Vastgesteld 19 juli 2023
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de brief van 17 mei 2023 inzake Jaarverslag Nationaal Groeifonds 2022 (Kamerstuk 36 360 XIX, nr. 1).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 27 juni 2023. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Klink
De adjunct-griffier van de commissie, Reinders
1
Heeft u er zicht op of het beschikbaar stellen van financiële middelen uit het Groeifonds een stimulans is voor private investeerders om te investeren in projecten die het duurzaam verdienvermogen van Nederland versterken?
Antwoord
Investeringsvoorstellen die voor het Nationaal Groeifonds worden ingediend, hebben veelal een publiekprivaat karakter. Bij de beoordeling van projecten evalueert de Adviescommissie de publiek-private samenwerking en de verhouding van financiering tussen publieke en private middelen. Een succesvol projectvoorstel kan een stimulans zijn voor private investeerders om verder te investeren in de opschaling van projecten die het duurzaam verdienvermogen van Nederland versterken.
Het project RegMedXB is een voorbeeld waarbij een publieke investering in een pilotfabriek private investeerders kan overhalen om te investeren in grootschalige productiefaciliteiten voor regeneratieve geneesmiddelen.
2
Kan de evaluatie van het Nationaal Groeifonds eerder uitgevoerd worden zodat uitkomsten bijvoorbeeld nog meegenomen kunnen worden in de vijfde ronde Nationaal Groeifonds?
Antwoord
In mijn brief van 16 februari jl. bent u geïnformeerd over de evaluaties van het Nationaal Groeifonds en de planning daarvan.1
De tussenevaluatie van het fonds zal uiterlijk dit najaar aan uw Kamer worden toegezonden inclusief kabinetsreactie. Het betreft een procesevaluatie, gericht op de organisatiestructuur en de werkwijze van het Nationaal Groeifonds. Op basis van deze evaluatie zullen waar nodig verbeteringen worden doorgevoerd ten behoeve van de uitvoering van de vierde en vijfde indieningsronde van het Nationaal Groeifonds.
De doeltreffendheid en doelmatigheid van het Nationaal Groeifonds zal iedere vijf jaar worden geëvalueerd. Dit zal voor het eerst plaatsvinden in 2026, conform de Strategische Evaluatieagenda. Gezien de lange looptijd van de Groeifondsprojecten is het niet opportuun deze evaluatie te vervroegen. Vervolgevaluaties zullen vanaf 2031 worden uitgevoerd.
3
Wordt het evaluatieplan voor de Europese Commissie gedeeld met de Kamer?
Antwoord
Voor de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds2 is, zoals eerder met u gedeeld3, een evaluatieplan verplicht vanuit de Europese Commissie. Dit evaluatieplan is genotificeerd bij de Europese Commissie. Besluitvorming over dit plan wordt voor de zomer verwacht. Na de besluitvorming van de Europese Commissie zal het plan met uw Kamer worden gedeeld.