De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X);
2. de begrotingsstaten inzake de agentschappen van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Defensie,K.H. Ollongren
De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk X (Defensie) is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.
In dit wetsvoorstel zijn technische uitvoeringsmutaties, mutaties van boekhoudkundige aard of mutaties voortvloeiend uit controlebevindingen opgenomen. Tevens zijn de verwachte overschrijdingen van de uitgaven en verplichtingen op artikelniveau opgenomen in de brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» d.d. 19-12-2022 (Kamerstuk 36 200-X nr. 59).
In de Slotwet is voor het baten-lastenagentschap Paresto geen toelichting opgenomen. De jaarverantwoording van Paresto is opgenomen in het Jaarverslag 2022 van het Ministerie van Defensie.
Alle mutaties hoger of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel zijn toegelicht. Daar waar nodig zijn mutaties met lagere waarden toegelicht.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In de begrotingsstaat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2022 voor de begroting van Defensie (X) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties in de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in de Slotwet.
Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2022 ontstaat samen-gevat het volgende beeld:
A. Verplichtingen
Totaal van de bijgestelde verplichtingen ‒ € 90,4 miljoen.
B. Uitgaven
Totaal van de bijgestelde uitgaven ‒ € 129,1 miljoen.
C. Ontvangsten
Totaal van de bijgestelde ontvangsten + € 31,6 miljoen.
De mutaties uit de Slotwet 2022 leiden tot een verplichtingenbudget van € 13.050,3 miljoen, een uitgavenbudget van €12.845,9 miljoen en een ontvangstenbudget van € 180,7 miljoen.
Verplichtingen
De verplichtingen bij dit artikel zijn per saldo € 7,5 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit heb ik voor € 140 miljoen aangekondigd in mijn brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» van 19 december, nummer 36 200-X, nr. 59.
Dit bestaat uit lagere verplichtingen van € 100,8 miljoen voor het reguliere BIV en meer verplichtingen van € 106,0 miljoen voor commerciële verwervingen en het forensisch onderzoek ten behoeve van Oekraïne. De lagere verplichtingen bij het reguliere BIV komen voor € 91,5 miljoen voort uit de lagere uitgaven en lagere verplichtingen voor de lopende missies, die onderdeel uitmaken van de voorziening en een verdere onderrealisatie van de lopende missies van € 9,4 miljoen. De hogere verplichtingen van € 106,0 miljoen voor Oekraïne bestaan uit een € 0,5 miljoen lagere verplichting voor het forensisch onderzoek en € 106,5 miljoen hogere verplichting door meer dan geraamde commerciële verwervingen ten behoeve van Oekraïne.
Uitgaven
De uitgaven bij dit artikel zijn per saldo € 110,9 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.
Deze per saldo lagere uitgaven betreffen lagere uitgaven van € 130,0 miljoen voor het regulier BIV deel en meeruitgaven van € 19,1 miljoen voor de commerciële verwervingen en het forensisch onderzoek ten behoeve van Oekraïne. De lagere uitgaven van het reguliere BIV deel bestaat uit de BIV-voorziening van € 119,2 miljoen en lagere uitgaven op de lopende missies van € 10,8 miljoen.
Het bedrag van € 19,1 miljoen van Oekraïne bestaat uit € 0,5 miljoen lagere uitgave die betrekking hebben op het forensisch onderzoek en een overrealisatie van € 19,6 miljoen op commerciële verwervingen.
Het overige verschil betreft diverse kleinere afwijkingen.
Ontvangsten
De ontvangsten bij dit artikel zijn € 9,0 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit komt onder andere door meerontvangsten vanuit de VN voor MINUSMA, teruggaven van contributiebijdragen uit voorgaande jaren, de verrekening met het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers voor (nood)opvang van Afghaanse evacuees en asielzoekers op Defensie locaties en ontvangsten voor het afbouwen van het aantal Vessel Protection Detachements-pakketten als gevolg van verminderde VPD-inzetten.
Verplichtingen
De realisatie van de verplichtingen bij dit artikel is € 51,9 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Met de tweede suppletoire begroting 2022 is de raming van de verplichtingen verhoogd met € 61.9 miljoen. Deze verhoging bleek niet terecht en is niet gerealiseerd. Verder bleken de prijsverhogingen door de inflatie in de contracten voor de vliegcapaciteit van Kustwacht Nederland € 9,0 miljoen hoger uit te vallen dan eerder is geraamd. Het overige verschil betreft diverse kleinere afwijkingen.
Verplichtingen
De verplichtingen bij dit artikel zijn per saldo € 42,1 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is grotendeels het gevolg van de lagere uitgaven.
Uitgaven
De uitgaven bij dit artikel zijn € 33,9 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt door een € 11,3 miljoen lagere realisatie van het eigen personeel als gevolg van ondervulling en de overbruggingstoelage loongebouw militairen en een lagere realisatie van de nieuwe regeling tegemoetkoming woon-werkverkeer, beide uit de arbeidsvoorwaarden 2022. Verder zijn er lagere uitgaven voor gereedstelling van € 4,8 miljoen en personele en materiele exploitatie van € 6,7 miljoen. Het overige verschil betreft kleinere afwijkingen.
Verplichtingen
De verplichtingen bij dit artikel zijn per saldo € 55,6 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is voornamelijk het gevolg van lagere personele uitgaven dan geraamd, waardoor eveneens de aangegane verplichtingen dalen.
Ontvangsten
De ontvangsten bij dit artikel zijn € 7,3 miljoen hoger. Dit heb ik voor € 8 miljoen aangekondigd in mijn brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» van 19 december, nummer 36 200-X, nr.59 .Het betreft een hogere teruggave uit case closures van FMS holding accounts dan verwacht.
Verplichtingen
De verplichtingen bij dit artikel zijn € 3,6 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht. De lagere verplichtingenstand heeft voor € 1,0 miljoen betrekking op minder dan geraamd overwerk en de eindejaarsuitkering. Voor de projecten Breed Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit en Grenzen en Veiligheid zijn er voor € 1,1 miljoen minder contracten voor de inhuur van extern personeel afgesloten dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht. € 1,4 miljoen lagere realisatie is het gevolg van minder dan verwacht van het huren van oefen- en trainingslocaties en minder gebruik van medische apparatuur en tolken en vertalers. De overige € 2,5 miljoen lagere realisatie is het gevolg van een € 1,4 miljoen lagere bijdrage voor het project Seamless Flow en lagere verplichtingen voor de evenementenondersteuning, geneeskundige goederen en overig materieel.
Uitgaven
De uitgaven zijn € 11,5 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht. Dit wordt met name veroorzaakt door een € 1,6 miljoen lagere realisatie bij Breed Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit, Passenger Information Nederland met € 0,3 miljoen en Grenzen en Veiligheid met € 2,1 miljoen. Daarnaast is voor het programma Seamless Flow € 1,4 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Justitie & Veiligheid.
Verplichtingen
De verplichtingen bij dit artikel zijn per saldo € 50,0 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit heb ik voor € 73 miljoen aangekondigd in mijn brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» van 19 december, nummer 36 200-X, nr.59. De hogere verplichtingenstand is met name veroorzaakt door het vastleggen van een niet voorziene verplichting van € 7,5 miljoen ten behoeve van een voorschot aan het NATO Support and Procurement Organisation voor het Multi Role Tanker Transport, door het eerder dan verwacht aangaan van een verplichting voor kerosine van € 9 miljoen voor het Central Europe Pipeline System en als gevolg van voor € 36 miljoen hogere meerjarige overeenkomsten voor tijdelijke inhuur van ICT-personeel. De krappe arbeidsmarkt voor ICT-personeel heeft ertoe geleid dat er bij voorkeur meerjarige overeenkomsten worden gesloten voor zowel nieuwe als bestaande inhuurkrachten.
