit op zee (net op zee), leiden tot kosten- en ruimtebesparing en leiden via verdere marktintegratie tot maatschappelijke voordelen zoals een stabielere elektriciteitsprijs en het borgen van leveringszekerheid van elektriciteit tegen lagere kosten.

Om hybride interconnectoren juridisch te faciliteren is het mijn bedoeling de afbakening van het net op zee te verruimen, zodat deze ook interconnectoren kan omvatten. Hierdoor wordt de ontsluiting van een windpark op zee naar zowel het Nederlandse net op land of dat van een ander land mogelijk. Omdat het hier, net als bij het net op zee, gaat om de ontsluiting van een windpark op zee, is het logisch om bij dat kader aan te sluiten.

Naast deze verruiming zijn voor een beperkt aantal bepalingen uit het bestaande wettelijk kader wijzigingen noodzakelijk. Voor de windparken op zee die via het net op zee enkel ontsloten worden naar net op land, verandert er door de voorgenomen wijziging niets.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten