Ontvangen 12 april 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 6.8 komt te luiden:
1. Provinciale staten en de gemeenteraad zijn niet bevoegd het produceren, transporteren en leveren van elektriciteit of gas aan regels te binden, voor zover het gaat om:
a. de tarieven die in rekening kunnen worden gebracht voor het produceren, transporteren en leveren van elektriciteit of gas in het belang van een betrouwbare en betaalbare energievoorziening;
b. het beheer van transmissie- en distributiesystemen; of
c. levering aan afnemers met een kleine aansluiting en actieve afnemers.
d. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere onderwerpen.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
a. het overleg dat plaatsvindt tussen de provincie of de gemeente en de systeembeheerder voor zover door dat bestuursorgaan regels worden vastgesteld of gewijzigd die mede betrekking hebben op de belangen van die systeembeheerder; en
b. de wijze waarop bij het vaststellen en wijzigen van die regels de opvattingen van die systeembeheerder worden betrokken.
De indiener stelt voor gemeenten en provincies meer ruimte te geven om vanuit het belang van het voorkomen en beperken van netcongestie, verduurzaming van de energievoorziening en behoud van maatschappelijk draagvlak hiervoor regels te stellen die raken aan het belang van de energievoorziening, mits hiervoor, voor zover relevant, advies van de betrokken netbeheerder is ingewonnen.
Vanwege de toenemende decentralisatie van de energievoorziening en de congestieproblematiek neemt het belang van lokale keuzes ten aanzien van netinpassing toe. Als op een bedrijventerrein gewerkt wordt aan zonnepanelen op daken kan het vanuit het oogpunt van het energiesysteem onverstandig zijn in die omgeving tegelijkertijd een zonnepark op het net aan te sluiten. Het vergunnen van een grootschalige batterij is ongewenst als die batterij, mede vanwege ongewenste effecten op netbalancering en netcongestie, de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied verhindert. Het verbod zoals opgenomen in het wetsvoorstel belemmert gemeenten en provincies om ruimtelijk te sturen op een goede netinpassing en goede aansluiting tussen vraag en aanbod van energie. Voor behoud van maatschappelijk draagvlak is het verder wenselijk als lokale overheden bij duurzame energieprojecten eisen kunnen stellen aan het profijt voor omwonenden en de gemeenschap (percentage lokaal eigendom, bijdrage aan een omgevingsfonds,...).
De Omgevingswet geeft lokale overheden ruimte om een brede belangenafweging te maken in het kader van een goed woon- en leefklimaat. Dat biedt op zichzelf ruimte om te sturen op netinpassing zolang dit vanuit het belang van de ruimtelijke ordening en fysieke leefomgeving nodig is. Lokale overheden zijn echter terughoudend vanwege het verbod om regels te stellen in het belang van de energievoorziening. Het is nu een grijs gebied. De indiener wil deze onduidelijkheid graag wegnemen.
De indiener constateert dat het in het wetsvoorstel voorgestelde verbod blijkens de toelichting vooral bedoeld is om te voorkomen dat gemeenten en provincies regels stellen wat betreft de energietarieven, het netbeheer en de levering aan kleine afnemers. Hij stelt in aansluiting hierop voor het genoemde verbod hierop te richten, zodat er ruimte komt voor lokale overheden om ruimtelijk te sturen op onder meer goede netinpassing in het belang van de energievoorziening. Zo nodig kan de reikwijdte van het verbod middels algemene maatregel van bestuur verbreed worden.
Omdat netbeheerders meer kennis hebben van het energiesysteem en de congestieproblematiek stelt de indiener voor om vast te leggen dat lokale overheden, voor zover relevant, overleg voeren met de betrokken netbeheerders om verantwoorde en onderbouwde ruimtelijke keuzes te maken die daadwerkelijk bijdragen aan een goede energievoorziening. Regels hiervoor kunnen als instructieregels meegenomen worden in het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Flach