Uitgaven
De uitgaven bij dit artikel zijn per saldo € 5,0 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit heb ik voor € 7,5 miljoen aangekondigd in mijn brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» van 19 december, nummer 36 200-X, nr.59. De uitgaven van het Defensie Brand- en Bedrijfsstoffenbedrijf zijn hoger uitgevallen dan begroot door een niet voorziene uitgave van € 4,4 miljoen ten behoeve van een betaling van een factuur van een brandstofleverancier aan het NATO Support and Procurement Organosation. Het resterende deel betreft relatief kleine afwijkingen bij diverse uitgaven.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn € 5,6 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht. Dit wordt voornamelijk verklaard doordat meer is ontvangen voor de verstrekking van brandstof aan Europese partners door de extra vlieguren met het Multi Role Tanker Transport.
Verplichtingen
De verplichtingen bij dit artikel zijn per saldo € 48,0 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is grotendeels het gevolg van de lagere uitgaven.
Uitgaven
De uitgaven bij dit artikel zijn per saldo € 35,6 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Voor het eigen personeel is € 10,9 miljoen minder uitgegeven omdat de uitgaven voor het arbeidsvoorwaardenakkoord 2022 lager bleken dan verwacht. De uitgaven voor de afdracht van de werkkostenregeling van € 5 miljoen verschuiven van 2022 naar 2023. Vanwege COVID-19 zijn er in 2022 voor € 3,1 miljoen minder dienstreizen gemaakt en voor € 3,8 miljoen minder opleidingen gegeven. Voor internationale huisvesting en andere internationale ondersteuning is € 3,0 miljoen minder uitgegeven. Het overige verschil betreft diverse kleinere afwijkingen.
Verplichtingen
De verplichtingen zijn bij het artikel € 3,2 miljoen hoger dan ten tijde van. de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit heb ik voor € 11 miljoen aangekondigd in mijn brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» van 19 december, nummer 36 200-X, nr.59. Dat is het gevolg van € 4 miljoen hogere verplichtingen voor de Human Resource-transitie en voor de contributie aan de vakbonden van € 3 miljoen.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn bij dit artikel € 4,5 miljoen hoger dan geraamd. Dat is het gevolg van de nacalculatie door de NAVO van de contibutie van het ministerie van Defensie. Voor de contributiebijdragen werden minder bestedingen gevonden en het restant is geretourneerd.
Verplichtingen
De verplichtingen bij dit artikel zijn per saldo € 25,2 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit heb ik voor € 40 miljoen aangekondigd in mijn brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» van 19 december, nummer 36 200-X, nr.59. Dit is grotendeels het gevolg van de hogere uitgaven.
Uitgaven
De uitgaven bij dit artikel zijn per saldo € 24,5 hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit heb ik voor € 25 miljoen aangekondigd in mijn brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» van 19 december, nummer 36 200-X, nr.59. Voor pensioenen en uitkeringen is een hogere uitgave van € 22,5 miljoen veroorzaakt door de betaling van een nacalculatie van het ABP voor waardeoverdrachten, die voor latere jaren was voorzien. Het resterende deel betreft relatief kleine afwijkingen.
Verplichtingen en uitgaven
De verplichtingen en uitgaven bij dit artikel zijn € 1,3 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit heb ik voor € 2 miljoen aangekondigd in mijn brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» van 19 december, nummer 36 200-X, nr. 59. Dit artikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet beleidsartikel niet in het belang van de Staat is.
Verplichtingen
De verplichtingen bij dit artikel zijn € 6,2 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is het gevolg van het te laat afboeken van de raming voor de verplichtingen. Op dit artikel kan geen realisatie plaatsvinden.
Verplichtingen
De verplichtingen bij dit artikel zijn € 29,7 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht. Het betreft voornanmelijk een aanvulling van de compensatie voor de gestegen dollar en betreft geen reguliere verplichtingen.
Het is een bijdrage vanuit Hoofdstuk X Defensie aan hoofdstuk K Defensiematerieelbegrotingsfonds. Dit betreft een artikel waarbij de verplichtingen gelijk zijn aan de uitgaven (kas = verplicht). Met deze Slotwet wordt de verplichtingenbegroting gelijkgesteld aan het niveau van de kasbetalingen.
Uitgaven
De uitgaven bij dit artikel zijn € 29,7 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht. Het betreft voornamelijk een aanvulling van de compensatie voor de gestegen dollar en is geen reguliere uitgave. Met deze Slotwet wordt de begroting gelijkgesteld aan het niveau van de kasbetalingen.