Ontvangen 15 april 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 2.6, eerste lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
1a. Het is een leverancier verboden een overeenkomst buiten de verkoopruimte als bedoeld in artikel 230g, eerste lid, onderdeel f, van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek te sluiten bij verkoop aan huis van de eindafnemer boven een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag en onder bij die maatregel te stellen nadere voorwaarden.
De indiener beoogt met dit amendement de verkoop van energiecontracten aan de deur aan banden te leggen. Er worden namelijk door de Autoriteit Consument en Markt nog steeds misstanden geconstateerd bij de verkoop van energiecontracten aan de deur en dit leidt met name bij kwetsbare huishoudens tot problemen. Vanwege Europese wetgeving is het (nog) niet mogelijk om een algeheel of sectoraal verbod op de verkoop van energiecontracten aan de deur in te voeren. De indiener kiest er daarom voor om, in lagere regelgeving, in ieder geval een limiet te stellen aan het bedrag van het product dat aan de deur mag worden verkocht. Een energiecontract is een product waar vaak tot duizenden euro’s mee gemoeid zijn en zou alleen daarom al niet middels verkoop aan de deur moeten worden aangeboden. Het bij lagere regelgeving te bepalen maximumbedrag zou wat de indiener betreft, daarom in ieder geval onder de duizend euro moeten liggen.
Bontenbal