Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 15 maart 2023 en het nader rapport d.d. 1 juni 2023, aangeboden aan de Koning door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 28 februari 2023, nr. 2023000478, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 15 maart 2023, nr. W17.23.00037/IV, bied ik U hierbij aan.
Bij Kabinetsmissive van 28 februari 2023, no. 2023000478, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van de Richtlijn milieuaansprakelijkheid, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele wijzigingen door te voeren in het wetsvoorstel en de bijbehorende memorie van toelichting. In artikel I, onderdeel B, is de tussenzin over artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht komen te vervallen. Hierdoor stemt het voorgestelde artikel 20.2 van de Wet milieubeheer beter overeen met het door het kabinet ingenomen standpunt dat juridisch gezien de Richtlijn milieuaansprakelijkheid al volledig was geïmplementeerd. Daarnaast is in artikel II een samenloopbepaling opgenomen. In het verlengde van deze wijzigingen is het artikelsgewijs deel van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel hierop aangepast.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen