Kamerstuk 36360-X-1

Jaarverslag Ministerie van Defensie 2022

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2022

Gepubliceerd: 17 mei 2023
Indiener(s): Kajsa Ollongren (minister defensie) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36360-X-1.html
ID: 36360-X-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET MINISTERIE VAN DEFENSIE

Ontvangen 17 mei 2023

Vergaderjaar 2022–2023

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 12.845,903

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 180,733

A. ALGEMEEN

1 AANBIEDING VAN HET JAARVERSLAG EN VERZOEK TOT DECHARGEVERLENING

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de Staatssecretaris van Defensie, het departementale jaarverslag van het Ministerie van Defensie (X) over het jaar 2022 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Defensie decharge te verlenen over het in het jaar 2022 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • 1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • 2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • 3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • 1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2022;

  • 2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • 3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • 4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2022 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2022, alsmede over de saldibalans over 2022 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van DefensieK.H. Ollongren

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2 LEESWIJZER JAARVERSLAG

Opzet jaarverslag

In het jaarverslag 2022 wordt verantwoording afgelegd over de gerealiseerde uitgaven ten opzichte van de begroting 2022 (Kamerstuk 35 925 X). Het jaarverslag bestaat uit een deel algemeen (inclusief de aanbieding en het verzoek tot dechargeverlening en de leeswijzer), het beleidsverslag (inclusief de beleidsprioriteiten, de (niet-)beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf), de jaarrekening (inclusief departementale verantwoordingsstaat, samenvattende verantwoordingsstaat agentschap, jaarverantwoording agentschap per 31 december 2022, saldibalans en WNT-verantwoording 2022) en een aantal bijlagen. Het focusonderwerp voor de verantwoording van het Rijk in het Financieel jaarverslag Rijk 2022 is ‘beroep op artikel 2.27, tweede lid, CW’. Hier behandeld Defensie twee incidentele suppletoire begrotingen waarbij er voor één een beroep gedaan is op artikel 2.27, tweede lid, CW.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2023 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.

Beleidsprioriteiten

De kern van het jaarverslag wordt gevormd door het beleidsverslag (deel B). In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt ervoor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma’s een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. In de beleidsprioriteiten wordt (waar van toepassing) teruggekomen op de landenspecifieke aanbevelingen zoals verwoord in de begroting.

Beleidsartikelen

Bij de beleidsartikelen zijn algemene doelstellingen geformuleerd en de financiële gevolgen van de beleidsmatige verschillen (grensbedrag van € 5 miljoen voor de artikelen 1, 2, 4, 5 en 7 en € 10 miljoen voor de artikelen 3 en 8) worden per defensieonderdeel toegelicht bij de tabellen «budgettaire gevolgen van beleid». Voor technische mutaties worden de grensbedragen verdubbeld. Daarnaast kunnen waar nodig (los van de grensbedragen) opmerkelijke verschillen nader zijn toegelicht. Informatie over de inzetbaarheid en gereedheid van een krijgsmacht betreft operationeel gevoelige informatie. Potentiële tegenstanders zijn actief op zoek naar dergelijke informatie en kunnen er misbruik van maken, enige terughoudendheid is derhalve geboden. Het voorgaande mag echter geen belemmering vormen voor de informatiepositie van de Eerste en Tweede Kamer. Om die reden is de gevoelige informatie over inzetbaarheid en gereedheid gebundeld in een vertrouwelijke rapportage, die tegelijkertijd met het jaarverslag aan de Kamer zal worden aangeboden. De in de inzetbaarheidsrapportage opgenomen niet-financiële informatie maakt onverminderd deel uit van het verantwoordingsproces conform de Comptabiliteitswet 2016.

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht verantwoord. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan common funded NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en Koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht van de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is verantwoord, bijvoorbeeld door de Koninklijke Marechaussee, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie en de Kustwachten. In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering verantwoord van respectievelijk de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht, Koninklijke Marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1 Inzet. Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn de middelen uit beleidsartikel 6 en de instandhoudingsuitgaven uit andere artikelen, overgeheveld naar het DMF. In het jaarverslag DMF wordt hierover verantwoording afgelegd. In de beleidsartikelen 7 Defensie Materieel Organisatie en 8 Defensie Ondersteuningscommando zijn de uitgaven en verplichtingen verantwoord voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieorganisaties.

Niet-beleidsartikelen

In de niet-beleidsartikelen worden de financiële gevolgen van de opmerkelijke verschillen (grensbedragen zijn € 2 miljoen voor artikel 9 en € 10 miljoen voor artikel 10) per niet-beleidsartikel toegelicht. Daarnaast zijn indien nodig (los van de grensbedragen) opmerkelijke verschillen nader toegelicht. Verschillen in niet-beleidsartikel 11 Geheim worden aan de president van de Algemene Rekenkamer toegelicht. Verschillen in het niet-beleidsartikel 12 Nog onverdeeld en niet-beleidsartikel 13 Bijdrage aan DMF worden altijd toegelicht.

In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen worden de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. In het niet-beleidsartikel 10 Apparaat Kerndepartement worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie verantwoord. Hieronder vallen de uitgaven voor de Bestuursstaf, de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en pensioenen en uitkeringen, wachtgelden, inactiviteitswedden en Sociaal Beleidskader (SBK)-uitkeringen. Ten slotte worden in het niet-beleidsartikel 11 Geheim de geheime uitgaven, in het niet-beleidsartikel 12 de verantwoording voor Nog onverdeeld opgenomen en in het niet-beleidsartikel 13 de Bijdrage aan DMF.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat uit drie paragrafen, namelijk een uitzonderingsrapportage, een paragraaf over rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen en een paragraaf over belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering.

Jaarrekening

In dit hoofdstuk zijn de verantwoordingsstaat en de saldibalans van het Ministerie van Defensie opgenomen. Daarnaast is de verantwoording van het agentschap Paresto opgenomen. Ten slotte is de rapportage over de Wet Normering Topinkomens opgenomen als onderdeel van de jaarrekening.

Bijlagen

Als bijlagen zijn opgenomen een overzicht met toezichtrelaties van rechtspersonen met een wettelijke taak en zelfstandige bestuursorganen (bijlage 1), een overzicht met afgerond evaluatie- en overig onderzoek (bijlage 2), een overzicht van inhuur externen (bijlage 3), een overzicht van integriteitsmeldingen (bijlage 4), een rapportage burgerbrieven (bijlage 5), een overzicht meldingen bedrijfsveiligheid (bijlage 6), een overzicht moties en toezeggingen (bijlage 7), een overzicht van COVID-19 steunmaatregelen (bijlage 8), het focusonderwerp FJR 2022, beroep op art. 2.27, tweede lid, CW (bijlage 9), een uitsplitsing van de maatregelen voor Oekraïne (bijlage 10) en ten slotte een lijst met afkortingen (bijlage 11).

Groeiparagraaf

Voor het opstellen van het departementaal jaarverslag gelden de rijksbegrotingsvoorschriften van de Minister van Financiën. Als gevolg van wijzigingen in deze voorschriften zijn een aantal veranderingen in dit jaarverslag doorgevoerd ten opzichte van het jaarverslag 2021. Deze wijzigingen betreffen voornamelijk het aantal bijlagen; er zijn er drie toegevoegd. Deze bijlagen hebben betrekking op de toevoeging van het overzicht moties en toezeggingen naar aanleiding van motie Stoffer. Tevens zijn dit jaar bijlages toegevoed voor het focusonderwerp en de steunmaatregelen voor Oekraïne.

Daarnaast is op basis van een toegezegging in het commissiedebat over de Defensienota op 14 september 2022, een KPI-overzicht opgenomen in het beleidsverslag.

B. BELEIDSVERSLAG

3 Beleidsprioriteiten

Inleiding

In 2022 werd Europa met de neus op de feiten gedrukt. Met de invasie van Oekraïne door Rusland werd pijnlijk duidelijk dat de verslechterde mondiale veiligheidssituatie, mede door toegenomen geopolitieke spanningen directe gevolgen hebben voor de veiligheid van Europa en Nederland. De Russische invasie van Oekraïne veroorzaakt onnoemelijk leed in Oekraïne en vormt een grote bedreiging voor de Oekraïense soevereiniteit en onafhankelijkheid. Daarbij is het van directe invloed op de Nederlandse en Europese veiligheidsbelangen. Nederland en zijn partners staan voor de internationale rechtsorde en hebben de illegale acties van Rusland sterk veroordeeld. Nederland heeft in 2022 samen met andere landen Oekraïne gesteund door middel van militaire en financiële middelen. Deze steun zetten we zolang dat nodig is onverminderd voort, voor Oekraïne en voor onze eigen vrijheid, veiligheid en welvaart. Maar het onderstreept tevens dat Europa meer verantwoordelijkheid moet nemen in het beschermen van de eigen veiligheidsbelangen. Onder andere door gerichte investeringen in Europese veiligheid, maar met name ook intensieve samenwerking tussen Europese partners op het gebied van capaciteitsontwikkeling, standaardisatie en interoperabiliteit zijn hierbij essentieel.

De Russische inval heeft het belang van meer Europese zelfredzaamheid op het gebied van defensie extra benadrukt, maar de verslechtering van de mondiale veiligheidssituatie speelt al langer. Verschuivende machtsverhoudingen in de wereld, een assiertever China, hybride dreigingen en cyber, de impact van klimaatverandering, de toenemende instabiliteit aan de randen van Europa, maar ook directe dreigingen tegen vitale infrastructuur vormen een steeds grotere bedreiging voor onze (veiligheids)belangen. In de huidige verslechterde geopolitieke context is daarom een sterk en modern defensieapparaat noodzakelijk voor geloofwaardige afschrikking en verdediging. Dit was voor het Kabinet, met steun van de Tweede Kamer middels de motie-Sjoerdsma (Kamerstuk 36045, nr. 4), reden om fors extra te investeren in Defensie: structureel €5 miljard extra per jaar.

Defensie gaat met deze investering de operationele gereedheid en inzetbaarheid en de wendbaarheid van de organisatie verhogen. Dit is een grote opgave waarbij Defensie haar capaciteiten herstelt, moderniseert, vernieuwt en uitbreidt zoals uiteen is gezet in de Defensienota 2022. Het bouwen aan een toekomstbestendige organisatie kost tijd. Inzet op groei en investeringen is een kwestie van een lange adem. Belemmerende factoren hierbij zijn de overspannen arbeids- en defensiemarkten en het absorptievermogen en de transitiesnelheid van Defensie.

Ondertussen is Defensie constant ingezet binnen alle drie de hoofdtaken1. Zo zijn onze mensen in het kader van Enhanced Forward Presence ingezet in Litouwen, Roemenië en Slowakije. Maar ook heeft Defensie zijn bijdrage aan internationale missies in bijvoorbeeld Irak en Mali, waar Nederland het afgelopen jaar zelf de Force Commander leverde, het afgelopen jaar onverminderd voortgezet. Ook binnen het Koninkrijk heeft Defensie een breed scala aan taken uitgevoerd. Taken als grensbewaking, luchtruimbeveiliging en de ondersteuning van civiele autoriteiten, bij crisisbestrijding en bij bewakings-en beveiligingstaken vergt constante inzet van defensie-eenheden.

Naast de dagelijkse inzet van eenheden en het werk aan de versterking van de defensie-organisatie, ondersteunen alle defensieonderdelen Oekraïne. De oorlog in de Oekraïne heeft merkbaar gevolgen voor de beschikbaarheid van materieel en munitie en zet soms de capaciteit voor het uitvoeren van reguliere werkzaamheden en verandertrajecten onder druk. Toch gebeurt dit weloverwogen omdat het belang van steun aan Oekraïne onomstotelijk vast staat. Door de oorlog in Oekraïne is de vraag naar wapens, wapensystemen en munitie veel groter dan aanvankelijk gedacht. Dit heeft vertraagde leveringen van wapensystemen, munitie en materieel tot gevolg. Ook het feit dat Defensie momenteel kampt met personeelstekorten, maakt dat de realisatie van exploitatiebudgetten nog achterblijven. Dit zal ook voor het komende jaar effect hebben en vraagt dus enerzijds heldere keuzes, maar anderzijds ook flexibiliteit en aanpassingsvermogen van de organisatie.

Het verbeteren van de operationele gereedheid en inzetbaarheid is een prioriteit voor de komende jaren. Met name onze personele gereedheid, dus de vulling van de organisatie met goed gemotiveerde en opgeleide militairen en burgermedewerkers, blijft hierbinnen een belangrijk aandachtspunt. Het zijn namelijk onze militairen en burgermedewerkers die zich dagelijks inzetten voor de veiligheid van alle Nederlanders. Zij verdienen het om onder goede omstandigheden, met het juiste materieel en met voldoende goede collega’s te werken. Het verbeteren van de vulling van de organisatie, maar ook het verbeteren van de werkomstandigheden van onze medewerkers, is daarom ook een belangrijk aandachtpunt die tevens randvoorwaardelijk is voor de realisatie van de grote opgave waarvoor Defensie de komende jaren staat.

Ook de inzet voor het verbeteren van de Europese samenwerking op het gebied van defensie wordt onverminderd doorgezet. Om de complexe problemen nu en in de toekomst het hoofd te kunnen bieden, is het namelijk essentieel dat Europese partners meer en beter samenwerken en gericht werken aan het invullen van Europese capaciteitstekorten. Een gedegen Europese industriële basis op het gebied van defensie is hierbij randvoorwaardelijk en is daarmee onderdeel van deze inzet. Zo vergroten we onze gezamenlijke slagkracht, wat essentieel is om ook in de toekomst onze veiligheid, waarden en normen te kunnen blijven beschermen.

Financiële ontwikkelingen

Op basis van het coalitieakkoord 2022 en de Voorjaarnota 2022 is de Defensiebegroting structureel met € 5 miljard verhoogd. De extra middelen worden ingezet voor onder andere het vergroten van de operationele gereedheid, gevechtskracht en de wendbaarheid van de krijgsmacht, het investeren in innovatie en nieuwe domeinen en het verdiepen van de samenwerking met onze partners, EU en NAVO. Na publicatie van de Defensienota is Defensie voortvarend van start gegaan met het realiseren van de maatregelen. Het realiseren van de plannen uit de Defensienota 2022 is een urgente, maar tevens veelomvattende en complexe opgave. Door de oorlog in Oekraïne is de vraag naar wapens, wapensystemen en munitie veel groter dan aanvankelijk gedacht. Dit heeft vertraagde leveringen van wapensystemen, munitie en materieel tot gevolg.

Toch heeft de groei van de defensie-uitgaven zich in 2022 versneld voortgezet. Ondanks ondervulling door de krappe arbeidsmarkt, verbroken logistieke ketens als gevolg van de COVID-epidemie en een overspannen wapenmarkt als gevolg van het conflict in Oekraïne was de groei in realisatie €1,2 miljard ten opzichte van 2021. De totale realisatie in 2022 is uitgekomen op €12,9 miljard (exclusief HGIS). Daarbij is niet het volledige budget gebruikt; met diverse kasschuiven is circa € 1,8 miljard binnen de defensiebegroting en het DMF naar latere jaren geschoven.

Defensie heeft in 2022 de Oekraïnse strijdkrachten op verschillende manieren voorzien van militaire steun. Uit voorraad is voor € 697 miljoen aan goederen geleverd2 Dit bedrag betreft de vervangingswaarde van deze leveringen. Daarnaast is er voor € 64 miljoen aan militair materieel geleverd dat commercieel verworven is. Voor al deze leveringen heeft Defensie in 2022 € 62,9 miljoen aan compensatie toegezegd gekregen vanuit de Europese Vredesfaciliteit (EPF)3. Deze compensatie wordt ontvangen in de jaren waarin de bijbehorende voorraad wordt vervangen. Voor leveringen die gepland stonden voor afstoting, is in 2022 € 5,2 miljoen aan gemiste verkoopopbrengsten uit de generale middelen gecompenseerd. Verder heeft Defensie € 100 miljoen bijgedragen aan het International Fund for Ukraine4 en is voor € 120 miljoen een trilateraal samenwerkingsproject aangegaan met Tsjechie en de Verenigde Staten om zwaar militair materieel te leveren, waaronder T-72 tanks. Tot slot heeft de KMar bijgedragen aan forensische opsporing in Oekraïne, hiervoor is € 1,48 miljoen beschikbaar gesteld. De uitgaven in 2022 zijn gerapporteerd in bijlage 10 Maatregelen Oekraïne.

De hoogte van de in 2022 aangegane verplichtingen laat zien dat er een verdere groei mogelijk is, al zullen de uitgaven wegens beperkte leveringsmogelijkheden vaak in latere jaren plaatsvinden. In 2021 werden en voor € 12,9 miljard aan verplichtingen aangegaan, in 2022 werd dit € 14,5 miljard.

De investeringsverplichtingen nemen jaar op jaar gestaag toe, de investeringsquote (de totale investeringsuitgaven afgezet tegen de totale uitgaven) toont eveneens een stijgende lijn. In 2022 was de investeringsquote 24,9% van de totale begroting en het vijfjaarsgemiddelde kwam voor het derde jaar op rij boven de 20% uit. Daarmee voldoen we aan de gestelde NAVO-eis van 20%.

Figuur 3 Aangegane verplichtingen en IQ:

In 2022 gaf Nederland 1,38% bbp uit aan Defensie. Met het coalitieakkoord en de Voorjaarsnota zijn extra middelen aan de defensiebegroting toegevoegd die invloed hebben op het bbp-percentage.

Figuur 4 Ontwikkeling gemiddeld bbp percentage 2018-2022 Europese bondgenoten:

3.1 Krachtige ondersteuning

Operationale gereedheid

De operationele gereedheid stond in 2022 onder druk door knelpunten in de drie gereedheidsaspecten: een lage personele gereedheid, een laag blijvende materiële gereedheid en een lage mate van geoefendheid. Onderstaande paragrafen geven een korte toelichting op deze drie gereedheidsaspecten en de invloed van investeringen en inzetvoorraden op de operationele gereedheid. Meer gedetailleerde informatie over de gereedheid en inzetbaarheid van de krijgsmacht is opgenomen in de geïntegreerde rapportage.

De operationele gereedheid geeft aan in welke mate eenheden inzetbaar zijn binnen de van toepassing zijnde reactietermijn. De operationele gereedheid is een resultaat van de onderstaande grootheden Personele Gereedheid, Materiele Gereedheid en Geoefendheid. In 2022 voldeed Defensie niet volledig aan de generieke gereedstellingsopdracht die is opgenomen in de opdrachtenmatrix.

Personele gereedheid

Personele gereedheid is de mate waarin het personeel van een eenheid beschikbaar en geschikt is voor het uitvoeren van de opgedragen opdracht. Personele Gereedheid omvat een kwantitatief (voldoende geplaatst personeel) en een kwalitatief (voldoende gekwalificeerd personeel) deel.

Kwantitatief zijn zowel de formatie als de personele bezetting gegroeid. Vergeleken met 1 januari 2022 zijn de formatie met 1.240 VTE’n en de totale personele capaciteit met 57 VTE’n gestegen. Door de formatiegroei is het vullingspercentage afgenomen van 86,7 naar 85,6 procent, maar in absolute zin is de bezetting toegenomen. De omvang van het burgerpersoneel is gestegen, terwijl het aantal militairen en reservisten licht is afgenomen. De tekorten bij diverse schaarstecategorieën militair personeel blijven onverminderd groot. Dit betreft met name logistiek, technisch en IT-personeel. Instroom van nieuw personeel kan op korte termijn niet de expertise en vakkennis van uitstromende militairen vervangen.

Op 1 september 2022 is een Kamerbrief over Behouden, Binden en Inspireren (Kamerstuk 36 200 X, nr. 8) verstuurd. Deze brief beschrijft de wijze waarop Defensie de personeelscapaciteit gaat vergroten. Dit betreft zowel personeel in vaste dienst als flexibele, schaalbare capaciteit. Daarnaast wordt het scenario geschetst dat Defensie, gegeven de krappe arbeidsmarkt, ook in de komende jaren mogelijk over onvoldoende personeel beschikt om haar opdracht uit te voeren. Hiervoor zijn mogelijke oplossingsrichtingen gegeven, zoals een gegarandeerde beschikbaarheid van reservisten wanneer het nodig is. Ook is in 2022 gewerkt aan de voorbereiding voor de invoering van het zogeheten vrijwillig dienjaar.

Voor het meten van het kwalitatieve aspect van personele gereedheid dient Kwaliteit in Beeld eind 2023 volledig geïmplementeerd te zijn. Defensie is bezig de druk op de opleidingscapaciteit te verminderen door het geven van afstandsonderwijs, e-learning en het uitbesteden van opleidingen aan civiele opleidingsinstanties. Daarnaast worden reservisten ingezet bij opleiding en individuele training. Ook is de mogelijkheid gecreëerd tot het verlengen van de functieduur van militairen. Dit draagt bij aan behoud van kennis en ervaring en helpt de opleidingsdruk te verminderen. Tevens wordt een (data)analyse uitgevoerd naar het toegenomen opleidingsverloop en de oorzaken hiervan.

Materiële gereedheid

Materiële gereedheid is de mate waarin het materieel van een eenheid beschikbaar en geschikt is voor het uitvoeren van de opdracht. De materiële gereedheid bleef ook in 2022 onder de norm door met name een tekort aan technisch en logistiek personeel voor de huidige onderhoudslast. Naast dit personele vullingsprobleem, vragen verouderde wapensystemen om meer onderhoud. Ook zijn nieuwe wapensystemen technologisch steeds complexer, hetgeen hogere eisen stelt aan de kennis, opleiding en ervaring van het schaarse technische en logistieke personeel. Ondanks deze uitdagingen zijn in 2022 ook positieve ontwikkelingen in de MG te constateren:

  • De materiele gereedheid van enkele wapensystemen steeg wel: Apache, Chinook en NH90 lieten een lichte stijging zien en het Joint Support Ship laat een grotere stijging zien.

  • De voorraadbeschikbaarheid van reservedelen is voor diverse wapensystemen op 90% gebracht. Dit effect is (nog) niet zichtbaar in de materiele gereedheid.

  • De materiele beschikbaarheid (technische staat van het wapensysteem) blijft licht stijgen.

Met de middelen uit het Coalitieakkoord en de motie-Hermans (Kamerstuk 35 925, nr. 13 van 23 september 2021) de motie-Sjoerdsma (Kamerstuk 21 501, nr. 2499 van 15 juni 2022) kreeg Defensie vanaf 2022 extra financiële ruimte om de instandhoudingsachterstanden te verkleinen. De hieruit voorkomende nieuwe functies zijn eind 2022 gerealiseerd. Dit heeft nog geen positief effect gehad op de materiele gereedheid, omdat er nog onvoldoende gekwalificeerd personeel is om de extra financiële ruimte te benutten. De effecten van de investeringen in materieel hebben tijd nodig en zijn mede afhankelijk van het beschikbaar komen van kwantitatief en kwantitatief voldoende personele capaciteit. Substantieel herstel van de materiële gereedheid is daarom (nog) niet direct waarneembaar. In overleg met de Defensieonderdelen is afgesproken om de focus te leggen op het verhogen van de materiele gereedheid van zes hoofdwapensystemen (2 per OPCO: OPV, LCF, CV-90, Patriot-systemen, F-35 en de NH-90).

Geoefendheid

Geoefendheid is de mate waarin een eenheid de taken heeft beoefend en daarvoor voldoende niveau van beheersing van de taken heeft getoond. De mate van geoefendheid van de krijgsmacht is met name negatief beïnvloed door een lage personele en materiële gereedheid. Hierdoor vertalen de gerealiseerde oefenmogelijkheden zich nog niet ten volle in een hogere geoefendheid en operationele gereedheid. De geoefendheid van eenheden aangewezen voor missies en operaties blijft geborgd door het prioriteren van middelen om de norm qua geoefendheid te behalen. Deelname aan oefeningen op grotere schaal, op de hogere geweldniveaus en in grotere verbanden blijven noodzakelijk om de geoefendheid voor de eerste hoofdtaak in de breedte (dus voor alle eenheden en taken) te verbeteren. In Nederland zijn de oefenruimte en de milieu- en geluidsnormen te gelimiteerd voor dergelijke grootschalige oefeningen benodigd voor het samengesteld optreden in het hogere geweldspectrum. Er blijft aandacht nodig voor het behouden van ‘gebruiksruimte’ voor oefeningen in Nederland, zowel in het fysieke domein als in het virtuele informatiedomein. Verlies van ruimte vormt een risico voor de gereedstelling.

Voorraden

Om er te kunnen staan als het nodig is, moeten de inzetvoorraden op orde zijn. Want alleen met beter gevulde voorraden is Defensie voldoende voorbereid op inzet. Met de extra gelden uit het Coalitieakkoord en de Voorjaarsnota 2022 is Defensie de inzetvoorraden aan het verhogen. Tussen nu en medio 2030 hogen we de inzetvoorraden stapsgewijs verder op voor de eerste hoofdtaak voor de eigen en bondgenootschappelijke verdediging. Met deze ophoging groeien we in de richting van wat de NAVO van ons verwacht. Dit is een flinke stap in de groei van de voorraden die voorheen waren toegesneden op de tweede hoofdtaak: de bevordering van de internationale rechtsorde, door bijvoorbeeld bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties. Door deze stapsgewijze opbouw van de voorraden kan Defensie de munitievoorraad actueel en modern houden.

Nationaal en civiel-militaire samenwerking

Defensie voert in samenwerking met Justitie en Veiligheid, veiligheidsregio’s, bedrijfsleven en politie het programma Civiel-Militaire Samenwerking uit. In dit programma wordt de rol van Defensie in het nationale veiligheidsdomein structureel verstevigd en de civiel-militaire samenwerking verder ontwikkeld tot een robuuste pijler van de nationale crisisbeheersing. Ook in 2022 zijn er op dit vlak stappen gezet, bijvoorbeeld door de structurele samenwerking tussen Defensie en relatieziekenhuizen uit te breiden van 7 naar 14 ziekenhuizen. Daarnaast verkent Defensie met nationale partners welke rol Defensie, binnen de juridische kaders, kan spelen bij het versterken van de weerbaarheid van het Koninkrijk tegen hybride dreigingen.

Defensie is ook structureel betrokken bij het interdepartementale programma Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg en het programma Versterkte Aanpak Vitaal, waaronder ook de bescherming van de infrastructuur op de Noordzee. De voorbereidingen om te komen tot een Landelijk Crisisplan Defensie zijn gestart.

In het afgelopen jaar heeft Defensie fors bijgedragen aan de strijd tegen de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Naast deelname aan de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit, intensiveerde de KMar de bewakings- en beveiligingstaak en nam deel aan het project mainports, wat zich richt op grote logstieke knooppunten.

Binnen de Landspakketten (herstelmaatregelen voor liquiditeitssteun) die met de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten ten tijde van de COVID-19 crisis zijn overeengekomen, zijn diverse maatregelen opgenomen die bijdragen aan de versterking van de rechtsstaat, zoals de versterking van het grenstoezicht en de professionalisering van de Arubaanse en Curaçaose milities. In 2022 zijn t.a.v. het versterken van het grenstoezicht tientallen nieuwe vte’ en van KMar en Kustwacht Caribisch gebied ingestroomd en zijn t.a.v. ARUMIL en CURMIL stappen gezet om de juridische grondslag en rechtspositionele aspecten te verbeteren.

3.2 Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

HR-transitie

Het arbeidsvoorwaardenakkoord van juli 2022 realiseert belangrijke ambities van het HR-model: de basisbeloning is op orde en in het nieuwe beloningsstelsel gaan de lagere rangen er flink op vooruit. Daarnaast is er een hogere vergoeding voor woon-werkverkeer en zijn een thuiswerk- en een internetvergoeding ingevoerd.

Het AV-akkoord vergroot de mogelijkheden voor meer maatwerk en perspectief conform het HR-model door afspraken over langere looptijden van functies, werken in deeltijd, langer doorwerken en bindende afspraken over functionele en persoonlijke ontwikkeling. Nieuwe elementen van het HR-model als strategische personeelsplanning, strategisch talentmanagement en HR analytics zijn op kleine(re) schaal binnen de defensieonderdelen uitgewerkt, getest of toegepast.

De doelstelling van een inclusieve en diverse organisatie is uitgewerkt in maatregelen, waaronder streefcijfers voor in- en doorstroom van vrouwen, integratie van diversiteit en inclusiviteit in opleidingen en borging van sociale veiligheid, gender en diveristeit & inclusiviteit (D&I) in beleid. De defensieonderdelen hebben een eigen D&I-plan. Het aantal vrouwen is in 2022 van 15,9% naar 16,5% gestegen. Er waren eind 2022 acht vrouwelijke militaire topfunctionarissen en tien vrouwelijke burgertopfunctionarissen.

Veteranen

Er was veel aandacht voor erkenning en waardering voor veteranen en hun relaties. Aanbevelingen naar aanleiding van het onderzoek «Focus op Dutchbat III» zijn in uitvoering of afgerond. De ruim 800 veteranen ontvingen € 5000 en op 18 juni 2022 is een bijeenkomst georganiseerd voor alle Dutchbat III-veteranen en hun relaties. Hierbij is het Ereteken voor Verdienste in brons uitgereikt. De terugkeerreizen naar Srebrenica vinden plaats vanaf dit jaar en zullen waarschijnlijk tot 2026 plaatsvinden. Na het rapport over Nederlands geweld in de dekolonisatieperiode van Indonesië ontvingen de Indiëveteranen een tweetal brieven en zijn bijeenkomsten voor hen georganiseerd in opdracht van de Minister van Defensie om de onderzoekers en elkaar te spreken.

Een hoogtepunt waren de Invictus Games die na enkele jaren uitstel plaats vonden in Den Haag in april 2022. De Veteranenombudman concludeerde dat aanbevelingen uit het onderzoek naar de reintegratie van ziek Defensiepersoneel uit 2018 inmiddels in ruime zin zijn opgevolgd. Op het gebied van informatievoorziening, kennis en registratie is duidelijke verbetering te zien. Daarnaast is de Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS) geëvalueerd door de Auditdienst Rijk (ADR). De belangrijkste bevinding uit het onderzoek is dat de RVS voldoet aan de gewenste doelstellingen. Defensie gaat over de uitkomsten van het onderzoek in overleg met de centrales van overheidspersoneel. De Veteranennota van juni a.s. gaat in op het uitkeringsstelsel en de transitie van de veteraan naar de civiele maatschappij.

Militaire Gezondheidszorg (MGZ)

De evaluatie van het MGZ 2020-programma maakt deel uit van de beleidsdoorlichting MGZ, die de MGZ-beleidsontwikkeling en -implementatie in de afgelopen 10 jaar omvat. De Kamer ontvangt die in het derde kwartaal van 2023. Naar aanleiding van het OVV-rapport over het Mali-incident in 2017 is het normenkader voor de geneeskundige ondersteuning van missies en inzet vastgesteld.

Veiligheid

In 2022 heeft Defensie stappen gezet richting het doel om veiligheid uiteindelijk een vanzelfsprekendheid te laten zijn in de taakuitvoering en bedrijfsvoering van Defensie. Zo is er vanaf 2022 structureel €16,9 miljoen euro geïnvesteerd in de veiligheidsorganisaties van de defensieonderdelen, bijvoorbeeld in capaciteit om risicoanalyses en audits uit te voeren.

Sociale veiligheid en integriteit zijn in 2022 verder bestendigd in de reguliere bedrijfsvoering via het vaststellen van het verbeterde integriteitsbeleid. Ook is er in 2022 verder geïnvesteerd in het ontwikkelen van leidinggevenden, teams en individuele medewerkers op het gebied van sociale veiligheid en integriteit via onder meer het verzorgen van opleidingen, trainingen en workshops. Tevens hebben, ook in 2022, verschillende onderzoeken plaatsgevonden ter bevordering van de sociale veiligheid en integriteit, welke in 2023 worden voortgezet.

Om zo veilig mogelijk bij Defensie met gevaarlijke stoffen te werken is de Nadere Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen (NIGS) uitgevoerd. Tevens is een applicatie ontwikkeld om de NIGS te ondersteunen, waardoor een beter beeld ontstaat over de blootstelling hieraan. Als bronmaatregel zijn dit jaar 78 bedrijfsstoffen vervangen voor minder gevaarlijke bedrijfsstoffen.

Vastgoed

In deze kabinetsperiode wordt fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van onze krijgsmacht, wat betekent dat onze organisatie de komende jaren zal groeien. Er wordt hierbij ook geïnvesteerd in het vastgoed van Defensie. Het voorbereiden van onze kazernes op de toekomst is randvoorwaardelijk en is vormend voor de ontwikkeling van de Defensieorganisatie. Het Strategisch Vastgoedplan 2022 (SVP) vormt het kader van de aanpak. De volgende contouren en uitgangspunten spelen hierbij een rol: operationele gereedstelling en inzet, personeel, verduurzaming en betaalbaarheid. Er wordt ingezet op een gebiedsgerichte aanpak en op perspectief voor de regio’s waar locaties vrijkomen. Dit met het oog op werkgelegenheid en de Rijksbrede opgaven voor wat betreft verduurzaming, woningbouw, energietransitie, natuur en landbouw, CO2-reductie en stikstofruimte. Fasering en deelbesluiten zijn hierbij voorzien: ambtelijke verkenning – bestuurlijk voornemen – besluitvorming.

In het SVP zijn de volgende projecten met een ‘bestuurlijk voornemen’ aangekondigd:

  • De concentratie van de Luchtmobiele Brigade in (de regio) Schaarsbergen;

  • De regio Rucphen/Roosendaal, waar een oplossing wordt gezocht voor de ruimtevraag van het Korps Commandotroepen;

  • De concentratie van de eenheden die nu in Assen en Havelte zitten;

  • Het concentreren van logistieke en operationele eenheden in de omgeving van Soesterberg;

  • Het concentreren van eenheden op de Nieuwe Haven in Den Helder;

Tot slot wordt onderzoek gedaan naar een nieuwe kazernelocatie in het midden van het land waar meerdere ondersteunende eenheden kunnen worden geclusterd;

Voor deze projecten geldt dat ze grootschalig van aard zijn en regionale en lokale afstemming en samenwerking vereisen. Daarnaast ligt in de komende periode de nadruk op de revitalisering van de Bernhardkazerne in Amersfoort en van de vliegbasis Woensdrecht.

Duurzaamheid

Klimaatverandering en de energietransitie hebben impact op de veiligheid in de wereld en daarmee op de manier waarop de krijgsmacht opereert. Defensie moet onder alle omstandigheden kunnen opereren en bereidt zich daarom voor op de veranderende dreigingen als gevolg van klimaatverandering. Defensie heeft met de uitvoering van haar taken impact op milieu en wil de ecologische voetafdruk van de bedrijfsvoering beperken. Door het treffen van verstandige duurzaamheidsmaatregelen versterkt Defensie in zelfvoorzienend optreden en beperkt de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld door de toepassing van duurzame energieopwekking met zonnepanelen op kazernes en kampementen.

Defensie heeft de aanpak zoals ingezet met de Defensie Energie en Omgeving Strategie 2019–2022 (DEOS, Kamerstuk 33763, nr. 152) en het Plan van aanpak energietransitie Defensie (Kamerstuk 34919, nr. 74) in 2022 geëvalueerd. De evaluatie heeft laten zien dat concrete stappen zijn gezet om duurzaamheid binnen Defensie te bevorderen. Er zijn randvoorwaarden ingeregeld, zoals:

  • Er is een duurzaamheidsbudget om te kunnen verduurzamen in de bedrijfsvoering.

  • Beleidsondersteunende onderzoeken worden uitgevoerd om richting te geven aan de verduurzaming van Defensie.

  • Er is een opleidings- en monitoringsplan opgezet.

  • Kennis en intern draagvlak over verduurzamingsmogelijkheden zijn vergroot, er is een opleidingsmodule ontwikkeld en een bewustwordingscampagne gestart vanuit de gasreductie-opgave.

  • Er wordt duurzaamheidsbudget voor o.a. duurzame inkoop ingeregeld.

Aandachtspunten zijn een duidelijkere belegging in de lijn en het vaststellen van aanvullende maatregelen om de verduurzamingsdoelen te realiseren. Met de uitvoeringsagenda Duurzaamheid (Kamerstuk 36 124, nr 25) geven we invulling aan geactualiseerde doelstellingen op het gebied van klimaat, energie en circulariteit met een uitgebreid pakket concrete maatregelen. Door de schaarste op de markt en beperkte laadinfrastructuur binnen defensieterreinen blijven we achter op de geplande 400 nul-emissie auto’s in 2023.

Een aantal lopende maatregelen, zoals het overgaan op nul-emissie auto’s en het inkopen van biodiesel, zijn voortgezet. Het aandeel biobrandstof voor de militaire voertuigen is al verhoogd naar 20% en voor scheepsdiesel zijn de inkoopvoorwaarden gerealiseerd. Voor kerosine maken we in dit kader internationale afspraken met onze NAVO-partners.

De Roadmap Energietransitie Operationeel Materieel is afgerond en als vervolg is kennisontwikkeling op dit gebied voorbereid. Dit onderzoek wordt in 2023-2026 door TNO, Marin en NLR uitgevoerd. De aanpak verduurzaming van ons vastgoed is in het Vastgoedplan 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 12) gegeven. Deze aanpak is gericht op energietransitie, circulair bouwen, klimaatadaptatie en natuurinclusief bouwen. Defensie verduurzaamt het vastgoed verder dan de huidige wettelijke eisen (Bijna Energieneutraal Bouwen) en zet in op de eindnorm van 2050 (energie neutrale gebouwen en aardgasvrij).

Omgeving

Voor het verbeteren van het beheer van onze vergunningen hebben we een taskforce ingericht die de komende jaren tot doel heeft de vergunningssituatie van Defensie te actualiseren. Daarbij werken we nauw samen met onze bevoegde gezagen, Inspectie Leefomgeving en Transport en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

3.3 Versterken van specialismen

Extra capaciteit

In 2022 heeft Defensie 16 nieuwe projecten gestart met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen. Voor de nieuwe capaciteit ‘Raketartillerie’ heeft Defensie het behoeftestellingsproces versneld doorlopen, wat uitmondde in een keuze voor het PULS/HIMARS systeem in 2023. Tegelijkertijd worden tien extra operationele pantserhouwitsers in gebruik genomen. Ook is met het project ‘Vervanging (Very) Short Range Air Defence’ een start gemaakt met de vervanging van de Stinger capaciteit binnen de luchtverdedigingsbatterijen voor de gemechaniseerde en gemotoriseerde brigades. Van het lopende project ‘Vervanging van de initiële vliegeropleidingscapaciteit’ ter vervanging van de PC-7 lesvliegtuigen, is de onderzoeksfase (B-fase) afgerond.

Tegelijkertijd zijn in 2022 de voorbereidingen gestart van materieelprojecten die begin 2023 tot een A-brief leiden. Het betreft onder andere de verdere aanvulling van de inzetvoorraden munitie, die gebaseerd zijn op de eerste hoofdtaak en de eisen die NAVO daaraan stelt. Daarnaast betreft dit de nieuwe behoeftestellingen voor ‘Maritime strike’, in het maritieme domein en de nieuwe capaciteit ‘Deep precision strike F-35’ voor de F-35.

In totaal zijn in 2022 16 A-brieven gestuurd, waarvan een deel betrekking had op investeringen in infrastructuur en vastgoed. Dit betrof onder andere projecten op de vliegbases Volkel en Leeuwarden en voor hoofdkwartieren in Den Helder en Oirschot. B-brieven zijn verstuurd over de projecten ‘ESSM Block 2: Verwerving en Integratie’, Vervanging hulpvaartuigen’, ‘Vervanging tactische luchttransportcapaciteit’ en ‘Vervanging Medium Range Air Defence (interceptiecapaciteit).

3.4 Meer Europese samenwerking

Samenwerking in NAVO- en EU-verband

In 2022 werden het Strategisch Kompas van de EU (Kamerstuk 21501-28 nr. 240) en het Strategisch Concept van de NAVO aangenomen (Kamerstuk 28676 nr. 417). Het EU Strategisch Kompas geeft voor de komende 5 à 10 jaar richting aan de EU en haar lidstaten op het gebied van EU veiligheids- en defensiesamenwerking. Voor Nederland belangrijke thema’s als hybride dreigingen, militaire mobiliteit en EU-NAVO samenwerking zijn goed gereflecteerd in het Kompas.

In juni 2022 is tijdens de NAVO-top in Madrid het nieuwe Strategisch Concept aangenomen. Het Strategisch Concept biedt de NAVO een politiek kader waarbinnen sturing kan worden gegeven aan het handelen dat nodig is om het verdragsgebied veilig te houden. Niet los te zien van de oorlog in Oekraïne, markeert het Strategisch Concept een hernieuwde focus van de NAVO op afschrikking en verdediging voor de langere termijn. Dit is ook duidelijk te zien in de inzet van capaciteiten die het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden.

Van groot belang is daarnaast de voorgenomen toetreding van Zweden en Finland tot de NAVO – een historische stap. Nederland heeft de kandidatuur van harte toegejuicht en geratificeerd in de zomer van 2022.

Ook is er besloten over de oprichting van de EU Military Assistance Mission (EUMAM) voor Oekraïne. De trainingen voor Oekraïense militairen via deze missie zijn in november 2022 van start gegaan.

Daarnaast is in EU-verband gewerkt aan verschillende initiatieven om gezamenlijke aanschaf van defensiematerieel aantrekkelijker en eenvoudiger te maken. Het kabinet steunt de initiatieven van de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger op dit gebied. Samenwerking leidt tot meer interoperabiliteit en uitwisselbaarheid, schaalvoordelen en mogelijkheden voor gezamenlijk onderhoud.

In 2022 heeft het door NL geleide PESCO-project Militaire Mobiliteit gewerkt aan het concretiseren van de doelstellingen, middels het formuleren van een zgn. end-state. Op 14 november is ingestemd met het deelnameverzoek van het Verenigd Koninkrijk (Kamerstuk 21501-28, nr. 249). Ook zijn in 2022 zijn de eerste EDF-projecten geselecteerd voor financiering. Kijkend naar het aantal bedrijven en kennisinstellingen dat deelneemt aan projecten die subsidie ontvangen uit EDF 2021 staat Nederland op de 6e plaats (Kamerstuk 21501-28, nr. 246).

Samenwerking in kleinere multilaterale verbanden

De samenwerking in de Northern Group, de Joint Expeditionary Force (JEF) en het European Intervention Initiative (EI2) is in 2022 voortgezet. De Russische invasie van Oekraïne en gevolgen daarvan voor betrokken landen stonden veelal centraal tijdens ministeriële en andere bijeenkomsten in deze multilaterale verbanden. De samenwerking in de JEF is geïntensiveerd in 2022, mede naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne, onder andere op het terrein van bescherming van onderzeese infrastructuur. Sinds februari 2022 is ook de operationele JEF-samenwerking geïntensiveerd, door plannen voor oefeningen en andere operationele activiteiten van JEF-landen in Noord-Europa beter op elkaar af te stemmen. Hierbij wordt onderlinge deelname, bijstand en informatiedeling bevorderd.

Bilaterale samenwerking met strategische partnersDe bilaterale samenwerking met strategische partners (België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) en andere partnerlanden is in 2022 verder versterkt in lijn met de Defensienota 2022. Zo is in de gezamenlijke aanschaf van mijnenbestrijdingsvaartuigen met België een mijlpaal bereikt met de kiellegging van het eerste Nederlandse exemplaar op 16 juni 2022. In oktober 2022 heeft Frankrijk besloten bij dit project aan te sluiten door ook 6 schepen aan te schaffen. Met Duitsland is een gezamenlijke landmachtvisie ondertekend over verdere integratie, onder meer door de Nederlandse 13 Lichte Brigade te integreren in een Duitse divisie, en een Letter of Intent over nauwere luchtmachtsamenwerking, bijvoorbeeld op het terrein van F-35 jachtvliegtuigen en CH-47 (Chinook) helikopters. Met Denemarken, Duitsland, Finland, Noorwegen en Zweden is een Memorandum of Understanding ondertekend over maritieme samenwerking onder de noemer Northern Naval Shipbuilding Cooperation, waarover ook met het Verenigd Koninkrijk wordt gesproken.

Er is in het bijzonder nauw samengewerkt met (strategische) partners om steun te leveren aan Oekraïne. Zo hebben Nederland en Duitsland gezamenlijk Pantserhouwitsers geleverd en bijbehorende training verzorgd. Samen met de Verenigde Staten en Tsjechië levert Nederland gemoderniseerde en gereviseerde T-72 tanks. Ook levert Nederland een significante bijdrage aan training van Oekraïense rekruten in het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast neemt Nederland actief deel aan het door het Verenigd Koninkrijk geïnitieerde International Donor Coordination Centre (IDCC) en International Fund for Ukraine (IFU) en de door de Verenigde Staten geïnitieerde Ukraine Defense Contact Group (UDCG), met als oogmerk de internationale militaire steun aan Oekraïne te bevorderen, coördineren en faciliteren. In het kader van een van de «geruststellende maatregelen» voor Oost-Europese bondgenoten neemt Nederland met 120 militairen deel aan de enhanced Forward Presence (eFP) battlegroup onder Franse leiding in Roemenië.

3.5 Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Innovatie en onderzoek

In 2022 is door Defensie geïnvesteerd in defensieonderzoek, technologieontwikkeling en de innovatiecentra van Defensie. Met de investeringen in defensieonderzoek bij de hoogwaardige kennisinstituten zoals NLR, TNO en MARIN blijft Defensie verzekerd van een gedegen defensiespecifieke kennisbasis (lang-cyclisch innoveren). De innovatiecentra van de dienstonderdelen hebben in 2022 opnieuw diverse activiteiten ontplooid om sneller en innovatiever te innoveren (kort-cyclisch innoveren). Daarin neemt de samenwerking met het bedrijfsleven (primair MKB en start-ups) een centrale plaats in. Met behulp van partnerschappen en samenwerkingen wordt op de markt verkrijgbare civiele technologie toepasbaar gemaakt voor defensiegebruik. Verder is er in 2022 aandacht geweest voor deelname aan internationale defensiematerieelprojecten en het positioneren van de Nederlandse defensie-industrie en kennisinstellingen voor het Europees Defensiefonds. In november 2022 is de Uitvoeringsagenda innovatie en onderzoek aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze agenda beschrijft op hoofdlijnen in wat Defensie de komende jaren gaat doen met betrekking tot defensieonderzoek, technologieontwikkeling en innovatie. Zo werken bijvoorbeeld alle defensieonderdelen met hun eigen innovacentrum om experimenten met het bedrijfsleven uit te voeren of te faciliteren.

In 2022 zijn de uitgaven aan onderzoek, technologieontwikkeling en kennisgebruik (ter ondersteuning van investeringsprojecten) circa € 167 miljoen, hetgeen resulteert in een bijbehorende KPI van 1,29%. Deze KPI is ook opgenomen in het KPI-overicht in paragraaf 3.7.

3.6 Informatiegestuurd werken en optreden

Informatiegestuurd optreden

In 2022 heeft Defensie grote stappen gezet met het verder verankeren van lnformatiegestuurd Optreden (lGO). Eind december 2022 heeft de onafhankelijke onderzoekscommissie Land Information Manoeuvre Centre (LIMC) haar eindrapport ‘Grondslag gezocht’ aan Defensie aangeboden. Deze commissie stond onder voorzitterschap van Harm Brouwer en was in de zomer van 2022 ingesteld. Het eindrapport is op 13 januari 2023 samen met de beleidsreactie aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 32 761, nr. 258). Defensie betrekt de lessen en aanbevelingen uit dit rapport bij de verdere ontwikkeling van lnformatiegestuurd Optreden (lGO). In deze beleidsreactie staat onder andere dat de eerder aangekondigde Beleidsvisie IGO, waaraan in 2022 hard is gewerkt, uiterlijk in het tweede kwartaal van 2023 aan de Kamer wordt aangeboden. Parallel aan het opstellen van de beleidsvisie is Defensie in 2022 gestart met nadere planvorming om de visie en aanvullende waarborgen nte concretiseren. Hiervoor zijn meer middelen beschikbaar door de significante ophoging van het defensiebudget door dit kabinet.

Het programma Defensie Open op Orde (DOO) versterkt in de periode 2021 t/m 2026 zowel de informatiehuishouding als transparantie van Defensie, beide noodzakelijk voor de implementatie van IGO en het hebben van een gezaghebbende informatiepositie. In 2022 zette DOO belangrijke stappen richting informatiegestuurd werken. De proefimplementatie van het nieuwe documentmanagementsysteem (DMS) DefDoc is gestart bij de Bestuursstaf, ter voorbereiding op de defensiebrede uitrol de komende jaren. Ook is specialistische zoeksoftware verworven, zodat informatie uit de missie-archieven beter toegankelijk is. DOO ontwikkelt systemen en werkwijzen om zeker te stellen hoe omgegaan wordt met informatie voor, tijdens en na missies. Daarbij wordt, nadrukkelijk ook voor toekomstige missies, in kaart gebracht op welke wijze de structurele ondersteuning van missie-archivering en het doorzoeken van missie-informatie vorm kan krijgen. Defensie heeft per 1 mei 2022 de eerste fase van de Wet open overheid (Woo) geïmplementeerd en 380 medewerkers zijn getraind om de kwaliteit te verbeteren van de ambtelijke advisering in beslisnota’s, die sinds Prinsjesdag openbaar worden gemaakt.

IT

Hoogwaardige IT is randvoorwaardelijk om de IGO doelstellingen van Defensie te behalen. Defensie heeft op het gebied van IT afgelopen jaar keuzes kunnen maken die noodzakelijk zijn in de ontwikkeling naar een informatiegestuurde organisatie.

Het uitgangspunt bij deze ontwikkelingen is veiligheid. Daarom heeft Defensie in 2022 op verschillende niveaus in de organisatie Security Operations Centres ingericht om sneller te kunnen handelen bij eventuele cyberdreiging. In het kader van cyber is een programmabureau opgericht dat is belast met de realisatie van het uitvoeringsplan cyber. Daarnaast is voor het stimuleren van innovatie in dit domein de Cyber Innovation Hub opgestart.

Om informatie te stroomlijnen zodat leidinggevenden en commandanten digitaal voorzien worden van de informatie die nodig is voor command & control zijn – naast wapengebonden IT-systemen – ook IT-systemen voor de bedrijfsvoering nodig. GrIT legt de basis voor veilige en toekomstbestendige IT. In het kader van GrIT is in april 2022 gestart met de bouw van twee datacentra en is het eerste blok met betrekking tot operationele compartimenten opgeleverd. Vanaf juli 2022 zijn van de realisatiefase van ROGER de eerste resultaten al zichtbaar door de technische conversie naar de nieuwe versie van SAP S/4 HANA die succesvol is uitgevoerd en door de vervanging van Digi-inkoop door SAP Ariba.

De interne governance is versterkt middels een CIO-stelsel. Dit draagt bij aan de nodige cultuuromslag binnen de organisatie en bij het opbouwen van de kennis en kunde die nodig is om een technologisch hoogwaardige en informatiegestuurde krijgsmacht te worden. Voor het verbeteren van de kennis en kunde die nodig zijn voor de digitale transformatie zijn in 2022 belangrijke stappen gezet, onder andere door het werven van gespecialiseerd personeel en het uitbreiden van de bijscholingsmogelijkheden op het gebied van data.

Inlichtingen

Defensie heeft geïnvesteerd in de versterking van de MIVD, maar investeert tevens in de inlichtingencapaciteit van de krijgsmacht. Dit heeft geleid tot een verdere versterking van de inlichtingenpositie of een aanzet daartoe gegeven voor de toekomst. De noodzaak tot versterking heeft de Russische inval in Oekraïne aangetoond. Mede door de goede informatiepositie, van zowel de MIVD als de AIVD, zijn talrijke internationale organisaties, (inter)nationale partners en andere departementen in staat gesteld hun weerbaarheid te verhogen door tijdig passende maatregelen te treffen. Voorbeeld zijn de Russische inlichtingenofficieren die zijn uitgezet. Tegelijkertijd dragen inlichtingen bij aan de gereedstelling en doorontwikkeling van de krijgsmacht. Ook is door Defensie, in samenwerking met BZK, gewerkt aan een Tijdelijke wet, welke in 2022 aan uw kamer is aangeboden. Deze wet moet de MIVD en AIVD in staat stellen hun bestaande bevoegdheden effectiever in te zetten zonder afschaling van waarborgen.

Cybercapaciteiten

Het afgelopen jaar heeft Defensie ingezet op het vergroten van personele cybercapaciteit, het verbeteren van het concept van de cyber mission teams en verbeteren van inlichtingenposities. Door middel van samenwerking tussen het Defensie Cyber Commando en de inlichtingendiensten blijft Defensie haar afschrikkende vermogen vergroten. Tegelijk heeft het Defensie Cyber Security Centrum zich verder ingezet tot het 24/7 beveiligen van Defensiesystemen.

Voorts heeft Defensie samen met interdepartementale partners, NAVO- en EU-bondgenoten gewerkt aan de ontwikkeling van inzetmogelijkheden van cybercapaciteiten. Zo heeft Defensie dit jaar wederom experts gereedgesteld om Europese partners bij te staan via het PESCO Cyber Rapid Response Team. Daarnaast heeft Defensie geparticipeerd in (inter)nationale cyberoefeningen en internationale cyberdialogen om partners beter te leren kennen, procedures te oefenen en de gereedheid te verhogen.

3.7 KPI's

3.8 Realisatie periodieke rapportages en beleidsdoorlichtingen

Elke minister is op basis van de Comptabiliteitswet 2016 verantwoordelijk voor het periodiek onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Hiervoor maken alle departementen sinds 2021 gebruik van de Strategische Evaluatieagenda (SEA), die jaarlijks in de begroting verschijnt. De periodieke rapportages van de SEA vervangen op termijn de beleidsdoorlichtingen. Zoals aangegeven in de vierde voortgangsrapportage (Kamerstuk 31865, nr. 184) van de rijksbrede Operatie Inzicht in Kwaliteit, gelden de begrotingsjaren 2022 en 2023 als overgangsperiode voor het werken met de SEA. Defensie heeft nog geen periodieke rapportages opgeleverd. In de tabel hieronder zijn daarom enkel de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen (periode 2016-2022) zichtbaar.

Tabel 1 Realisatie beleidsdoorlichtingen

Thema of artikel

Artikel-nummer

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Vindplaats onderzoek

Beleidsdoorlichtingen begrotingsartikelen

Inzet

1

 

x

     

Klik hier

Koninklijke Marine

2

x

      

Klik hier

Koninklijke Landmacht

3

 

x

     

Klik hier

Koninklijke Landmacht

3

   

x

   

Klik hier

Koninklijke Luchtmacht

4

   

x

   

Klik hier

Koninklijke Marechaussee

5

      

x

Klik hier

Investeringen1

6

     

x

 

Klik hier

Defensie Materieel Organisatie

7

     

x

 

Klik hier

Defensie Ondersteuningscommando2

8

        

Algemeen

9

        

Apparaat Kerndepartement

10

        

Geheim

11

        

Nog onverdeeld

12

        

Periodieke rapportages SEA-thema's3

Inzetbaarheid

Artikel-overstijgend

        

Adaptief en Informatiegestuurd

Artikel-overstijgend

        

Betrouwbare partner en werkgever

Artikel-overstijgend

        
X Noot
1

Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn de middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen per 2021 overgeheveld naar het DMF.

X Noot
2

In de Memorie van Toelichting bij de Defensiebegroting 2020 (Kamerstuk 35300-X) is in bijlage 7.5 «Evaluatie- en overig onderzoek» toegezegd dat in 2022 een beleidsdoorlichting van beleidsartikel 8 «Ondersteuning Krijgsmacht door Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO)» wordt opgeleverd. Deze beleidsdoorlichting heeft helaas vertraging opgelopen. De planning van de beleidsdoorlichting is gewijzigd en de uitkomsten worden uiterlijk in het derde kwartaal van 2023 aan de Kamer toegestuurd. De Kamer is hier op 22 december 2022 over geïnformeerd (Kamerstuk 31516, nr. 38).

X Noot
3

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) wordt per SEA-thema zo goed als mogelijk vermeld op welke begrotingsartikelen het thema betrekking heeft. De begroting van Defensie is echter niet ingedeeld op basis van beleidsthema’s, zoals bij veel andere ministeries het geval is, maar op organisatiedelen. Elk SEA-thema heeft daardoor betrekking op alle begrotingsartikelen.

Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.

Voor de realisatie van deze en andere grote (evaluatie)onderzoeken, zie bijlage 2 «Afgerond evaluatie- en overig onderzoek». 

3.9 Overzicht risicoregelingen en openbaarheidsparagraaf

Overzicht risicoregelingen

Per 31 december 2022 bestaat er één openstaande garantie. Deze betreft een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van personeel. De looptijd is onbepaald en er is geen gegarandeerd bedrag vastgesteld. De overeenkomst regelt de verhouding tussen Defensie en de Vereniging met als doel de belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden als gevolg van uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen, gekoppeld aan de financiering van een woning, weg te nemen. In 2022 heeft geen uitkering plaatsgevonden.

Openbaarheidsparagraaf

Actieve openbaarmaking

Het programma Defensie Open op Orde (DOO) versterkt in de periode 2021 t/m 2026 de informatiehuishouding en transparantie van Defensie (actieve en passieve openbaarmaking). Defensie heeft per 1 mei 2022 de eerste fase van de Wet open overheid (Woo) geïmplementeerd. Er zijn 380 medewerkers getraind om de kwaliteit te verbeteren van de ambtelijke advisering in beslisnota’s, die sinds Prinsjesdag openbaar worden gemaakt. In het kader van informatieverstrekking werd gezorgd voor verdere compliance met de Woo. Dit werd gedaan door de actieve openbaarmaking van documenten voor te bereiden waarmee, afhankelijk van de rijksbrede tijdlijn in 2023 wordt gestart. De benodigde opleiding, training en bewustwording wordt voorzien vanuit de DOO actielijn abtelijk en militair vakmanschap. Tot slot blijft DOO met het transparantieontwikkelfonds initiatieven vanuit de defensieonderdelen versterken en versnellen.

Passieve openbaarmaking

In 2021 is een pilot gestart voor het gebruik van laksoftware bij de Directie Communicatie. Dit moet de snelheid en efficiëntie bij het behandelen van WOO-verzoeken kunnen gaan verbeteren. Defensie neemt de software af als dienst van shared-service organisatie Doc-Direkt (ministerie van BZK). In 2023 wordt een project uitgerold waarbij de laktooling ook op het defensiesysteem kan gaan draaien.

Verbetering van de informatiehuishouding

Een goede informatiehuishouding is een cruciale voorwaarde voor de maatregel informatiegestuurd werken en optreden uit de Defensienota. Dit verbetert de wendbaarheid, commando- en bedrijfsvoering. Een gezaghebbende informatiepositie stelt Defensie in staat beter te plannen, te sturen, te verantwoorden en te positioneren.

In 2022 zette DOO belangrijke stappen richting informatiegestuurd werken. De proefimplementatie van het nieuwe documentmanagementsysteem DefDoc is gestart bij de Bestuursstaf, ter voorbereiding op de defensiebrede uitrol de komende jaren. Met DefDoc maakt Defensie informatie beter organisatiebreed beschikbaar en maakt besluitvorming inzichtelijker. Daarnaast dienen verbeteringen in de informatiehuishouding als fundament voor meer openbaarmaking. In het kader van inzicht, overzicht en vooruitzicht omtrent missie-informatie heeft DOO specialistische zoeksoftware verworven, specifiek ingezet voor het archief Afghanistan. DOO ontwikkelt systemen en werkwijzen om zeker te stellen hoe omgegaan wordt met informatie; voor, tijdens en na missies. Dit zorgt er in de toekomst voor dat documenten beter vindbaar zijn.

4 Beleidsartikelen

4.1 Beleidsartikel 1 Inzet

A. Algemene doelstelling

Defensie beschermt wat ons dierbaar is. Die opdracht is een afgeleide van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en de Grondwet. Deze leidt tot drie hoofdtaken:

  • 1. Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • 2. Bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit.

  • 3. Ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal.

Alle drie de hoofdtaken vergen meer inzet vanwege de toegenomen instabiliteit in de wereld. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en daadwerkelijk inzetten van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondgenoot-schappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet ten behoeve van nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.

Beleidsartikel 1 Inzet biedt een overzicht van de gehele inzet van de krijgsmacht. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan onder andere crisisbeheersingsoperaties, contributies aan gezamenlijk gefinancierde NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. In Beleidsartikel 1 is de verantwoording opgenomen van de additionele uitgaven voor inzet onder verantwoordelijkheid van de CDS. In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering verantwoord van de marine, landmacht, luchtmacht, marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1.

C. Beleidsconclusies

Internationale inzet

Nederlandse militairen zijn in 2022 wederom breed ingezet voor vrede en veiligheid.

Eind februari 2022 is Rusland met een grote strijdmacht Oekraïne binnen gevallen waardoor de veiligheidsomgeving van de NAVO-partners drastisch is veranderd. Nederland steunt de Oekraïnse strijdkrachten volop. Daarnaast heeft de oorlog in Oekraine er ook voor gezorgd dat de verdediging van het bondgenootschappelijk gebied meer aandacht heeft gekregen. Dit komt onder andere tot uiting in de volgende missies en operaties.

De permanente bijdragen in NAVO-verband zijn geïntensiveerd, waaronder de bijdrage aan de enhanced Forward Presence (eFP) inzet in Litouwen. Hier heeft een uitbreiding van het aantal militairen plaatsgevonden. In het kader van extra eFP activiteiten is in Roemenië een compagnie infanterie geïntegreerd in een Franse eenheid. Tevens heeft Nederland vanaf medio april tot medio oktober in Slowakije met een Patriot Fire Unit binnen de door Duitsland geleide Multinational Air and Missile Defence Task Force een bijdrage geleverd.

Eveneens zijn gedurende periodes van vijf weken Oekraïense militairen door Nederlandse militaire trainers getraind in het Verenigd Koninkrijk als voorbereiding om aan het front te worden ingezet en is Oekraïne ondersteund met verwerven en het leveren van militaire middelen. Daarnaast heeft Defensie tweemaal een geïntegreerd team naar Oekraïne gezonden om forensische opsporingscapaciteit te leveren ter ondersteuning van het International Criminal Court.

De Standing NATO Maritime Groups (SNMG en SNMCMG) zijn in verhoogde staat van paraatheid gebracht en zijn omgedoopt naar Task Group 441.01 t/m TG-441.04. De groepen zijn meer dan anders actief geweest bij het oostfront. Zo voerde Nederland het commando over de SNMG-1 dat door de inval in Oekraïne direct onder bevel is gesteld van Supreme Allied Commander Europ (SACEUR) van de NAVO. Tevens heeft Nederland een additionele bijdrage geleverd met een mijnenjager aan SNMCMG-2 in de Middellandse Zee.

Ook stonden er F-16’s klaar voor de Quick Reaction Alert om het luchtruim van Nederland, België en Luxemburg te beschermen.

Qua overige missies leverde defensie in 2022 een bijdrage aan de anti-ISIS coalitie en bredere veiligheidsinzet in Irak.

Voorts heeft Nederland de eerste vijf maanden van 2022 bijgedragen met een C-130 vliegtuig inclusief bemanning en ondersteunend personeel aan de VN-missie MINUSMA te Mali. Gedurende het gehele jaar 2022 heeft Nederland de Force Commander (FC) MINUSMA geleverd met een kleine staf.

Daarnaast continueerde Defensie de bijdragen aan verschillende missies in het Midden-Oosten zoals UNDOF, UNTSO, UNIFIL en USSC. Ook leverde Defensie onder andere een kleinschalige bijdrage aan de EU maritieme missies Atalanta en Irini. Hierbij is de bijdrage aan Irini in het derde kwartaal van 2022 beëindigd. Eveneens leverde Nederland stafcapaciteit aan twee missies in Mali (EUTM en MINUSMA). Daarnaast heeft Nederland stafcapaciteit geleverd aan de EU Liaison and Planning Cell (EULPC) in Tunis.

Defensie heeft ondersteuning geleverd aan het door de Verenigde Staten geleide Global Peace Operations Initiative (GPOI) programma in Togo gedurende de maanden juli tot oktober. Tijdens deze training zijn Togolese militairen voorbereid op hun inzet in MINUSMA.

Figuur 5

Nationale inzet

Evenals voorgaande jaren waren in 2022 militairen dagelijks actief voor de derde hoofdtaak. Voorbeelden van deze inzet zijn de verleende bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid, inzet van zoek- en observatieteams en de inzet van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie.

In 2022 heeft Defensie samen met de ministeries van Justitie en Veiligheid en Financiën verdere stappen gezet in het Brede Offensief Tegen de Ondermijnende Criminaliteit op het gebied van bewaken en beveiligen vanuit de Koninklijke Marechaussee, als partner in de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC). Tevens onderschepte de Kustwacht Carib en Defensie ruim 35.000 kilo aan verdovende middelen in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Daarnaast heeft Defensie gedurende een lange periode in 2022 ondersteuning geleverd aan de Politie Amsterdam bij het bewaken en beveiligen van de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam-West.

In 2022, en nu nog steeds, heeft Defensie een belangrijke bijdrage geleverd aan het opvangen van ontheemden en asielzoekers. Defensie stelde onder andere militaire locaties ter beschikking in Amsterdam, Ede, Huis ter Heide en Zoutkamp. Op de piek van de ondersteuning maakten ruim 2.000 personen gebruik van deze opvanglocaties. Tevens leverde de KMar bijstand aan de politie om bij te dragen aan de openbare orde gerelateerd aan de opvang.

Zoals ieder jaar heeft Defensie bluscapaciteit met een helikopter standby gehad in Nederland tijdens de risicoperiode voor natuurbranden. Deze helikopter is tweemaal daadwerkelijk ingezet in Midden-Nederland om een natuurbrand te bestrijden.

Overige inzet

In 2022 is, door de wijziging in de Wet ter bescherming koopvaardij, de dynamiek rondom de inzet van Vessel Protection Detachments (VPD) veranderd. Sinds 1 februari 2022 is het voor rederijen mogelijk om onder voorwaarden gebruik te maken van maritieme beveiligingsbedrijven.

Dit jaar is gebleken dat de wetswijziging nog nauwelijks impact heeft gehad op het aantal VPD-inzetten. In 2022 zijn in totaal 24 afgeronde VPD-inzetten uitgevoerd. De verwachting voor de komende jaren is dat door de wetswijziging het aantal VPD-inzetten dat Defensie uitvoert zal afnemen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 Inzet (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

220.811

149.074

109.841

137.128

403.766

162.677

241.089

        

Uitgaven

232.001

167.502

153.751

165.233

313.047

190.426

122.621

        

Opdrachten

232.001

167.502

153.751

165.233

313.047

190.426

122.621

- Crisisbeheersingsoperaties (BIV/HGIS)

226.651

163.128

127.381

149.442

301.725

182.785

118.940

- Financiering nationale inzet krijgsmacht

1.669

1.415

20.198

5.376

4.609

3.374

1.235

- Overige inzet

3.681

2.959

6.172

10.414

6.714

4.267

2.447

        

Programma-ontvangsten

36.119

11.140

6.638

6.739

11.954

2.907

9.047

- Crisisbeheersingsoperaties (BIV/HGIS)

34.614

10.371

6.173

5.476

6.416

1.407

5.009

- Financiering nationale inzet krijgsmacht

   

363

2.476

 

2.476

- Overige inzet

1.505

769

465

900

3.062

1.500

1.562

Toelichting algemeen

In artikel 1 Inzet worden alleen uitgaven voor inzet begroot en verantwoord mits:

  • 1. Deze uitgaven additioneel zijn. Dit betekent dat vormen van inzet budgettair niet in dit artikel zichtbaar zijn indien geen sprake is van aanvullende uitgaven ten opzichte van de uitgaven voor gereedstelling en instandhouding binnen de artikelen van de operationele commando’s (bijvoorbeeld de inzet van helikopters voor Search and Rescue) of indien deze worden verrekend met tweeden of derden (bijvoorbeeld noodhulp die wordt verrekend met het Ministerie van Buitenlandse Zaken).

  • 2. Deze inzet onder directe verantwoordelijkheid van de CDS wordt uitgevoerd. Verschillende vormen van inzet zijn gemandateerd aan de operationele commando’s, zoals de inzet voor de Kustwacht, en worden daarom bij die artikelen begroot en verantwoord.

Om het geïntegreerde karakter te borgen wordt besluitvorming over het Budget Internationale Veiligheid (BIV) interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd.

E. Toelichting op de instrumenten

In onderstaande tabel wordt voor 2022 weergegeven hoeveel budget per missie begroot was en is gerealiseerd. De posten met een verschil groter dan €5 miljoen worden nader toegelicht. Een uitzondering hierop zijn de missies die in 2022 zijn ontstaan en in de ontwerpbegroting 2022 dus geen budget hadden. Dit betreft de missies Air Policing in Bulgarije, enhanced Forward Presence (eFP) in Roemenië, Multinational Air Missile Defence Task Force (MN AMDTF) in Slowakije en de commerciële verwervingen ten behoeve van Oekraïne (MAT SUPP OEK) met een totale realisatie van € 188,1 miljoen.

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen is € 241,1 miljoen hoger ten opzichte van de vastgestelde begroting. Dit heeft grotendeels te maken met de aangegane verplichten voor de commerciële verwervingen ten behoeve van Oekraïne.

Uitgaven

Tabel 3 Crisisbeheersingsoperaties (BIV/HGIS) Bedragen x € 1.000
 

Realisatie

    

Begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

 

Uitgaven missies

       

AFGHANISTAN

17.968

39.498

24.533

16.588

2.904

10.000

‒ 7.096

NEO AFGHANISTAN

   

9.392

3.318

 

3.318

STRIJD TEGEN ISIS (ATF ME & CBMI)

86.935

6.474

1.874

3.425

867

 

867

Veiligheidsinzet in IRAK (CBMI & KAR)

 

11.827

8.365

15.083

19.650

38.500

‒ 18.850

NMI

 

268

239

317

517

500

17

MINUSMA

47.804

27.340

5.417

9.328

9.846

18.000

‒ 8.154

eFP

24.991

37.212

27.540

44.129

34.063

36.000

‒ 1.937

MISSIES ALGEMEEN

10.550

3.314

5.477

4.579

2.439

17.300

‒ 14.861

Contributies

28.391

23.601

28.015

28.731

25.460

39.000

‒ 13.450

Personeelszorg

  

6.611

748

1.769

3.100

‒ 1.331

EUCAP SAHEL NIGER

 

161

77

    

EULEX

36

4

     

EU ATALANTA

2.798

186

79

43

43

 

43

EUTM MALI

20

173

200

420

547

 

547

EU NAVFOR MED

280

185

15

24

43

 

43

EMASOH

  

10.057

417

441

 

441

EULPC

    

170

 

170

EUFOR Althea

    

2

 

2

UNTSO

963

838

661

502

875

900

‒ 25

UNDOF

160

183

226

57

66

 

66

UNIFIL

199

147

73

63

86

 

86

ALLIED SOLACE (Kosovo)

   

26

39

 

39

NS2AU

63

108

49

8

   

CMF

277

244

276

249

309

260

49

Compensatie Hawija

   

3.484

1.007

 

1.007

International Committee of the Red Cross (ICRC).

   

3.000

   

NLTC

67

64

55

36

67

 

67

FSE MIRAGE

1.495

2.429

1.308

1.688

1.507

 

1.507

OP FORTIS (Carrier Strike Group)

   

1.404

1.233

 

1.233

Partnership for Actions in West Afrika (PAWA)

   

102

13

 

13

Snelle Inzetbare Capaciteiten (SIC)

849

7.727

5.921

5.073

3.012

3.600

‒ 588

Task Force Takuba

   

184

725

3.100

‒ 2.375

USSC

 

459

303

343

386

 

386

AP BUL

    

6.248

 

6.248

MN AMDTF SVK

    

6.572

 

6.572

eFP ROU

    

11.247

 

11.247

MAT SUPP OEK

    

163.996

 

163.996

FO OEK

    

1.480

 

1.480

OP INTERFLEX

    

768

 

768

IDR-TEAM DJIBOUTI

    

8

 

8

Beëindigde missies

2.803

688

9

    

Totale uitgaven aan missies

226.651

163.128

127.381

149.442

301.725

170.260

131.465

Gereserveerde bijdrages

       

Reservering Srebrenica arrest

     

15.000

‒ 15.000

Dutchbat II (commissie Borstlap)

     

300

‒ 300

Geheime Uitgaven (in artikel 11 GEHEIM)

     

5.000

‒ 5.000

Voorziening Rapid Responce Pool tbv FRONTEX

     

1.800

‒ 1.800

Voorziening HGIS

     

‒ 9.575

9.575

Totale budget CBO/BIV

226.651

163.128

127.381

149.442

301.725

182.785

118.940

Capacity Building Mission Iraq (CBMI)

De belangrijkse reden voor de onderrealisatie van de missie CBMI, komt doordat Duitsland een flinke facturatie achterstand heeft. Vanaf januari 2019 zijn er geen facturen voor Real Life Support meer ontvangen. Daarnaast zijn er ook met de Verenigde Staten nog geen duidelijke afspraken gemaakt over het gebruik van Camp Bulldog. Hierdoor is van de Amerikanen nog geen factuur ontvangen. De financiële omvang van de facturatie achterstand en wanneer we de facturen gaan ontvangen is onbekend. Verder is door het onterecht opnemen van pensioentoelagen en het uitblijven of lager uitvallen van verrekeningen met de verschillende defensieonderdelen de realisatie lager dan begroot.

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission (MINUSMA)

De onderrealisatie op MINUSMA is vooral ontstaan door het niet aanbieden van onderhoud door defensieonderdelen, ten laste van de missie na de redeployment. Hierdoor is de €8 miljoen die hiervoor begroot was niet tot realisatie gekomen. Het overige deel van de onderrealisatie heeft te maken met het onterecht opnemen van pensioentoeslagen in de begroting.

Missies Algemeen

In 2022 is door de COVID-19 pandemie wederom financieel rekening gehouden met huisvesting in verband met quarantaine voor uitzendingen en/of werkbezoeken, maar in 2022 was dit niet meer benodigd. Daarnaast is er op het gebied van informatievoorziening minder tot realisatie gekomen, omdat de Next Generation Jammers zijn doorgeschoven naar 2023 en de verrekening van satellietcapaciteit heeft plaatsgevonden op het budget van de desbetreffende missies.

Contributies

De post contributies omvat diverse Nederlandse contributiebijdragen aan Internationale Organisaties en samenwerkingsverbanden. Voorbeelden hiervan zijn de NAVO, de Alliance Operations & Missions (AOM), de EU, de European Peace Facilty (EPF) en de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17.

De contributiebijdrage aan SAC C-17 is €7,4 miljoen lager dan in de MOU-afspraken is vastgelegd. In 2022 is minder contributie bij de landen afgeroepen dan de plafondwaarde van de MOU. De contributiebijdrage aan AOM is €7,5 miljoen lager dan de meerjarige raming. De beëindiging van de Resolute Support Mission (RSM) in Afghanistan draagt hier mede aan bij. De contributiebijdrage aan EPF is €1,4 miljoen hoger dan geraamd. Dit komt door een storting in het deposito voor vroegtijdige financiering van snelle reactieoperaties.

Reservering Srebrenica arrest

In 2022 was er voor de civielrechterlijke regeling Srebrenica een bedrag van €30,7 miljoen beschikbaar. Eind 2022 is er een bedrag van €23,3 miljoen teruggekomen in de voorziening BIV.

Ontvangsten

In 2022 is voor Crisisbeheersingsoperaties €6,4 miljoen ontvangen, waarvan €5 miljoen meer is ontvangen dan meerjarig geraamd. De ontvangsten zijn voor het grootste gedeelte afkomstig van de terugontvangen contributiebijdragen uit voorgaande jaren van €2,4 miljoen en de missie MINUSMA (C-130) €3,6 miljoen (VN ontvangsten).

Structurele Nationale Inzet

Defensie voert structurele taken uit ten behoeve van civiele overheden. De financiële middelen van deze taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie. Deze taken zijn vastgelegd in wet- of regelgeving, inclusief ministeriële besluiten, convenanten of arrangementen. Onder deze taken vallen de taken van de KMar, de Kustwacht in Nederland en het Caribisch gebied, luchtruimbewaking, de Bijzondere Bijstandseenheden en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie.

Tabel 4 Daadwerkelijke inzetten 2022 in aantallen

Grondslag/Activiteit

Soort

Prognose

Realisatie

Explosieven opruiming

ruiming

2000

2261

Explosieven opruiming Noordzee

ruimingen

35

51

Quick Reaction Alert (onderscheppingen luchtruim)

onderscheppingen

4

2

Strafrechtelijke handhaving rechtsorde (Politiewet)1

aanvragen

135

47

Handhaving openbare orde en veiligheid (Politiewet)

aanvragen

25

67

Wet Veiligheidsregio

aanvragen

25

13

Militiare steunverlening in het openbaar belang

aanvragen

30

26

KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curacao en Sint Maarten - zachte bijstand

aanvragen

29

16

KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curacao en Sint Maarten - harde bijstand

aanvragen

3

5

Wet BES

aanvragen

3

3

X Noot
1

Duikassistentie wordt veelal uitgevoerd binnen deze grondslag/activiteit

Militaire bijstand en steunverlening (Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht)

Defensie verleent militaire bijstand (MB) voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid (OOV) en voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (SHRO). Deze bijstand wordt zowel door de KMar geleverd als door andere eenheden van Defensie. Daarnaast wordt bijstand verleend in geval van een ramp of crisis, of de vrees voor het ontstaan daarvan (Wet Veiligheidsregio). Verder kan een civiele autoriteit/ Minister een beroep doen op militaire steunverlening in het openbaar belang (MSOB). Ook in het Caribische deel van het Koninkrijk worden door Defensie soortgelijke vormen van militaire bijstand en steunverlening verleend.

Tabel 5 Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK) (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2021

2022

2022

2022

Uitgaven FNIK

    

- militaire bijstand en steunverlening regulier aanvragen

1.245

2.670

3.374

‒ 704

- militaire steunverlening (nood)opvanglocaties

2.476

   

- militaire steunverlening Vaccineren en Testen COVID-19

 

1.768

 

1.768

- militaire bijstand en steunverlening ihkv COVID-19

1.654

171

 

171

Totaal

5.376

4.609

3.374

1.235

Ontvangsten FNIK

    

- militaire steunverlening (nood)opvanglocaties

0

‒ 2.476

0

‒ 2.476

Totaal

0

‒ 2.476

0

‒ 2.476

Toelichting Nationale Inzet

Defensie continueerde diverse (nood)opvanglocaties voor evacuees uit Afghanistan, ontheemden uit Oekraïne en reguliere asielzoekers. Daarnaast is ondersteuning geleverd in onder andere de vorm van luchtobservatiecapaciteit (UAS), searchcapaciteit, duikcapaciteit, Fire Bucket Operations (FBO) en CBRN-capaciteit. Verder leverde Defensie wederom capaciteit voor het opruimen van explosieven door de Explosieven Opruimingsdienst. Defensie leverde bijstand tijdens hoog risico zittingsdagen in Amsterdam tijden het Marengo proces en militaire bijstand bij de diverse sitkstofprotesten. Tot slot waren ongeveer 200 defensiemedewerkers dagelijks gecommiteerd aan de aansturing van en advies over nationale inzet.

Enkele voorbeelden van Nationale Inzet in 2022:

  • Het tijdelijk faciliteren van diverse (nood)opvanglocaties van Defensie voor opvang van asielzoekers, waaronder de evacuees uit Afghanistan en Oekraïense ontheemden, op verzoek van het COA.

  • Het beveiligen van de buitenringen rondom de extra beveiligde rechtbank Amsterdam tijdens hoog risico zittingsdagen bij het Marengo- en ERIS-proces.

  • De ondersteuning het lokale gezag met de inzet van mobiele barrières tijdens de boerenprotesten tegen het stikstofbeleid van het kabinet

  • Het beschikbaar stellen van opslagcapiteit voor verongelukte luchtvaartuigen en enkele wrakstukken op diverse vliegbases van de Luchtmacht behoeve van opvolgend (technisch) onderzoek door de Nationale Politie (dienst luchtvaarttoezicht) en de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV).

  • Het ondersteunen van onder andere de politie met luchtobservatiecapaciteit (UAS) en search capaciteit.

COVID-19

Op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft Defensie van medio december 2021 tot medio februari 2022 militaire ondersteuning geleverd bij het bemensen van de niet-medische functies binnen spoor 1 t/m 4 vaccineren en de functie van bemonsteraars en administratieve functies binnen testen op diverse locaties binnen Nederland. De additionele uitgaven hiervoor bedroegen € 1,9 miljoen.

Host Nation Support (HNS)

HNS (gastlandsteun) is de militaire ondersteuning die door Nederland wordt geleverd aan bondgenootschappelijke eenheden en NAVO-organisaties die verblijven op of zich verplaatsen over Nederlands grondgebied. Dit is een verplichting die ten grondslag ligt aan de NAVO en in verschillende MOU’s is vastgelegd.

In het afgelopen voorjaar heeft er een grote doorvoeroperatie plaatsgevonden i.h.k.v. DEFENDER 22, waarbij ondersteuning werd geleverd door de Nederlandse Krijgsmacht. Ongeveer 2.400 (rups)voertuigen en goederen van een Armoured Brigade Combat Team van de eerste Amerikaanse Cavalarie Divisie werden gelost in de haven van Vlissingen. Deze (rups)voertuigen en goederen zijn vervolgens deels over het spoor en deels over de weg verplaatst richting Polen en Litouwen.

4.2 Beleidsartikel 2 Koninklijke Marine

A. Algemene doelstelling

De marine levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit (zowel vloot als mariniers) voor maritieme gevechtsoperaties zoals onderzeebootbestrijding en amfibische operaties, maritieme veiligheidsoperaties zoals antidrugs- en antipiraterij-operaties, en maritieme assistentie bij bijvoorbeeld rampen en militaire bijstand. De marine kan zelfstandig wereldwijd operaties uitvoeren en kan ook samen optreden met de landmacht, luchtmacht, marechaussee, kustwacht en buitenlandse bondgenoten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de marine alsmede de (mate van) gereedheid van maritieme eenheden. De marine is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De marine is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.

C. Beleidsconclusies

De marine heeft in 2022 deelgenomen aan verschillende grote en kleine operaties, waarmee een bijdrage is geleverd aan alle hoofdtaken van Defensie. De consequenties van de COVID-19 pandemie waren in 2022 ten opzichte van 2021 beperkt. Veel geplande oefeningen konden doorgang vinden.

In 2022 hebben meerdere fregatten, mijnenjagers en het JSS en een operationele staf in de Standing Naval Forces bijdragen geleverd in het kader van hoofdtaak 1. Daarnaast hebben een LPD en een onderzeeboot gereed gestaan ter versterking van de VJTF. Het NL-commando over SNMG1 (Standing NATO Maritime Group 1) kreeg extra betekenis met de activatie van de VJTF(M), waarbij het aantal schepen in het verband initieel toenam en in later stadium weer afnam en stabiliseerde. De inzet van mariniers in Erbil verliep goed en liet zien dat met creativiteit en gedrevenheid inzet succesvol kan worden gecombineerd met gereedstellingsactiviteiten. Een advance party van de 21Raiding Squadron van het Korps Mariniers is vertrokken naar het Verenigd Koninkrijk voor Operatie INTERFLEX. Door deze organieke eenheid te sturen is het mogelijk jonge mariniers te koppelen aan ervaren kaderleden, om zodoende tijdens het trainen van Oekraïense militairen ook de eigen skilIs en drills te verbeteren.

Daarnaast hebben eenheden van het Korps Mariniers aan het begin van het jaar geoefend tijdens de Joint Arctic Training en hebben ze deelgenomen aan een grote internationale oefening van mariniers op bataljonsniveau in de Verenigde Staten.

In 2022 is de mijnenjager Zr.Ms. Vlaardingen onderdeel geweest van SNMCMG2 (Standing NATO Mine Countermeasures Group 2) en heeft in de Middellandse Zee standby gestaan om op afroep graantransporten in de Zwarte Zee te begeleiden.

In 2022 is aan hoofdtaken 2 en 3 invulling gegeven met onder andere 27 afgeronde en nog gaande Vessel Protection Detachments, het vernietigen van 54 explosieven op de Noordzee en bij operaties in de West is door de Ocean Going patrol Vessels in samenwerking met de MQ9 Reaper een record hoeveelheid van 33.669 kg drugs onderschept.

Voor de gereedstelling was de aansluiting van de fregatten Zr.Ms. De Zeven Provinciën en Zr.Ms. Van Amstel bij de USS Gerald R. Ford Carrier Strike Group een operationeel hoogtepunt waarbij in internationaal verband ervaring is opgedaan. Tevens heeft een (binationale) taakgroep met internationale partners geoefend. Zo hebben de mariniers in de Verenigde Staten met een Marine Combat Group (MCG) op bataljonsniveau getraind en heeft de Marine Spearhead Task Unit (MSTU) na een zeer korte reactietijd een noodhulp oefening op Guadeloupe uitgevoerd.

Het maritieme helikopter squadron 860 heeft met drie NH90 helikopters vanaf Zr.Ms. Karel Doorman en een onderzeeboot tactisch geoefend waarbij de onderzeebootbestrijdingsvaardigheden op een hoger niveau zijn gebracht.

Nu de Expeditionary Syvey Boat full operational capable is, beschikt de marine over een 16 meter lang platform dat zelfstandig onder tactische omstandigheden hydrografische opnames kan uitvoeren op grotere afstand van het moederschip. Met die informatie worden expeditionaire maritieme operaties ondersteund en wordt voor een omgeving gezorgd waarin schepen veilig kunnen navigeren. Daarnaast is de marine het afgelopen jaar druk bezig geweest met het verder opbouwen van haar Cyber capaciteit.

Een belangrijke tegenslag dit jaar was de brand aan boord van Zr.Ms. Zeeland. Het onderzoek loopt nog en het herstel van de schade is in volle gang.

De personele tekorten blijven vooralsnog een belangrijke belemmering voor een verdere verbetering van de operationele gereedheid. De gewenste hogere instroom van personeel is in 2022 niet bereikt. Op onderdelen zijn echter wel successen te benoemen.

Voor de verbetering van de materiële gereedheid zijn aanvulling van de voorraad en uitbesteding belangrijke maatregelen. Maar ook civiele partners en toeleveranciers hebben capaciteitstekorten en langere doorlooptijden door schaarste. Hierdoor wordt het positieve effect van de investering in uitbesteding en aangevulde voorraden maar langzaam zichtbaar en treden er nog steeds vertragingen op in onderhoudstrajecten.Toch zijn er positieve effecten merkbaar. Door toegenomen wisselvoorraad kan steeds vaker gebruik worden gemaakt van repair-by-replacement en leidt niet iedere vertraging in uitbesteed werk tot een vertraagd onderhoudstraject. De beschikbaarheid van optronica is succesvol verbeterd, waardoor niet alleen de ingezette militair over goede helderheidsversterkendemiddelen beschikt, er kan ook mee getraind worden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 Koninklijke Marine (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

916.861

977.958

1.108.335

1.027.350

994.610

823.417

171.193

        

Uitgaven

867.185

948.942

985.977

826.569

953.168

844.737

108.431

        

Opdrachten

198.921

219.702

235.889

44.266

60.480

51.841

8.639

- Gereedstelling

29.911

30.038

33.208

44.266

20.654

17.017

3.637

- Instandhouding materieel

169.010

189.664

202.681

    

- Kustwacht NL

    

36.695

26.865

9.830

- Kustwacht CARIB

    

3.131

7.959

‒ 4.828

(Schade)vergoeding

    

126

 

126

- Schadevergoeding overig

    

116

 

116

- Kustwacht CARIB

    

9

 

9

Personele uitgaven

592.657

692.094

692.094

766.079

873.474

772.458

101.016

- Eigen personeel

585.868

637.195

677.897

720.472

793.283

712.331

80.952

- Externe inhuur

6.789

10.112

13.541

10.395

8.594

100

8.494

- Overige personele exploitatie1

 

44.787

33.176

35.212

46.325

34.499

11.826

- Kustwacht NL

    

9.291

7.472

1.819

- Kustwacht CARIB

    

15.981

18.056

‒ 2.075

Materiële uitgaven

75.607

37.146

25.474

16.224

19.088

20.438

‒ 1.350

- Instandhouding IT

1.019

840

1.211

    

- Instandhouding infrastructuur

8.622

7.093

3.859

    

- Overige materiële exploitatie1

63.913

29.213

20.404

16.224

17.319

18.845

‒ 1.526

- Bijdragen aan SSO Paresto

2.053

      

- Kustwacht NL

    

36

38

‒ 2

- Kustwacht CARIB

    

1.733

1.555

178

        

Apparaatsontvangsten

22.369

60.599

28.090

17.682

14.214

10.881

3.333

- Kustwacht NL Ontvangsten

    

10

120

‒ 110

- Kustwacht CARIB Ontvangsten

    

8.559

4.857

3.702

- Kon. Marine Ontvangsten

    

5.645

5.904

‒ 259

X Noot
1

In 2019 zijn de uitgaven overige exploitatie gesplitst in personele en materiële exploitatie

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn per saldo voor een bedrag van € 171,2 miljoen meer verplichtingen aangegaan. De hogere verplichtingen zijn het gevolg van de hogere uitgaven in het betalingenbudget (€108,4 miljoen) met als grootste omvang de arbeidsvoorwaarden 2021-2023. Daarnaast is er in plaats van eenmaal, tweemaal een verplichting aangegaan (€33,4 miljoen) voor de service level agreement (SLA) met de Rijksrederij voor 2022 en 2023. Verder zijn er meerjarige verplichtingen aangegaan voor onder andere vliegcapaciteit voor Kustwacht NL (€20 miljoen), energie en water in het Caribisch gebied (€3,6 miljoen) en diverse kleinere contracten.

Uitgaven

Opdrachten

Binnen opdrachten is per saldo €8,6 miljoen meer besteed dan in de ontwerpbegroting is aangegeven. De hogere uitgaven binnen Kustwacht NL (€9,8 miljoen) zijn gemaakt voor het gereedhouden en inzetten van de Emergency Towing Vessels op de Noordzee (€11,8 miljoen). Daarnaast is het budget verlaagd (€1,1 miljoen), omdat de besteding op IT-projecten niet realiseert binnen de begroting Defensie, maar in het DMF. Daar tegenover is minder uitgegeven aan de luchtverkenning. Dit betreft één factuur (€1,0 miljoen) die wordt betaald in het jaar 2023.

De lagere uitgaven bij Kustwacht CARIB (€4,8 miljoen) is, zoals vermeld in de 2e suppletoire begroting, het gevolg van het realiseren conform jaarplan waarbij onder andere de capaciteiten voor luchtverkenning onder het Defensiematerieelbegrotingsfonds realiseert. Daar tegenover staan hogere uitgaven door onder meer toenemende brandstofprijzen.

Personele uitgaven

Binnen personele uitgaven is per saldo €101 miljoen meer besteed dan in de ontwerpbegroting is aangegeven. De oorzaak ligt met name bij de extra uitgaven aan het arbeidvoorwaardenakkoord 2021-2023, de tijdelijke toelage loongebouw, de tegemoetkoming pensioenlasten en (tijdelijke) functie uitbreidingen. In verband met ondervulling van het personeelsbestand zijn extra uitgaven gemaakt voor externe inhuur om alsnog over personele capaciteit te beschikken. De hogere uitgaven op overige personele exploitatie wordt onder andere veroorzaakt door hogere opleidingsuitgaven.

Groene Draeck

De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De kosten voor het onderhoud aan de Groene Draeck worden verantwoord op de begroting van het Ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. De gemiddelde onderhoudskosten voor het Rijk zijn ook voor de huidige vijfjaarsperiode (2021 t/m 2025) begroot op €87.000 per jaar. De daadwerkelijke uitgaven fluctueren over de jaren heen.

Het benodigde meerjarige groot onderhoud wordt door tussenkomst van de Dienst Koninklijk Huis (DKH) door een specialistische werf uitgevoerd. Tot het maximum van het voor de huidige vijfjaarsperiode (2021 t/m 2025) beschikbaar gestelde budget van €435.000 (5 maal €87.000) kunnen de kosten hiervan worden gefactureerd. De in 2022 door Defensie gedragen kosten voor het in uitvoering zijnde meerjarige onderhoud van de Groene Draeck zijn €18.424. Van het totaal beschikbare onderhoudsbudget tot en met 2025 resteert nog €190.301. Eventuele meerkosten boven de €435.000 voor het onderhoud aan de Groene Draeck komen voor rekening van de eigenaresse.

4.3 Beleidsartikel 3 Koninklijke Landmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Landmacht draagt op de grond bij aan vrede, vrijheid en veiligheid in Nederland en daarbuiten. De landmacht doet dit met professionele en goed getrainde militairen en hoogwaardige technologie. Zij gaan door waar anderen moeten stoppen. Onder de zwaarste omstandigheden voeren zij gevechtsoperaties uit, bieden humanitaire hulp, ondersteunen bij rampen en ondersteunen dagelijks de civiele autoriteiten in Nederland.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landmacht alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. De landmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en instandhouden van de eenheden. De landmacht is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.

C. Beleidsconclusies

Oekraïne

De landmacht droeg in 2022 bij aan veiligheid in en buiten Nederland. Direct na de invasie van Rusland in Oekraïne op 24 februari 2022 leverde de landmacht, als deel van de krijgsmacht en het NATO-bondgenootschap, snel capaciteiten en bracht haar eenheden in verhoogde staat van gereedheid. De landmacht ondersteunde de Oekraïense krijgsmacht door essentiële wapens, munitie en materieel te leveren en opleidingen en trainingen voor Oekraïense militairen te verzorgen zoals de operatie Interflex en European Union Military Assistance Mission Ukraine.

Naast de reeds aanwezige Duits-Nederlandse battlegroup in Litouwen, werden extra eenheden in Roemenië en Slowakije ontplooid en is genieondersteuning geleverd voor de Air Policing in Bulgarije.

Overige internationale inzet

Onder NAVO, EU, VN, maar ook nationale vlag, werden eenheden van de landmacht in 2022 ingezet in Irak, Mali en op Curaçao. Landmachtpersoneel werd daarnaast ingezet binnen verschillende missies zoals onder andere in Burkina Faso, Tunis, Libië, Libanon, Jordanië, Qatar en Koeweit.

Nationale inzet en evenementen

Landmachteenheden voerden in 2022 continue een veelvoud aan nationale operaties, militaire steunverleningen en bijstand uit in het kader van handhaving van de rechtsorde, openbare orde en veiligheid. In het bijzonder ondersteunde de landmacht de politie bij de extra beveiligde rechtbank, het COA bij de crisisnoodopvang en de veiligheidsregio’s bij gespecialiseerde doorzoekingen. In het kader van Host Nation Support ondersteunde de Landmacht verschillende strategische verplaatsingen van internationale eenheden over Nederlands grondgebied.

Een aantal evenementen is ondersteund waaronder herdenkingen, Bevrijdingsdag, de Vierdaagse in Nijmegen en Prinsjesdag. Daarnaast is aanzienlijke steun geleverd aan onder andere de Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) jaardag Grondgebonden Platformen en de NIDV Exhibition for Defence and Security.

Internationale Militaire Samenwerking

Missies en oefeningen stonden veelvuldig in het teken van internationale militaire samenwerking. In het bijzonder heeft de landmacht op het gebied van kennisdeling, ontwikkeling van capaciteiten en integratie samengewerkt met de strategische partners Duitsland, Engeland, Frankrijk, de Verenigde Staten, België, Luxemburg en Noorwegen. Daarnaast is Litouwen een operationeel partner en is de hernieuwde samenwerking met Suriname doorontwikkeld. Met Duitsland is de intensivering van de samenwerking verder vormgegeven door de gezamenlijke Common Army Vision. De belangrijkste elementen zijn het op elkaar afstemmen van de opbouw en inrichting van landeenheden, het versterken van de binationale commandostructuur met geharmoniseerde procedures en interoperabele systemen, het synchroniseren van kennis- en doctrineontwikkeling, het afstemmen van behoeftestellingen, verwerving en instandhouding en het herdefiniëren van de rol van het 1e Duits-Nederlands Legerkorps in lijn met het NATO New Force Model.

Gereedstelling

Voor de gereedstelling van operationele landmachteenheden vond een veelvoud aan grote en kleine oefeningen in het binnen- en buitenland plaats. Voorbeelden van grote internationale en NAVO-oefeningen zijn: Rapid Falcon, Steadfast Jupiter, Falcon Autumn, Cougar Sword 22 en in afgeslankte vorm de oefeningen Vigorous Bison en Bison Sustain. In het bijzonder werd de NAVO Very High Readiness Joint Task Force, bestaande uit onder andere 2800 militairen van de Landmacht, voorbereid op haar stand-by-status als snelle reactiemacht in 2023.

Alle internationale ontwikkelingen, de vele inzetten en opdrachten en de gereedstelling, in combinatie met de druk op de eigen personele- en materiële gereedheid zorgden ondanks alle krijgsmachtbrede inspanningen en investeringen voor een moeizame ontwikkeling van de operationele gereedheid binnen de landmacht.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 Koninklijke Landmacht (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

1.417.516

1.571.278

1.576.567

1.402.621

1.611.486

1.447.638

163.848

        

Uitgaven

1.337.845

1.497.067

1.594.098

1.368.103

1.599.669

1.447.638

152.031

        

Opdrachten

197.620

241.455

345.409

51.491

84.223

79.131

5.092

- Gereedstelling

57.527

61.578

45.560

51.491

84.223

79.131

5.092

- Bijdragen aan SSO Paresto

5.924

      

- Instandhouding materieel

140.093

179.877

298.849

    

(Schade)vergoeding

    

119

0

119

- Schadevergoeding overig

    

119

0

119

Personele uitgaven

989.070

1.151.310

1.225.482

1.291.079

1.489.214

1.341.495

147.719

- Eigen personeel

980.398

1.069.948

1.159.863

1.223.200

1.404.130

1.272.635

131.495

- Externe inhuur

8.672

12.662

13.238

10.864

13.075

3.780

9.295

- Overige personele exploitatie1

 

68.700

52.381

57.015

72.009

65.080

6.929

Materiële uitgaven

151.155

104.302

23.207

25.532

26.113

27.012

‒ 899

- Instandhouding infrastructuur

  

701

    

- Overige materiële exploitatie

148.981

104.302

22.504

25.532

26.113

27.012

‒ 899

- Instandhouding IT

  

2

    

- Bijdragen aan SSO Paresto

2.174

      
        

Apparaatsontvangsten

5.063

13.380

13.380

5.967

11.521

7.875

3.646

X Noot
1

In 2019 zijn de uitgaven overige exploitatie gesplitst in personele en materiële exploitatie

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan €10 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De gerealiseerde verplichtingen zijn voor de landmacht €163,8 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door de arbeidsvoorwaarden 2021-2023.

Uitgaven

De uitgaven bij de landmacht zijn €152,0 miljoen hoger ten opzichte van de vastgestelde begroting. Het belangrijkste verschil is de personele uitgaven en wordt hieronder toegelicht.

Personele uitgaven

De hoge uitgaven bij personele uitgaven van €147,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door hogere uitgaven eigen personeel als gevolg van de nieuwe arbeidsvoorwaarden 2021-2023.

4.4 Beleidsartikel 4 Koninklijke Luchtmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Luchtmacht is een modern en technologisch krijgsmachtdeel dat wereldwijd actief is. De luchtmacht ondersteunt bestrijding van internationale onrust en biedt hulp bij rampen. In Nederland zorgt ze voor veiligheid vanuit de lucht door onder andere bewaking en verdediging van het luchtruim. Hiervoor beschikt het krijgsmachtdeel over hooggekwalificeerd personeel, vliegtuigen, helikopters en andere wapensystemen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtstrijdkrachten en van de mate van gereedheid van de luchtstrijdkrachten. Het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en instandhouden van lucht- en grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht en is inzetbaar voor de verdediging van het bondgenootschappelijk grondgebied, expeditionaire taken en nationale taken.

C. Beleidsconclusies

In 2022 zijn eenheden van de luchtmacht vanaf het begin van het conflict betrokken geweest bij het snelle en adequate antwoord van de NAVO op de oorlog in Oekraïne en de spanningen aan de Europese oostgrens; binnen enkele uren na het binnenvallen van Rusland in Oekraïne waren Nederlandse jachtvliegtuigen in positie aan de oostgrens van het NAVO grondgebied. Vrijwel al onze capaciteiten zijn in deze situatie ingezet in een breed scala aan missies. De F-16 en de F-35 zijn succesvol ingezet voor enhanced Vigilance Activities en enhanced Air Policing Activities en inmiddels is de volgende Air Policing missie in Polen gestart. Om dit alles en de Taskforce Oekraïne te ondersteunen heeft de C-130 meerdere vluchten uitgevoerd om materieel naar Oekraïne te transporteren en stond de AH-64 gereed om onmiddellijk ingezet te worden in Roemenië. De Cougar stond stand-by voor inzet voor de Initial Follow-on Forces Group van de NATO Response Force. De MRTT is weliswaar niet organiek van de luchtmacht en nog niet Initial Operational Capable, maar is wel al ingezet tijdens de air-to-air refueling-missies aan de NAVO-Oostgrens. Ook is de de NH-90 ingezet aan boord van de Standing NATO Maritime Group 1. Naast de inzet in relatie tot de Oekraïne heeft de luchtmacht afwisselend met de Belgische luchtmacht, met F-16 jachtvliegtuigen de Benelux-landen beschermd tegen civiele en militaire vliegtuigen waarvan een dreiging uitgaat. Onderwijl onderhouden de F-16’s tot 2025 de nucleaire taak die daarna door de F-35 wordt overgenomen.

Om de geoefendheid te verbeteren heeft de luchtmacht afgelopen jaar deelgenomen aan verschillende (inter)nationale oefeningen. Tijdens de oefening Frisian Flag werden met de F-16 en de F-35 grootschalige formaties getraind. Daarnaast zijn tijdens de oefening Falcon Autumn eenheden van het Defensie Helikopter Commando en Air Mobility Command weer gecertificeerd voor grootschalig luchtmobiel optreden. Tijdens de Fleet Officer Sea Training zijn nieuwe NH90-bemanningen succesvol getraind in onderzeebootbestrijding en vlootintegratie. De stationering van de MQ-9 op Curaçao is verlengd tot medio 2023 waarbij ook operationele inzet is beoogd naast alle testactiviteiten.

De luchtmacht heeft parallel aan inzet en gereedstellen verdere stappen gezet in de transitie naar een 5e generatie luchtmacht. In de transitie naar de Chinook model F (MYII) wordt toegewerkt naar de fase Initial Operational Capable en de Apache doorloopt het remanufacture-programma. De vernieuwde organisatie met een Staf en 4 Commands, inclusief bedrijfsvoering conform Besturen Bij Defensie, krijgt steeds meer vorm. De transitie krijgt daarnaast een flinke impuls door de Defensienota 2022, met name waar de maatregelen aansluiten bij bestaande transitieprojecten, zoals de uitbreiding van de MQ-9 capaciteit, de vervanging van de C-130 en het inrichten van het derde squadron F-35. Naast de interne transitie van de luchtmacht is ook een overeenkomst met Noorwegen afgesloten over samenwerking in het ruimtedomein.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 Koninklijke Luchtmacht (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

890.455

967.155

887.150

610.042

701.883

681.581

20.302

        

Uitgaven

771.677

873.248

927.222

701.884

757.146

681.581

75.565

        

Opdrachten

230.498

278.859

286.446

19.970

22.348

24.070

‒ 1.722

- Gereedstelling

18.005

21.231

18.553

19.970

22.348

24.070

‒ 1.722

- Bijdragen aan SSO Paresto

539

      

- Instandhouding materieel

212.493

257.628

267.893

    

(Schade)vergoeding

    

13

0

13

- Schadevergoeding overig

    

13

0

13

Personele uitgaven

436.161

538.723

608.607

661.033

710.821

634.143

76.678

- Eigen personeel

432.225

479.371

513.865

534.128

582.968

537.498

45.470

- Externe inhuur

3.936

5.997

7.649

6.659

4.711

0

4.711

- Overige personele exploitatie1

 

53.355

87.093

120.246

123.143

96.645

26.498

Materiële uitgaven

105.018

55.666

32.169

20.880

23.964

23.368

596

-Instandhouding infrastructuur

  

1.938

    

- Overige materiële exploitatie1

102.933

55.666

21.342

20.880

23.964

23.368

596

- instandhouding IT

  

8.889

    

- Bijdragen aan SSO Paresto

2.085

      
        

Apparaatsontvangsten

20.425

13.799

10.452

14.486

19.459

12.111

7.348

X Noot
1

In 2019 zijn de uitgaven overige exploitatie gesplitst in personele en materiële exploitatie

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan €5 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De gerealiseerde verplichtingen zijn €20,3 miljoen hoger dan initieel begroot. Dit is met name het gevolg van de nieuwe arbeidsvoorwaarden waardoor de verplichtingen binnen formatie aanzienlijk hoger zijn (€45,7 miljoen) dan eerder in de begroting is vastgesteld. Op de post Overige Personele Exploitatie is de realisatie van het verplichtingenbudget met €26,5 miljoen achtergebleven als gevolg van reeds in eerdere jaren aangegane verplichtingen met een langjarig karakter.

Uitgaven

Personele uitgaven De realisatie van het budget voor personele uitgaven is €75,6 miljoen hoger dan begroot. De uitgaven voor het eigen personeel zijn €45,7 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Het arbeidsvoorwaardenakkoord zorgt voor deze hogere uitgaven.

Binnen het budget voor overige personele exploitatie heeft een overrealisatie plaatsgevonden van €26,5 miljoen. Deze overrealisatie wordt met name veroorzaakt door meeruitgaven voor opleidingen (€22,4 miljoen). Voor vliegeropleidingen die onder Foreign Military Sales worden afgenomen, zijn voorschotten betaald voor de opleidingen die zijn afgenomen in 2022. Dit heeft geleid tot verhoogde uitgaven in de vorm van FMS voorschotbetalingen voor initiële vliegeropleidingen (€7 miljoen) en voor F-35 vliegeropleidingen (€13 miljoen). Deze voorschotbetalingen zijn onderdeel van de Special Billing Arrangement die voor alle Nederlandse FMS-contracten gelden.

Ontvangsten

In 2022 zijn de ontvangsten hoger uitgevallen dan geraamd. Dit komt door uitgestelde ontvangsten die in 2022 zijn ontvangen en onverwachte ontvangsten zoals een afgesloten FMS-case waarbij ruim €4 miljoen is ontvangen die de overrealisatie verklaren.

4.5 Beleidsartikel 5 Koninklijke Marechaussee

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Marechaussee (KMar) waakt over de veiligheid van Nederland en het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden. Wereldwijd wordt de marechaussee ingezet op plaatsen van strategisch belang. Van koninklijke paleizen tot aan de buitengrenzen van Europa. Van luchthavens in Nederland en het Caribisch gebied tot oorlogs- en crisisgebieden overal ter wereld. De marechaussee heeft 3 hoofdtaken:

  • 1. Grenspolitietaak;

  • 2. Bewaken en beveiligen;

  • 3. Internationale en militaire politietaken.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is beheerverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de ministeries van Justitie en Veiligheid (inclusief de Directoraat-Generaal Migratie, het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie.

In artikel 4 van de Politiewet wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen:

  • Het waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen;

  • De uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten en internationale militaire hoofdkwartieren en de personen behorende tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren;

  • De uitvoering van de politietaak op de luchthaven Schiphol en op de andere door de Minister van JenV en de Minister van Defensie aangewezen luchtvaartterreinen en de beveiliging van de burgerluchtvaart;

  • De verlening van bijstand en de samenwerking met de politie krachtens deze wet, daaronder begrepen de assistentieverlening aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit. Als gevolg van de meest recente wijziging van de Politiewet kan de KMar ook assistentie verlenen aan de politie bij het bewaken en beveiligen van objecten en diensten en het waken over de veiligheid van aangewezen personen als bedoeld in artikel 42, eerste lid, onder c;

  • De uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie, op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen en op het terrein van de ambtswoning van Onze Minister-President;

  • De uitvoering van de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, waaronder begrepen de bediening van de daartoe door Onze Minister voor Immigratie en Asiel aangewezen doorlaatposten en het, voor zover in dat verband noodzakelijk, uitvoeren van de politietaak op en nabij deze doorlaatposten, alsmede het verlenen van medewerking bij de aanhouding of voorgeleiding van een verdachte of veroordeelde;

  • De bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;

  • Het in opdracht van Onze Minister en Onze Minister van Defensie ten behoeve van De Nederlandsche Bank N.V. verrichten van beveiligingswerkzaamheden.

De Militaire Politiezorgtaak (art 4 lid 1 b PW) wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies, oefeningen en andere inzet uitgevoerd. Door de uitvoering van deze taken levert de KMar een continue bijdrage aan de veiligheid van de Staat en de integriteit van de Krijgsmacht.

C. Beleidsconclusies

De marechaussee heeft in 2022 een bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van Defensie en heeft uitvoering kunnen geven aan de aan haar opgedragen taken. De KMar heeft in 2022 met diverse onderdelen deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties. In 2022 is een groot beroep gedaan op de KMar als gevolg van de oorlog in Oekraïne, de aanhoudende crisis in de asielketen, de alsmaar groter wordende vraag naar bewaken en beveiligen, de extra personele inzet voor het landen-pakket in het Caribisch Gebied en de inzet van de Landelijke Bijstandsorganisatie bij onder andere COVID- en boerenprotesten.

Grenspolitietaak

Het grensproces is volgens de Schengengrenscode uitgevoerd. Ten opzichte van 2021 was gedurende 2022 sprake van een groei van de passagiersstromen op de grote luchthavens. Daarbij was als gevolg van de problematiek op Schiphol een verschuiving in passagiersstromen zichtbaar naar Rotterdam The Hague Airport en Eindhoven Airport. Dit zorgt voor een toegenomen druk op het segment grenstoezicht op deze luchthavens. Deze druk heeft een capacitair effect gehad op de uitvoering van het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV). Door intensivering van controles met de beschikbare capaciteit bleef het aantal onderkende illegalen in het MTV hoog en het aantal grensweigeringen op peil.

Bewaken en beveiligen

Alle taken zijn uitgevoerd volgens de geldende beveiligingsconcepten. Hierbij hebben zich geen vermeldenswaardige incidenten voorgedaan. Naast objectbeveiliging is een toenemende vraag naar persoonsbeveiliging waarneembaar. Op 8 juli 2022 is het wetsvoorstel wijziging Politiewet in werking getreden. Door deze wetswijziging vallen de objectbeveiliging en persoonsbeveiliging onder de eigen taakstelling van de KMar en worden deze niet meer onder bijstand uitgevoerd.

(Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken (MPZ)

Om bij te dragen aan de inzetbaarheidsdoelen van Defensie moet de KMar de capaciteit (Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken operationeel gereed hebben. Voor MPZ geldt onverminderd dat de KMar een bijdrage levert aan de integriteit van de krijgsmacht. Als gevolg van verdringing door onder andere inzet Caribisch gebied, bijstand aan Noordelijke gemeentes en ondersteuning Schiphol heeft er geen groei in geplande inzet MPZ plaatsgevonden.

Internationale inzet

De KMar heeft in 2022 voldaan aan de operationele gereedheid (OG)-norm van 153 vte ten behoeve van expeditionaire taken. Het Crowd Riot Control (CRC) peloton is niet ingezet voor specifieke opdrachten. De KMar is wel in staat om CRC-capaciteit te leveren wanneer daar om gevraagd wordt. Deze capaciteit wordt gefaciliteerd vanuit de huidige Bijstandseenheden (BE) pelotons. De Close Protection Teams zijn in 2022 ingezet voor specifieke opdrachten en voldeden aan alle generieke opdrachten voor de hoofdtaken.

In 2022 is tweemaal een onderzoeksteam naar Oekraïne afgereisd. Het team heeft, onder verantwoordelijkheid van het International Criminal Court (ICC), forensisch onderzoek gedaan naar mogelijke oorlogsmisdaden in Oekraïne. Het opsporingsteam is daarbij ondersteund door andere defensieonderdelen, het UMC Maastricht en het Nederlands Forensisch Instituut.

Grenzen en veiligheid

Op het gebied van grenzen en veiligheid speelt een aantal ontwikkelingen als gevolg van nieuwe EU-wetgeving inzake een Europees In- en Uitreissysteem (EES), een Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem (ETIAS), wijzigingen in het Schengen Informatiesysteem (SIS), de voorstellen voor aanpassing van EURODAC, het Visum Informatiesysteem (EUVIS) en inzake de interoperabiliteit tussen deze systemen. Dit zal op termijn consequenties hebben voor alle betrokken partijen, waaronder de KMar. Deze ontwikkelingen worden intern KMar aangestuurd door het programma Future Borders. In 2022 is bij de KMar de nodige voortgang geboekt in het programma Future Borders op het gebied van planningssystematiek, financiële beheersing, IT-voorbereiding, aanpassing basissystemen en sturing onder regie van het programma Grenzen en Veiligheid onder leiding van JenV.

Eurostar

De KMar is in oktober 2020 gestart met de grenscontroles op Amsterdam en Rotterdam Centraal ten behoeve van twee Eurostartreinen. In 2022 heeft Eurostar de dienstregeling uitgebreid met een derde en vierde trein. De vierde trein is vanaf september 2022 gaan rijden.

Eurosur

Het IV-systeem EUROSUR verzamelt de incidenten die aan en tussen de grensdoorlaatposten plaatsvinden om te komen tot bruikbare ‘situational pictures’ voor Nederland. De invoering van Eurosur 2.0 moet uiteindelijk leiden tot een totale ‘European situational picture’, waarin ook een analyselaag is opgenomen. Voor EUROSUR 2.0 dient elke lidstaat over een Nationaal Coördinatiecentrum (NCC) te beschikken. In 2022 is een start gemaakt met het oprichten en inrichten van de NCC-organisatie. Op 9 december 2022 zijn, binnen de daarvoor door de Europese commissie gestelde deadline, de contact en locatiegegevens doorgegeven aan de Europese Commisie. De deadlines, vastgesteld in de Eurosur Programme-Roadmap, zijn behaald.

EMSWe-Verordening

Op 15 augustus 2019 is de Europese EMSWe-verordening in werking getreden. EMSWe staat voor European Maritime Single Window environment. Het is de opvolger van de al eerder door de KMar geïmplementeerde Europese verordening «Maritime Single Window». Met de EMSWe-verordening wordt de meldplicht vanuit de scheepvaart aan de verschillende partijen (havenautoriteiten, Douane, KMar, Zeehavenpolitie) in de lidstaten geharmoniseerd. EMWSe is voor de KMar/JIVC voornamelijk een ICT-vraagstuk. Nationale implementatie wordt uitgevoerd o.l.v. het ministerie van IenW. De KMar neemt deel aan de Stuurgroep EMSW onder leiding van het ministerie IenW. EMSWe is in 2021 en 2022 ontworpen en gebouwd. Uiteindelijk dient EMWSe op 15 augustus 2025 succesvol geïmplementeerd te zijn.

Geoefendheid en inzetbaarheid

De impact van de COVID-19 op de geoefendheid en inzetbaarheid zijn in 2022 significant afgenomen. Het COVID-19-virus heeft in 2022 vrijwel geen impact gehad op de operatie.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

410.732

459.737

481.437

501.167

576.983

486.905

90.078

        

Uitgaven

410.737

460.387

482.825

501.802

569.037

486.905

82.132

        

Opdrachten

4.907

5.051

6.377

4.474

5.123

6.873

‒ 1.750

- Gereedstelling

4.905

4.974

5.167

4.474

5.123

6.873

‒ 1.750

- Instandhouding materieel

2

77

1.210

    

(Schade)vergoeding

    

227

0

227

- Schadevergoeding overig

    

227

0

227

Personele uitgaven

361.209

440.314

462.232

484.265

544.365

460.685

83.680

- Eigen personeel

351.521

398.462

435.912

451.984

509.945

441.623

68.322

- Externe inhuur

9.688

14.296

6.484

7.518

6.969

158

6.811

- Overige personele exploitatie1

 

27.556

19.836

24.763

27.451

18.904

8.547

Materiële uitgaven

44.621

15.022

14.216

13.063

19.322

19.347

‒ 25

-Instandhouding infrastructuur

  

533

    

- Overige materiële exploitatie1

43.371

15.022

13.480

13.063

19.322

19.347

‒ 25

- instandhouding IT

  

203

    

- Bijdragen aan SSO Paresto

1.250

      
        

Apparaatsontvangsten

14.529

12.478

8.463

8.199

6.205

4.459

1.746

X Noot
1

In 2019 zijn de uitgaven overige exploitatie gesplitst in personele en materiële exploitatie

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan €5 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De gerealiseerde verplichtingen zijn €90,1 miljoen hoger dan begroot. Dit betreffen voornamelijk de hogere personele uitgaven voor formatie en inhuur (€83,7 miljoen) in 2022 zoals hieronder wordt toegelicht. De resterende afwijking van €6,4 miljoen komt voort uit een aantal kleinere verplichtingen die zijn aangegaan voor opleidingen en persoonsgebonden uitgaven.

Uitgaven

Personele uitgaven

Binnen de uitgaven voor het eigen personeel zijn de uitgaven €68,3 miljoen hoger dan begroot. Reden hiervoor is het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord waardoor het budget met €63,9 miljoen is verhoogd. Verder zijn interdepartementale budgetoverhevelingen doorgevoerd voor o.a. het Convenant Beveiliging Ambassades in Hoog Risico Gebieden (€12,1 miljoen BUZA), Breed Offensief tegen georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC) (€3,3 miljoen J&V) en Bijdrage 3e tranche Liquiditeitssteun CARIB (€2,4 miljoen BZK) waardoor het budget verder toeneemt met € 17,8 miljoen. Tevens is er €2,0 miljoen (NCTV) gevorderd ten behoeve van de hoog risico beveiliging van De Nederlandse Bank en is de Tijdelijke Toelage Loongebouw verlengd (€6,0 miljoen).

Als gevolg van een tragere vulling met betrekking tot de projecten Breed Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC) en Versterking Grenstoezicht Carib is €5,6 miljoen teruggeboekt naar het gezag (J&V en BZK). Ook is er sprake van een onderrealisatie van €14,3 miljoen. Deze onderrealisatie wordt veroorzaakt doordat niet alle maatregelen uit het arbeidsvoorwaardenakkoord zijn gerealiseerd en het vullingspercentage lager is dan verwacht. Tot slot zijn er verschillende herschikkingen geweest binnen Defensie.

Bij de post Externe Inhuur zijn de uitgaven €6,8 miljoen hoger dan was opgenomen in de Ontwerpbegroting. Dit wordt voornamelijk verklaard door de verhoogde inzet van inhuurcapaciteit voor o.a. het Project Grenzen en Veiligheid (€1,3 miljoen) en de inhuur van IT-specialisten en uitzendkrachten (€5,3 miljoen) ter ondersteuning van diverse IT-projecten.

Binnen de overige personele uitgaven zijn de uitgaven €8,5 miljoen hoger dan begroot. Het opleidingsdeel ad €4,5 miljoen betreft extra uitgaven voor opleidingen als gevolg van de groei van de organisatie door o.a. de projecten Grenzen en Veiligheid en BOTOC (MIT en B&B). Verder zijn de persoonsgebonden uitgaven €4,0 miljoen hoger dan begroot. Het merendeel van deze uitgaven heeft betrekking op binnen/buitenlandse dienstreizen.

4.6 Beleidsartikel 6 Investeringen

A. Algemene doelstelling

Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen en zij verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen alsmede de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur. Tot de investeringen worden gerekend alle planbehoeften met een meerjarig karakter. Dit omvat ook de bijdragen aan de NAVO voor het doen van investeringen en wetenschappelijk onderzoek. Tot de investeringen worden ook bijdragen gerekend aan de instandhouding, die direct samenhangen met de betreffende investering.

C. Beleidsconclusies

In het jaarverslag 2022 van het DMF wordt verantwoording afgelegd over de investeringen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6 Investeringen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

3.799.130

4.266.773

2.755.819

   

0

Opdrachten

3.693.634

4.161.635

2.662.718

   

0

Investeringen materieel

3.186.241

3.695.843

2.102.408

   

0

Investeringen infrastructuur

197.911

242.801

252.066

   

0

Investeringen IT

309.482

222.991

308.244

   

0

Begrotingsreserve

  

0

   

0

Bekostiging

81.971

80.774

66.001

   

0

Bijdrage aan internationale organisaties

23.525

24.364

27.100

   

0

        

Uitgaven

1.736.955

2.523.053

2.716.440

   

0

        

Opdrachten

1.643.037

2.426.235

2.641.111

   

0

Investeringen materieel

1.112.677

1.920.516

2.128.195

   

0

Investeringen infrastructuur

258.273

283.898

275.764

   

0

Investeringen IT

272.087

221.821

237.152

   

0

Begrotingsreserve

  

0

   

0

Reserve valutaschommelingen

  

0

   

0

Bekostiging

67.133

72.534

46.876

   

0

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

  

3.737

   

0

Technologieontwikkeling

  

35.599

   

0

Kennisgebruik

  

3.459

   

0

Kort-cyclische innovatie

  

4.081

   

0

Bijdrage aan internationale organisaties

26.785

24.284

28.453

   

0

Investeringen infrastructuur NAVO

26.785

24.284

28.453

   

0

        

Programma ontvangsten

234.122

110.797

66.513

   

0

- Verkoopopbrengsten strategisch materieel

126.714

72.691

36.602

   

0

- Overige ontvangsten materieel

51.671

26.140

22.054

   

0

- Verkoopopbrengsten strategisch infrastructuur

39.371

4.291

3.901

   

0

- Overige ontvangsten infrastructuur

10.785

4.578

1.458

   

0

- Ontvangsten internationale organisaties

5.581

3.097

2.498

   

0

E. Toelichting op de instrumenten

De middelen uit beleidsartikel 6 investeringen zijn per 2021 overgeheveld naar het DMF en worden verantwoord in een apart jaarverslag.

4.7 Beleidsartikel 7 Defensie Materieel Organisatie

A. Algemene doelstelling

De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie, kleding en persoonlijke uitrusting aan de defensieonderdelen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.

C. Beleidsconclusies

Dit begrotingsartikel heeft betrekking op de personele exploitatie van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) en het budget voor brandstoffen.

In 2022 heeft DMO de krijgsmacht ondersteund door het leveren van brand- en bedrijfsstoffen. De leverbetrouwbaarheid van het Defensie Brand- en Bedrijfsstoffenbedrijf (DBBB) is stabiel en op norm. Daarmee is een bijdrage geleverd aan de inzetbaarheidsdoelstellingen van Defensie.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 7 Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

1.170.733

1.156.092

985.425

538.835

696.020

607.093

88.927

        

Uitgaven

919.071

1.071.290

1.120.073

558.831

651.097

607.093

44.004

       

0

Opdrachten

334.300

368.569

389.265

103.947

156.264

148.666

7.598

- gereedstelling

221.543

269.291

93.939

103.947

156.264

148.666

7.598

- instandhouding materieel

112.757

99.278

295.326

    

(Schade)vergoeding

    

58

0

58

- Schadevergoeding overig

    

58

0

58

Personele uitgaven

213.900

408.366

431.648

443.263

482.602

446.025

36.577

- Eigen personeel

192.812

332.005

369.436

391.361

431.076

397.561

33.515

- Externe inhuur

21.088

56.717

49.220

36.662

29.618

29.648

‒ 30

- Overige personele exploitatie1

 

19.644

12.992

15.240

21.907

18.816

3.091

Materiële uitgaven

370.871

294.355

299.160

11.620

12.174

12.402

‒ 228

- Instandhouding infrastructuur

  

385

    

- Instandhouding IT

107.198

220.525

287.796

    

- IT door SSO DMO OPS

205.645

      

- Exploitatie door SSO Paresto

268

      

-Overige materiële exploitatie1

57.760

73.830

10.979

11.620

12.174

12.402

‒ 228

        

Apparaatsontvangsten

46.359

80.177

45.419

18.829

26.340

26.245

95

X Noot
1

In 2019 zijn de uitgaven overige exploitatie gesplitst in personele en materiële exploitatie

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De verplichtingen bij dit artikel zijn € 88,9 miljoen hoger dan ten tijde van het vaststellen van de begroting werd verwacht. Deze hogere verplichingstand heeft drie hoofdredenen. Allereerst het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023 dat in 2022 is overeengekomen tussen Defensie en de bonden en betreft € 30,5 miljoen.

Ten tweede betreft het de krappe arbeidsmarkt voor ICT-personeel die ertoe heeft geleid dat € 35,2 miljoen hogere meerjarige overeenkomsten zijn gesloten voor tijdelijke inhuur van ICT-personeel. Ook bestaande inhuurcontracten zijn in dit kader verlengd.

Ten derde betreft het een overrealisatie € 23,2 miljoen bij het Defensie Brand- en Bedrijfsstoffenbedrijf (DBBB). Het budget voor gereedstelling steeg met € 9,2 miljoen in de 2e suppletoire begroting van 2022 omdat de huidige macro-economische factoren (waaronder de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne, de energiecrisis en de hoge inflatie) nog niet waren verwerkt in het budget. Daarnaast is het budget met € 7,5 miljoen verhoogd door de onvoorziene uitgave ten behoeve van een voorschot aan de NATO Support and Procurement Organisation voor het Multi Role Tanker Transport. Het voornemen was deze uitgave vast te leggen in het artikel 4 Koninklijke Luchtmacht. Laat in het jaar is gekozen voor een vastlegging bij de defensie Materieel Organisatie. Het resterende deel betreft relatief kleine afwijkingen bij diverse verplichtingen.

Uitgaven

Opdrachten

De realisatie van de gereedstelling is € 7,6 miljoen hoger dan begroot. De realisatie van het DBBB is hoger uitgevallen dan begroot door een niet voorziene uitgave van € 7,5 miljoen ten behoeve van een voorschot aan het NATO Support and Procurement Organisation voor het Multi Role Tanker Transport. Het voornemen was deze uitgave vast te leggen in het artikel 4 Koninklijke Luchtmacht. Laat in het jaar is voor de vastlegging gekozen voor een vastlegging bij de defensie Materieel Organisatie. Het resterende deel betreft relatief kleine afwijkingen bij diverse uitgaven.

Personele uitgaven

De overrealisatie op salarisuitgaven eigen personeel van € 35,5 miljoen wordt veroorzaakt door het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023 dat in 2022 is overeengekomen tussen Defensie en de bonden.

4.8 Beleidsartikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

A. Algemene doelstelling

Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) ondersteunt de krijgsmacht in haar taken. Het DOSCO doet dit door te zorgen voor personele diensten, opleidingen, huisvesting, vastgoed, catering, beveiliging, bewaking, facilitaire zaken, gezondheidszorg, logistiek en transport. Het DOSCO voorziet zelf in die ondersteuning en koopt een deel van de producten en diensten in bij organisaties buiten het Ministerie van Defensie.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht. Het DOSCO kreeg voor 2022, net als de operationele commando's, een generieke gereedstellingsopdracht. DOSCO krijgt deze voor de perifere bloedbank en chirurgisch team.

C. Beleidsconclusies

Het jaar 2022 was ook voor DOSCO een bewogen jaar waarin we de krijgsmacht maximaal hebben ondersteund. We zijn geconfronteerd met gevolgen van de inval van Rusland in Oekraïne. Daarbij is snel en gericht ondersteuning vanuit geheel DOSCO geleverd, onder meer met het leveren van diverse goederen en de opvang van ontheemden uit Oekraïne. De vraag naar ondersteuning is in 2022 toegenomen, onder meer door het vervallen van de COVID-19 maatregelen, waardoor bijvoorbeeld de transportbehoefte bij de verschillende defensieonderdelen toegenomen is. Maar ook vanwege de ondersteuning die Defensie biedt aan de Oostgrens van Europa.

Naast dagelijks ondersteunen, is in 2022 voortvarend gestart met het implementeren van de maatregelen uit de Defensienota. Deze maatregelen vergroten vanuit de gehele defensieorganisatie de vraag naar ondersteuning vanuit DOSCO. Met initiatieven voor verdere robotisering en intelligente automatisering zorgden we ervoor dat de (meer en meer schaarse) mens wordt ingezet voor het werk waar zij de grootste toegevoegde waarde heeft.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

1.296.628

1.401.191

1.541.365

1.238.835

1.331.844

1.205.578

126.266

        

Uitgaven

1.315.775

1.393.756

1.531.401

1.214.400

1.290.732

1.205.578

85.154

        

Opdrachten

166

133

11.737

152

184

 

184

- gereedstelling

166

133

76

152

184

 

184

- instandhouding materieel

  

11.661

    

Inkomensoverdrachten

43.392

34.444

67.626

86.664

   

Nationaal Fonds Ereschuld

43.392

34.444

67.174

85.922

   

Reservering Schadevergoedingen Chroom 6 Defensie

  

452

742

   

(Schade)vergoeding

    

93.142

93.265

‒ 123

- Schadevergoeding, overig

    

10.547

8.275

2.272

- Nationaal Fonds Ereschuld

    

82.193

77.790

4.403

- Reservering schadevergoedingen chroom 6 Defensie

    

401

7.200

‒ 6.799

Personele uitgaven

579.465

771.503

774.498

857.609

866.279

837.291

28.988

- Eigen personeel

540.789

581.098

604.573

617.054

661.840

662.899

‒ 1.059

- Externe inhuur

26.107

26.031

27.498

22.006

23.509

2.840

20.669

- Overige personele exploitatie1

 

150.599

128.562

203.830

166.778

157.137

9.641

- Overig, attachés

12.569

13.774

13.865

14.719

14.153

14.415

‒ 262

Materiële uitgaven

692.752

587.676

677.540

269.975

331.128

275.022

56.106

- Bijdrage agentschap RVB (huisvesting en infrastructuur)

263.593

      

- Instandhouding infrastructuur

103.321

413.376

434.153

    

- Overige materiële exploitatie1

286.337

168.563

238.698

266.685

325.172

267.738

57.434

- SSO Paresto

33.590

      

- Instandhouding IT

  

28

    

- Overig, attachés

5.911

5.737

4.661

3.290

5.956

7.284

‒ 1.328

        

Apparaatsontvangsten

89.243

89.784

90.346

58.178

74.696

68.478

6.218

X Noot
1

In 2019 zijn de uitgaven overige exploitatie gesplitst in personele en materiële exploitatie

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 10 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

In 2022 is voor een bedrag van € 126,3 miljoen meer aan verplichtingen aangegaan dan begroot. Voor het aangaan van een leasecontract ten behoeve van het roll-on-roll-off schip is een verplichting aangegaan van € 41,5 miljoen. Het overige deel hangt samen met hogere uitgaven die hieronder worden toegelicht.

Uitgaven

Personele uitgaven

De realisatie voor personele uitgaven is per saldo € 29 miljoen hoger dan begroot. Als gevolg van het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023 is het budget voor eigen personeel opgehoogd (€ 65,4 miljoen). Mede door krapte op de arbeidsmarkt is sprake van een lagere personele vulling dan verwacht en is er budget overgeheveld voor alternatieve vulling met externe inhuur van personeel (€ 20,7 miljoen) en naar het budget voor materiële uitgaven (€20 miljoen). Ook is budget overgeheveld naar het budget voor overige personele exploitatie voor met name de hogere afdracht aan de Belastingdienst voor de werkkostenregeling, waarvan de uitgaven € 9,6 miljoen hoger uitvallen dan begroot. Tot slot zijn de Diensten Geestelijke Verzorging (DGV) overgedragen aan de Bestuursstaf, wat leidt tot lagere uitgaven op dit begrotingsartikel van € 12,4 miljoen.

Materiële uitgaven

De realisatie voor de materiële uitgaven is per saldo € 56,1 miljoen hoger dan begroot. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven voor transport, onder andere door de gestegen prijzen en een grotere behoefte aan transport (€ 25,8 miljoen). De kosten van energie & water vallen door de gestegen prijzen hoger uit (€ 7,7 miljoen) en vanwege de oorlog in Oekraïne zijn de geneeskundige uitgaven toegenomen (€ 12,8 miljoen). Als gevolg van het arbeidsvoorwaardenakkoord is de bijdrage aan Paresto € 5,1 miljoen hoger uitgekomen dan begroot. De uitgaven voor schoonmaak zijn met € 4,8 miljoen gestegen als gevolg van het afsluiten van een nieuw contract.

5 Niet-beleidsartikelen

5 5.1 Niet-beleidsartikel 9 Algemeen

Algemeen

In dit artikel worden de departementsbrede programma-uitgaven begroot. Het betreft subsidies, bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken, bijdragen aan internationale organisaties, opdrachten, bekostiging, inkomensoverdrachten en overige materiële exploitatie.

Budgettaire gevolgen
Tabel 13 Budgettaire gevolgen artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

90.693

103.992

142.947

172.023

199.989

212.174

‒ 12.185

        

Uitgaven

89.598

93.786

150.596

172.522

198.187

212.174

‒ 13.987

        

Subsidies

31.545

30.978

36.898

39.444

47.293

46.453

840

- subsidies

31.545

30.978

36.898

39.444

47.293

46.453

840

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

  

46.172

46.853

51.065

46.877

4.188

- kennisopbouw TNO via EZK

  

43.430

44.179

47.254

44.197

3.057

- kennisopbouw NLR via EZK

  

534

600

1.405

600

805

- kennisopbouw MARIN via EZK

  

1.900

2.000

2.332

2.000

332

- overige bijdragen

  

308

74

74

80

‒ 6

Opdrachten

 

9.826

9.139

11.101

11.794

18.878

‒ 7.084

- opdrachten beleid

  

4.249

5.867

8.696

13.814

‒ 5.118

- opdrachten milieu beleid

  

2.447

2.816

3.098

3.518

‒ 420

- overige opdrachten

  

2.443

2.418

 

1.546

‒ 1.546

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

46.198

47.319

53.037

56.328

68.076

74.873

‒ 6.797

- bijdrage aan de NAVO

  

48.818

51.194

62.271

58.292

3.979

- bijdrage aan internationale samenwerking

  

4.219

5.134

5.804

5.810

6

- overige bijdragen

  

0

0

0

10.771

‒ 10.771

Bekostiging

 

4.448

4.518

4.147

3.649

3.891

‒ 242

‒ bekostiging diverse instellingen

  

4.518

4.147

3.649

3.891

‒ 242

Inkomensoverdrachten

 

1.215

832

14.048

83

 

83

- Overige bijdragen

   

6.783

83

 

83

- Reservering Regeling Uitkering chroom 6 Defensie

 

1.215

332

3.323

  

0

- Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020

  

500

3.943

  

0

(Schade)vergoeding

   

600

16.227

21.202

‒ 4.975

- Schadevergoeding, overig

    

3.075

1.614

1.461

- Reservering Regeling Uitkering Chroom 6 Defensie

    

4.021

4.588

‒ 567

- Civielrechtelijke Regeling Srebrenica 2020

    

8.366

15.000

‒ 6.634

- Bijdrage Hawija

   

600

765

0

765

Overige uitgaven

11.855

      
        

Programma ontvangsten

 

893

1.594

2.052

6.135

0

6.135

Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan €2 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De verplichtingen zijn €12,2 miljoen lager dan initieel begroot. Gedurende het jaar wordt budget naar andere defensieonderdelen overgeheveld en komt derhalve niet tot realisatie op dit artikel. Voor het jaar 2022 was dit €10,7 miljoen. Het verplichtingenbudget is gedurende 2022 hierop aangepast.

Uitgaven

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

De realisatie komt €4,2 miljoen hoger uit ten opzichte van de ontwerpbegroting. Dit is het gevolg van het opstarten van de versnelling op kennisopbouw bij de kennisinstituten als gevolg van de Defensienota 2022 en hogere uitgaven TNO als gevolg van de loon- en prijsbijstelling van €1,8 miljoen.

Opdrachten

De realisatie van beleidsopdrachten valt €7,1 miljoen lager uit dan begroot. Dit wordt grotendeels verklaard doordat €6,2 miljoen naar andere begrotingsartikelen is overgeheveld in verband met de uitvoering van de COVID Werkgelegenheidsgelden.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

De lagere realisatie op (inter)nationale organisatie van €6,8 miljoen is het gevolg van de jaarlijkse overheveling van het budget voor de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF). Gedurende het jaar wordt budget naar andere defensieonderdelen overgeheveld en komt derhalve niet tot realisatie op dit artikel. Voor het jaar 2022 was dit €10,7 miljoen. Verder is door een verhoging van de uitgaven voor het nakomen van internationale afspraken binnen de NAVO en de Europese Unie (EU) €4 miljoen meer gerealiseerd op het NAVO-Budget.

(Schade)vergoeding

In 2022 is €5 miljoen minder gerealiseerd dan begroot. Dit komt door de volgende posten:

  • Schadevergoeding, overig

    Ten opzichte van de ontwerpbegroting is €1,5 miljoen meer gerealiseerd voor schadevergoeding, overig. Dit wordt veroorzaakt door het betalen van een aanvullende claim in 2022 en hogere uitgaven met betrekking tot landsadvocaten.

  • Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020De Commissie Uitvoering civielrechtelijke regeling Srebrenica heeft, na publicatie van de schaderegeling op 15 juni 2021, €8,4 miljoen aan schadevergoedingen aan nabestaanden kunnen vergoeden in 2022. Dit is €6,6 miljoen lager dan initieel begroot. In totaal hebben nu 861 personen een schadevergoeding ontvangen, op dit moment zijn er ruim 7.000 aanvragen ontvangen. De beoordeling van aanvragen neemt veel tijd in beslag doordat vaak aanvullend onderzoek nodig is om zorgvuldige besluitvorming te kunnen waarborgen. De middelen blijven echter beschikbaar voor 2023 en alle aanvragen zullen in behandeling worden genomen.

  • Bijdrage HawijaNa het vaststellen van de ontwerpbegroting 2022 is budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het onderzoek Hawija door de commissie Sorgdrager. Hierdoor is de realisatie in 2022 €0,8 miljoen hoger ten opzicht van de ontwerpbegroting.

  • Reservering Regeling Uitkering Chroom 6 DefensieHet tempo van aanvraag van uitkeringen en de toekenning is onvoorspelbaar. Hierdoor is in 2022 €0,6 miljoen minder gerealiseerd t.o.v. de ontwerpbegroting. De verwachting is dat het budget de komende jaren tot realisatie komt.

Ontvangsten

Op dit artikel is €6,1 miljoen meer ontvangen als gevolg van niet geraamde ontvangsten. Dit is de uitkomst van de nacalculatie door de NAVO van het Nederlandse aandeel in de afgelopen jaren .

5.2 Niet-beleidsartikel 10 Apparaat kerndepartement

Algemeen

Inzet is de kerntaak van Defensie. De Bestuursstaf (BS) geeft hier namens de Minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan, het opstellen van kaders voor de defensiebrede bedrijfsvoering en het bijdragen aan militaire pensioenen en uitkeringen.

Budgettaire gevolgen
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van artikel 10 Apparaat Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

1.737.653

1.682.781

1.522.823

1.537.856

1.646.936

1.511.283

135.653

        

Uitgaven

1.728.881

1.675.816

1.517.171

1.529.925

1.627.051

1.511.283

115.768

        

Personele uitgaven

1.707.908

1.660.335

1.497.054

1.507.128

1.597.746

1.468.095

129.651

- Eigen personeel

160.203

198.776

229.650

257.115

312.968

289.542

23.426

- Externe inhuur

3.844

7.986

9.192

10.205

14.758

565

14.193

- Overige personele exploitatie1

 

14.705

11.238

12.990

18.677

15.898

2.779

- Uitkeringen (pensioenen en wachtgelden)

1.543.861

1.438.868

1.246.974

1.226.819

1.251.343

1.162.090

89.253

Materiële uitgaven

20.973

15.481

20.117

22.797

29.305

43.188

‒ 13.883

- Overige materiële exploitatie (1)

20.426

15.481

19.512

22.797

29.305

43.188

‒ 13.883

- Instandhouding IT

  

605

   

0

- Bijdragen aan SSO Paresto

547

      
        

Totaal ontvangsten

196.186

13.362

42.212

34.397

10.205

8.996

1.209

X Noot
1

In 2019 zijn de uitgaven overige exploitatie gesplitst in personele en materiële exploitatie

Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan €10 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De verplichtingen zijn €135,7 miljoen hoger dan begroot. Dit verschil wordt grotendeels verklaard door hogere uitgaven op personele uitgaven welke in hetzelfde jaar verplicht en betaald worden. Daarnaast wordt dit verschil ook veroorzaakt door het aangaan van meerjarige verplichtingen onder externe inhuur.

Uitgaven

Personele uitgaven

Per saldo is voor personele uitgaven €129,7 miljoen meer gerealiseerd dan begroot.

Eigen personeel, externe inhuur en overige personele kosten

Op het formatiebudget is €23,4 miljoen meer gerealiseerd, voornamelijk als gevolg van het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord en door de omhanging van de Diensten Geestelijke Verzorging van het DOSCO naar de Bestuursstaf per 1 mei 2022. Daarnaast is de realisatie externe inhuur €14,2 miljoen hoger dan begroot, voornamelijk gefinancierd uit formatieruimte bij MIVD. Op het budget voor overige personele exploitatie is €2,8 miljoen meer gerealiseerd dan begroot. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door het loslaten van de corona maatregelen en anderzijds door de omhanging van het organisatiedeel Diensten Geestelijke Verzorging naar de Bestuursstaf.

Pensioenen en uitkeringen

Deze post is €89,3 hoger dan begroot, waarvan €63 miljoen hoger door het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord, €22 miljoen hoger door correctie voor in het verleden betaalde waardeoverdrachten aan het ABP, €8 miljoen hoger door pensioenindexatie. Daartegenover staan diverse afwijkende uitkeringen die gezamelijk €4 miljoen lager uitvallen.

Materiële uitgaven

De materiële uitgaven zijn €13,9 miljoen lager dan begroot. Dit is het gevolg van het voor meerdere projecten overhevelen van budget naar andere departementen. Het betrof een overheveling voor bedrijfsvoeringkosten ter hoogte van €3,7 miljoen en dataorganisatie ter hoogte van €1,5 miljoen naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarnaast betrof het een bijdrage aan het project Luchtruimherziening ter hoogte van €1 miljoen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en diverse andere werkzaamheden van in totaal €3 miljoen. Daarnaast is het budget Life Cycle Cost (LCC) ter hoogte van €1,3 miljoen, een project binnen Defensie om inzicht te verkrijgen in de levensduurkosten van de activa, overgeheveld naar en gerealiseerd op het Defensie Materieelbegrotingsfonds. De resterende middelen, €3,4 miljoen, zijn niet besteed doordat diverse activiteiten tot minder uitgaven leidden, mede als gevolg van COVID-19.

5.3 Niet-beleidsartikel 11 Geheim

Algemeen

Het niet-beleidsartikel Geheim op basis van artikel 2.8 van de Comptabili-teitswet 2016 kent geen artikelonderdelen. Dit niet-beleidsartikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet beleidsartikel niet in het belang van de Staat is.

Budgettaire gevolgen
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van artikel 11 Geheim (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

7.155

14.617

10.891

14.724

16.893

15.265

1.628

Uitgaven

7.155

14.617

10.891

14.724

16.893

15.265

1.628

Ontvangsten

       
Toelichting op de instrumenten

De geheime uitgaven worden onderzocht door het college van de Algemene Rekenkamer.

5.4 Niet-beleidsartikel 12 Nog onverdeeld

Algemeen

Het niet-beleidsartikel Nog onverdeeld bestaat uit verplichtingen, uitgaven en ontvangsten. Uitgaven worden onderverdeeld naar loonbijstelling, prijsbijstelling, onvoorzien en een eventuele taakstelling (negatief bedrag).

Budgettaire gevolgen
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van artikel 12 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

202

Verplichtingen

     

259.393

‒ 259.393

Uitgaven

     

259.393

‒ 259.393

Loonbijstelling

       

- waarvan programma

       

- waarvan apparaat

       

Prijsbijstelling

       

- waarvan programma

       

- waarvan apparaat

       

Nog onverdeeld

     

259.393

‒ 259.393

Ontvangsten

       
Toelichting op de instrumenten

«Niet-beleidsartikel 12 Nog onverdeeld» is een voorziening, waarop geen realisatie plaatsvindt van verplichtingen en uitgaven. Met de eerste en tweede suppletoire begroting is het budgetbedrag volledig uitgedeeld naar de defensieonderdelen.

5.5 Niet-beleidsartikel 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

Algemeen

Op dit artikel worden de bijdragen aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds verantwoord.

Budgettaire gevolgen
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van artikel 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

Omschrijving

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

0

0

0

5.040.806

4.869.867

4.957.798

‒ 87.931

Uitgaven

0

0

0

5.040.806

4.869.867

5.270.312

‒ 400.445

Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

0

0

0

5.040.806

4.869.867

5.270.312

‒ 400.445

Ontvangsten

0

0

0

0

 

0

0

Toelichting op de instrumenten

Dit begrotingsartikel is technisch van aard. Het betreft hier de bijdrage vanuit de begroting hoofdstuk X Defensie aan hoofdstuk K Defensiematerieelbegrotingsfonds ten behoeve van uitgaven die op het fonds worden verantwoord.

6 Bedrijfsvoeringsparagraaf

6.1 Uitzonderingsrapportage

Deze paragraaf bevat een uitzonderingsrapportage voor de volgende verplichte onderdelen:

  • 1. Rechtmatigheid

  • 2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

  • 3. Begrotings-, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

  • 4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

  • 5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

1. Rechtmatigheid

Er hebben zich geen overschrijdingen van de rapporteringstoleranties op de artikelen van de defensiebegroting voorgedaan.

Het totaal aan fouten en onzekerheden voor de rechtmatigheid van aangegane verplichtingen van hoofdstuk X bedraagt over 2022 € 59,4 miljoen. Het volledige bedrag van € 59,4 miljoen betreffen (Europese) aanbestedingsfouten veroorzaakt door het niet of niet juist toepassen van de aanbestedingsregels. De grootste onrechtmatigheden hebben betrekking op artikel 8 DOSCO (€ 23,8 miljoen) en artikel 10 Apparaat Kerndepartement (€ 14,0 miljoen).

Van de € 59,4 miljoen is Defensie in 2022 voor een totaalbedrag van € 35,1 miljoen onrechtmatige verplichtingen aangegaan voor inkopen onder categoriemanagement. Zo is het Ministerie van IenW categoriemanager voor een aantal rijksbrede raamovereenkomsten, waarvan er drie (Interim Management & Organisatieadvies, Inkoopadvies en Auditdiensten) in dit verslagjaar nog steeds waren verlengd middels een overbruggingsovereenkomst. Het ministerie van IenW heeft dit toegelicht in de Bedrijfsvoeringsparagraaf van haar jaarverslag. Als gevolg daarvan worden de verplichtingen die op nadere overeenkomsten onder deze overbruggingsovereenkomsten worden aangegaan als onrechtmatig bestempeld. De raamovereenkomsten «Inkoopadvies» en (deels) «Auditdiensten» zijn in 2022 gereedgekomen en hebben tot rechtmatige contracten geleid. De her-aanbestedingen voor de overige twee raamovereenkomsten zijn vertraagd, als gevolg van juridische bezwaren en rechtszaken door inschrijvers. Het ministerie van IenW verwacht dat daarvoor medio 2023 de nieuwe contracten beschikbaar komen. In het verslagjaar gaat het bij ons ministerie om € 32,9 miljoen euro.

In 10 gevallen is gebruik gemaakt van de escalatieprocedure met een totaalvolume van € 18,2 miljoen. In die procedure wordt expliciet vooraf afgewogen of sprake is van een onontkoombare noodzaak tot aanbesteding van een overheidsopdracht of verlenging van een overeenkomst om op basis daarvan af te wijken van de (Europese) aanbestedingsregelgeving. Het totaal aantal dossiers waarvoor de escalatieprocedure is ingeroepen is over beide begrotingen 21 stuks en is ten opzichte van 2021 (totaal 11 dossiers) weliswaar toegenomen maar over meerdere jaren gezien stabiel.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

In 2022 heeft Defensie voortgang geboekt met het verbeteren van de managementinformatie. Defensie hanteert het Digitaal Dashboard Operationele Gereedheid (DDOG) als instrument om te toetsen of de operationele eenheden voldoen aan de generieke gereedstellingsopdrachten. De generieke gereedstellingsopdracht formuleert in kwantitatieve en kwalitatieve zin welke eenheden per hoofdtaak operationeel gereed moeten zijn. Een eenheid is operationeel gereed als de personele gereedheid, de materiele gereedheid en de geoefendheid aan de normen voldoen. DDOG combineert fact based data en appreciaties van de defensieonderdelen en de CDS tot één verantwoording, die onderdeel uitmaakt van de inzetbaarheidsrapportage aan de Tweede Kamer.

DDOG komt projectmatig tot stand en was gedurende 2022 nog in ontwikkeling. Desalniettemin dwingt DDOG nu al één standaard werkwijze af en maakt DDOG gebruik van een gemeenschappelijke set aan brongegevens en definities. Hierdoor ontstaat een gemeenschappelijke presentatie van de werkelijkheid. Door onderscheid in verschillende organisatorische niveaus in DDOG, zijn gegevens herleidbaar. Ook is het oordeel over de fact based operationele gereedheid herleidbaar door gebruik te maken van zogenaamde gedefinieerde ‘basisprofielen’ (normen voor personele gereedheid, materiele gereedheid en geoefendheid). Basisprofielen die tot een fact based oordeel leiden, kunnen een andere resultaat presenteren dan de appreciatie van de commandant. Dit verschil komt doordat niet alle factoren van operationele gereedheid in cijfers uitgedrukt kunnen worden en daarom ook niet opgenomen kunnen worden in een basisprofiel (bijvoorbeeld moreel). Omdat de basisprofielen nog niet volledig zijn afgerond, is de informatie in DDOG in 2022 nog niet volledig herleidbaar en controleerbaar.

KPI's

In de Kamerbrief Rapporteren voortgang bouwen aan een toekomstbestendige krijgsmacht (kamerstuk 33 763, nr. 155) is een voorstel voor nieuwe kritische prestatie indicatoren (kpi’s) gepresenteerd. Met deze kpi’s wordt beter inzicht gegeven in de voortgang van het bouwen aan een toekomstbestendige krijgsmacht. De bestaande set kpi’s in de begroting komt te vervallen, met uitzondering van Research & Technology (R&T) als onderdeel van Onderzoek en innovatie. De informatie van de huidige kpi’s verdwijnt niet en wordt elders in de begroting en het jaarverslag of de geïntegreerde rapportage ondergebracht.

De nieuwe kpi’s betreffen drie gereedheidsindicatoren: Personele Gereedheid, Materiële Gereedheid en Operationele Gereedheid. Daarnaast zijn indicatoren opgenomen die meer inzicht bieden in huidige uitdagingen: Basis op orde, Innovatie, Europese en internationale samenwerking, en Duurzaamheid. In dit jaarverslag is een eerste versie van de nieuwe kpi’s opgenomen.

3. Begrotings-, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Verplichtingenbeheer

Het verplichtingenbeheer bij Defensie heeft tot bevindingen in het auditrapport van de ADR en verantwoordingsonderzoek 2021 van de AR geleid. Kern van de bevindingen is dat de financiële verplichting voortvloeiend uit het contract met de leverancier niet in alle gevallen juist, tijdig en/of volledig in de financiële administratie (SAP) wordt vastgelegd. Ten tweede moet betere monitoring op de realisatie van verplichtingenbudgetten plaatsvinden. In 2022 is een plan van aanpak opgesteld en zijn diverse verbeteracties genomen die tot gerichte kwaliteitsverbeteringen moeten leiden.

In 2022 zijn diverse netwerkbijeenkomsten over het onderwerp verplichtingen georganiseerd voor diverse ketenspelers. Op deze dagen is zowel plenair als in kleinere groepen gesproken over knelpunten in het verplichtingenbeheer. Hierdoor ontstaat een beter begrip van de gevolgen van het eigen handelen op andere ketenspelers. Daarnaast zijn de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het verplichtingenbeheer in kaart gebracht.

Defensie heeft ook de regelgeving begrijpelijker gemaakt en gewerkt aan een betere toelichting. Zo is in 2022 een handreiking met een toelichting op het verplichtingen-kasstelsel geschreven en een handreiking over de vastlegging van een financiële verplichting voor BTW, accijnzen en douanerechten. In aanvulling hierop is een tabel met de verschillende ordersoorten opgesteld voor inkopers, controllers en FABK. Deze tabel dient als hulpmiddel voor de wijze waarop een verplichting moet worden vastgelegd in de financiële administratie. Ook zijn werkinstructies voor verschillende SAP M&F ordersoorten opgesteld. Deze werkinstructies zijn afgestemd met de spelers in de keten en geven een stapsgewijze beschrijving van het proces van de ordersoort. Ook is een samenwerkingsruimte opgericht om de keten te ondersteunen bij de uitvoering van het verplichtingenbeheer. Hierop is regelgeving en informatie terug te vinden. Bij vragen kunnen ketenspelers advies inwinnen via de opgerichte helpdesk voor financiële verplichtingen.

Als laatste verbeteractie zijn defensiebreed stappen ondernomen om de monitorings- en bijsturingsfunctie voor verplichtingen te borgen in de processen. De defensieonderdelen stellen elk triaal een verplichtingenprognose op. Op basis daarvan wordt eventueel bijgestuurd met verplichtingenmutaties in de suppletoire begrotingen.

Voorschotten

De AR constateerde bij de controle over 2021 achterstanden in het afrekenen van openstaande voorschotten subsidies en het project F-35. De achterstand bij het verrekenen van subsidievoorschotten is ingelopen. Voor de verrekening van voorschotten F-35 moet veelal aanvullende informatie worden opgevraagd bij het JPO. Daardoor is in 2022 minder voortgang in de verrekening van voorschotten F-35 gerealiseerd dan gepland. De verrekenactiviteiten zullen in 2023 worden voortgezet.

Onvolkomenheid Inkoopbeheer

In 2022 zijn verbetermaatregelen die de interne controle en het vastleggen van resultaten binnen de inkooppunten versterken op dossierniveau doorgevoerd. Tevens is de verplichte inschakeling van een aanbestedingsdeskundige en/of -jurist bij aanbestedingen met gebruik van een niet-standaard aanbestedingsprocedure of bij een wijziging van een bestaande overeenkomst doorgevoerd. Een actie die een langere termijn vergt, is om de interne controle op organisatorisch en managementniveau beter in te richten. In 2023 wordt gewerkt aan een opzet voor de realisatie hiervan.

De analyse naar de oorzaken en achtergronden van het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging is door Defensie uitgevoerd met als uitkomst dat de procedure op zich op juiste gronden lijkt te worden toegepast maar dat de motivatie toereikend moet zijn en de dossiervorming verbetering behoeft. Hieraan zal in 2023 de nodige aandacht worden besteed.

Materiele Bedrijfsvoering

De norm voor het materieelbeheer bij Defensie is dat bij de eenheden op het derde niveau de kwaliteit van het beheer van alle materieelsoorten en opslagvormen minimaal 80 % dient te scoren. Bij ten minste 80% van al deze eenheden dient deze score gehaald te worden.

Over 2022 is voor de volgende categorieën materieel/opslagvormen niet voldaan aan deze norm (score tussen haakjes weergegeven):

  • Niet-gevoelig materieel – centrale voorraad (75%);

  • Niet-gevoelig materieel – inventaris (77%);

Oorzaken voor het niet voldoen aan de norm liggen in het niet of onvoldoende uitvoeren van voorgeschreven beheermaatregelen rondom geldige keurings- en calibratiebewijzen, tijdigheid binnen de logistiek en telplannen.

Bevindingen uit controles zijn opgenomen en gemonitord via de verbeterplannen van de defensieonderdelen en centraal besproken.

De ADR is in juni 2022 gestart met (ten opzichte van voorgaande jaren) grootschalige onderzoeken materieelbeheer in het kader van haar wettelijke taak. Hierbij zijn naast de reguliere Monitor Kwaliteit Materieelbeheer (MKM) controles ook bij diverse eenheden het wapen-, munitie- alsmede cryptobeheer onderzocht op de naleving van de voorgeschreven beheersmaatregelen. Daarbij wordt breder gekeken dan de vragen uit de MKM.

In 2022 heeft Defensie gewerkt aan de vervanging van het huidige MKM-platform door het Business Intelligence en Verbeterde Stuurinformatie (BIVEST)-platform, waarin de checklisten kunnen worden ingevuld. Via dit platform kunnen geautomatiseerde MKM-vragen real-time worden geraadpleegd en verbetermaatregel(en) gemonitord wat ook tot een aanzienlijke verbetering moet leiden.

Onvolkomenheid (de)centraal voorraadbeheer munitie

Ondanks de ingezette verbeteracties in de afgelopen jaren, constateert de AR in het verantwoordingsonderzoek 2021 nog steeds tekortkomingen bij het munitiebeheer. Daarnaast concludeert de AR dat het huidige munitieproces gedrag in de hand werkt waardoor veiligheidsrisico’s kunnen ontstaan. De AR heeft de volgende vier aanbevelingen gegeven:

  • 1. Één eindverantwoordelijke benoemen voor de verbeteracties van het gehele munitiedomein waarbij monitoring structureel wordt geborgd en verbeteracties gesynchroniseerd. Deze eindverantwoordelijke dient doorzettingsmacht te hebben om verbeteringen te bewerkstelligen;

  • 2. Het toezicht op het functioneren van de beheersmaatregelen, zoals toezicht op inventarisaties, niet over te laten aan de ADR maar daar zelf, vanuit de eigen verantwoordelijkheid voor een goede interne beheersing, invulling aan geven;

  • 3. Onderzoeken wat de impact van het personeelstekort is en welke keuzes er daarom gemaakt moeten worden in de werkzaamheden;

  • 4. Bezien of de administratieve lasten verminderd kunnen worden, bijvoorbeeld door toepassing van (nieuwe) technologie in het munitiebeheer en het doorlichten van de omvangrijke regelgeving op nut en noodzaak en tegenstrijdigheid. Tevens hierbij aandacht besteden aan bewustwording bij de medewerkers over de veiligheidsrisico’s die zij lopen; na te gaan of er manieren zijn om gevonden munitie gemakkelijker in te leveren en of hiermee ‘grijzevoorraad’-vorming kan worden voorkomen.

Sinds 2018 focust zich programma Obelix op structurele verbeteringen binnen het munitiedomein. De focus ligt daarbij op de aandachtsgebieden keteninrichting, regelgeving, kennis en opleidingen, personele capaciteit en infrastructuur. Het programma Obelix is overgegaan in de Monitor Munitiedomein (MMD) als vast organisatie-element binnen de Directie Aansturen Operationele Gereedstelling (DAOG) van de defensiestaf.

Met de inrichting van de MMD binnen DAOG wordt binnen de kaders van het besturingsmodel Defensie, invulling gegeven aan de eerste aanbeveling. Het positioneren van de MDD op het organisatieniveau DAOG zorgt voor doorzettingsmacht. Daarbij blijft het onderscheid in de verantwoordelijkheden voor de (aansturing van de) uitvoering en voor beleid. Verbeteractiviteiten worden actief gemonitord door zowel de DGB en de MMD.

Drie van de vijf hierboven vermelde aandachtsgebieden zijn op basis van de bevindingen van de AR actueel (kennis en opleidingen, personele capaciteit, regelgeving). De AR richt haar aanbevelingen namelijk op personeelstekorten (capaciteit) en in eerdere jaren op het volgen van regelgeving en procedures. De AR vraagt daarnaast nu ook specifiek aandacht voor de vermindering van administratieve lasten, complexe processen en bewustwording voor veiligheidsrisico’s.

Als concrete knelpunten zijn benoemd: tekorten bij het personeel (kwalitatief en kwantitatief), gedrag, complex proces, administratieve lasten en complexe regelgeving,

Op basis van de knelpunten zijn verbeterprojecten geïdentificeerd.Daarbij wordt voor een belangrijk deel bewust aangesloten bij de projecten die door Defensie zijn gestart door het programma Obelix/MMD omdat ze een goede invulling geven aan de aanbevelingen van de AR. Daarmee blijft het ingezette momentum bestaan en wordt effectief omgegaan met de capaciteit binnen de lopende trajecten. Voor alle trajecten geldt dat ze een structurele verbetering tot stand moeten brengen en dat daarmee de nodige tijd is gemoeid.

Voor wat betreft personele capaciteit is het project Personele Versterking Munitiedomein in uitvoering waarmee de capaciteit binnen het munitiedomein met 180 vte’n wordt uitgebreid. Dit reorganisatie traject zal mede afhankelijk van de snelheid van personele vulling in 2026 zijn afgerond. Geleidelijk zullen de effecten van de traject zichtbaar worden.

De kwalitatieve kant van munitiebeheer wordt versterkt door professionalisering. Dit is gebeurd door het vaststellen van een eenduidige kwalificatie voor functies binnen het munitiebeheer en een daarbij behorende verbeterde opleiding.

Het gedrag met betrekking tot veiligheid wordt verbeterd door het bewustzijn van veiligheidsrisco’s rond munitie te vergroten en door te voorkomen dat munitie onnodig in roulatie blijft.

De eenduidige toegang tot regelgeving is vergroot. Tevens wordt invulling gegeven aan het verminderen van de werklast door noodzakelijke audit aspecten te vereenvoudigen en geautomatiseerd te ondersteunen door middel van een verbeterde MKM.

Fraude

Defensie is als grote uitvoeringsorganisatie een belangrijke inkoopmacht die internationaal opereert en een omvangrijk arsenaal aan materieel, vastgoed en (deels gevoelige) voorraden beheert. Daarnaast is sprake van een groot personeelsbestand met, door haar onregelmatige, soms gevaarlijke en internationale operaties, een daarbij passende cao met vele toeslagsoorten en declaratie-mogelijkheden. Hierdoor bestaan inherent risico’s op aanbestedingsfraude, oneigenlijk gebruik en ontvreemding van materieel, vastgoed, voorraden, creditcards en contant geld. Daarnaast bestaat het risico op indiening en afhandeling van fictieve facturen of personeelsdeclaraties en het betalen van salarissen aan niet bestaande ambtenaren of onterechte toeslagen. Aandachtspunt dit jaar zijn de extra middelen die Defensie tot haar beschikking heeft gekregen. Hierdoor ontstaat extra druk op het aanbestedingsproces om budget te realiseren met het risico dat dit ten koste gaat van de zorgvuldigheid. Een tweede aandachtspunt zijn de leveringen van materieel aan Oekraïne.

Defensie heeft in haar bedrijfsprocessen een beheerraam­werk ingericht dat gebaseerd is op een integrale risico-afweging. Dit beheerraamwerk bevat onder andere functiescheidingen, goedkeuringsrollen in de administratie, monitoring, (jaarlijkse) tellingen en controles. Er is specifieke aandacht voor wapen- en munitieopslag en cryptomiddelen. Frauderisico’s zijn hierbij mede in beschouwing genomen, maar niet expliciet als zodanig benoemd.

Defensie beschikt over een Gedragscode Defensie, waarin de basiswaarden staan omschreven hoe met elkaar, anderen, middelen en bevoegdheden wordt omgegaan. De gedragscode geldt voor iedereen binnen de organisatie. Daarnaast leggen medewerkers van Defensie de eed of belofte af. Medewerkers die werkzaam is zijn op vertrouwensfuncties wordt extra gescreend door de MIVD. Er is een Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) die als taak heeft de integriteit en het integriteitsbewustzijn voor organisatie en medewerker te bevorderen. Dit doen zij door advies, risicoanalyses, training en voorlichting en integriteitsonderzoeken.

Ter preventie van fraude bij declaraties en facturen worden controles uitgevoerd om onterechte of onjuiste betalingen te voorkomen. Het FABK en DCHR beschikken hiervoor over interne beheersingscapaciteit. Op basis van een risicoanalyse wordt de beschikbare interne controlecapaciteit ingezet. Momenteel bekijkt Defensie of de capaciteit voor interne beheersing kan worden uitgebreid. Bij een vermoeden van een integriteitsschending wordt melding gedaan bij het meldpunt Integriteit Defensie waarna de COID aanvullend onderzoek kan verrichten. In 2022 zijn geen fraudegevallen van materiële aard geconstateerd.

Om te voorkomen dat er onrechtmatige schenkingen aan Oekraïne worden gedaan dan wel dat Defensie onrechtmatig declaraties indient bij het Ministerie van Financiën wordt zoveel mogelijk de geëigende processen doorlopen en zijn er op een aantal gebieden aanvullende beheersmaatregelen getroffen.

De behoeftes van Oekraïne lopen via het International Donor Coordination Centre (IDCC). Zo wordt voorkomen dat via oneigenlijke wegen behoeftes rechtstreeks bij Defensie worden aangeboden. IDCC coördineert de totale behoeftes van Oekraïne en zet deze uit bij de lidstaten die tegemoet kunnen komen aan deze behoefte. Wanneer de behoefte in Nederland is aangekomen wordt intern nogmaals gecontroleerd of de gevraagde behoefte kan worden gehonoreerd en wordt er onder meer voor gezorgd dat export control en fiscale regelgeving wordt nagelopen conform vigerende processen van Defensie. Binnen de CDS Taskforce Oekraïne wordt in een database bijgehouden hoe de logistieke voortgang is van de schenking waarna de declaratielijst voor de claim bij het Ministerie van Financiën wordt opgesteld. Financiën krijgt naast de claim ook inzicht in de database van CDS Taskforce Oekraïne zodat zij kunnen monitoren wat er is geleverd en welke kosten hieraan zijn verbonden.

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

De AR constateerde in het verantwoordingsonderzoek 2021 dat niet alle belangrijke beheersmaatregelen waren ingeregeld. Ook gaf zij de aanbeveling om het review-, sanctie- en controlebeleid te actualiseren. Deze bevinding is ter harte genomen en in 2023 zal het inmiddels geactualiseerde review-, sanctie- en controlebeleid aan de regeling defensiesubsidies worden toegevoegd en geïmplementeerd. Ondanks de geformuleerde tekortkomingen wordt het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik door Defensie ingeschat op laag. Daarnaast heeft Defensie zich aangesloten bij de centrale interdepartementale verwijsindex om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies tegen te gaan. Door middel van deze interdepartementale verwijsindex wordt informatie over misbruik en oneigenlijk gebruik sinds 2020 tussen departementen uitgewisseld. Dit gebeurt op aanvraag en met inachtneming van relevante privacywetgeving.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Ernstige onvolkomenheid vastgoedmanagement

Bij het verantwoordingsonderzoek 2021 van de AR is vastgoed voor de tweede keer op rij beoordeeld als een ernstige onvolkomenheid. In haar rapport beveelt de AR de Minister van Defensie nadrukkelijk aan om voortgang te blijven boeken in het oplossen van de structurele tekortkomingen in het vastgoedbeheer. Vooral door te werken aan integraal inzicht in de staat van het onderhoud van het defensievastgoed en aan het realiseren van een balans tussen de vastgoedportefeuille en de beschikbare middelen, via een financieel gedekt plan dat aansluit op de visie op de toekomst van de krijgsmacht. In 2022 zijn op alle aanbevelingen stappen gezet.

Inzicht in de staat van het vastgoed

Het OnderhoudsManagement Systeem (OMS), dat het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) rijksbreed implementeert, is een belangrijk systeem om toekomstbestendig invulling te kunnen geven aan de informatiebehoefte van Defensie en andere overheidsorganisaties. Eind 2021 heeft het RVB de opdracht gegund. De implementatie van het OMS gebeurt Rijksbreed onder leiding van het RVB. De verwachting is dat de implementatie niet eerder dan 1 januari 2025 gereed zal zijn. Om de periode tot volledige ingebruikname van het OMS te overbruggen, maakt Defensie gebruik van interim-oplossingen.

Defensie wil informatiegericht sturen op haar vastgoed. Om die reden is in 2022 gestart met het ontwikkelen van een informatieplan, dat inzicht moet geven in de informatie die nodig is om op portefeuille, object en gebouw niveau te kunnen sturen. Het OMS, als bron van informatie, zal een belangrijke plaats krijgen in dit informatieplan.

In de tussentijd werken het RVB en Defensie met interim-oplossingen om inzicht te hebben en te houden in het vastgoed. Dit heeft als voordeel dat geleerde lessen gebruikt kunnen worden bij de implementatie van het OMS. Daarnaast heeft de TaskForce Nova in 2022 periodiek rapportages opgeleverd, waardoor het inzicht in de bezetting en benutting van kazernes groeit. De rapportages leveren input voor het Programma Transformatie Vastgoed. Ook worden de rapportages gebruikt voor actualisatie van de gegevens in het vastgoedinformatiepresentatiesysteem (beheerd door het RVB), waarin alle gebouwen van Defensie zijn opgenomen. Momenteel zijn 36 rapporten opgeleverd (peildatum 1/1/23).

Balans budget en vastgoedportefeuille

Om te komen tot een balans tussen budget en vastgoedportefeuille heeft Defensie in 2022 de mogelijkheden verder verkend om de vastgoedportefeuille door middel van concentreren, verduurzamen en vernieuwen (Transformatie van de Vastgoedportefeuille) aan te passen. Het doel is een vastgoedportefeuille die de taakuitvoering optimaal ondersteunt, toekomstbestendig is, bijdraagt aan werkbeleving en trots, duurzaam is en die waar mogelijk nog meer met de samenleving en de regio verbonden is dan voorheen. De doelstelling en aanpak van de Transformatie Vastgoed zijn gebaseerd op diverse onderzoeken en aanbevelingen, zoals het Interdepartementaal Beleidsonderzoek naar een toekomstbestendige vastgoedportefeuille voor Defensie en de verantwoordingsonderzoeken 2020 en 2021.

Ambtelijke verkenningen hebben geleid tot een vertrekpunt, gebaseerd op de lange-termijndoelstellingen en financiële kaderstelling, gebaseerd op het eerder genoemde rekenmodel. Onderlinge afhankelijkheden en externe ontwikkelingen vragen om een gefaseerde realisatie van dit ambtelijke vertrekpunt, waarbij grote strategische stappen eerst worden gezet. Op het moment dat Defensie van plan is een object op te pakken, wordt dat als bestuurlijk voornemen gecommuniceerd. Voor het strategisch vastgoedplan heeft dit geleid tot zes projecten.

Onvolkomenheid Autorisatiebeheer

In 2022 is verder gewerkt aan maatregelen om de onvolkomenheid autorisatiebeheer weg te werken voor het materieel-logistieke domein. De activiteiten uit het plan van aanpak worden stapsgewijs gerealiseerd met beperkte personele capaciteit. Het aantal functiescheidingsconflicten is op een vergelijkbaar niveau als vorig jaar. Een aantal veel voorkomende conflicten is mogelijk vals door een te scherpe afstelling, het herijken van deze conflicten maakt onderdeel uit van het plan van aanpak. Aanpassing van de huidige autorisatieopzet vindt beperkt plaats, ingezet wordt op een geactualiseerde autorisatieopzet in verband met de transitie naar SAP4/HANA.

Risico's MIVD

In navolging van aanbevelingen van de AR wordt ingegaan op de risico’s in de bedrijfsvoering van de MIVD.

De MIVD onderkent als bedrijfsmatige risico's: operationele knelpunten als gevolg van de toepassing van de Wet Inlichtingen en Veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017), het realisatievermogen van de MIVD (in het bijzonder IT) en de tijdige realisatie van de huisvesting.

De Evaluatiecommissie Jones-Bos (Evaluatiecommissie Wiv) concludeerde dat de Wiv 2017 onvoldoende aansluit op de technologische complexiteit en dynamiek van de operationele praktijk van de diensten. De AR stelde dat de effectiviteit van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten onder druk staat door de effecten van de wet op de slagkracht. Zowel de evaluatiecommissie Wiv als de AR hebben in hun rapporten aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen worden meegenomen in een aanpassing van de Wiv 2017.

Naast het voorstel tot wijziging van de Wiv 2017 heeft het Kabinet gewerkt aan een tijdelijke wet om de meest urgente operationele knelpunten in het cyberdomein weg te nemen. De tijdelijke wet moet de diensten in staat stellen hun bestaande bevoegdheden effectiever in te zetten, zonder afschaling van waarborgen, om zo het zicht op landen met een offensief cyberprogramma gericht tegen Nederland te herstellen of op te bouwen. Bij de totstandkoming van de tijdelijke wet is doorlopend aandacht geweest voor de uitvoerbaarheid. Op 2 december 2022 is het wetsvoorstel voor de tijdelijke wet naar de Tweede Kamer gestuurd. De tijdelijke wet laat de noodzaak tot een bredere wijziging van de Wiv 2017 onverlet.

Bij de begroting 2022 investeerde de regering in de inlichtingen en veiligheidsdiensten. Met de motie Hermans zijn vervolgens additionele middelen aan de dienst toegekend. Deze budgetten voor het begrotingsjaar 2022 zette de MIVD in op een aantal gebieden die de slagkracht versterken en om de eerste stappen te kunnen maken in verbeteringen van dataverwerking. Tevens werd een deel besteed aan de verdere borging van compliance- en risicomanagement. Daarnaast zijn in 2022 stappen gezet om de IT basis op orde te krijgen. Voorts is in het coalitieakkoord 2022 een bedrag oplopend naar € 300 miljoen structureel opgenomen onder de noemer 'Inlichtingendiensten (AIVD, MIVD) en NCTV'. In de Defensienota 2022 zijn middelen toegekend aan de MIVD voor de verdere versterking van de IT-basis op orde en cyber, als ook voor informatiegestuurd optreden (IGO). Met de intensiveringen krijgt de MIVD op termijn meer vermogen om bestaande en toekomstige dreigingen beter in beeld te krijgen en te houden. Dit effect zal zich geleidelijk in een meerjarig traject realiseren. In 2022 lag de nadruk op het uitwerken van bestedingsplannen en organiseren van voorwaarden om de benodigde groei mogelijk te maken.

De formatie en de personele vulling van de MIVD zijn in 2022 gestegen. Ingezet wordt op behoud en verdere vulling, waarbij kwaliteit het uitgangspunt is. Moderne IT en informatiebeveiliging zijn voor de MIVD van vitaal belang. De MIVD werkt stapsgewijs en meerjarig naar het genereren van toekomstbestendig vermogen om dreigingen in een hoogtechnologische omgeving te kunnen onderkennen en pareren, terwijl voldaan kan worden aan de hoge eisen op het gebied van Wiv, compliance en verantwoording.

Met betrekking tot de huisvesting is in 2022 besloten, in relatie tot de groei van de MIVD en de AIVD, een derde locatie voor permanent gebruik toe te kennen. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de instandhouding van de bestaande locatie en de renovatie van interim locaties waarvan de tijdige oplevering van essentieel belang is voor een ongestoorde bedrijfsvoering en samenwerking van de beide diensten.

6.2 Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Grote lopende ICT-projecten

De 10 grote ICT projecten die in 2022 op het IT Rijks ICT-dashboard stonden, worden geüpdatet. In 2022 is één toets van het Adviescollege ICT-toetsing geweest. Dit was het programma Roger. Over uitvoeringsrisico's en privacyrisico's van deze projecten wordt gerapporteerd in afzonderlijke rapportages aan de Tweede Kamer.

Gebruik open standaarden en open source software

Het beleid inzake open standaarden en open source software wordt zoveel mogelijk gevolgd.

Betaalgedrag

Bij Defensie is sprake van een gecompliceerde keten van aanvragen van een bestelling tot en met betaling met veel koppelvlakken tussen inkoop, logistiek en financiën. Defensie heeft over 2022 91,98% van de facturen tijdig betaald. Dat is hoger dan de harde norm van 90%, maar lager dan de streefnorm waarbij 95% van alle facturen binnen 30 dagen na ontvangst van de factuur moeten zijn betaald. Het percentage over 2022 is lager dan de score van 94,0% over het begrotingsjaar 2021. De hoofdoorzaken die hebben bijgedragen aan de daling zijn:

  • Het proces blijft vele koppelvlakken en afhankelijkheden kennen;

  • De druk op de verschillende ketens is hoog, waardoor het tijdig afdoen van facturen niet altijd de hoogste prioriteit heeft;

  • Het gebruik van e-facturatie door leveranciers is in 2022 gestabiliseerd;

  • De invoering van robotisering kost tijd;

  • De onderbezetting bij FABK.

In 2022 is een robot voor tijdig betalen eenduidig ingericht en defensiebreed ingezet. De robot stuurt vanaf juli 2022 wekelijks naar actiehouders een melding met alle openstaande facturen met een verzoek om informatie of blokkade. Daarnaast wordt momenteel een dashboard ontwikkeld dat inzicht geeft in de realisatie van de betaalnorm en de reden waarom facturen niet kunnen worden betaald. Het dashboard zal defensiebreed worden gebruikt om te sturen op realisatie van de betaalnorm.

Audit Comité

Het Audit Comité (AC) is het adviesorgaan van Defensie met betrekking tot audit- en bedrijfsvoeringsaangelegenheden. Het AC is in 2022 zes keer bij elkaar gekomen waarbij de voornaamste agendapunten waren:

  • De aanpak van de aandachtspunten die door de ADR en AR zijn geconstateerd;

  • Het curriculum bedrijfsvoering NLDA;

  • Het managen van megaprojecten;

  • De voortgang van de auditprogrammering;

  • De Defensienota 2022;

  • De geïntegreerde stuur- en verantwoordingsrapportage;

  • De evaluatie van het AC.

Uit de evaluatie is de wens naar voren gekomen om meer het gesprek te voeren over de (strategische) risico’s en het risicomanagement en meer te werken met thema’s waarbij gefocust wordt op de achterliggende vraag c.q. adviesvraag. Tevens is er behoefte om weer werkbezoeken voor externe leden te organiseren voor de gewenste inhoudelijke verdieping van een thema.

Departementale checks and balances

De departementale checks and balances voor subsidieregelingen zijn in 2022 aangescherpt. In haar Verantwoordingsonderzoek 2021 merkte de Algemene Rekenkamer op dat er al enige jaren geen staatssteunanalyses worden verricht voorafgaand aan de subsidieverstrekking. Juridische Zaken is in 2022 met deze analyse gestart voor drie subsidies, dit heeft niet tot bevindingen geleid. Binnen de subsidieportefeuille wordt nadrukkelijk toegezien op de naleving van de vijfjaarlijkse evaluaties conform Awb art. 4.24. In dit kader zijn in 2022 tien subsidie-evaluaties afgerond. De resultaten van deze evaluaties zijn uiteengezet in bijlage 2 Afgerond evaluatie- en overig onderzoek van dit jaarverslag. Onderwerp van onderzoek zijn de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie, de doelmatigheid en de vraag of subsidie het juiste instrument is om het defensiebeleid uit te voeren. Voor 2023 staan geen wettelijke subsidie-evaluaties gepland.

Normenkader Financieel Beheer

Er hebben in 2022 geen wijzigingen plaats gevonden in het departementaal toezicht op het normenkader financieel beheer.

Beheer NGF-projecten

Niet van toepassing voor Defensie.

Bedrijfsvoeringsrisico’s en/of problemen als gevolg van COVID-19

Ten opzichte van 2021 zijn er geen nieuwe bedrijfsvoeringsrisico’s en/of problemen als gevolg van COVID-19 bijgekomen. Het hybride werken is meer gemeengoed geworden waar dit mogelijk is, en wordt steeds breder ondersteund. De taskforce COVID-19 is per 1 augustus 2022 opgeheven. Enkele resterende COVID taken zijn in de reguliere lijn belegd. COVID-19 wordt behandeld als alle andere mogelijke virussen en is onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering. Dit vormt geen separaat risico meer.

6.3 Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Evaluatiefunctie

Binnen het DGB is in 2022 verder invulling gegeven aan de randvoorwaarden voor goede beleidsevaluaties. Het gaat hierbij om de praktische uitwerking van (interdepartementale) kaders voor het borgen van de kwaliteit van beleid, de lancering van een intranetpagina over beleid maken en evalueren, de ontwikkeling van een online opleidingsmodule en de ondersteuning van de (beleids)directies bij lopende en startende evaluaties.

Nieuwe IT geneeskundige keten

Defensie heeft op 8 april 2022 voor het Militaire Revalidatie Centrum Aardenburg in Doorn een nieuw en marktconform elektronisch patiënten dossier (EPD) geïmplementeerd en in gebruik genomen.

Met dit nieuwe EPD en de hierop aangepast werkwijze is een uitfaserend EPD vervangen. Defensie heeft hiermee voor de revalidatiezorg de bedrijfscontinuïteit, de patiëntveiligheid en de compliancy aan wet- en regelgeving geborgd.

Het nieuwe EPD is aangesloten op en geïntegreerd in het eerder in 2021 geïmplementeerde EPD voor de eerstelijnsgezondheidszorg. Defensie heeft hiermee de basis voor de geïntegreerde zorg voor haar militairen verbreed en verstevigd. Dit met de verwachting betere zorgkwaliteit te kunnen leveren en beter voorbereid te zijn op de ontwikkelingen in de reguliere en operationele zorg.

Dit project maakte onderdeel uit van het vernieuwingsprogramma Smart Band-Aid waarin Defensie de informatievoorziening van zowel de reguliere als de operationele gezondheidszorg verbetert en voorbereidt op de toekomst.

Informatiebeveiliging heeft ook in de zorg prioriteit. Defensie verbetert daarom naast de informatievoorziening ook de informatiebeveiliging voor de zorg. In 2022 zijn de eerste zorgbedrijven voor de NEN7510- en een ISO 27000-normen gecertificeerd. Dit zijn het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG), het Militair Revalidatie Centrum (MRC) en het Centraal Militair Hospitaal (CMH). Bij de andere zorgbedrijven zijn vergelijkbare maatregelen en voorbereidingen op certificeringen onderhanden.

In 2022 zijn hiermee wederom stappen gezet om de Militaire GezondheidsZorg te versterken. In lijn met de Defensienota 2022 is de ondersteuning aan de krijgsmacht verbeterd.

Energietransitie

Defensie rapporteert vanaf rapportagejaar 2019 jaarlijks over de energiedoelstellingen en het energieverbruik. De doelstellingen zijn in 2020 met het Plan van aanpak energietransitie Defensie (Kamerstuk 34 919, nr. 74) vastgesteld. Met de uitvoeringsagenda Duurzaamheid (Kamerstuk 36 124, nr 25) zijn naast de geactualiseerde energiedoelstellingen ook de kpi's voor durrzaamheid gepubliceerd.

Vanaf dit jaar zal worden gerapporteerd met de twee belangrijkste kpi's voor duurzaamheid, zoals aangekondigd met de kamerbrief Rapporteren voortgang bouwen aan een toekomstbestendige krijgsmacht (Kamerstuk 33 763, nr 155):

  • CO2-reductie uitgedrukt in een percentage t.o.v. het referentiejaar 1990;

  • Het percentage gebruikte duurzame brandstoffen.

Deze KPI's zijn opgenomen in het KPI-overzicht in het Beleidsverslag 3.7.

Daarnaast zijn kpi's in ontwikkeling voor:

  • zakelijke mobiliteit;

  • duurzame opwekking op defensieterreinen;

  • duurzame projectvoorstellen.

CO2-reductie

Defensie wil bijdragen aan de nationale doelstelling van 55% CO2-reductie ten opzichte van 1990. Voor de reductie van CO2-emissie van het operationeel materieel maken we het voorbehoud dat dit niet onze inzet mogelijkheden mag beperken of onze mensen in gevaar brengen.

De CO2-reductie in 2022 is 54% ten opzichte van de emissie van 1990. Defensie ligt hiermee op schema om de doelstelling van 55% reductie in 2030 te bereiken. Dit zal echter niet eenvoudig zijn. De reductie is namelijk mede het gevolg van de krimp van de defensieorganisatie in de afgelopen decennia. Aangezien Defensie de komende jaren blijft groeien en daarmee de energiebehoefte ook zal groeien, blijven de geplande duurzaamheidsmaatregelen nodig om te voorkomen dat de CO2-uitstoot gaat stijgen. 

Duurzame brandstoffen

Een van de belangrijke maatregelen om CO2-emissie te reduceren, ondanks gelijkblijvend of stijgend brandstofverbruik, is het toepassen van duurzame brandstoffen. Defensie zet daarom in op het gebruik van gemiddeld 30% duurzame brandstof in 2030. In 2021 is Defensie al begonnen met het structureel bijmengen van 20% biobrandstof voor wegdiesel. In de contracten voor scheepsdiesel wordt inmiddels rekening gehouden met 10% biobrandstof en in internationaal verband is overeenstemming bereikt over het gebruik van het Central Europe Pipeline System voor kerosine met biobrandstof. Hierdoor kan Defensie in de komende jaren verdere stappen zetten naar het gewenste doel voor 2030.

Het percentage ingekochte biobrandstoffen in 2022 is 20% voor de reguliere diesel voor voertuigen. Voor de scheeps- en vliegtuigbrandstoffen is dit nog 0%.

Verder is aangesloten bij exogene financieringsmogelijkheden. Zo zijn er voor de Begroting van 2022 klimaatgelden vrijgemaakt voor zonnepanelen op defensievastgoed, quickscans voor energie-opwekking op Rijksgronden Defensie en specifike verduurzamingsmaatregelen. Voor de begroting 2023 en verder onderzioeken we de mogelijkheden om aan te sluiten bij klimaatgelden voor verduurzamingsmaatregelen bij de transformatie van het defensievastgoed en voor de bedrijfsvoering van Defensie.

C. JAARREKENING

7 7 Departementale verantwoordingsstaat

Tabel 18 Departementale verantwoordingsstaat 2022 van het Ministerie van Defensie (X) (Bedragen x € 1.000)
  

(1)

  

(2)

  

(3)=(2)-(1)

 

Artikel Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en

     

vastgestelde begroting

 

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

          

TOTAAL

12.370.802

12.732.385

141.952

13.050.283

12.845.903

180.733

679.481

113.518

38.781

          

Beleidsartikelen

5.414.889

5.463.958

132.956

6.316.596

6.133.902

164.392

901.707

669.944

31.436

          

1. Inzet

162.677

190.426

2.907

403.767

313.048

11.954

241.090

122.622

9.047

2. Koninklijke Marine

823.417

844.737

10.881

994.611

953.169

14.214

171.194

108.432

3.333

3. Koninklijke Landmacht

1.447.638

1.447.638

7.875

1.611.486

1.599.670

11.521

163.848

152.032

3.646

4. Koninklijke Luchtmacht

681.581

681.581

12.111

701.883

757.147

19.459

20.302

75.566

7.348

5. Koninklijke Marechaussee

486.905

486.905

4.459

576.984

569.037

6.206

90.079

82.132

1.747

7. Defensie Materieel Organisatie

607.093

607.093

26.245

696.021

651.098

26.341

88.928

44.005

96

8. Defensie Ondersteuningscommando

1.205.578

1.205.578

68.478

1.331.844

1.290.733

74.697

126.266

85.155

6.219

          

Niet-beleidsartikelen

6.955.913

7.268.427

8.996

6.733.687

6.712.001

16.341

‒ 222.226

‒ 556.426

7.345

          

9. Algemeen

212.174

212.174

0

199.989

198.188

6.136

‒ 12.185

‒ 13.986

6.136

10. Apparaat Kerndepartement

1.511.283

1.511.283

8.996

1.646.937

1.627.052

10.205

135.654

115.769

1.209

11. Geheim

15.265

15.265

0

16.894

16.894

0

1.629

1.629

0

12. Nog onverdeeld

259.393

259.393

0

0

0

0

‒ 259.393

‒ 259.393

0

13. Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

4.957.798

5.270.312

0

4.869.867

4.869.867

0

‒ 87.931

‒ 400.445

0

8 Samenvattende verantwoordingsstaat baten-lastenagentschap

Tabel 19 Samenvattende verantwoordingsstaat 2022 inzake baten-lastenagentschap van het Ministerie van Defensie (X) (bedragen x € 1.000)
  

(1) vastgesteldebegroting

 

(2) Realisatie

(3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting

(4) Realisatie t-1

Baten-lastendienst Paresto

      

Totale baten

 

75.915

 

77.047

1.132

66.470

Totale lasten

 

75.915

 

71.876

‒ 4.039

63.414

Saldo van baten en lasten

   

5.171

5.171

3.056

Totaal kapitaalontvangsten

     

Totaal kapitaaluitgaven

   

2.591

2.591

1.237

9 Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap Paresto per 31 december 2022

Tabel 20 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap Paresto 2022 (bedragen x € 1.000)12
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie t-1 (4)

Baten

    

- Omzet

75.915

76.698

783

65.520

waarvan omzet moederdepartement

57.220

60.745

3.525

51.120

waarvan omzet overige departementen

495

575

80

1.796

waarvan omzet derden

18.200

15.378

‒ 2.822

12.604

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

349

349

950

Totaal baten

75.915

77.047

1.132

66.470

     

Lasten

    

Apparaatskosten

75.833

73.093

‒ 2.740

61.944

- Personele kosten

49.763

47.675

‒ 2.089

42.024

waarvan eigen personeel

42.269

44.437

2.168

39.367

waarvan inhuur externen

6.775

2.747

‒ 4.028

2.213

waarvan overige personele kosten

719

490

‒ 228

444

- Materiële kosten

26.069

24.063

‒ 2.006

19.920

waarvan apparaat ICT

0

65

65

218

waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

0

waarvan overige materiële kosten

1.000

803

‒ 197

244

Rentelasten

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

82

123

41

95

- Materieel

82

123

41

95

waarvan apparaat ICT

3

0

‒ 3

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

79

123

44

95

- Immaterieel

0

0

0

0

Overige lasten

0

15

15

1.375

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

1.355

waarvan bijzondere lasten

0

15

15

20

Totaal lasten

75.915

71.876

‒ 4.039

63.414

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

5.171

5.171

3.056

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

5.171

5.171

3.056

X Noot
1

Door afrondingsverschillen kan er een verschil ontstaan in de optelling.

X Noot
2

Voor inzicht en leesbaarheid zijn de vergelijkende cijfers voor omzet moeder en bijzondere baten anders gerubriceerd

Toelichting op de staat van baten en lasten

De totale baten bestaan uit omzet en bijzondere baten. De omzet is onder te verdelen in een drietal categorieën: moederdepartement, overige departementen en derden en bedraagt €76,7 miljoen. De bijzondere baten zijn €0,3 miljoen.

Rentebaten Er zijn geen rentebaten ontvangen in 2022.

Bijzondere baten In 2022 is de definitieve aanslag van de suppleties omzetbelasting 2020 en 2021 ontvangen vanuit de belastingdienst. Uit deze suppleties is €0,1 miljoen ontvangen. Tevens is hier een bedrag van €0,1 miljoen opgenomen voor het niet voldoen aan de contractueel overeen gekomen prestatienorm van een leverancier.

Omzet moederdepartement De omzet moederdepartement bedraagt €60,7 miljoen. Voor €24,4 miljoen is dit gerelateerd aan de geleverde producten en diensten en daarmee marktconform qua factureringssystematiek van cateringondersteuning. Voor €36,3 miljoen betreft dit de vergoeding die Paresto ontvangt voor de personele en materiële inzet op de locaties conform dienstverleningsafspraken met de opdrachtgever (aanneemsom).

Tabel 21 Omzet moederdepartement (bedragen in miljoenen euro's)

Omzet moederdepartement

60,7

Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten

24,4

Waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement

36,3

Tabel 22 Personele kosten (bedragen in miljoenen euro's)
  

Vastgestelde begroting

 

Realisatie

 

(bedragen x € 1)

 

Vte'n

Prijs per Vte

Vte'n

Prijs per Vte

      

Militair personeel

 

57

€ 65.464,00

57

€ 69.448,00

Burgerpersoneel

 

696

€ 56.399,00

685

€ 59.831,00

      

Inhuur en uitzendkrachten

 

80

€ 84.688,00

35

€ 77.856,00

Totaal/Gemiddeld

 

833

€ 59.739,00

777

€ 61.349,00

Door Paresto is ook in 2022 op de personele en inhuurkosten gestuurd. Zo zijn onder meer tijdelijke contracten niet allemaal verlengd en vacatures werden gevuld als was aangetoond dat de werkdruk anders te hoog zou worden voor de bestaande formatie. De prijs per VTE voor militair en burgerpersoneel ligt boven de begroting als gevolg van de nieuwe arbeidsvoorwaarden.

Materiële kosten

De post materiële kosten bestaat voornamelijk uit ingrediëntskosten (€23,2 miljoen).

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten voor 2022 betroffen bedrijfskleding (€81 duizend), soepuitgiftepunten (€18 duizend) en diverse overige vaste activa (€24 duizend).

Bijzondere lasten

De bijzondere lasten hebben betrekking op facturen van leveranciers/lasten van voorgaand boekjaar.

Resultaatbestemming

Het resultaat over 2022 bedraagt €5,2 miljoen. Het resultaat wordt conform de vigerende regelgeving verrekend met het eigen vermogen.

Tabel 23 Balans per 31 december 2022 (bedragen x € 1.000)1
 

Balans 31-12-2022

Balans 31-12-2021

Activa

  

Vaste activa

  

Materiële vaste activa

260

292

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

153

116

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

107

176

Immateriële vaste activa

0

0

Vlottende activa

  

Voorraden en onderhanden projecten

599

529

Debiteuren

594

239

Overige vorderingen en overlopende activa

2.479

1.525

Liquide middelen

14.258

12.700

Totaal activa:

18.190

15.285

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

  

Exploitatiereserve

3.183

2.628

Onverdeeld resultaat

5.171

3.056

Voorzieningen

0

1.355

Langlopende schulden

  

Leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Kortlopende schulden

  

Crediteuren

1.129

386

Belastingen en premies sociale lasten

148

83

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Overige schulden en overlopende passiva

8.558

7.777

Totaal passiva

18.190

15.285

X Noot
1

Door afrondingsverschillen kan er een verschil ontstaan in de optelling.

Toelichting op de balans

Materiële vaste activa

In 2022 is voor €43 duizend geïnvesteerd in verrijdbare meubels en voor € 48 duizend in overige kleinere activa.

Voorraden

De op de balans opgenomen voorraden betreffen de voorraden op de locaties van Paresto.

Debiteuren

De debiteuren bestaan uit vorderingen op het moederdepartement (€0,2 miljoen), rijks onderdeel (€0,1 miljoen) en derden (€0,3 miljoen). De toename ten opzichte van 2021 vindt zijn oorsprong in de COVID-19 maatregelen van eind 2021 waardoor er toen geen banqueting- en maatwerkactiviteiten konden plaatsvinden. Bij de post ‘debiteuren’ wordt rekening gehouden met het vermoedelijk oninbare deel. Dit bedrag is bepaald op €23 duizend.

Overige vorderingen en overlopende activa

Deze post is nader te specificeren in nog te ontvangen van het moederdepartement (€1,6 miljoen) en derden (€0,9 miljoen).

In de overige vorderingen zit een post ‘nog te factureren bedragen’. Deze post bestaat grotendeels uit banqueting- en maatwerkactiviteiten die na de kassluiting in december hebben plaatsgevonden. De toename ten opzichte van 2021 vindt zijn oorsprong in de COVID-19 maatregelen van eind 2021 waardoor er toen geen banqueting- en maatwerkactiviteiten konden plaatsvinden.

Liquide middelen

De post liquide middelen omvat vooral de gelden in rekening courant bij het Ministerie van Financiën (€14,3 miljoen).

Passiva

Eigen vermogen

In 2022 heeft een afdracht van €2,5 miljoen aan het moederdepartement plaatsgevonden. De grens voor het eigen vermogen 2022 is €3,3 miljoen (maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen 3 jaar). Met een eigenvermogenspositie van €8,4 miljoen, vindt in 2023 een afdracht van €5,1 miljoen plaats aan het moederdepartement.

Voorzieningen

In 2021 is een voorziening getroffen van €1,4 miljoen ten behoeve van personele kosten die Paresto met terugwerkende kracht verwacht over 2021. De effecten van het aan 2021 gerelateerde deel van de nieuwe arbeidsvoorwaarden zijn onttrokken aan de voorziening.

Leningen

Er zijn geen lopende leningen.

Crediteuren

Het crediteurensaldo bestaat uit schulden aan derden. De toename ten opzichte van 2021 vindt zijn oorsprong in de COVID-19 maatregelen van eind 2021 waardoor toen geen banqueting- en maatwerkactiviteiten konden plaatsvinden.

Belastingen en premies sociale lasten

De belastingen en premies sociale lasten hebben betrekking op de Btw-aangifte van december.

Overige schulden en overlopende passiva

Het saldo overige verplichtingen en overlopende passiva bestaat uit moederdepartement (€4,3 miljoen) en derden (€4,2 miljoen). De overige schulden bestaan met name uit de salarissen van december (€3,3 miljoen) en het resterende deel van de ontvangen vergoeding voor het verstrekken van gratis fruit (€1 miljoen).

De vakantieverplichtingen aan het personeel bestaan uit €2,7 miljoen aan vakantiedagen en €1,4 miljoen aan vakantiegelden. De stijging is grotendeels het gevolg van de nieuwe arbeidsvoorwaarden.

Tabel 24 Kasstroomoverzicht over 2022 (bedragen x € 1.000)12
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

1. Rekening courant RHB 1 januari 2022 +  depositorekeningen

12.775

12.694

‒ 81

totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

75.915

75.667

‒ 247

totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 75.915

‒ 71.519

4.396

2. Totaal operationele kasstroom

0

4.149

4.149

totaal investeringen (-/-)

0

‒ 91

‒ 91

totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3. Totaal investeringskasstroom

0

‒ 91

‒ 91

eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

‒ 2.500

‒ 2.500

eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4. Totaal financieringskasstroom

0

‒ 2.500

‒ 2.500

5. Rekening courant RHB 31 december 2022 + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

12.775

14.253

1.478

X Noot
1

Door afrondingsverschillen kan er een verschil ontstaan in de optelling.

X Noot
2

Maximale roodstand is 0,5 miljoen euro

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode gaat men uit van het resultaat en de mutaties van het werkkapitaal.

Kasstroom uit operationele activiteiten

De kasstroom uit operationele activiteiten bestaat uit de kasstroom bedrijfsactiviteiten, de mutatie in het werkkapitaal en de ontvangen dan wel betaalde interest. De ontvangsten zijn lager uitgevallen. Dit wordt veroorzaakt door hogere standen voor debiteuren en nog te factureren bedragen ten opzichte van 2021. De uitgaven zijn lager vanwege lagere kosten voor inhuur.

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

In 2022 is voor €43 duizend geïnvesteerd in verrijdbare meubels en voor €48 duizend in overige kleinere activa.

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

In 2022 is geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. In 2022 heeft een afdracht van €2,5 miljoen aan het moederdepartement plaatsgevonden.

Tabel 25 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2022
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2019

2020

2021

2022

2022

Generiek deel

     

Totaal omzet verkopen

37.378

26.695

34.122

41.606

43.523

VTE-totaal

805

726

742

777

833

- waarvan in eigen dienst

695

697

710

742

753

- waarvan inhuur

110

29

32

35

80

Saldo van baten en lasten (%)

‒ 3%

‒ 1%

5%

7%

0%

Specifiek deel

     

Aantal locaties

76

76

76

76

77

Productiviteit per medewerker (omzet per Vte)

46.433

35.400

45.987

53.540

52.218

% Ziekteverzuim

7%

8%

8%

8%

8%

% Bruto marge locaties

33%

41%

43%

44%

41%

Totaal omzet verkopen

Dit betreft de gehele omzet welke verkregen is uit de in rekening gebrachte verkopen voor verrichte leveranties en diensten. De aan de opdrachtgever gefactureerde aanneemsom valt hier in principe niet onder. De twee uitzonderingen staan vermeld in onderstaande toelichting.

Tabel 26 Omzet Paresto 2022
  

Vastgestelde begroting

Realisatie 2022

Omzet regulier

 

30.764

26.092

Omzet niet regulier

 

12.759

14.207

Omzet aanneemsom

  

1.307

Totaal omzet verkopen

 

43.523

41.606

De omzet bedrijfsvoering is onder te verdelen in de volgende productgroepen:

  • De omzet regulier betreft onder andere de verkopen in de bedrijfsrestaurants en kantines op locaties;

  • De omzet niet-regulier is omzet van onder andere evenementen, vergaderingen, diners en recepties die op locaties worden gehouden;

  • De omzet aanneemsom heeft betrekking op de factuur van het Koninklijk Huis en de bijdrage ten behoeve van het Militair Revalidatiecentrum.

De lagere gerealiseerde omzet voor regulier wordt veroorzaakt door lagere gastenaantallen mede als gevolg van hybride werken. Voor niet-regulier is een inhaalslag geweest als gevolg van de COVID-19 jaren.

Totaal VTE Dit betreft het gemiddelde VTE over het jaar gesplitst naar in eigen dienst en inhuur. Inhuur personeel is schaars gebleken. Mede als gevolg van deze schaarste is geïnvesteerd in het uitbreiden van het eigen personeel waar dit noodzakelijk was.

Saldo van baten en lasten (%) Dit wordt berekend door het gerealiseerde resultaat te delen door baten. De toelichting over gerealiseerde resultaat is eerder behandeld bij Staat van Baten en Lasten.

Aantal locaties:Dit betreft het aantal locaties waar Paresto aanwezig is als leverancier van de standaard catering activiteiten. Ten opzichte van 2021 is de locatie Rucphen toegevoegd en is één van de locaties op de Frederikkazerne gesloten.

Productiviteit per medewerker Dit wordt berekend door Totaal omzet verkopen te delen door Totaal VTE.

Mede als gevolg van de lagere beschikbare inhuur is meer gestuurd op efficiënte inzet van de eigen medewerkers. Dit resulteert in een hogere productiviteit.

Ziekteverzuim Dit wordt berekend door het aantal ziektedagen te delen door de werkelijke personeelssterkte maal het aantal kalenderdagen van een maand. Paresto zit met 8,1% net boven de norm van 8%.

% Brutomarge locaties Dit is het percentage van totale omzet verkopen verminderd met inkoopkosten ten opzichte van de totale omzet verkopen.

De stijging van het bruto marge percentage ten opzichte van 2021 wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een toename in banqueting- en maatwerkactiviteiten.

10 Saldibalans

Tabel 27 Saldibalans per 31 december 2022 van het Ministerie van Defensie (X) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2022

 

31-12-2021

 

Passiva

31-12-2022

 

31-12-2021

          

Intra-comptabele posten

       

1

Uitgaven ten laste van de begroting

12.845.895

 

12.094.798

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

180.729

 

166.530

3

Liquide middelen

80.314

 

60.555

     

4

Rekening-courant RHB1

   

4a

Rekening-courant RHB

12.457.000

 

11.776.578

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

   

5a

Begrotingsreserves

   

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

83.579

 

73.721

7

Schulden buiten begrotingsverband

372.059

 

285.967

8

Kas-transverschillen

        

Subtotaal intra-compatabel

13.009.788

 

12.229.073

Subtotaal intra-comptabel

13.009.788

 

12.229.073

          

Extra-comptabele posten

       

9

Openstaande rechten

   

9a

Tegenrekening openstaande rechten

   

10

Vorderingen

29.148

 

79.533

10a

Tegenrekening vorderingen

29.148

 

79.533

11a

Tegenrekening schulden

   

11

Schulden

   

12

Voorschotten

2.769.139

 

1.555.994

12a

Tegenrekening voorschotten

2.769.139

 

1.555.994

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

   

13

Garantieverplichtingen

   

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

1.509.338

 

1.282.129

14

Andere verplichtingen

1.509.338

 

1.282.129

15

Deelnemingen

   

15a

Tegenrekening deelnemingen

   

Subtotaal extra-comptabel

4.307.625

 

2.917.655

Subtotaal extra-comptabel

4.307.625

 

2.917.655

          

Totaal

17.317.413

 

15.146.728

Totaal

17.317.413

 

15.146.728

X Noot
1

Rijkshoofdboekhouding

Door afrondingen kan het totaal afwijken van de som van de onderdelen.

In 2022 worden de meeste balansposten tegen de koers van 31 december 2022 verantwoord. Uitgezonderd zijn een aantal voorschotten en verplichtingen waarvoor de CEP-koers (Centraal Economisch Plan) van maart 2022 is gebruikt en posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

Intra-comptabele posten

ad 1 en 2 Uitgaven ten laste en – ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de posten uitgaven en ontvangsten zijn de per saldo gerealiseerde uitgaven en – ontvangsten opgenomen. De bedragen komen overeen met de bedragen uit de verantwoordingsstaat. Door een andere afrondings-systematiek is er een verschil met de verantwoordingsstaat waar per artikel naar boven wordt afgerond.

ad 3 Liquide middelen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 80.314 en bestaat uit de volgende saldi:

Tabel 28 Saldo liquide middelen (bedragen x € 1.000)

Kas

€ 12.924

Bank

€ 67.390

Totaal

€ 80.314

ad 4 en 4a Rekening-courant RHB

Deze post geeft per saldo de financiële verhouding met de RHB weer. Het bedrag is per 31 december 2022 in overeenstemming met de opgave van de RHB.

ad 6 Vorderingen buiten begrotingsverband

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 83.579

Als criterium voor de toelichting van vorderingen geldt een grensbedrag van € 10.000. Voor vorderingen die zijn betaald voor 2022 en nog niet werden terugontvangen, geldt een grensbedrag van €2.000.

Vanuit de samenwerking met Duitsland tijdens MINUSMA staat er nog een bedrag open van € 2.780. Duitsland heeft de uitstaande facturen nog niet betaald. Ook in 2022 zijn pogingen ondernomen om dit vlot te trekken, maar volgens DEU hoefden ze niet meer te betalen omdat met de Technical Agreement(TA) voor de overname van het kamp alle eerdere (financiële) verplichtingen zouden vervallen. Daarop is aan de juridisch adviseur van Defensie gevraagd of dit daadwerkelijk zo in de TA staat en het ook zo moet worden geïnterpreteerd. Op basis van het antwoord van de juridisch adviseur zal binnenkort weer een poging worden ondernemen om de facturen betaald te krijgen.

ad 7 Schulden buiten begrotingsverband

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 372.059. Dit bedrag bestaat grotendeels uit af te dragen loonheffing en sociale lasten (€ 120.183) en daarnaast uit vooruit ontvangen gelden van derden (€ 229.525) voor nog te maken uitgaven. Het restant van € 22.351 betreft gelden die door Defensie worden aangehouden voor derden.

Extra-comptabele posten

ad 9 Openstaande rechten

Het saldo op de saldibalans is nihil. Voor zover aanwezig zijn deze posten opgenomen onder het bedrag van extra-comptabele vorderingen. Er wordt hiervoor geen aparte administratie gevoerd.

ad 10 Vorderingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 29.148

Tabel 29 Verdeling vorderingen naar categorie (bedragen x € 1.000)

Aard van de vordering

Bedrag

Personeel

€ 7.297

Medische bedrijven

€ 5.150

Diversen

€ 7.372

Buitenlandse mogendheden

€ 6.411

Koninklijke Schelde Groep lening

€ 2.918

Saldo vorderingen 31-12-2022

€ 29.148

Als criterium voor de toelichting van vorderingen geldt een grensbedrag van € 10.000.

De vordering, ingesteld in 2004, op de Koninklijke Schelde Groep B.V. (KSG) van nominaal € 20.420, betreft een aan de KSG verstrekt krediet ter gedeeltelijke financiering van de investeringen voor herinrichting en verhuizing in verband met een nieuwe bouwplaats voor marine activiteiten op de locatie Sloegebied te Vlissingen. Begin 2018 is met de KSG een herzien aflossingsschema afgesproken met de laatste termijnbetaling in 2024. Het openstaande vorderingenbedrag op 31 december 2022 bedroeg € 2.918.

Een bedrag van € 12.113 betreft een ingestelde vordering op Fa. Mercedes. Dit betreft een boete die door Defensie is ingesteld na ontbinding van het contract levering voor het 12 kN Air Assault Voertuig. De vordering is ingesteld op 18 november 2021. Het is nog onbekend wanneer dit bedrag wordt ontvangen.

De verdeling van de vorderingen naar opeisbaarheid is hieronder in een tabel weergegeven.

Tabel 30 Verdeling vorderingen naar opeisbaarheid (bedragen x € 1.000)

Direct opeisbaar

€ 13.219

Op termijn opeisbaar

€ 15.929

Geconditioneerd

€ -

Totaal

€ 29.148

Er zijn geen vorderingen groter dan € 2.000 buiten invordering gesteld.

ad 11 Schulden

Het saldo op de saldibalans is nihil.

ad 12 Voorschotten

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 2.769.139.

Alle voorschotten van voor 2008 staan tegen de maandkoers van december 2007 gewaardeerd en de voorschotten vanaf 2008 zijn gewaardeerd tegen de op het moment van verstrekking geldende maandkoers of de CEP-koers van maart 2022. Uitgezonderd zijn de posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

De verdeling van de voorschotten naar ouderdom is vermeld in onder-staande tabel.

Tabel 31 Verdeling voorschotten naar ouderdom (bedragen x € 1.000)

Jaar van ontstaan

Beginstand per 01-01-2022

Nieuwe voorschotten

Afgerekende voorschotten

Eindstand per 31-12-2022

≤2018

€ 27.509

 

€ 15.490

€ 12.019

2019

€ 47.485

 

€ 14.728

€ 32.757

2020

€ 84.360

 

€ 52.822

€ 31.538

2021

€ 1.396.640

 

€ 173.142

€ 1.223.498

2022

 

€ 1.489.582

€ 20.255

€ 1.469.327

Totaal

€ 1.555.994

€ 1.489.582

€ 276.437

€ 2.769.139

Als criterium voor de toelichting van voorschotten geldt een grensbedrag van € 100.000.

Voor de declaraties van het ABP met betrekking tot de post-actieven is in 2021 een bedrag van € 1.160.165 en in 2022 een bedrag van € 1221.224 betaald. Door gesprekken met de APG over de tarievennota die langer duurde dan voorzien is de accountantscontrole 2021 vertraagd. In december 2022 heeft Defensie laten weten in te stemmen met de tarievennota 2021. De verwachting is dat deze voorschotten in 2023 worden afgedaan.

ad 13 Garantieverplichtingen

Het saldo op de saldibalans is nihil.

Op 31 december 2022 stond één garantie open. Dit betreft een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van personeel. De looptijd is onbepaald en er is geen gegarandeerd bedrag vastgesteld. De overeenkomst regelt de verhouding tussen Defensie en de Vereniging met als doel de belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden als gevolg van uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen, gekoppeld aan de financiering van een woning, weg te nemen. In 2022 heeft geen uitkering plaatsgevonden.

ad 14 Andere verplichtingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 1.509.338.

De meeste verplichtingen staan in de administratie tegen de maandkoers. Reeds ingevoerde bestellingen en verplichtingen worden jaarlijks geherwaardeerd gebruikmakend van de CEP-koers van maart 2022. Daarnaast zijn er posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

Bij de nieuw aangegane verplichtingen is uitgegaan van de methode van het opnemen in de rekening van zowel de positieve als negatieve bijstellingen van oude verplichtingen.

Tabel 32 Andere verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Andere verplichtingen 01/01/2022

€ 1.282.129

Aangegane andere verplichtingen in verslagjaar

€ 13.276.901

Subtotaal

€ 14.559.030

Tot betaling gekomen in verslagjaar

€ 13.049.692

Openstaande andere verplichtingen per 31/12/2022

€ 1.509.338

Als criterium voor de toelichting van openstaande verplichtingen geldt een grensbedrag van € 100.000.

Tot en met 2022 had de Kustwacht Nederland voor de uitvoering van luchtverkenningstaken en voor Search and Rescue (SAR) de beschikking over 2 Dorniers en SAR-helikopters. Zowel de Dorniers als de SAR-helikopters zijn aan het eind van hun levensduur. Ter vervanging van zowel de Dorniers als de helikopters is ervoor gekozen om leasecontracten af te sluiten in plaats van eigen toestellen aan te schaffen. In 2020 is ter vervanging van de huidige Dorniers een leasecontract afgesloten voor de inzet van 2 DASH-8 vliegtuigen met de firma PAL/Jet-Support voor een periode van 10 jaar. De uitvoering van het contract is aangevangen op 31 oktober 2022. Het op 1 januari 2023 nog openstaande verplichtingenbedrag bedraagt € 164.318. Aangezien het contract voor de Dorniers in februari 2022 verliep is in 2021 nog een interimcontract afgesloten met General Atomics Aero Tec Systems ter overbrugging van de periode februari tot juli 2022. Op dit contract staat nog een verplichting open van € 129 voor een in 2022 uitgevoerde reparatie.

In 2021 is ter vervanging van de huidige SAR-helikopers een leasecontract afgesloten met Bristow Helicopters LTD. Het gaat hierbij om een 10 jarig full service contract voor de inzet van SAR-helikopters t.b.v. de Kustwacht Nederland. Totale waarde van dit contract is € 190.154, dit is tevens de stand van de nog openstaande verplichtingen. Uitvoering van het contract is gestart op 4 november 2022.

Nederland participeert in het Strategic Airlift Capability (SAC) programma van de NAVO, een multinationaal samenwerkingsverband van twaalf landen. Hierbij wordt gevlogen met drie Boeing C-17 Globemasters van de NATO Airlift Management Agency (NAMA) naar diverse missies. In 2022 is gevlogen op Irak(CBMI), Bulgarije(Air Policing) en Polen(schenkingen t.b.v. Oekraïne) De betalingen en leveringen staan gepland tot en met 2033. Het saldo van de openstaande verplichtingen bedraagt € 306.102. Voor de contributiebijdrage aan NAVO, Alliance Operations & Missions(AOM) en aan de EU, European Peace Facility(EPF) staat nog € 1.709 aan verplichtingen open.

ad 15 Deelnemingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt nihil.

11 WNT-verantwoording 2022

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor Defensie heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings­maximum bedraagt in 2022 € 216.000.

Tabel 33 Bezoldiging van topfunctionarissen in euro's 20221

Naam instelling

Naam top-functionaris

Functie

Datum aanvangdienstverband(indien vantoepassing)

Datum eindedienstverband(indien van toepassing)

Omvang dienst-verband in fte( + tussen haakjes omvang in 2021)

Op externe inhuurbasis (nee; ≤ 12 mnd; > 12 mnd)

Beloning plus kostenvergoe-dingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Totale bezoldiging in 2022 (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Individueel toepasselijk bezoldigings-maximum

Bedrag overschrijding

Motivering (indien overschrijding)

MINDEF

BAUER

CHAIRMAN MILITARY COMITE

  

1,00

nee

181.198,18

17.552,16

198.750,34

216.000,00

  
     

(1,00)

 

(176.766,59)

(16.519,23)

(193.285,82)

  

MINDEF

BOEKHOLT-O'SULLIVAN

PROJECTDIRECTEUR TRANSITIE & PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR GENERAAL BELEID

01-06-2022

 

1,00

nee

92.693,27

10.238,76

102.932,03

126.641,10

  
            

MINDEF

BOOTS

PLAATSVERVANGEND COMMANDANT DER STRIJDKRACHTEN

  

1,00

nee

195.818,11

17.552,16

213.370,27

216.000,00

  
     

(1,00)

 

(141.971,54)

(14.162,41)

(156.133,95)

  

MINDEF

EICHELSHEIM

COMMANDANT DER STRIJDKRACHTEN

  

1,00

nee

202.490,21

17.552,16

220.042,37

216.000,00

4.042,37

2

     

(1,00)

 

(202.968,84)

(16.517,43)

(219.486,27)

  

MINDEF

LAAN, VAN DER

HOOFD PMV-NAVO

  

1,00

nee

162.448,32

17.552,16

180.000,48

216.000,00

  
     

(1,00)

 

(158.388,01)

(16.515,68)

(174.903,69)

  

MINDEF

LEIJTENS

COMMANDANT KONINKLIJKE MARECHAUSSEE

  

1,00

nee

181.023,04

17.552,16

198.575,20

216.000,00

  
     

(1,00)

 

(176.424,01)

(16.517,42)

(192.941,43)

  

MINDEF

LUYT

COMMANDANT DER LUCHTSTRIJDKRACHTEN

  

1,00

nee

190.392,36

17.552,17

207.944,53

216.000,00

  
     

(1,00)

 

(184.570,71)

(16.519,17)

(201.089,88)

  

MINDEF

SPRANG, VAN

INSPECTEUR GENERAAL DER STRIJDKRACHTEN

  

1,00

nee

169.994,76

17.552,16

187.546,92

216.000,00

  
     

(1,00)

 

(164.701,21)

(16.517,42)

(181.218,63)

  

MINDEF

TAK

DIRECTEUR DIRECTIE AANSTUREN OPERATIONELE GEREEDHEID /

28-02-2022

 

1,00

nee

145.577,97

14.773,06

160.351,03

181.676,71

  
  

CORPS COMMANDER 1 GERMAN-NETHERLANDS CORPS PER 17 MAART 2022

         

MINDEF

TAS

COMMANDANT DER ZEESTRIJDKRACHTEN

  

1,00

nee

170.316,58

17.552,16

187.868,74

216.000,00

  
     

(1,00)

 

(51.440,92)

(5.545,79)

(56.986,71)

  

MINDEF

VERBEEK

COMMANDANT DEFENSIE ONDERSTEUNINGSCOMMANDO

  

1,00

nee

169.065,30

17.552,16

186.617,46

216.000,00

  
     

(1,00)

 

(164.803,95)

(16.515,68)

(181.319,63)

  

MINDEF

WAARD, DE

DIRECTEUR DEFENSIE MATERIEEL ORGANISATIE

  

1,00

nee

169.546,24

17.552,16

187.098,40

216.000,00

  
     

(1,00)

 

(168.764,35)

(16.519,17)

(185.283,52)

  

MINDEF

WIJNEN

COMMANDANT DER LANDSTRIJDKRACHTEN

  

1,00

nee

169.493,03

17.552,17

187.045,20

216.000,00

  
     

(1,00)

 

(164.701,21)

(16.515,68)

(181.216,89)

  
X Noot
1

Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2022 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden.

X Noot
2

De overschrijding wordt in februari 2023 teruggevorderd.

Tabel 34 Bezoldiging van niet-topfunctionarissen in euro's 20221

Naam instelling

Functie

Datum aanvangdienstverband(indien vantoepassing)

Datum eindedienstverband(indien van toepassing)

Omvang dienst-verband in fte( + tussen haakjes omvang in 2021)

Beloning plus kostenvergoe-dingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Totale bezoldiging in 2022 (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Individueel toepasselijk drempelbedrag

Motivering

MINDEF

STRATEGISCH ADVISEUR A

  

1,00

221.151,21

17.552,16

238.703,37

216.000,00

2

    

(1,00)

(263.521,57)

(16.520,94)

(280.042,51)

 

MINDEF

HOOFD HELI OPS /

  

1,00

227.634,87

17.552,16

245.187,03

216.000,00

3

 

PROJECTLEIDER CAT-1 SR PER 11 AUGUSTUS 2022

  

(1,00)

(117.838,14)

(16.520,94)

(134.359,08)

 

MINDEF

COMMANDANT VLIEGEND OPS SQUADRON /

  

1,00

213.378,01

10.803,77

224.181,78

216.000,00

 
 

HOOFD SECTIE AWC & R&D COÖRDINATIE PER 23 JULI 2022

  

(1,00)

(116.395,33)

(16.279,40)

(132.674,73)

 
X Noot
1

Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er nog vier andere functionarissen die in 2022 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen maar die op basis van artikel 1.5a WNT niet gerapporteerd hoeven te worden.

X Noot
2

Betrokkene heeft rang van kolonel en is werkzaam als Board member in Brussel. Doordat de functie op generaal niveau is ingeschaald, ontvangt betrokkene een bijzondere tegemoetkoming. Hierdoor ontstaat een overschrijding van de gemaximeerde norm.

X Noot
3

Bindingspremie, zonder bindingspremie geen overschrijding.

D. BIJLAGEN

Bijlage 1: Toezichtrelaties Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen

Tabel 35 Overzichtstabel inzake RWT’s en ZBO’s van het Ministerie van Defensie (Bedragen x € 1.000)

SZVK

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

Bedrag

€ -

€ -

€ -

€ -

nee

Bijzonderheden

     
      

SWOON

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

Bedrag

€ 15.545,00

€ 18.450,00

€ -

€ -

nee

Bijzonderheden

     
      

SKD

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

Bedrag

€ 16.902,00

€ 17.141,00

€ -

€ -

nee

Bijzonderheden

     
      

NLVi

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

Bedrag

€ 21.765,00

€ 24.502,00

€ 1.295,00

€ 1.313,28

nee

Bijzonderheden

 

SZVK

De Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK) is namens het ministerie van Defensie belast met de uitvoering van de ministeriële regeling Ziektekostenverzekering militairen. De activiteiten van de SZVK richten zich uitsluitend op militairen in actieve dienst aangezien deze niet vallen onder de werking van de Zorgverzekeringswet (ZVW). De SZVK ontvangt geen financiële bijdragen van Defensie om haar taken uit te voeren, maar verkrijgt haar inkomsten uit ziektekostenpremies die Defensie afdraagt. Daarnaast vergoedt Defensie een deel van de kosten van de schadelast die als gevolg van vliegen, inzet, varen en oefenen (VIVO-schade) kan optreden en die niet ten laste van de verzekering wordt gebracht en voor rekening van Defensie als werkgever komt. Naar huidig inzicht kwalificeert deze betaling van de VIVO-schadevergoeding zich niet als een bijdrage van het moederdepartement aan een RWT.

SWOON

De Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON) ziet in het kader van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek toe op het wetenschappelijke niveau van het onderwijs en onderzoek op de Nederlandse Defensie Academie. De stichting verzorgt de wetenschappelijke bachelor- en masterprogramma’s als onderdeel van de officiersopleiding, in overeenstemming met de eisen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Verder verleent de stichting graden die behoren bij wetenschappelijk onderwijs, laat zij opleidingen accrediteren en geaccrediteerd houden en verzorgt ze wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van de wetenschappelijke opleidingen.

SKD

De Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD) draagt zorg voor het beheren van de museale collectie van Defensie (Nationaal Militair Museum (NMM), Mariniersmuseum, Marinemuseum en Museum der Marechaussee). Zij stelt zich daarnaast ten doel de bezoekers aan de hand van een uiteenlopend activiteitenaanbod, met vaste en tijdelijke exposities, inzicht te laten verwerven in de betekenis van de krijgsmacht voor onze samenleving in heden, verleden en toekomst.

NLVi

Het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) is een Rechtspersoon met een Wettelijke Taak en voert taken uit op het gebied van veteranenwelzijn en geeft uitvoering aan het veteranenbeleid zoals dit staat beschreven in de veteranenwet. Het NLVI is op 1 januari 2021 ontstaan dankzij het samengaan van zes organisaties of organisatiedelen te weten: stichting het Veteraneninstituut, stichting De Basis, stichting Nederlandse Veteranendag (NLVD), het programmabureau Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV), de zorgcoördinatie van het Algemeen Burgerlijk Pensioen­fonds (ABP) en de coördinatie van de nuldelijnsondersteuning van het Veteranenplatform (VP).

Bijlage 2: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

Deze bijlage biedt een overzicht van evaluaties en onderzoeken die in de periode 2019-2022 door, in opdracht van, of in samenwerking met Defensie zijn uitgevoerd.

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) sluit deze bijlage aan op de Strategische Evaluatieagenda (SEA) uit de begroting 2022. Dit betekent dat de thematische indeling van onderstaande tabel correspondeert met de thematische indeling van de SEA 2022. Tevens wordt in deze bijlage de status aangegeven van elk onderzoek uit de begroting 2022 hoofdstuk 2.5 «Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen» waarvan het geplande afrondingsjaar 2022 betreft. 

Voor elke in het verslagjaar opgeleverde beleidsdoorlichting staat in deze bijlage een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen. In 2022 is een beleidsdoorlichting van artikel 5 ‘Koninklijke Marechaussee’ (KMar) afgerond. Binnen dit artikel is de invoering van Informatiegestuurd Optreden (IGO) over de periode 2008-2022 bij de KMar onderzocht. Ten behoeve van de leesbaarheid van deze bijlage, staat in de tabel hieronder een linkje naar het eindrapport met conclusies en aanbevelingen. Onder de tabel is een korte samenvatting van de bevindingen en een link naar de Kabinetsreactie te vinden.

Verder zijn in deze bijlage de afgeronde evaluaties en onderzoeken opgenomen die reeds in de jaarverslagen 2021, 2020 en 2019 staan. 

Tabel 36 Afgerond evaluatie- en overig onderzoek: Thema 1. Inzetbaarheid

Titel

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen

Begrotings-artikelen

Subthema 1.1. Bijdragen aan nationale en internationale veiligheid

 

Evaluatie Nederlandse bijdrage aan missies en operaties in 2018

Tussentijdse evaluatie

2019

Afgerond

Download het rapport met de belangrijkste bevindingen hier.

1

EMASOH

Ex-post (missie) evaluatie

2021

Afgerond

Download het rapport met conclusies en aanbevelingen hier.

1

Een missie in een missie. De Nederlandse bijdrage aan de VN Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatie Missie in Mali (MINUSMA) 2014-2019

Ex-post (missie) evaluatie

2022

Afgerond

Download het rapport met conclusies en aanbevelingen hier.

1

Subthema 1.2. Zorgen voor kwantitatief en kwalitatief inzetbaar personeel

Militaire gezondheidszorg

Beleidsdoorlichting

2023 i.p.v. 2022

Lopend

Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het MGZ-beleid in de periode april 2011 tot september 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. Hiervoor wordt naar de herstructurering van de MGZ gekeken. In de Memorie van Toelichting bij de Defensiebegroting 2020 (Kamerstuk 35300-X) is in bijlage 7.5 «Evaluatie- en overig onderzoek» toegezegd dat deze beleidsdoorlichting in 2022 wordt opgeleverd. Helaas heeft het evaluatieproces vertraging opgelopen. De planning van de beleidsdoorlichting is daarom gewijzigd en de uitkomsten worden uiterlijk in het derde kwartaal van 2023 aan de Kamer toegestuurd. De Kamer is hier op 22 december 2022 over geïnformeerd (Kamerstuk 31516, nr. 38).

8

Subthema 1.3. Realiseren van (technologisch) hoogwaardig en inzetbaar materieel

COTS/MOTS

Beleidsdoorlichting

2021

Afgerond

Download het rapport met conclusies en aanbevelingen hier.

6 & 7

Subthema 1.4. Borgen van een betrouwbare organisatie van ondersteunende diensten en voorzieningen

Toekomstvast - goedbeheerd

Interdepartementaal beleidsonderzoek

2021

Afgerond

Download het rapport met conclusies en aanbevelingen hier.

6

Tabel 37 Afgerond evaluatie- en overig onderzoek: Thema 2. Adaptief en informatiegestuurd

Titel

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen

Begrotings-artikelen

Subthema 2.1. Realiseren van een informatiegestuurde organisatie

 

Initiatief cybersecurity

Ex-durante / ex-post evaluatie

2021

Afgerond

Dit initiatief was aangedragen i.h.k.v. de Operatie Inzicht in Kwaliteit (OIIK) en was gericht op het opdoen van ervaring bij het opzetten van een monitor om output en outcome te meten. Deze operatie is formeel afgerond met de vierde voortgangsrapportage van de OIIK. Met het initiatief zijn ervaringen opgedaan hoe binnen Defensie meer te sturen op output door het formuleren en monitoren van meetbare doelstellingen. Deze ervaringen zijn bij voorbeeld meegenomen in de ontwikkeling van de beleidskaart.

10 & 11

Informatiegestuurd optreden bij de Koninklijke Marechaussee (IGO Kmar)

Beleidsdoorlichting

2022

Afgerond

Download het rapport met conclusies en aanbevelingen hier.

5

GrIT

Ex-durante evaluatie

n.v.t.

Anders

In 2015 is het ministerie van Defensie gestart met een grootschalig IT-vernieuwingsprogramma, genaamd Grensverleggende IT (GrIT). De Tweede Kamer heeft GrIT in februari 2021 aangewezen als groot project, zoals bedoeld in de Regeling Grote Projecten (RGP). Dit betekent dat Defensie met een basisrapportage en halfjaarlijkse voortgangsrapportages rapporteert aan de Tweede Kamer. Daarnaast was een tussenevaluatie op de uitvoering van GrIT in 2022 door de Auditdienst Rijk (ADR) voorzien. Gelet op de omvang en diepgang van de RGP-rapportages, en het gegeven dat de ADR controles uitvoert op zowel de basisrapportage als de voortgangsrapportages, wordt van een extra tussenevaluatie door de ADR afgezien. In dit kader is verder relevant dat het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) in 2023 een BIT-toets zal uitvoeren op de beheersing van GrIT.

6

Tabel 38 Afgerond evaluatie- en overig onderzoek: Thema 3. Betrouwbare partner en werkgever

Titel

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen

Begrotings-artikelen

Subthema 3.1. Zorgen voor goede (inter)nationale relaties en inbedding

 

Stichting Koninklijke Defensiemusea

Periodieke subsidie-evaluatie

2019

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2019 is daarom de subsidie aan de Stichting Koninklijke Defensiemusea geëvalueerd.In de evaluatie wordt geconcludeerd dat dankzij de subsidie vrijwel alle beleidsdoelen zoals door Defensie geformuleerd, ruimschoots zijn behaald. De resultaten van het in 2006 ingezette traject herinrichting Museaal Bestel Defensie kunnen dan ook grotendeels als positief worden beoordeeld. De gekozen subsidierelatie is de meest gangbare en sluit aan op de richtlijnen van OCW. In de evaluatie worden een viertal punten genoemd waardoor de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de verstrekte subsidie zou kunnen worden geoptimaliseerd.

9

Nationaal Comité Herdenking Capitulatie Wageningen 1945

Periodieke subsidie-evaluatie

2021

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2020 is daarom de subsidie aan het NCHC geëvalueerd.De doelstellingen en activiteiten van NCHC leveren een waardevolle en unieke bijdrage voor Defensie, namelijk het herdenken van de capitulaties en vieren van de verkregen vrijheid alsook aandacht vragen voor de wereldwijde vraagstukken van Vrede, Vrijheid en Veiligheid vanuit Wageningen, Stad der Bevrijding. De subsidie is zowel doeltreffend als doelmatig.

9

Stichting Nederlandse Veteranendag

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Nederlandse Veteranendag geëvalueerd.De effecten van de activiteiten in het kader van de Nederlandse Veteranendag op het gebied van (maatschappelijke) erkenning en waardering zijn overwegend positief. De activiteiten dragen bij aan de doelstellingen van de stichting en de beleidsdoelstellingen van Defensie. Stichting NLVD weet met een redelijk stabiel budget een steeds groter effect te genereren. De subsidie is zowel doetreffend als doelmatig.

9

Stichting Veteraneninstituut (Vi)

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Veteraneninstituut (Vi) geëvalueerd.De activiteiten uitgevoerd door het Vi dragen bij aan beleids- en subsidiedoelstellingen op het gebied van erkenning en waardering voor veteranen. Met het uitvoeren van haar taken leverde het Vi een meerwaarde op het gebied van veteranenwelzijn. Doelmatigheid en doeltreffendheid van sommige activiteiten is in enkele gevallen moeilijk te bepalen vanwege de aard van de activiteiten die het opstellen van prestatie-indicatoren bemoeilijkt.

9

Stichting de Basis

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting de Basis geëvalueerd.De activiteiten van stichting de Basis dragen bij aan het verbeteren van de gezondheid en het welzijn van veteranen en hun relaties. Van niet alle activiteiten zijn duidelijke prestatie-indicatoren opgesteld. Dit komt mede door de aard van de werkzaamheden. Hierdoor is het niet altijd mogelijk om de doeltreffendheid en doelmatigheid vast te stellen. Desondanks leverde de stichting een unieke bijdrage aan het veteranenwelzijn. De stichting is voor het leveren van maatschappelijk werk gebonden aan professionele standaarden en richtlijnen op het gebied van maatschappelijke zorg hetgeen ook bijdraagt aan een doelmatige en doeltreffende zorgverlening.

9

Vereniging Veteranenplatform

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Vereniging Veteranenplatform geëvalueerd.Het Veteranenplatform voert een belangrijke taak uit op het gebied van erkenning, waardering en zorg voor veteranen. Deze taak voor erkenning en waardering is opgenomen in de Veteranenwet en het Veteranenbesluit. Het is echter niet altijd mogelijk om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de activiteiten aan te tonen, wat onder andere ligt aan de aard van de activiteiten. De speerpunten van het VP sluiten wel (in bredere zin) aan op de beleidsdoelstellingen van Defensie.

9

Stichting Nationale Taptoe

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Nationale Taptoe geëvalueerd.De activiteiten van de Nationale Taptoe dragen bij aan de doelstelling van Defensie en de zichtbaarheid van Defensie in de samenleving. Het militaire karakter dient behouden te blijven, ook voor het aantrekken van een breder en nieuw publiek. Defensie kan deze activiteiten zelf niet doelmatiger uitvoeren, omdat dit duurder is en kan leiden tot verdringingseffecten.

9

Universiteit van Amsterdam (Leerstoel Militair recht)

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Universiteit van Amsterdam (Leerstoel militair recht) geëvalueerd.De subsidie voor de Leerstoel is effectief en het subsidie instrument is doelmatig in relatie tot het Defensiebeleid. De Leerstoel levert een waardevolle en unieke bijdrage aan het onderwijs van specialistisch defensiepersoneel en het levert relevant wetenschappelijke onderzoek. Er bestaan geen twijfels over nut, wenselijkheid en doelmatigheid van deze subsidie. De subsidie dient in hoge mate de onderwijsbelangen van het ministerie van Defensie, welke niet elders gediend kunnen worden, en draagt aanzienlijk bij aan het verhogen van het wetenschappelijk niveau op het terrein van het militair recht.

9

Stichting Maritiem Kenniscentrum

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Maritiem Kenniscentrum geëvalueerd.Het MKC heeft de volgende activiteiten uitgevoerd: het creëren en onderhouden van een adequate maritieme kennisbasis bij het bedrijfsleven en de overheid en het onderhouden van een kennisinfrastructuur door het creëren van een maximale synergie en interactie tussen de verschillende kennisgebieden. Het MKC heeft door het uitvoeren van de bovengenoemde activiteiten laten zien dat deze bijdragen aan de beleidsdoelen van Defensie. Defensie kan deze activiteiten niet zelf uitvoeren (voor deze minimale middelen) wegens expertise en mogelijke verdringingseffecten.

9

Stichting Historische Vlucht

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Historische Vlucht geëvalueerd.De subsidie voor de Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht is effectief en doelmatig in relatie tot het Defensiebeleid. Defensie kan deze activiteiten niet zelf uitvoeren omdat dit leidt tot hogere kosten en mogelijke verdringingseffecten. De instandhouding van de Nederlandse militaire luchtvaarthistorie en het opbouwen van kennis hiervan vinden op relatief goedkope wijze plaats dankzij de vrijwilligers. Aangezien de zichtbaarheid en publieke relaties van Defensie hiermee ondersteund worden is deze subsidie doeltreffend. Een subsidie is daarbij het meest geschikte instrument.

9

Stichting wetenschappelijk onderwijs en onderzoek (SWOON) NLDA

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting wetenschappelijk onderwijs en onderzoek (SWOON) NLDA geëvalueerd.De subsidie voor de Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA is effectief en het instrument is doelmatig. De activiteiten van de Stichting dragen bij aan de doelstelling van Defensie tot mogelijk maken van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek binnen de Faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensie Academie. Defensie kan deze activiteiten niet zelf uitvoeren.

9

Stichting Phantasy in Blue

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Phantasy in Blue geëvalueerd.De subsidie Stichting PHiB is onvoldoende doeltreffend omdat het aantal activiteiten sterk afnam en daarmee onvoldoende bijdraagt aan de doelen van Defensie (zichtbaarheid). Ondanks dat de subsidie een minimum aan Defensiemiddelen heeft gevergd, is de subsidie onvoldoende doelmatig omdat er te weinig activiteiten voor Defensie zijn uitgevoerd. Daarnaast is de inzet van het instrument subsidies duur en administratief intensief, waardoor een alternatieve wijze van bekostiging meer passend is. Op basis van deze conclusies is het advies om de subsidie niet voort te zetten.

9

Invictus Games

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Anders

De Invictus Gamessubsidie is een incidentele (of eenmalige) subsidie. Het wettelijk kader (Awb. 4.24) schrijft voor structurele subsidies eens in de vijf jaar te evalueren. Deze subsidie is daarom via een separaat traject verantwoord.

9

ASL BISL

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Anders

Deze evaluatie is niet uitgevoerd. ASL BISL voert geen activiteiten meer uit in het kader van de subsidie ASL BISL. Deze subsidie is in proces van beëindiging.

9

Subthema 3.2. Zorgen voor een integere organisatie en veilige werkomgeving

 

Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS)

Ex-post evaluatie

2022

Afgerond

Download het rapport met conclusies en aanbevelingen hier.

Artikel-overstijgend

PvA Veiligheid

Ex-durante evaluatie

2022

Afgerond

Download het rapport met feitelijke bevindingen hier.

Artikel-overstijgend

Diversiteitsbeleid

Ex-durante evaluatie

2023 i.p.v.2022

Uitstel

Deze evaluatie is gericht op het diversiteitsbeleid van Defensie en is een vervolg op het onderzoek «Grenzen aan de Eenheid» dat het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in 2016/2017 heeft uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Defensie.

Artikel-overstijgend

Barrières uitzenden vrouwelijke militairen

Ex-durante / ex-post evaluatie

2024i.p.v. 2022

Uitstel

De Nederlandse krijgsmacht heeft zich gecommitteerd aan het ‘Elsie Initiatief’, dat gericht is op het vergroten van het aantal vrouwelijke militairen en politie in VN-vredesmissies. Een van de onderdelen van het initiatief is een zogeheten ‘barrière assessment’; een onderzoek om inzichtelijk te maken welke drempels in de organisatie het uitzenden van vrouwelijke militairen belemmeren. Het onderzoek is in het voorjaar 2022 in opdracht gegeven aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) en sluit aan op een lopend onderzoek naar de zorgbehoefte van vrouwelijke veteranen. Het barrière assessment start daarom in 2023, het afrondingsjaar is overeenkomstig gewijzigd.

Artikel-overstijgend

Tabel 39 Afgerond evaluatie- en overig onderzoek: Overig

Titel

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen

Begrotings-artikelen

Omvorming 13de Gemechaniseerde brigade

Beleidsdoorlichting

2019

Afgerond

Download het rapport met conclusies en aanbevelingen hier.

3

Vorming Joint Defensie Helikopter Commando

Beleidsdoorlichting

2019

Afgerond

Download het rapport met conclusies en aanbevelingen hier.

4

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK)

Ex-durante evaluatie

2020

Afgerond

Vierjaarlijkse evaluatie van het FNIK-convenant. Bij de evaluatie die in 2020 is afgerond is teruggeblikt op de periode 2015 tot en met 2018. waarbij wordt gekeken naar de inhoud, het functioneren, de uitvoering en het beschikbare budget. In de laatste evaluatie wordt geadviseerd om de toerekening aan FNIK te verbeteren, maar de hoogte van het budget niet aan te passen. Wel is in 2021 de verdeelsleutel tussen departementen geactualiseerd.

1

Afgeronde beleidsdoorlichtingen 2022

In 2022 is een beleidsdoorlichting van artikel 5 ‘Koninklijke Marechaussee’ (KMar) afgerond. Binnen dit artikel is de invoering van Informatiegestuurd Optreden (IGO) over de periode 2008-2022 bij de KMar onderzocht.

Op basis van de bestudeerde documenten, afgenomen interviews en verzamelde informatie blijkt uit de beleidsdoorlichting dat de invoering van IGO heeft bijgedragen aan de drie oorspronkelijk gestelde beleidsdoelstellingen, te weten (1) verbetering van de informatiepositie van de KMar waardoor (2) de effectiviteit en (3) de doelmatigheid van het optreden van de KMar zijn verhoogd.

Naar aanleiding van de beleidsdoorlichting zijn vijf aanbevelingen opgesteld. Ten eerste dient de toelichting (meetbaarheid) van doelstellingen verbeterd te worden, aan de hand van een vooraf uitgevoerde «nulmeting». Ten tweede dient de KMar te beschikken over een «state of the art» informatiehuishouding en daartoe gebruik te kunnen maken van de Defensie innovatiebudgetten. Ten derde dienen de arbeidsvoorwaarden de met IGO beoogde werkwijze te bevorderen en ten vierde moet met prioriteit het reeds begonnen proces worden voortgezet om de op het strategisch niveau geformuleerde effecten te vertalen naar resultaten en tactische opdrachten. De vijfde aanbeveling betreft het verbeteren van de interne afstemming tussen staven.

Klik hier voor de volledige kabinetsreactie.

Overgangsperiode naar de SEA

Zoals in de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) vermeld, zullen de verslagjaren 2021, 2022 en 2023 als overgangsperiode naar de SEA gelden.

In de defensiebegroting van 2021 is een eerste opzet van de SEA opgenomen. Om deze opzet te verbeteren, heeft Defensie het afgelopen jaar de thematische indeling van de SEA overeenkomstig de inhoud van de nieuwe Defensienota (2022) gewijzigd. Dit betekent dat voor elke actielijn uit de Defensienota een thema op de SEA is geplaatst. Dat zijn de zes thema’s:

  • 1. Krachtige ondersteuning

  • 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

  • 3. Versterken van specialismen

  • 4. Meer Europese samenwerking

  • 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

  • 6. Informatiegestuurd werken en optreden

In het jaarverslag 2023 worden de uitgevoerde evaluaties en onderzoeken conform deze nieuw thema-indeling in kaart gebracht.

Klik hier om de defensiebegroting 2022 te downloaden, met in hoofdstuk 2.4 «Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen» de SEA waarop deze bijlage betrekking heeft.

Klik hier om de defensiebegroting 2023 te downloaden, met in hoofdstuk 2.4 «Strategische Evaluatieagenda» de actuele programmering van onderzoeken en evaluaties.

Op www.rijksfinancien.nl is een interactieve versie van de SEA te vinden, raadpleeg hiervoor het overzicht ingepland en uitgevoerd onderzoek.

Bijlage 3: Inhuur externen

Tabel 40 Inhuur externen (bedragen x € 1.000)

1. Interim-management

1.900

 

2. Organisatie- en formatieadvies

2.227

 

3. Beleidsadvies

6.359

 

4. Communicatieadvisering

808

 

Beleidsgevoelig

 

11.294

5. Juridisch advies

574

 

6. Advisering opdrachtgevers automatisering

142.464

 

7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie

1.570

 

(Beleids)ondersteunend

 

144.608

8. Uitzendkrachten (formatie en piek)

65.253

 

Ondersteuning bedrijfsvoering

 

65.253

Totaal uitgaven inhuur externen

 

221.155

In 2022 geeft Defensie € 221 miljoen uit aan externe inhuur binnen haar defensiebegroting en het DMF. Voor het DMF betreft dit met name de inhuur voor IT capaciteit voor ontwikkeling en instandhouding van haar IT projecten. De kosten van inhuur door de batenlastendienst Paresto zijn ook in dit overzicht verwerkt voor een bedrag van € 2,7 miljoen.

De personele uitgaven (inclusief de mindering van de uitgaven van de pensioenen en kosten plaatsing in het buitenland) komen uit op € 5,204 miljard. De totale uitgaven voor externe inhuur zijn lager dan vorig jaar (-€8,7 miljoen). Dit komt voornamelijk door minder inhuur van IT capaciteit (-€ 18 miljoen). Bij de inhuur voor beleidsondersteunende functies zien we daarentegen een stijging van € 4 miljoen.

Het inhuurpercentage van Defensie, conform de rijksbrede berekeningswijze, komt uit op 4,2% procent. Dit percentage is 0,7% lager dan vorig jaar. Dit wordt verklaard door de eerder genoemde daling van de inhuur. Deze wordt versterkt door een stijging van de personele uitgaven (met € 500 miljoen) ten opzichte van vorig jaar onder meer een gevolg van de gewijzigde arbeidsvoorwaarden .

Tabel 41 Inhuur externen buiten raamovereenkomsten 2022

Aantal overschrijdingen maximumuurtarief

Geen

Toelichting

 

Bijlage 4: Integriteitsmeldingen

Sinds 2012 heeft Defensie de rapportagesystematiek inzake integriteit in overeenstemming gebracht met de sector Rijk. In 2022 zijn er 667 meldingen vastgelegd in de registratiesystemen betreffende een (vermoedelijke) integriteitschending.

De overgang naar een nieuwe registratiesystematiek heeft bijgedragen aan een toename van de geregistreerde meldingen. Mogelijk is de meldingsbereidheid verhoogd omdat het makkelijker is geworden om een melding te doen.

Tabel 42 Type (vermeende) Integriteitsschendingen 2021-2022

Type (vermeende) integriteitsschendingen

2021

2022

Standdatum:

-

2-1-23

Financiële schendingen

28

24

Misbruik positie, bevoegdheden en belangenverstrengeling

14

25

Lekken en misbruik van informatie

16

15

Misbruik van geweldsbevoegdheid

0

0

Ongewenste omgangsvormen

92

281

Misdragingen in de privésfeer

83

151

Oneigenlijk gebruik van dienstmiddelen

81

30

Overschrijding interne regels

55

121

Overige

2

20

Totaal

271

667

De drie meest voorkomende geregistreerde typen van (vermoedelijke) integriteitsschendingen zijn:

  • 1. Ongewenste omgangsvormen: meldingen betreffen vooral (verbale) intimidatie, seksuele intimidatie, kwaadspreken en pesten.

  • 2. Misdragingen in de privésfeer: meldingen gaan voornamelijk over het plegen van strafbare feiten in de vrije tijd van medewerkers.

  • 3. Overschrijding interne regels: meldingen gaan voornamelijk over het niet volgen van overige procedures/ regels en drugsgebruik of -bezit.

Integriteitsonderzoeken Het bevorderen van integriteit vereist dat vermoedens van integriteitsschendingen zorgvuldig worden opgepakt. Integriteitsonderzoek biedt de mogelijkheid om te leren van een voorval en maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen. Een persoonsgericht onderzoek kan ook leiden tot rechtspositionele maatregelen.

Per 1 januari 2020 is de Aanwijzing SG/A989 ‘Protocol Interne Onderzoeken Defensie’ gewijzigd zodat de kwaliteit beter gewaarborgd kon worden. Eén van de wijzigingen is dat de COID commandanten adviseert over het instellen van een integriteitsonderzoek5. Dit is een bindend advies, waarvan enkel in overleg met de SG kan worden afgeweken. De COID onderzoekt in opdracht van de commandant alle gevallen, waarin er sprake is van een vermoeden van een integriteitsschending of een misstand. De afstemming tussen eenheden, adviseurs en onderzoekers van de COID is van groot belang om eenheden goed te ondersteunen. In dat kader heeft de Directeur COID een zelfstandige onderzoeksbevoegdheid gekregen. In 2022 zijn er door de COID 18 integriteitsonderzoeken gestart, in 2021 waren dat er 11.

Koninklijke Marechaussee De KMar is een militaire politieorganisatie en voert haar taken op basis van de Politiewet, waar medewerkers verregaande bevoegdheden en verantwoordelijkheden hebben. Van hen wordt daarom een nog hoger integriteitsbesef verwacht dan bij de andere krijgsmachtdelen. Om die reden wordt aan relatief lichte vergrijpen een zwaarder gewicht toegekend en wordt vrij snel een onderzoek gestart naar een vermeende schending. De onderzoeken worden bij de KMar uitgevoerd in opdracht van bevoegd gezag door de Sectie Interne Onderzoeken, indien blijkt dat er sprake is van schendingen of daar direct duidelijkheid over is worden rechtspositionele trajecten door bevoegd gezag geïnitieerd waar bij deze wordt ondersteund door de afdeling Juridisch HR Advies.

Deze cijfers worden apart weergegeven. Bij de KMar6 zijn in 2022 116 rechtspositionele trajecten gestart, en 121 rechtspositionele trajecten aangaande integriteit afgerond. Hieronder bevinden zich trajecten die al in 2021 zijn gestart. In 115 van deze trajecten is er geconcludeerd dat er daadwerkelijk sprake was van een integriteitsschending.

Niet ieder vermoeden van een integriteitsschending leidt of hoeft te leiden tot een integriteitsonderzoek. Commandanten hebben meer opties om ongewenst of niet integer gedrag te begrenzen, bespreekbaar te maken of te beëindigen.

MaatregelenDe volgende maatregelen zijn in 2022 naar aanleiding van rechtspositionele trajecten en formele integriteitsonderzoeken7 genomen, exclusief DOSCO:

  • 16 ambtenaren zijn ontslagen;

  • 51 keer is een ambtsbericht opgemaakt of is de ambtenaar berispt;

  • 1 keer heeft verplaatsing plaatsgevonden;

  • 51 keer is een andere maatregel genomen8.

Sommige integriteitsonderzoeken hebben tot meerdere maatregelen geleid. Nog niet in alle integriteitsdossiers die in 2022 hebben gespeeld is besloten of er (rechtspositionele) maatregelen volgen. Een afhandeling kan ook leiden tot een cultuuronderzoek. Ook dan worden er geen rechtspositionele maatregelen genomen. Dit soort onderzoek is namelijk gericht op leren en verbeteren.

Jaarverslag Integriteit Defensie Het jaarverslag Integriteit Defensie 2022 geeft meer duiding aan en inzicht in de integriteitsontwikkelingen binnen Defensie.

Bijlage 5: Rapportage burgerbrieven

Tabel 43 Bezwaarschriften

Aantal verslagjaar (nieuw)

Aantal afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Percentage afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Aantal ontvangen ingebrekestellingen

Bedrag betaalde dwangsommen

20

6

28,6%

2

(€) 0,-

Tabel 44 Klachten

Aantal verslagjaar

Aantallen afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Percentage afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

602

428

71,1%

Tabel 45 Woo-verzoeken (tot 1 mei 2022 Wob-verzoeken)

Aantal verslagjaar

Aantal afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Percentage afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Aantal ontvangen ingebrekestellingen

Bedrag betaalde dwangsommen

103

67

65,0%

10

(€) 31.200,-

Tabel 46 Wiv-verzoeken

Aantal verslagjaar

Aantal afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Percentage afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Aantal ontvangen ingebrekestellingen

Bedrag betaalde dwangsommen

34

34

100%

0

(€) 0

Tabel 47 Rijksoverheid - e-mailberichten en telefonie

Aantal ontvangen via rijksoverheid in verslagjaar

  

Aantal doorgestuurd naar Defensie

Percentage doorgestuurd naar Defensie

7.987

1.720

21,4%

In 2022 zijn er twaalf bezwaarschriften minder ontvangen dan in 2021. Vier ontvangen bezwaarschriften zien op de verklaring van geen bezwaar, negen bezwaarschriften hebben betrekking op de Wet open overheid (Woo, tot 1 mei 2022 Wet openbaarheid van bestuur) en twee zijn er ingediend in het kader van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv). Voorts zien drie ontvangen bezwaarschriften op de Militaire Luchtvaart Autoriteit en zijn twee bezwaarschriften ontvangen in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

Het aantal gerapporteerde klachten over 2022 betreft de klachten van burgers in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (32), de klachten over gedragingen van ambtenaren van de KMar bij de uitvoering van hun in de Politiewet 2012 omschreven taken (569) en de klachten binnengekomen bij de Militaire Luchtvaart Autoriteit (1). Het aantal klachten over gedragingen van ambtenaren van de KMar is aanzienlijk toegenomen ten opzichte van 2021. Die stijging is te verklaren door de beëindiging van de coronamaatregelen.

Het aantal Woo-verzoeken en Wiv-verzoeken is in 2022 nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2021.

Naast de bovengenoemde categorieën heeft Defensie in 2022 tevens 270 overige burgerbrieven ontvangen. Dat is een aanzienlijke toename ten opzichte van 2021. De toename is te verklaren doordat er veel is gebeurd op Defensiegebied en actuele thema's vaak in het nieuws zijn, waaronder de oorlog in Oekraïne.

Bijlage 6: Veiligheid

In een brief aan de Kamer van 1 februari 2021 over het vervolg werkzaamheden van de Visitatiecommissie Defensie & Veiligheid (Kamerstuk 34 919 nr. 76) is toegezegd dat Defensie de transparante communicatie over veiligheid voort zal zetten en verder zal vergroten. Deze toezegging is bevestigd in een brief aan de Kamer van 21 juni 2021 «Aanbieden jaarrapport 2021 van de Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid» (Kamerstuk 34 919 nr. 81), en tijdens het commissiedebat Veiligheid en Integriteit op 16 februari 2022.

In deze bijlage vindt u de toezeggingen aan de Kamer naar aanleiding van aanbevelingen van de OvV en de IVD, inclusief de voortgang van de uitvoering. Een aantal toezeggingen was al eerder gemeld als afgedaan. Daarnaast is er een aantal toezeggingen die zijn uitgevoerd en die we in dit overzicht formeel afdoen. Deze toezeggingen zullen niet terugkeren in toekomstige overzichten. Over openstaande toezeggingen wordt u jaarlijks geïnformeerd in het jaarverslag.

Tabel 48 Opvolging toegezegde maatregelen naar aanleiding van aanbevelingen Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) en Inspectie Veiligheid Defensie (IVD)
 

Toezegging

Af

Voortgang

 

OVV-rapport Mortierongeval Mali, Kamerstuk 34 775 X, nr. 7 van 28 september 2017

  

1

Defensie neemt deze aanbeveling over. Dit betekent dat Defensie de acute medische zorg voor militaire missies gaat verbeteren.

Ja

Het normenkader voor medische gezondheidszorg tijdens inzet is op 1 december 2022 vastgesteld door de secretaris-generaal. Hierover bent u op 22 december 2022 geïnformeerd (Kamerstuk 36 200 X nr.62). Deze toegezegde maatregel is reeds afgedaan.

2

Direct na het uitkomen van het OvV-rapport zijn de nog in voorraad zijnde 60 mm granaten van de betreffende granaten geblokkeerd. De gehele voorraad 60 mm mortiergranaten zal worden vernietigd.

Nee

U bent over de voortgang geïnformeerd op 10 oktober 2022 (Kamerstuk 27 830 nr. 377).

3

Defensie neemt deze aanbeveling over. Dit betekent dat Defensie de acute medische zorg voor militaire missies gaat verbeteren.

Ja

Het normenkader is op 1 december 2022 vastgesteld door de secretaris-generaal. Hierover bent u op 22 december 2022 geïnformeerd (Kamerstuk 36 200 X nr. 62). Deze toegezegde maatregel is reeds afgedaan.

4

Defensie, de Defensie Materieel Organisatie (DMO) in het bijzonder, stelt extra personeel aan ten behoeve van typeclassificatie en de inspectie van munitieopslaglocaties.

Ja

Vorig jaar is u gemeld dat Defensie  een programma is gestart om de munitieketen te verbeteren. Onderdeel van dit programma is een uitbreiding van de personele capaciteit. U bent hierover reeds geïnformeerd via Kamerstuk 27 830, nr. 337 van 21 mei 2021. Een reorganisatieplan voor een aanvullende uitbreiding ligt voor. Zodra dit plan is goedgekeurd en de functies gevuld worden, doen wij deze toezegging af.

 

OVV-rapport Veilig oefenen, lessen uit schietongeval Ossendrecht, Kamerstuk 34 775 X, nr. 16 van 20 juni 2017

  

5

Het KCT krijgt een eigen schiethuis, met een 360 graden schietbaan, dat voldoet aan de geldende veiligheidseisen en waar tactische schietoefeningen met scherpe munitie kunnen worden uitgevoerd. De Militaire Commissie Gevaarlijke Stoffen moet het definitieve ontwerp goedkeuren en zal het schiethuis na opleveringen certificeren.

Nee

Deze toegezegde maatregel is in uitvoering, maar nog niet geïmplementeerd. De voortgang wordt gemeld in het Defensie Projectenoverzicht. Nadat nieuwe schiethuizen in gebruik zijn genomen, wordt de Kamer hiervan op de hoogte gesteld.

 

OVV-rapport Draadaanvaring Apache-helikopter tijdens nachtvliegen, Kamerstuk 34 775 X, nr. 140 van 6 september 2018 en Kamerstuk 35 000 X, nr. 100 van 21 februari 2019

  

6

In de komende jaren worden stapsgewijs meer hoogwaardige simulatoren aangeschaft voor zowel Apache- als Chinookhelikopters. Deze nieuwe simulatoren worden aan reeds bestaande simulatoren gekoppeld om een tactische omgeving te kunnen simuleren. Het gaat om hoogwaardige technologie die verder ontwikkeld moet worden. De planning is dat de eerste simulatoren voor de Chinook in 2020 en 2021 instromen, voor de apache is dit 2022 en 2023. Hoewel deze simulatoren een waardevolle aanvulling bieden op het trainingsprogramma, moet de huidige balans met live vliegen in stand gehouden worden voor een professionele gereedstelling.

Nee

Deze toegezegde maatregel is in uitvoering. De eerste geavanceerde missie simulator voor de Chinook is in gebruik genomen. De tweede is inmiddels geleverd en wordt op dit moment opgebouwd op het Defensie Helikopter Commando. De simulatoren voor de Apache zijn door onder meer COVID-19 en het wereldwijde chip-tekort vertraagd. Naar verwachting zal de eerste simulator eind 2023 in gebruik worden genomen, gevolgd door de tweede simulator in 2024. Via het Defensie Projectenoverzicht wordt u over de voortgang op de hoogte gehouden.

 

IVD-rapport Het Markiezaat, Kamerstuk 35 500 X, nr. 7 van 14 oktober 2019

  

7

De huidige versie van de MP 40-30 is in 2010 gepubliceerd. Eerder informeerden wij u dat de MP 40-30 in het tweede kwartaal van dit jaar gereed zou zijn (Kamerstuk 35 000 X, nr. 81). De schietinstructie voor speciale eenheden – waaronder het aanpassen van de regels voor CQB-schietinrichtingen – hebben we eerder dit jaar ingevoerd. Dit wordt verwerkt in de MP 40-30. Daarnaast zijn we bezig met het harmoniseren van het schietbeleid tussen de verschillende krijgsmachtdelen. Dit moet zorgvuldig gebeuren en dat kost tijd. Dit maakt dat de MP 40-30 op een later moment dan voorzien wordt vastgesteld. Dit voorschrift wordt ook gepubliceerd op een eenvoudig vindbare centrale locatie.

Nee

Zoals vorig jaar gemeld is de schietinstructie voor speciale eenheden – waaronder het aanpassen van de regels voor CQB-schietinrichtingen – aangepast en verwerkt in de MP 40-30. De Regiegroep werkt nog aan de verdere harmonisering van het schietbeleid van de verschillende krijgsmachtonderdelen.

 

IVD-rapport 'Veilig Oefenen?'. Onderzoek naar een zwaar verkeersongeval in het oefengebied Bergen-Hohne, Kamerstuk 35 300 X, nr. 56 van 5 februari 2020

  

8

Het opleidingsbeleid is erop gericht meer ruimte te geven aan de integratie met de eenheid en gerichte ervaringsopbouw in de praktijk. Bijkomend effect is dat schaarse capaciteit effecient kan worden ingezet. Desondanks zullen wij beoordelen of het opleidingsbeleid (BGO) nadelige effecten heeft. Indien nodig zullen aanpassingen worden doorgevoerd. Om inzicht te genereren in de vaardigheden en ervaring van het personeel loopt Kwaliteit in Beeld. Dit project heeft tot doel centraal overzicht te geven in de benodigde kwaliteit per functie en snel geschikt personeel te kunnen vinden.

Ja

In december 2022 zijn de vernieuwde beleidskaders Opleiden en individueel Trainen gepubliceerd en aangeboden aan de defensieonderdelen. Daarmee is deze toegezegde maatregel uitgevoerd en wordt deze hier afgedaan.

 

IVD-rapport Shallow Water Black-out als onbekend risico, Kamerstuk 35 570 X, nr. 11 van 12 oktober 2020

  

9

Wij nemen alle zwemgerelateerde risico’s, waaronder Shallow Water Black-out, defensiebreed op in de RI&E’s waar zwemoefeningen aan de orde zijn. Een zwemoefening of daaraan gerelateerde veiligheidsmaatregelen worden aangepast indien de RI&E daar aanleiding toe geeft.

Nee

Alle defensieonderdelen hebben de opdracht gekregen deze maatregel uit te voeren. Er wordt controleerd of alle RI&E's zijn aangepast.

10

Wij onderzoeken de mogelijkheid instructeurs aanwezig bij zwemoefeningen bij te scholen in ‘Basic Life Support bij drenkelingen’, zodat toereikende kennis over zorg aan drenkelingen altijd geborgd zal zijn tijdens zwemoefeningen waar dit relevant is op basis van de RI&E.

Nee

Er wordt controleerd of deze maatregel bij alle onderdelen is doorgevoerd.

 

IVD-rapport Vervoer gevaarlijke stoffen, Kamerstuk 35 570 X, nr. 78 van 1 december 2020

  

11

De Taskforce Logistiek versterkt de ketenregie door knelpunten integraal in samenhang aan te pakken. De Taskforce Logistiek start met een focus op het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht en over de weg. Na beproeving van de pilots breidt het regieteam de reikwijdte uit naar het vervoer van gevaarlijke stoffen in het algemeen.

Ja

Vorig jaar is u gemeld dat een periodiek regie-overleg is ingericht. Naast het in samenhang analyseren van knelpunten worden nu de invulling van de taak van de veiligheidsadviseurs en de taak van de staffunctionarissen lager in de organisatie continue verbeterd. Daarmee worden knelpunten in de keten op alle niveaus steeds eerder en makkelijker gesignaleerd en opgepakt. Hiermee is het beoogde effect bereikt en wordt deze toegezegde maatregel afgedaan. Defensie blijft zich richten op duurzame verbreding en borging.

12

De Taskforce Logistiek krijgt de opdracht de positie, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de veiligheidsadviseur te laten harmoniseren voor alle defensieonderdelen en te bezien hoe de functie van veiligheidsadviseur versterkt moet worden.

Nee

Vorig jaar is u gemeld dat Defensie een aanvullend onderzoek naar onderliggende oorzaken heeft uitgevoerd, om daarmee beter de maatregelen te kunnen uitwerken. Het rapport is opgeleverd en besproken in het Veiligheidscomité. De positie, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de veiligheidsadviseurs worden nu vastgelegd in een formeel document. Hierin wordt ook vastgelegd wat de bevoegdheden van de veiligheidsadviseurs zijn en op welke manier de aandachtspunten die zij rapporteren dienen te worden opgepakt. Defensie is nog bezig dit document op te stellen. Zodra dit document gereed is wordt deze maatregel afgedaan.

13

De veiligheidsadviseur rapporteert schriftelijk veiligheidsknelpunten (periodiek), waarbij wij deze rapportages een meer bindend karakter geven. Indien de commandant het advies niet opvolgt legt hij hierover verantwoording af. Knelpunten die niet kunnen worden opgelost door het defensieonderdeel zelf, worden meteen via het regieoverleg geëscaleerd.

Nee

Zoals hierboven gemeld is Defensie nog bezig dit document op te stellen. U wordt geïnformeerd wanneer deze maatregel uitgevoerd is.

14

Defensie beziet of het niveau van de lagere onderdelen versterkt kan worden met een adviserende veiligheidsfunctionaris. De Taskforce Logistiek monitort de ontwikkelingen en stuurt waar nodig bij.

Nee

Zoals hierboven gemeld is Defensie nog bezig dit document op te stellen. U wordt geïnformeerd wanneer deze maatregel uitgevoerd is.

15

Defensie gaat scherper selecteren op welke medewerker in welke mate opgeleid moet worden om gevaarlijke stoffen veilig te kunnen verzenden. Defensie brengt hiertoe duidelijker in beeld welke medewerkers taken en verantwoordelijkheden hebben bij het vervoer van gevaarlijke stoffen en alleen zij worden vervolgens opgeleid.

Nee

Defensie heeft de opleidingscapaciteit verhoogd met eigen instructeurs en met de inhuur van externe opleidingscapaciteit. Om te kunnen sturen op het toewijzen van opleidingsplaatsen aan de juiste functionarissen wordt in de functie-informatie vastgelegd welke kwalificaties noodzakelijk zijn voor de taakuitoefening en welke opleidingen daarvoor moeten worden gevolgd.

16

Een voorstel van Defensie om ervaring te behouden door het personeel werkzaam binnen het veiligheidsdomein, waaronder het vervoer van gevaarlijke stoffen, langer op functie te houden zal in het overleg met de vakbonden worden besproken.

Nee

Er zijn geen significante vorderingen te melden ten opzichte van vorig jaar. Dit onderwerp blijft onderwerp van gesprek met de bonden.

17

Defensie onderzoekt in het kader van het nieuwe personeelsmodel de mogelijkheid om loopbaansporen binnen het veiligheidsdomein in te richten.

Nee

De HR-transitie loopt. Op dit specifieke onderdeel is nog een voortgang te melden.

18

Een communicatiecampagne wordt opgezet om in de reguliere bedrijfsvoering binnen Nederland brede bewustwording en basiskennis over het juist verzenden van gevaarlijke stoffen te vergroten.

Ja

Zoals vorig jaar gerapporteerd hebben commandanten en veiligheidsadviseurs extra aandacht gevraagd voor het juist aanbieden van vracht en voor het juist vervoeren daarvan. Om de nog openstaande communicatiecampagne te ontwikkelen zijn aanvullende gesprekken gevoerd met personeel dat zich bezighoudt met vervoer van gevaarlijke stoffen. Daaruit bleek dat de doelgroep inmiddels goed weet wat het belang is van juist vervoeren. Ik acht het daarom niet nodig een aanvullende communicatiecampagne uit te laten voeren, en doe hierbij deze toezegging af.

19

De CDS draagt er zorg voor dat de Helpdesk voor Vervoer van Gevaarlijke Stoffen van de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie opnieuw onder de aandacht wordt gebracht op de werkvloer.

Ja

De helpdesk voor Vervoer Gevaarlijke Stoffen is bekend onder het personeel werkzaam in dit domein. Daarnaast is de helpdeks deelnemer aan het organisatiebrede regieoverleg. Daarmee is het beoogde effect bereikt en wordt deze toegezegde maatregelen hierbij afgedaan.

20

Defensie voert op de Vliegbasis Eindhoven fase 2 van de Defensie Luchtvracht Expeditie (DLE) ‘het ondersteunen van alle defensieonderdelen om aan de ervaringseisen van de CDS te kunnen voldoen’ in.

Ja

De Defensie Luchtvracht Expeditie (DLE) is operationeel en gaat zich verder ontwikkelen aan de hand van de ervaringen in de praktijk. Hiermee wordt de beoogde training van personeel en het voldoen aan ervaringseisen ingevuld. Deze toezegging wordt daarom hierbij afgedaan.

21

De Taskforce Logistiek zal bekijken of in aanvulling op het bovenstaande meer nodig is om de afzender adequaat te ondersteunen.

Nee

Vorig jaar is u gemeld dat Defensie heeft geconstateerd dat er behoefte is aan mobiele scanapparatuur. Het project om hierin te voorzien is nog in uitvoering. U wordt ter zijner tijd nader geïnformeerd over de voortgang ervan.

 

IVD-rapport Risico's onderkend? (blikseminslag), Kamerstuk 35 570 X, nr. 81 van 13 januari 2021

  

22

De instructies die toezien op veiligheid in opleidingen en de calamiteitenplannen worden opnieuw onder de aandacht gebracht (voorafgaan aan de voltooiing van de herziening van de Aanwijzing ‘SG-007’, die gepland staat voor Q4 2021).

Nee

Defensie geeft per defensieonderdeel aandacht aan instructies die toezien op veiligheid in opleidingen en de calamiteitenplannen. Het belang hiervan is intern benadrukt. Bijna alle onderdelen hebben de opdracht uitgevoerd. Zodra dit voor alle onderdelen geldt wordt deze toezegging gereed gemeld.

23

Na de herziening van de Aanwijzing ‘SG-007’ – gepland voor 2021 – wordt de onderliggende documentatie hiermee in lijn gebracht. Lagere regelgeving wordt daardoor in 2022 aangepast.

Nee

Regelgeving is altijd in beweging omdat wetgeving, organisatie en omstandigheden voortdurend aan veranderingen onderhevig zijn. Feitelijk is deze maatregel daarom een doorlopende maatregel. Omdat de overkoepelende regelgeving in de vorm van de aanwijzing van de secretaris-generaal 007 Veiligheid-Gezondheid-Milieu Defensie nog niet gereed is, kan de onderliggende regelgeving hiermee nu nog niet in lijn worden gebracht. De prognose is dat de aanwijzing in 2023 gereed is.

24

Commandanten zullen toezien op het volledig en juist vastleggen van risico’s in de RI&E en de uitvoer van de daaruit volgende beheersmaatregelen.

Ja

RI&E’s worden conform arbo-wetgeving periodiek getoetst door het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG). Dit is een structureel doorlopend proces. Daarnaast hebben de commandanten van de defensieonderdelen van de CDS de opdracht gekregen toe te zien op de uitvoer van beheersmaatregelen voortkomend uit RI&E’s. Dit onderwerp heeft blijvende aandacht, maar wordt als toezegging hiermee afgedaan.

 

Jaarbericht en jaarverslagen toezichthouders van Defensie 2020, Kamerstuk 35 570 X, nr. 87 van 19 mei 2021

  

25

DV brengt de toezichthouders aan het einde van 2021 op de hoogte van de wijze waarop hun aanbevelingen zijn overgenomen, zodat de toezichthouders de voortgang in hun jaarverslag over 2021 kunnen opnemen.

Ja

Deze toezegging is aangepast met de toezegging: "Via het Jaarverslag Defensie geven wij de Kamer en de toezichthouders jaarlijks inzicht in de voortgang van toegezegde maatregelen naar aanleiding van de aanbevelingen van inspecties en toezichthouders (Kamerstuk . Daarnaast blijven wij uw Kamer bij gelegenheid informeren." "Via het Jaarverslag Defensie geven wij de Kamer en de toezichthouders jaarlijks inzicht in de voortgang van toegezegde maatregelen naar aanleiding van de aanbevelingen van inspecties en toezichthouders (Kamerstuk34 919, nr. 76. Daarnaast blijven wij uw Kamer bij gelegenheid informeren." "Via het Jaarverslag Defensie geven wij de Kamer en de toezichthouders jaarlijks inzicht in de voortgang van toegezegde maatregelen naar aanleiding van de aanbevelingen van inspecties en toezichthouders (Kamerstuk. Daarnaast blijven wij uw Kamer bij gelegenheid informeren." "Via het Jaarverslag Defensie geven wij de Kamer en de toezichthouders jaarlijks inzicht in de voortgang van toegezegde maatregelen naar aanleiding van de aanbevelingen van inspecties en toezichthouders (Kamerstuk). Daarnaast blijven wij uw Kamer bij gelegenheid informeren."

 

IVD-rapport «Veiligheid in de lucht». Zelfbeschieting F-16 Vliehors, Kamerstuk 35570 X, nr. 93 van 25 mei 2021

  

26

Defensie heeft voor de veiligheid van medewerkers in de controletoren besloten om niet de controletoren, maar de doelen en de aanvliegroute hiernaartoe te verplaatsen. Op deze manier verandert de ligging van het doelengebied ten opzichte van de huidige controletoren. Daardoor wordt het risico op beschieting van de toren verkleind. Hierna is de Koninklijke Luchtmacht gestart met het project om de doelen en de aanvliegroute hiernaartoe te verplaatsen. De verwachting is dat, als alles goed verloopt, de verplaatsing van de oefendoelen in 2023 is gerealiseerd. Na het verplaatsen van de doelen evalueert de Commandant Luchtstrijdkrachten integraal alle restrisico’s van de nieuwe situatie. Na deze evaluatie wordt vastgesteld of verplaatsing van de controletoren nog noodzakelijk is.

Nee

Voor het verplaatsen van de doelen zijn diverse vergunningen benodigd. Nog niet alle vergunningen zijn afgegeven. Daarnaast kan, zodra vergunning zijn afgegeven, alleen in de maanden augusutus tot en met oktober werkzaamheden plaatsvinden. De benodigde acties zijn door de Luchtmacht aan het Rijksvastgoedbedrijf doorgegeven. Mogelijk treedt vanwege het bovenstaande vertraging op bij het verplaatsen van de doelen.

27

Defensie zal haar werkwijze aanscherpen om zeker te stellen dat de Commandant der Strijdkrachten de beschikking heeft over alle meldingen, zonder dat er afbreuk gedaan wordt aan de vereisten van het veiligheidsmanagementsysteem van de Koninklijke Luchtmacht. Defensie stelt in samenspraak met de IVD een regeling op voor informatievoorziening.

Ja

Het melden van voorvallen is binnen Defensie geregeld in een aanwijzing van de secretaris-generaal, genaamd 'Melden voorvallen'. Deze aanwijzing is inmiddels met een addendum aangepast, waarmee invulling is gegeven aan de maatregel. Hierbij wordt deze toegezegde maatregel afgedaan.

 

IVD-rapport Luchtvaartongeval NH-90 Aruba, Kamerstuk 35 925 X, nr. 48 van 2 december 2021

  

28

De medische hulpverlening moet tijdens een missie voldoen aan de gestelde normen om de kwaliteit te waarborgen. Een nieuw normenkader voor de planning van operationele gezondheidszorg zit op dit moment in de laatste afstemmingsfase. In dit normenkader wordt onderscheid gemaakt tussen inzet, oefenen en andere militaire activiteiten, waarbij duidelijk wordt gesteld welke normen in welke situatie gelden. De trainingen en opleidingen van het personeel worden hierop aangepast.

Ja

Het normenkader voor medische gezondheidszorg tijdens inzet is op 1 december 2022 vastgesteld door de secretaris-generaal. Hierover bent u op 22 december 2022 geïnformeerd (Kamerstuk 36 200 X nr.62). Deze toegezegde maatregel is reeds afgedaan.

29

Deze aanbeveling wordt deels overgenomen. Gezien de zelfredzaamheid van de helikopterbemanning en de grote risico’s die een reddingsactie uit een (deels) gezonken helikopter met zich mee brengen, is het helpen / bijstaan van de helikopterbemanning het maximale wat de zwemmers van de Marine mogen en kunnen doen. Deze risicoafweging is na het ongeval opnieuw gemaakt, maar de uitkomst is hetzelfde gebleven. Wel wordt de aanbeveling van de IVD opgevolgd om de zwemmers zo goed mogelijk toe te rusten op het assisteren van de helikopterbemanning. Hiertoe wordt de opleiding uitgebreid.

Nee

Een voorstel voor uitbreiding van de betreffende opleiding is opgesteld. De opdracht tot implementatie hiervan is gegeven. Zodra de opleiding door de Koninklijke Marine daadwerkelijk is aangevuld, wordt deze maatregel gereed gemeld.

30

In de beleidsreactie wordt aangegeven dat deze beoordeling onderdeel uitmaakt van de standaard opwerksystematiek. In deze systematiek wordt in zes niveaus de complexiteit opgebouwd waar na een laatste beoordeling het schip inzetgereed wordt verklaard. Het rollenplan wordt in elke fase behandeld en beoordeeld, waarbij conflicterende rollen niet altijd te voorkomen zijn. Dit is een consequentie vanuit het zo efficiënt mogelijk opereren. In dat geval maakt de commandant een afweging, waarbij hij de risico’s afweegt. Defensie zal de aanbeveling opvolgen door de rollenplannen en het proces waarbij deze tot stand komen en beoordeeld worden tegen het licht te houden. Daarbij is expliciet aandacht voor de mate waarin crisis- en conflictsituaties hierbij terugkomen.

Ja

Deze maatregel is geïmplementeerd door de Koninklijke Marine. U bent hierover niet eerder geinformeerd. Deze toegezegde maatregel wordt hierbij afgedaan.

31

In de beleidsreactie wordt benadrukt dat de bemanning op het moment van het ongeval volledig voldeed aan de gestelde normen. Wel zijn er sinds het ongeval verbeteringen doorgevoerd, zo krijgt elke aankomend gezagvoerder een coach toegewezen die begeleiding biedt in de individuele leerlijn. Deze coach is een vlieger met een achtergrond als instructeur of trainer. De coach vliegt soms mee en voert gesprekken, waarbij de aandacht ligt bij de besluitvorming van de aankomend gezagvoerder. Ook wordt bijgehouden hoeveel uur een piloot daadwerkelijk pilot flying is geweest en hoeveel uur pilot non flying , dit is relevant voor luchtvaartuigen die (soms) met een bemanning vliegen die uit meerdere vliegers bestaat. Over twee jaar zal worden onderzocht of deze verbeteringen de gewenste impuls hebben gegeven aan de ervaringsopbouw van de vliegers. Na het versturen van de beleidsreactie zal de opdracht hiervoor vanuit de DGB gegeven worden. De resultaten van het onderzoek worden gerapporteerd aan de Directie Veiligheid, die zorg draagt voor de communicatie aan de IVD.

Nee

Defensie heeft deze maatregel deels uitgevoerd. Zo zijn coaches toegewezen en wordt het aantal uren als pilot flying en pilot non flying bijgehouden. Het toegezegde onderzoek zal in 2024 starten. Na afronding wordt de Kamer geïnformeerd.

32

Verbetermaatregelen om dit te bewerkstelligen zijn al doorgevoerd. Zo zijn de gebruikte materialen tijdens training en opleiding gelijk getrokken met de operatie en is de frequentie van de oefeningen verhoogd. Daarnaast is er een periodiek overleg ingevoerd tussen de SERE school en de operationele eenheden om te zorgen dat de training actueel blijft. De volgende stap is dit inrichten voor andere types helikopters. Hiervoor wordt na het versturen van de beleidsreactie opdracht gegeven vanuit de DGB.

Ja

Deze maatregel is uitvoerd. U bent hierover niet eerder geïnformeerd. Deze toegezegde maatregel wordt hierbij afgedaan.

 

IVD-rapport Inzetgereed op Missie (Dingo Afghanistan), Kamerstuk 35 925 X, nr. 50 van 16 december 2021

  

33

Ik draag de CDS op het inzetgereedheidsproces zo veel mogelijk plaats te laten vinden met de middelen waarmee de toekomstige inzet uitgevoerd wordt. Wanneer dit niet mogelijk is, ziet de CDS erop toe dat formerende eenheden onverminderd voldoen aan geldende kwaliteitsstandaarden binnen het inzetgereedheidsproces. Eenheden leggen vast hoe dit zeker is gesteld en binnen welke randvoorwaarden dit gebeurt. De Directie Operaties (DOPS) houdt in het inzetgebied toezicht op de uitvoering hiervan. Dit gebeurt via de Senior National Representative (SNR).

Ja

Vorig jaar is u gemeld dat de CDS het uitgangspunt hanteert dat eenheden zo veel mogelijk met organieke middelen worden ingezet. Daarnaast vindt het opwerkingstraject zo veel mogelijk plaats met middelen waarmee de toekomstige inzet wordt uitgevoerd. Verder kan gemeld worden dat in de opdracht waarmee de eenheid wordt gereedgesteld, wordt vastgelegd welke opdrachten een eenheid op de missie moet uitvoeren en welk gereedstellingstraject daaraan vooraf gaat. Het uitvoerend operationeel commando is verantwoordelijk voor de gereedstelling en meldt de eenheid via een gereedstellingsnota gereed aan de CDS. Mocht de eenheid niet aan alle eisen voldoen, dan wordt dat in deze nota vermeld. De eenheid wordt inzetgereed verklaard onder bepaalde condities. Door zorg van de CDS zal dan in het inzetgebied, onder verantwoordelijkheid van de SNR, een aanvullende training worden uitgevoerd. Hierbij wordt deze toegezegde maatregel afgedaan.

34

Ik draag de CDS op dat het inzetgereedheidsproces altijd wordt voltooid met een toetsing.

Ja

Vorig jaar is u gemeld dat de CDS een werkgroep heeft aangesteld om de verdere uitvoer van deze maatregel te onderzoeken. De conclusies zijn als volgt. In de opdracht waarmee de eenheid wordt gereedgesteld, wordt vastgelegd welke opdrachten een eenheid op de missie moet uitvoeren en welk gereedstellingstraject daaraan vooraf gaat. Dit gereedstellingstraject wordt afgesloten met een toets. In de gereedstellingsnota is het resultaat van de toets opgenomen. Deze werkwijze wordt opgenomen in de Standard Operating Procedure van de DOPS. Hierbij wordt deze toegezegde maatregel afgedaan.

35

Er moeten minimum eisen gesteld worden aan het trainingsniveau, de DOPS moet hierop toezicht houden. Het stellen van minimum eisen en de wijze van toezicht laat ik aanpassen in de instructies over inzetgereedheid.

Ja

Zoals hierboven gemeld bevat de opdracht aan het operationeel commando om een eenheid gereed te stellen de eisen waaraan een eenheid moet voldoen om gereed gemeld te kunnen worden. Via de DOPS wordt hierop toegezien. Hierbij wordt deze toegezegde maatregel afgedaan.

36

Wanneer een deel van de inzetgereedheidstraining in het uitzendgebied moet plaatsvinden, wordt de eenheid voortaan inzetgereed verklaard onder bepaalde condities. De DOPS geeft vervolgens een specifieke opdracht tot gereedstelling, waarin staat hoe de condities worden ingevuld. De eenheid wordt alsnog op het vereiste niveau gebracht en uiteindelijk inzetgereed verklaard. Toezicht op het proces vindt plaats via de SNR. Als blijkt dat de randvoorwaarden of condities niet voldoende worden ingevuld, meldt de SNR dit onverwijld aan de DOPS in Nederland.

Ja

Zoals hierboven gemeld is deze werkwijze beschreven in de Standard Operating Procedure van de DOPS. De werkwijze wordt door de DOPS toegepast. Hierbij wordt deze toegezegde maatregel afgedaan.

37

Defensie zal de inrichting van het risicomanagementproces en het toezicht op de kwaliteit en de uitvoering van de maatregelen evalueren en verbeteren.

Nee

De DOPS stelt mission safety als één van de eisen aan de inzet-gereedstelling en inzet in missiegebieden. Risicomanagement wordt daarmee toegepast tijdens het planningsproces van de CDS. Om dit te borgen is een stappenplan ontwikkeld voor de gereedmelding door het uitvoerend operationeel commando. Volgens dit stappenplan dient geanalyseerd te worden welke risico’s het conditioneel gereed zijn van een eenheid en het niet volledig kunnen uitvoeren van opgedragen taken met zich meebrengen en welke gevolgen dit heeft voor de missie, alsook de veiligheid van het personeel. Deze risico’s worden, waar mogelijk, gemitigeerd door training in het inzetgebied, en vastgelegd in de verbeterde Risico Analyse Operationeel (vRAO). De toezegging wordt nog verder uitgevoerd.

38

Defensie verbetert het proces van leren en evalueren. De DOPS zal vroegtijdig in het inzetgereedheidsproces de SNR bekend maken met het lessons learned-proces tijdens inzet. Daarnaast maakt de DOPS ook de ondercommandanten van de SNR vroegtijdig bekend met het proces van leren en evalueren. De DOPS stelt de SNR en de ondercommandanten actief op de hoogte van de uitkomsten van het appreciatieproces van de DOPS betreffende alle ingediende observaties, en van eventuele vervolgacties.

Ja

Dit proces staat beschreven in de regelgeving van de Defensiestaf en wordt tevens in de formerings- en gereedheidsorder danwel de Operatie Aanwijzing vastgelegd.De SNR en de aangewezen lessons learned-functionaris worden aanvullend gebrieft inzake: de details van het eindrapport inclusief missie-specifieke aandachtsgebieden, reflectie op Artikel 100 en/of de Operatie Aanwijzing, de details van het lessons learned-proces, de inrichting van de lessons learned-organisatie tijdens inzet, de appreciatie van de lessons learned van voorgangers, en het complete evaluatie- en debriefingsproces. Daar waar sprake is van ondercommandanten, worden deze samen met de bij hen aangewezen lessons-learned-functionarissen door zorg van de SNR gebrieft.

39

Ik draag de CDS op om commandanten er opnieuw op te wijzen dat het eventueel gebruikmaken van de bestaande uitzondering op het moeten dragen van een gordel, het resultaat is van een zorgvuldige situationele afweging van de beoogde operationele meerwaarde ten opzichte van de risico’s van een dergelijk besluit.

Ja

De SNR wordt gebrieft dat de normale wegenverkeerswet ook in het uitzendgebied van toepassing is: veiligheidsgordels moeten gedragen worden, tenzij de commandant op basis van een zorgvuldige afweging gebruik maakt van de bestaande uitzondering hierop. Deze informatie is ook onderdeel van de bevelsuitgifte aan de SNR. Deze toezegging wordt daarom hierbij afgedaan.

 

Jaarbericht en jaarverslagen toezichthouders van Defensie 2021, Kamerstuk 35 925 X, nr. 80 van 18 mei 2022

  

40

Wij zullen ook de toekomstige jaarplannen [van de interne toezichthouders van Defensie] aan uw Kamer sturen.

Ja

Sinds 2022 worden de jaarplannen van de toezichthouders van Defensie openbaar. Op 7 december 2022 zijn de jaarplannen voor 2023 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 36 200 X nr. 55). Hierbij wordt deze toezegging afgedaan.

41

Ook wij als bewindspersonen benadrukken de noodzakelijke aandacht voor veiligheid en dragen dit uit waar wij kunnen, zowel bij onze werkzaamheden in Den Haag als tijdens onze werkbezoeken.

Nee

Deze toezegging is doorlopend. Veiligheid blijft voortdurend onze aandacht krijgen.

42

Bij de totstandkoming van de Defensienota is op meerdere momenten stilgestaan bij veiligheid. Dit blijven wij doen in aanloop naar de vaststelling van de nota.

Ja

Met het uitbrengen van de Defensienota is deze toezegging afgerond. Deze toezegging wordt dan ook afgedaan.

 

Via het Jaarverslag Defensie geven wij de Kamer en de toezichthouders jaarlijks inzicht in de voortgang van toegezegde maatregelen naar aanleiding van de aanbevelingen van inspecties en toezichthouders (Kamerstuk 34 919, nr. 76). Daarnaast blijven wij uw Kamer bij gelegenheid informeren.

Ja

Dit betreft een herhaling van een reeds gedane toezegging (Kamerstuk 34 919) die wordt uitgevoerd.

 

IVD-rapport Ontploffen bodem Zodiac verkenningsboot, Kamerstuk 35 925 X, nr. 81 van 22 mei 2022

  

43

Veiligheid moet integraal onderdeel zijn van het verwervingsproces, daarom zal ik binnen de inkooporganisaties het belang van veiligheid binnen alle verwervingstrajecten aangeven.

Ja

Na het versturen van de Kamerbrief is via een intern bericht deze informatie onder de aandacht gebracht. Daarnaast zijn de commandanten in de lijn gewezen op veiligheid bij de verwerving van materieel. Hierbij wordt deze toegezegde maatregel afgedaan.

44

Defensie actualiseert haar regelgeving met betrekking tot het delen en leren van voorvallen, opdat dit structureel verbeterd wordt.

Nee

De CDS/DAOG heeft op basis van de risicomatrix uit, op handen zijnde, nieuwe interne regelgeving die toeziet op Integraal Risicomanagement, het proces «Learning from Incidents» ontwikkeld. Dit proces heeft als doel de organisatie inzicht te bieden in voorvallen. In dit proces is de huidige interne voorvalcommunicatie zoals ‘safety observations’, ‘safety flashes’ ‘lessons learned’ gestructureerd en vastgelegd hoe, wanneer en door wie, de organisatie over mogelijke risico’s en/of lessen uit voorvallen geïnformeerd wordt. Het proces «Learning from Incidents» wordt geïmplementeerd nadat de nieuwe interne regelgeving over Integraal Risicomanagement is gepubliceerd.

45

Defensie evalueert het proces van het delen van geïdentificeerde risico’s met gebruikers van vergelijkbaar materieel en past het proces aan op basis van de evaluatie.

Nee

Bovengenoemde statusupcate geldt ook voor deze toezegging.

46

Defensie werkt de uitvoering van het delen van geïdentificeerde risico’s uit voorvalonderzoeken met leveranciers en fabrikanten nader uit in een instructie.

Nee

Defensieonderdelen zijn gevraagd deze toezegging te implemeteren.

 

IVD-rapport ‘Risico’s van grensverleggende activiteiten. Onderzoek naar het overlijden van een militair tijdens civiel parachutespringen op Teuge 23 juli 2019’, Kamerstuk 35 925 X, nr. 72 van 21 juni 2022

  

47

Het realiseren van een Defensiebrede richtlijn voor GVA. Dit wordt gedaan door het opstellen van de CDS 700/4 "GVA".

Nee

Naar verwachting wordt de defensiebrede richtlijn voor grensverleggende activiteiten voor 1 juli 2023 vastgesteld.

48

Het opstellen van raamovereenkomsten met civiele partners, waarbij de interne kenniscentra en experts worden betrokken.

Nee

Naar verwachting wordt de defensiebrede richtlijn voor grensverleggende activiteiten voor 1 juli 2023 vastgesteld. De raamovereenkomsten zijn voor een deel al aanwezig, voor een deel worden deze opgesteld nadat de richtlijn is vastgesteld (omdat de richtlijn kaders en eisen stelt aan civiele partijen).

 

IVD-rapport ‘Onderzoek naar een duikongeval tijdens een mijnenbestrijdingsoperatie van de Zr.Ms. Zierikzee, 9 april 2019’, Kamerstuk 35 925 X, nr. 93 van 6 september 2022

  

49

De normen waaraan de duikmedische afvoer en behandeling moeten voldoen zijn binnen Defensie vastgelegd in de Instructie Werken onder Overdruk (IWOD), welke sinds 1 april 2019 van kracht is. De IWOD wordt vervangen door de Instructie Duikarbeid Defensie. In de Instructie Duikarbeid Defensie zijn wederom de normen voor de medische keten voor duikongevallen vastgelegd.

Nee

De Instructie Duikarbeid Defensie is op 1 januari 2023 door de Militaire Duikautoriteit vastgesteld. De gebruikershandleiding omtrent het opnemen en registreren van risicovolle duiken is hier nog niet in opgenomen. Deze gebruikershandleiding wordt naar verwachting voor 1 juli 2023 toegevoegd.

 

IVD-rapport ‘Onderzoek naar risico’s bij de BSB opleiding VWI-A’, Kamerstuk 36 200 X, nr. 9 van 7 oktober 2022

  

50

Defensie gaat na bij welke opleidingen een RI&E nog ontbreekt en stelt een concreet plan op om die tekortkoming te herstellen. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan opleidingen waar risico’s evident hoger zijn, zoals de VWI-A van de BSB.

Nee

Deze maatregel is nog in uitvoering. Een voorbeeld van de voortgang: Het CEAG heeft de RI&E van het LTC van de KMar in oktober 2022 getoetst. Het LTC heeft begin 2023 het toetsingsrapport ontvangen en verbetert met de resultaten waar nodig de RI&E.

51

Defensie zorgt voor voldoende personele ondersteuning voor het opstellen van opleidingen, processen, leertaken en RI&E’s, en maakt heldere beschrijvingen van instructies en procedures en stelt deze formeel vast.

Nee

De KMar is gevraagd met prioriteit te zorgen voor de vulling van de 14 veiligheidsfuncties en opleiding van deze functionarissen. Het is lastig om goed opgeleide veiligheidskundige voor alle vacatures te vinden. Van de 14 functies zijn er nog 4 vacant. Nog niet alle functionarissen zijn volledig opgeleid. Daarmee is deze maatregel nog niet volledig uitgevoerd.

52

Defensie verplicht commandanten zich voorafgaand aan een schietoefening een oordeel te vormen over de veiligheid. Doe dit op basis van ten minste het baanreglement, vergunningsvoorschriften, een (recent) keuringsrapport van de MCGS en eventuele adviezen van het CEAG.

Ja

In de aanbiedingsbrief is gemeld dat de KMar deze aanbeveling reeds heeft uitgevoerd. Aanvullend daarop kan gemeld worden dat de KMar is gevraagd erop toe te zien dat schietoefeningen worden uitgevoerd conform de vigerende regelgeving ten aanzien van het schieten. Verder hebben enkele medewerkers van de KMar die betrokken zijn bij dit proces verplicht de voorlichtingssessies ‘Nieuw Defensie schietbeleid’ in januari 2023 gevolgd.

 

IVD-rapport «Sterker reageren op zwakke signalen. Onderzoek naar de signaalfunctie van lichte voorvallen» , Kamerstuk 36 124, nr. 11 van 8 december 2022

  

53

Het TOS zal, naar aanleiding van het IVD rapport, in 2023 opnieuw een steekproef uitvoeren naar de meldingsbereidheid. Daarnaast laat ik onderzoeken of de meldingsbereidheid onderdeel kan worden van de structurele Medewerkers Tevredenheidsonderzoeken (MTO).

Nee

Het TOS voert in juni 2023 een steekproef uit naar de meldingsbereidheid van het defensiepersoneel. Daarnaast zal dit vooralsnog structureel jaarlijks worden uitgevoerd.

54

Ik zal de defensieonderdelen, met oog op het IVD-rapport, vragen zich te buigen over de aanvullende mogelijkheden om de meldingsbereidheid en het veiligheidsbewustzijn te bevorderen.

Nee

Defensieonderdelen zijn begin 2023 gevraagd zich te buigen over de aanvullende mogelijkheden om de meldingsbereidheid en het veiligheidsbewustzijn te bevorderen. Hierdoor is er op dit moment nog geen verdere voortgang te melden.

Bijlage 7: Overzicht moties en toezeggingen

Tabel 49 Overzicht moties

Beschrijving van de motie

Bronnaam/ vindplaats

Kamerstuknummer motie

Datum

Status

Afgedaan met Kamerbrief

Datum afdoening motie

​de motie-Agnes Mulder/Boswijk over het in kaart brengen van de gevolgen van de militaire leveranties aan Oekraïne voor de operationele gereedheid van de krijgsmacht

Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 19/1)

21501-02, nr. 2592

19-1-2023

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 21501 28, nr. 250

 

​de motie-Brekelmans c.s. over een plan om de munitieproductie in Europa te verhogen ten behoeve van steun aan Oekraïne

Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 19/1)

21501-02, nr. 2593

19-1-2023

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 21501 28, nr. 250

 

​Motie van het lid Fritsma over zekerstellen dat geen cent van de door Nederland betaalde schadevergoedingen aan de gemeenschap van Hawija, terecht komt bij (oud) IS-ers​

Moties ingediend bij het tweeminutendebat Voortgang/evaluatie missies

29521, nr. 453

22-12-2022

In behandeling

 

Gepland: Verantwoordingsdag

​Motie van het lid Valstar c.s. over op basis van een aantal aangegeven punten uniformiteit aanbrengen in defensienota's

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 13

22-12-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Valstar c.s. over de transitie van de marine inzichtelijk maken

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 14

22-12-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Dassen c.s. over in overleg met Duitsland en België onderzoeken hoe de gezamenlijke productiecapaciteit voor kapitale munitie kan worden vergroot

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 19

22-12-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Dassen over in Europees verband gezamenlijk munitie inkopen

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 20

22-12-2022

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstukken 28676, nr's 426 en 427

 

​Motie van het lid Boswijk c.s. over uiterlijk 1 oktober 2023 inzichtelijk maken hoe de integratie van de Duitse en Nederlandse landmachten vorm gaat krijgen

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 23

22-12-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 33279, nr. 37

23 februari 2023

​Motie van het lid Hammelburg c.s. over culturele diversiteit een pijler maken in het personeelsbeleid van Defensie

Tweeminutendebat Personeel Defensie

36200 X, nr. 56

22-12-2022

In behandeling

  

​Motie van de leden Kuzu en Hammelburg over bewerkstelligen dat de manschappen zo veel mogelijk vrijheid hebben om in hun verblijfsruimte hun eigen inrichting te kiezen

Tweeminutendebat Personeel Defensie

36200 X, nr. 57

22-12-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Kuzu over bewerkstelligen dat voldoende manschappen inzetbaar blijven ter versterking en ter verdediging van de Oostflank van de NAVO

debat over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS-coalitie en de brede veiligheidsinzet in Irak in 2023 (Artikel 100-procedure)

27925, nr. 923

22-12-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Jasper van Dijk over de stand van zaken rond nucleaire ontwapening en modernisering van kernwapens in Nederland.

Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken 2023

36200 V, nr. 30

29-11-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 36200 V, nr. 73

22 december 2022

​Motie van het lid Valstar c.s. over voorkomen dat voormalige Defensiemedewerkers trainingen geven aan landen die een offensief cyberprogramma tegen Nederland voeren.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 25

22-11-2022

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 35207, nr. 61

 

​Motie van het lid Valstar c.s. over binnen de Joint Expeditionary Force de samenwerking versterken voor de beveiliging van de Noordzee en Baltische Zee

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 26

22-11-2022

Deels uitgevoerd

​Kamerstuk 33450, nr. 118

8 februari 2023

​Motie van het lid Valstar c.s. over in gesprek gaan met banken en pensioenfondsen om barrières voor de defensiesector weg te nemen

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 27

22-11-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Valstar c.s. over gratis reizen met de trein voor militairen in uniform en vaker oefeningen houden door Defensie in de steden.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 28

22-11-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Boswijk c.s. over onderzoeken of huidige kwalificaties van oefeningen en uitzendingen nog aansluiten bij de huidige situatie.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 36

22-11-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Boswijk c.s. over binnen de NAVO pleiten voor het in de DPCR meewegen van de geïntegreerde strijdkrachten in Europa.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 37

22-11-2022

Uitgevoerd

​Kamerstukken 28676, nr's 425; 426 en 427

21 februari 2023

​Motie van het lid Segers c.s. over de NATO Capability Targets als referentiepunt gebruiken bij het opstellen van de Defensienota en begroting

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 38

22-11-2022

In behandeling

  

​Motie van de leden Segers en Boswijk over mogelijkheden onderzoeken om het dienjaar sneller op te schalen en belangstellende snel uitsluitsel te geven.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 39

22-11-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Stoffer c.s. over de ICA conditioneel maken voor de gunning en meewegen in de besluitvorming.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 41

22-11-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 34225, nr. 42

25 januari 2023

​Motie van het lid Kuzu c.s. over exitgesprekken analyseren en omzetten in concrete verbeteringen om meer militairen duurzaam aan Defensie te binden.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 43

22-11-2022

In behandeling

  

​Motie van de leden Kuzu en Valstar over bezien of de maximale termijn voor functies bij Defensie kan worden losgelaten of verruimd.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 44

22-11-2022

In behandeling

  

​Motie van de leden Kuzu en Boswijk over meer welwillendheid bij het uitreiken van medailles aan reservisten bij de operationele commando's

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 45

22-11-2022

In behandeling

  

​Motie van de leden Koekkoek en Boswijk over bij onderhandelingen over het European Sky Shield Initiative de Europese strategische autonomie laten meewegen bij de keuze van systemen

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 46

22-11-2022

In behandeling

  

​Motie van de leden Valstar en Stoffer over een evaluatie vijf jaar na plaatsing van de radar in Herwijnen

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 369

7-7-2022

In behandeling

  

​Gewijzigde motie van de leden Eppink en Van der Plas over bij de aanschaf van onderzeeboten oog hebben voor het strategische belang en de noodzaak van de Nederlandse maritieme maakindustrie

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 371

7-7-2022

Doorlopend

​Gerapporteerd in Kamerstukken 34225, nr's. 40 en 41

 

​Gewijzigde motie van de leden Eppink en Van der Plas over de voorraad in Nederland evenredig aanvullen bij de levering van militaire goederen aan Oekraïne.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 370

7-7-2022

Doorlopend

  

​Motie van de leden Fritsma (PVV) en van Haga (groep van Haga) over zorg dragen voor voldoende en directe toegang tot noodopvang voor veteranen

Notaoverleg Veteranen

30139, nr. 259

20-6-2022

Doorlopend

  

​Motie van de leden Hammelburg en Boswijk over versterking van gezamenlijke inkoop, interoperabiliteit en samenwerking met andere EU-landen op het gebied van onderhoud

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 65

21-4-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Valstar c.s. over pilots voor het versneld overgaan tot aanschaf van materieel

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 70

21-4-2022

Uitgevoerd

​Kamerstukken 35925 X, nr. 74; 27830, nr. 376 en 35925 X, nr. 84

18 oktober 2022

​Motie van het lid Valstar c.s. over steun voor bewapening van de MQ-9 Reaper

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 69

21-4-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Boswijk c.s. over voorstellen voor innovatieve vormen van diensttijd

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 67

21-4-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 36200, nr. 8

1 september 2022

​Motie van de leden Piri en Valstar over de Afghaanse oud-medewerkers uit dankbaarheid voor bewezen diensten op passende wijze eren

Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan

27925, nr. 893

31-3-2022

In behandeling

  

​Motie van het lid Van der Staaij c.s. over het wegnemen van knelpunten die diensten verhinderen Nederland te beschermen tegen landen met een offensief cyberprogramma

Plenair debat over de situatie in Oekraine

36045, nr. 16

28-2-2022

Deels uitgevoerd

​Kamerstuk 36263

1 december 2022

​Motie Hermans c.s. over concrete voorstellen om ondernemers beter te beschermen tegen digitale dreigingen en cybercriminelen.

Debat over de Regeringsverklaring

35788, nr. 120

19-1-2022

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 VI, nr. 136

 

​Motie van het lid van Wijngaarden c.s. over nauw optrekken met NAVO-bondgenoten bij volkenrechtelijke standpunten en militaire R&D als het gaat om autonome dan wel semiautonome wapensystemen.

Notaoverleg Autonome Wapensystemen 13 december

35848, nr. 10

14-12-2021

Doorlopend

​Gerapporteerd in Kamerstuk 36100 V, nr. 9

 

De motie D66 Verzoekt de regering kaders op te stellen omtrent de inzet van lokale medewerkers —zowel onder arbeidscontract als op freelance basis - bij toekomstige militaire missies en op Nederlandse ambassades en consulaten en daarbij vast te leggen welke verantwoordelijkheden de Nederlandse staat wel of niet heeft ten opzichte van dit personeel

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 29

11-11-2021

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr's 911 en 914

 

De motie VVD Verzoekt de regering het Defensie Cyber Commando na afronding van de HR-transitie een eigen aanstellingsmandaat te geven, zodat het op vergelijkbare wijze als de huidige operationele commando's militairen kan aanstellen en laten doorstromen.

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 25

11-11-2021

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 36124, nr. 2

 

De motie van Wijngaarden VVD Verzoekt de regeringte zorgen voor borging van het wezenlijk nationaal veiligheidsbelang en strategische autonomie, inclusief daarvoor benodigde betrokkenheid van de Gouden Driehoek, bij de gehele levensfase van de onderzeeboot;daartoe in de offerteaanvraag primaire en secundaire eisen te formuleren, en de Kamer voorafgaand aan het doen uitgaan van de offerteaanvraag desnoods vertrouwelijk te informeren over de afweging tussen primaire en secundaire eisen in het beoordelingskader en gevolgen voor strategische autonomie die voortvloeien uit de gemaakte keuzes;de Kamer tevens te informeren over de gevolgen hiervan voor de levensduurkosten van de onderzeeboten in relatie tot de return on investment.

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 24

11-11-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 34225, nr. 40

30 september 2022

Verzoekt de regering, de deelnemende werven te vragen aan te tonen of en hoe zij de Nederlandse maritieme industrie zo veel mogelijk en op hoogwaardig strategisch technologisch niveau zullen betrekken bij ontwerp, ontwikkeling, bouw en instandhouding van de onderzeeboten, de uitkomsten hiervan nadrukkelijk te betrekken bij het zo snel mogelijk voortzetten van het verwervingsproces, en de Kamer hierover nader te informeren.

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 36

11-11-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 34225, nr. 40​

30 september 2022

De motie Boswijk CDA Verzoekt de regering te kijken naar de mogelijkheden om gezamenlijk met de NAVO en meer in het bijzonder landen gelegen aan de Noordzee zoals Noorwegen, Duitsland, Denemarken, Groot-Brittannië, Frankrijk en België een strategie te ontwikkelingen voor de bescherming van onze cruciale infrastructuur gelegen in de Noordzee en de Kamer hierover voor de zomer van 2022 te rapporteren.

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 22

11-11-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 33450, nr. 118

8 februari 2023

De motie Boswijk CDA Verzoekt de regering strenger te handhaven op de bovengenoemde wetsartikelen en het verbod (toelichting: tijdens meerdere anti-coronademonstraties betoger militaire uniformen dragen en misbuik maken van het Rode Kruis-embleem op helmen, kleding en vlaggen)

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 23

11-11-2021

Doorlopend

​Gerapporteerd in Kamerstuk 2022Z00043

 

De motie van het lid Piri over onderzoeken of en hoe inzichtelijk gemaakt kan worden hoe investeringen bijdragen aan de operationele inzetbaarheid van de krijgsmacht

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 44

11-11-2021

Doorlopend

  

​Motie van de leden Ephraim en Eerdmans over een uitgebreide analyse en risico-inschatting voorafgaand aan militaire missies en een evaluatie na afloop.

CD Meest recente situatie in Afghanistan

27925, nr. 798

18-8-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 27925, nr. 919

28 oktober 2022

​Motie van het lid Dassen c.s. over een voorstel voor een mandaat voor de European External Action Service om een Europees noodplan op te stellen.

CD Meest recente situatie in Afghanistan

27925, nr. 797

18-8-2021

In behandeling

  

​Gewijzigde motie van het lid Kuzu c.s. over een nationaal herdenkingsmonument voor Srebrenica (t.v.v. 26122-54)

Tweeminutendebat Dutchbat-III

26122, nr. 58

23-6-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 30139, nr. 254

10 juni 2022

​Motie van het lid Belhaj c.s. over een onafhankelijk onderzoek naar de besluitvorming rond het LIMC

Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving

32761, nr. 186

26-5-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 32761, nr. 258

13 januari 2023

​Motie lid van Dijk: wenst een onafhankelijk onderzoek naar de betrokkenheid van NAVO landen bij de oorlog in Afghanistan

Plenair debat art. 100 Afghanistan

27925, nr. 772

22-4-2021

Deels uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr's 872; 885 en 912

 

​v Helvert CDA, CU, SP, PVV en PvdA: Roept het kabinet op om de RCR te stoppen en een alternatieve locatie te zoeken voor de SMART-L Radar.

Nota Overleg Materieel

27830, nr. 332

3-2-2021

Deels uitgevoerd

Laats gerapporteerd in ​Kamerstuk 31936, nr. 940

03-06-2022

Stoffer SGP en VVD: ​Verzoekt de regering, de defensievisie aan te vullen met een nader uitgewerkt kader voor de wijze waarop taakspecialisatie kan vormgegeven inclusief de voor- en nadelen daarvan.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 54

1-12-2020

Uitgevoerd

Kamerstuk 33279, nr. 36

22 december 2022

​vd Nieuwenhuizen GL, VVD, D66, CDA: Verzoekt de regering, de bij de naamgeving van marineschepen betrokken instanties binnen defensie de uitdrukkelijke wens vanuit de Kamer mee te geven dat tenminste twee van de nieuw te verwerven marineschepen, waaronder fregatten, naar vrouwen met een grote betekenis voor de Nederlandse vrijheid worden vernoemd.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 40

1-12-2020

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 47

 

Fritsma ​PVV: Verzoekt de regering om een einde te maken aan de praktijk dat middels door Defensie verstrekte leningen de kas van het Turkse leger wordt gespekt.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 36

1-12-2020

In behandeling

​Gerappoteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 17

 

​vd Nieuwenhuizen  en Belhaj: Verzoekt de regering, scenario's op te stellen voor mogelijke routes van specialisatie van defensie binnen haar internationale partnerschappen en deze scenario's voor te leggen aan de Kamer.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 39

1-12-2020

Uitgevoerd

Kamerstuk 33279, nr. 36

22 december 2022

Stoffer SGP en CDA: ​Verzoekt de regering, bij evaluatie van de Wet defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) te betrekken hoe daarin de notie kan worden opgenomen dat mede ten behoeve van investeringen in en instandhouding van materieel gestreefd wordt naar het realiseren van de NAVO-norm.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 55

1-12-2020

In behandeling

  

Kerstens PvdA, SP en GL:​ Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat ten aanzien van de inmiddels herhaaldelijk door de Veteranenombudsman in dezen gedane aanbevelingen bij zijn eerstvolgende Klachtmonitor duidelijke verbeteringen te zien zijn.

Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020

35570 X, nr. 48

1-12-2020

In behandeling

  

motie Belhaj c.s. over behoud van het Mariniersmuseum in Rotterdam

WGO Personeel/ Materieel

35570 X, nr. 27

30-11-2020

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstukken35570 X, nr. 76; 35925 X, nr. 15 en 36200 X, nr. 61

 

Motie Stoffer c.s. over optimaal gebruikmaken van een zelfscheppend Nederlands marinebouwcluster

WGO Personeel/ Materieel

35570 X, nr. 30

30-11-2020

Uitgevoerd

Kamerstuk 34225, nr. 28

30 september 2022

Gewijzigde motie van het lid Diks over onderzoeken van incidenten bij militaire inzet in coalitieverband (t.v.v. 35363, nr. 3)

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers

35363, nr. 4

19-12-2019

Uitgevoerd

Kamerstuk 29521, nr. 442

7 april 2022

Kerstens over de randvoorwaarden van een nieuw functie- en beloningsgebouw tot stand brengen en zo bij te dragen aan de aantrekkelijkheid van Defensie als werkgever

VAO Personeel

35300, nr. 50

19-12-2019

Uitgevoerd

​Kamerstukken 35925 X, nr. 82 en 36200 X, nr. 8

1 september 2022

​De Roon over zelfstandig beslissen over aanbesteden van Defensieprojecten

Plenair debat begroting 2020

35300 X, nr. 19

7-11-2019

Uitgevoerd

Kamerstuk 35925 X, nr. 84

21 juni 2022

​Motie Diks en Kerstens over het monitoren van mogelijke gezondheidsgevolgen voor het Defensiepersoneel

VAO militair radarstation Herwijnen

31936, nr. 654

11-9-2019

In behandeling

  

Belhaj: verzoekt de regering, alle mogelijke maatregelen te treffen om blootstelling aan en gezondheidsschade veroorzaakt door uitstootgassen van burnpits zo veel als mogelijk te voorkomen.

AO Personeel

35000 X, nr. 113

9-4-2019

Uitgevoerd

Kamerstuk ​35570, X, nr. 103

11 mei 2021

Belhaj: verzoekt de regering, om de nota Defensie Industrie Strategie en de Innovatiestrategie Defensie aan te vullen met voorstellen die volgen uit het plan van aanpak Defensie Operationele Energiestrategie.

NO DIS

31125, nr. 98

18-2-2019

In behandeling

​Gerapporteerd kamerstuk 34919, nr. 74

 

Bruins Slot: verzoekt de regering, de Defensie Cyber Strategie te verbreden met de inzet van cybersoldaten om Nederland te beschermen als cyberaanvallen in de ruimte dreigen de samenleving te ontwrichten, en de Kamer daarover te informeren.

Begrotingsbehandeling 2019

35000 X, nr. 52

21-11-2018

Deels uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstuk 36124, nr. 10

25 november 2022

Kerstens: over gezamenlijk aanbod op de arbeidsmarkt door Defensie, de brandweer en de politie.

WGO Personeel

35000 X, nr. 30

12-11-2018

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 2020Z08679

 

Kerstens: verzoekt het kabinet in het kader van bedoelde zorgvuldigheid in overleg met betrokkenen zoals hiervoor genoemd te bezien op welke wijze tot een gedragen besluit kan worden gekomen en de Kamer hierover te informeren.

Plenair debat luchthavenbesluit

34932, nr. 11

5-7-2018

Deels uitgevoerd

Kamerstuk 31936, nr. 877

 

Belhaj: verzoekt de regering, te allen tijde de Kamer actief te informeren, mocht de taak die opgenomen is in een instellingsbesluit voor het oprichten van een (tijdelijke) commissie onverhoopt geheel of gedeeltelijk wijzigen.

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 110

16-5-2018

Doorlopend

Gerapporteerd in kamerstuk 34919, nr. 41

 

Belhaj: verzoekt de regering, na het voltooien van het strafrechtelijk onderzoek door het OM, onderzoek te doen naar de mogelijkheid om tot (aanvullende) interne disciplinaire maatregelen over te gaan indien er op enig moment sprake is geweest van nalatig en/of verwijtbaar handelen.

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 109

16-5-2018

In behandeling

  

Van Dijk: verzoekt de regering, alle mogelijke middelen in te zetten om het beantwoorden van de schuldvraag mogelijk te maken en daaraan consequenties te verbinden.

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 112

16-5-2018

In behandeling

  

​Gewijzigde motie van het lid Diks over communicatie met externen over misbruikzaken (t.v.v. 34775 X, nr. 155)

AO Veiligheid en Integriteit

34775 X, nr. 119

16-5-2018

Uitgevoerd

Kamerstuk 36124, nr. 8

7 oktober 2022

​Voordewind: verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze in het toetsingskader voor deelname aan internationale missies duidelijke, controleerbare criteria voor de veiligheid en de medische zorg voor Nederlandse militairen tijdens internationale missies opgenomen kunnen worden, en de Kamer hierover te informeren,

Begrotingsbehandeling 2018

34775 X, nr. 52

23-11-2017

In behandeling

  

Motie van de leden Ploumen en Karabulut. Verzoekt de regering, te waarborgen dat er ook na het melden van een incident mogelijkheid tot nazorg is.

Begrotingsbehandeling

34775 X, nr. 49

13-11-2017

Uitgevoerd

​​Kamerstuk 36124, nr. 8​

7 oktober 2022

Motie De Roon over het plaatsen van langeafstandkruisraketten op nieuwe fregatten.

Begrotingsbehandeling 2017

34550 X, nr. 34

17-11-2016

Deels uitgevoerd

Gerapporteerd in Kamerstuk 36124, nr. 1

 
       

* Status toezeggingen bijgewerkt tot en met 28 februari 2023

      
Tabel 50 Overzicht toezeggingen

Omschrijving van de toezegging

Bronnaam/ Vindplaats

Bronnummer

Datum

Status

Nummer Kamerbrief

Datum toezegging afgedaan

De staatssecretaris zegt toe dat bij de geïntegreerde rapportage, waarbij ook een overzicht wordt gegeven van de voortgang van de projecten, de verbinding wordt gemaakt tussen de stappen die Defensie voorwaarts zet op grote projecten en het positieve effect van de besluiten op de knik van 200 miljoen in beeld worden gebracht.

CD Vastgoed

n.t.b.

23-2-2023

In behandeling

  

​De staatssecretaris zegt toe geen onomkeerbare stappen te nemen wat betreft de overdracht van het eigenaarschap naar het Rijksvastgoedbedrijf voordat de Kamer heeft gesproken over de gemitigeerde risico's. Een voorgenomen besluit zal eerst met de Kamer worden besproken alvorens Defensie het ten uitvoer brengt. Dit wordt ook in het perspectief geplaatst met de ervaringen van het RvB sinds 2014

CD Vastgoed

n.t.b.

23-2-2023

In behandeling

  

​​De minister van Defensie zal de Kamer periodiek informeren over Europese samenwerking in de defensie-industrie, waarbij zij zal overleggen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of zij de Kamer kan informeren over vormen van bilaterale samenwerking.

Commissiedebat Defensie Industrie Strategie

2023D04662

1-2-2023

In behandeling

  

​De minister van Economische Zaken en Klimaat en de staatssecretaris van Defensie zullen de Kamer in het najaar informeren over de mogelijkheden van een revolverend fonds voor financiering van de Defensie Industrie Strategie, zo mogelijk vóór de begrotingsbehandeling EZK.

Commissiedebat Defensie Industrie Strategie

2023D04662

1-2-2023

In behandeling

  

​​De staatssecretaris van Defensie zegt toe dat bij de aanbieding van het DPO 2024 een evaluatie van de nu voorgestelde aanpassing van het huidige DMP aan de Kamer zal worden aangeboden.

Verzamelcommissiedebat Defensie

2023D03426

26-1-2023

In behandeling

  

De staatssecretaris van Defensie zegt toe de samenwerking tussen Defensie en de Nederlandse industrie als KPI op te nemen en de Kamer daar bij de aanbieding van de geïntegreerde rapportage over te informeren.

Verzamelcommissiedebat Defensie

2023D03426

26-1-2023

In behandeling

  

​De Kamer wordt zo mogelijk nog in 2022 geïnformeerd over de registratie van lokale medewerkers bij missies met terugwerkende kracht in het kader van de motie-Belhaj

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-237

17-11-2022

In behandeling

  

​Als de NAVO cyclus aansluit op de begrotingsbehandeling, ontvangt de Kamer voorafgaand daaraan de Defence Planning Capability Review

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-236

17-11-2022

In behandeling

  

​De Kamer ontvangt de eerder toegezegde brief over de mogelijkheden en beperkingen van indiensttreding van EU-onderdanen in Nederlandse krijgsdienst voor het einde van 2022. Dit onderwerp krijgt een plek in de P-verzamelbrief.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-238

17-11-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 62

22 december 2022

​Voor de zomer van 2023 ontvangt de Kamer een brief over het verschil in de uitzendbescherming bij uitzendingen en oefeningen en de nazorg voor medewerkers

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-239

17-11-2022

In behandeling

  

​​In de periodieke voortgangsrapportages over de vervanging onderzeebootcapaciteit zal ook aandacht worden besteed aan risico’s en scenario’s met betrekking tot een capability gap.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-240

17-11-2022

Doorlopend

  

​Begin 2023 ontvangt de Kamer het programma Ruimte voor Defensie, waarin inzichtelijk wordt gemaakt waar op termijn de uitdagingen en de kansen voor Defensie-oefenactiviteiten liggen.​

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-241

17-11-2022

In behandeling

  

​De minister zegt toe om te bezien of in termen van waardering voor reservisten ten opzichte van full-time militairen Defensie een been dient bij te trekken.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

Plenair verslag 17november

17-11-2022

In behandeling

  

​De staatssecretaris van Defensie zegt toe de Kamer schriftelijk te zullen informeren over mogelijkheden en beperkingen van indiensttreding van EU-onderdanen in de Nederlandse krijgsdienst, en daarbij ook in te gaan op specifieke kennis en kunde (bijvoorbeeld technisch personeel en zorgpersoneel).

WGO Personeel/ Materieel

TZ202211058

7-11-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 62

22 december 2022

​De minister van BZ zegt toe dat voor 31 mei 2023 de evaluatie van de evacuatie van Afghanistan en voor 1 juli 2023 de eindevaluatie van Resolute Support verschijnt. De Kamer ontvangt hier z.s.m. een kabinetsreactie op.

CD voortgang missies en operaties

TZ202211-071

3-11-2022

In behandeling

  

De staatssecretaris zal in de integrale rapportage ook cijfers over sociale veiligheid opnemen. De staatssecretaris onderzoekt of hij deze cijfers over sociale veiligheid ook in vergelijkend perspectief kan plaatsen.

CD Veiligheid en Integriteit

TZ202210-182

20-10-2022

In behandeling

  

De staatssecretaris informeert de Kamer er binnen een halfjaar over of de interne procedures voor klokkenluiders bij Defensie voldoen aan de nieuwe Europese richtlijn inzake klokkenluiders.

CD Veiligheid en Integriteit

TZ202210-183

20-10-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 66

3 februari 2023

De staatssecretaris stuurt het rapport van de commissie die onderzoek doet naar chroom-6 na ontvangst terstond aan de Kamer.

CD Veiligheid en Integriteit

2022D43914

20-10-2022

Afgedaan

36200 X Nr. 52

29 november 2022

​De minister zegt toe samenstelling en opdrachtverlening van de onderzoekscommissie naar het mortierongeval met de Kamer te delen. Dit doet zij zo snel als zorgvuldig mogelijk is. De minister zegt toe dat zij dit vooraf bij de nabestaanden en de Kamer toetst. Indien dat aanleiding geeft tot debat, zal dat volgen.  De minister zou in deze brief over de opdrachtverlening ook op ingaan of het artikel 2-compliant is en op welke wijze er onderzocht wordt waarom de vorige onderzoeken niet goed gegaan zijn. Dat is een toezegging aan de commissie.

CD Veilligheid & Integriteit

TZ202210-181

20-10-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 x, nr. 68

10 februari 2023

​De ministers van Defensie en BZ zeggen toe de Kamer uiterlijk 15 januari 2023 bij brief te zullen informeren over de inzet van Nederland tijdens de door Nederland te organiseren conferentie inzake AI in het militaire domein op 15 en 16 februari 2023, en in deze brief de Kamer ook te informeren over het al dan niet opnemen van het gebruik van semi-autonome wapens en systemen in artikel 100-procedure.

CD Autonome wapensystemen

TZ202210-036

5-10-2022

Afgedaan

Kamerstuk 33694, nr. 67

26 januari 2023

​Bij de inzet van inlichtingencapaciteit voorafgaand aan de missie een analyse maken van  de inlichtingenbehoefte en -actoren binnen de missie en het vaststellen van de behoefte en taakverdeling civiel/militair.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

Kamerstuk 29521, nr. 451

30-9-2022

Doorlopend

  

​Nederlands personeel moet voorafgaand aan een inzet van inlichtingencapaciteit in VN-verband worden geïnstrueerd over gangbare VN-werkwijzen op het gebied van informatie- en inlichtingendeling.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

Kamerstuk 29521, nr. 451

30-9-2022

Doorlopend

  

​Mogelijkheden bezien om taalvaardigheid onder militairen te verbeteren.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

Kamerstuk 29521, nr. 451

30-9-2022

In behandeling

  

​Bij een toekomstige inzet is het van belang de samenhang van NLse inzet met de bredere missie te optimaliseren.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

Kamerstuk 29521, nr. 451

30-9-2022

Doorlopend

  

​Organisatorisch borgen van de kennis over VN-missies die is opgedaan binnen MINUSMA

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

Kamerstuk 29521, nr. 451

30-9-2022

In behandeling

  

Defensie zal bezien of de voorbereiding van militairen op VN-werkwijzen en methoden momenteel toereikend is of verbeterd moet worden. ​

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

Kamerstuk 29521, nr. 451

30-9-2022

Doorlopend

  

​Meenemen van de IOB-aanbevelingen m.b.t. de geïntegreerde benadering in de ontwikkeling van het interdepartementale beleid hieromtrent en in de toekomstige voorbereiding en uitvoering van bijdragen aan missies.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

Kamerstuk 29521, nr. 451

30-9-2022

In behandeling

  

​Een duidelijke formulering van missiemandaat, en NL doelstellingen in artikel 100-brieven conform de IOB aanbeveling.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

Kamerstuk 29521, nr. 451

30-9-2022

Doorlopend

  

De staatssecretaris zegt toe in het eerste kwartaal van 2023 een brief aan de Tweede Kamer te sturen inzake de integrale visie van Defensie op reservisten. ​

CD Personeel

TZ202209-107

15-9-2022

In behandeling

  

​De minister van Defensie zegt toe tijdig voor de komende plenaire begrotingsbehandeling een eerste aanzet aan de Kamer te zullen aanbieden voor een format voor een integrale vorm van rapporteren, in dit stadium m.n. een aantal kritische prestatie indicatoren op onderdelen van het beleid, tijdig voor het Verantwoordingsdebat voorjaar 2023 gevolgd door een meer definitieve versie waarin ook de wijze van samenwerking binnen Europa zal zijn verwerkt.

CD Defensienota

TZ202209-104

14-9-2022

Deels afgedaan

Kamerstuk 33763, nr. 155

15 november 2022

​De minister van Defensie zegt toe om tijdig voor de plenaire begrotingsbehandeling, terug te komen op het voorstel van PAX inzake een fonds voor burgerslachtoffers van Nederlands optreden tijdens missies.

CD Defensienota

TZ202209-105

14-9-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 11

4 november 2022

De staatssecretaris van Defensie zegt toe medio oktober een gecombineerde A-B-brief inzake de verwerving van raketten voor de artillerie aan de Kamer te zullen aanbieden, met zicht op een D-brief op afzienbare termijn.

CD Defensienota

TZ202209-106

14-9-2022

Afgedaan

Kamerstuk 27830, nr. 382

21 december 2022

​De staatssecretaris van Defensie zegt dat het Strategisch Vastgoedplan uiterlijk medio oktober 2022 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

CD Vastgoed

2022D30193

30-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 12

2 december 2022

De staatssecretaris van Defensie zegt toe de Tweede Kamer uiterlijk 2 oktober nader te zullen informeren over vervolgstappen in het verwervingstraject van de nieuwe onderzeeboten, openbaar waar mogelijk en vertrouwelijk waar noodzakelijk.

CD Materieel

2022D28993

29-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 34225, nr. 40

30 september 2022

​​Toezegging door Min BZK dat de Kamer in het najaar nader wordt geïnformeerd over het wettelijk kader rond de verplaatsing naar het buitenland van de schotels in Burum.

CD IVD -aangelegenheden

2022D29832

29-6-2022

In behandeling

Gerapporteerd in Kamerstuk 29924, nr. 236

 

De minister van Defensie zegt toe uiterlijk 1 november 2022 de Kamer te zullen informeren over de stand van zaken met betrekking tot de doorvoering van de aanbevelingen in de evaluatie van het PTSS-protocol uit 2016.

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

In behandeling

  

De minister van Defensie zegt toe dat in samenspraak met het NLVI in contact zal worden getreden met de VNG en eventueel andere instanties en hen te wijzen op de mogelijkheden van financiële ondersteuning van veteranenhuizen, en de Kamer hierover uiterlijk in de komende Veteranennota te informeren.

Notaoverleg Veteranen

2002D25994

20-6-2022

In behandeling

  

De minister van Defensie zegt toe voorafgaand aan het notaoverleg Veteranen 2023 de Kamer nader te zullen informeren over de criteria om de status van veteraan te verkrijgen.

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

In behandeling

  

Minister gaat kijken naar Criteria om V-status te verkrijgen in het licht van nieuwe vormen van oorlogsvoering

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

In behandeling

  

​De minister zegt toe de volgende veteranennota's uiterlijk op 1 juni van dat jaar  en van trends voorzien, aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

Doorlopend

  

​Er komt een uitvoeringsagenda voor onze verduurzamingsplannen

Defensienota 2022

36124, nr. 1

1-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 25

31 januari 2023

​Minister van Defensie zegt toe de Kamer op de hoogte te houden van de voortgangsrapportages van de Hoge vertegenwoordiger (EDEO) m.b.t. het halen van de doelstellingen van het Strategisch Kompas. Indien er in dit najaar geen voortgangsrapportage volgt zullen we een eigen appreciatie geven.

CD EU Defensieraad en rol EC veiligheid en defensie

21501 28, nr. 242

12-5-2022

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 21501 28, nr. 247

 

​BZ, Defensie en JenV zullen de Kamer voor de zomer een brief sturen waarin kaders worden geschetst over de verantwoordelijkheden van de Nederlandse Staat richting lokaal personeel bij militaire missies.

Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan

Verslag 67e plenaire vergadering 31 maart 2022

31-3-2022

In behandeling

Gerapporteerd in Kamerstuk 2022Z14731

 

​De minister zou willen onderzoeken of wij een bredere groep van medewerkers van Defensie, de de bredere groep die ook onder de tolkenregeling valt , van een blijk van waardering zouden kunnen voorzien (bijvoorbeeld tolkenpenning).

Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan

Plenair verslag 67e vergadering 31 maart 2022

31-3-2022

In behandeling

  

De minister zegt toe de Kamer te informeren over het gebruik van verboden wapens/ munitie in de oorlog Oekraïne-Rusland. Openbaar als het kan, vertrouwelijk als het moet.

Debat over de situatie in Oekraïne

2022D07985

28-2-2022

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 21501 20, nr. 1796

 

​De minister zegt toe om de Kamer (via de geëigende kanalen) te informeren over het gegeven of men binnen de NAVO meer inlichtingen met elkaar kan delen.

Debat over de situatie in Oekraïne

2022D07985

28-2-2022

Doorlopend

  

​De minister zegt toe om in kaart te brengen waar het in de financiële zin om gaat m.b.t. het toekomstbestendig maken van de Krijgsmacht.Aan het lid Brekelsmans werd aanvullend toegezegd om in deze brief eveneens inzichtelijk te maken wat het zou kosten als we X willen, willen versnellen of als we extra's willen doen, zodat er een concreet beeld is wat we aan de NAVO kunnen leveren wanneer ze hierom vragen.

Debat over de situatie in Oekraïne

2022D07985

28-2-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 1

1 juni 2022

​Staatssecretaris zegt toe 1x per jaar terug te koppelen welke aanbevelingen we van de IVD hebben overgenomen en welke niet (onderdeel jaarverslag).

CD Veiligheid en Integrteit

2022D06579

16-2-2022

Doorlopend

  

​Staatssecretaris zegt toe in gesprek te zullen gaan met slachtoffers Chroom-6 (indien zij hier ook open voor staan). ​

CD Veiligheid en Integriteit

2022D06579

16-2-2022

In behandeling

  

​De minister zegt toe er naar te streven het rapport over het onafhankelijk onderzoek LIMC voor de zomer aan de Kamer te kunnen aanbieden en ervoor te zorgen dat de aanbevelingen betrokken worden bij de reeds aangekondigde beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden (IGO)

Brief onafhankelijk onderzoek LIMC/ Tweeminutendebat LIMC

2022Z01671 en 2022D03979

2-2-2022

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstuk 32761, nr. 258

 

​​Toezegging om doelstellingen van artikel 100 missies helder en eenduidig te formuleren.

Kabinetsreactie eindevaluatie EMASOH

29521, nr. 438

6-12-2021

Doorlopend

  

​​In het operationele planningsproces (voor een art. 100 missie) dient meer aandacht uit te gaan naar het onderkennen en begrijpen van de militair-diplomatieke relaties en de lokale bureaucratische processen. De mogelijkheid tot het verkrijgen van diplomatieke goedkeuring voor toegang vormt hierin een belangrijk component. Toezegging dat er de toekomst indien mogelijk concretere afspraken gemaakt moeten worden voorafgaand aan een missie, zodat een uitgezonden eenheid wordt ontlast.

Kabinetsreactie eindevaluatie EMASOH

29521, nr. 438

6-12-2021

In behandeling

  

De minister zal bezien hoe Nederlandse bedrijven in de toekomst een goede rol kunnen vervullen bij de bouw en de instandhouding van de nieuwe onderzeebootcapaciteit.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Kamerstuk 34225, nr. 40

30 september 2022

F-35 tekortkomingenDe minister zal in het geval dat als gevolg van tekortkomingen er over de kwaliteit van het vliegtuig getwijfeld wordt, dit uit de voortgangsrapportage halen die het TNO maakt en dit met de kamer delen.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

In behandeling

  

De minister zal aan de Kamer informeren over de gezondheid van de natuur van Defensieterreinen. Minister zal het RVB vragen om een rapportage en deze aan de Kamer zenden.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

In behandeling

  

De minister gaat zich verdiepen in het verruimen van aanname- en selectiecriteria van Defensie. Toezegging herzien na behandeling motie 20 (BBB).

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

In behandeling

  

De minister zal de personeelsadministratie voor wat betreft voor ons werkend lokaal personeel in het buitenland beter op orde krijgen. Dit zal gedeeld worden met de kamer. [Toezegging herzien na behandeling motie 11 (D66)]

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 722 en 2022Z14731

 

De minister zal de consequenties uitwerken van specialisatie en internationale samenwerking en daar met de Kamer over van gedachte wisselen om de effecten moeten we ook onder ogen zien.

Begrotingsbehandeling 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Kamerstuk 33279, nr. 36

22 december 2022

​De minister heeft informeel toegezegd uit te zoeken of Nederland gebruik maakt van tolken of lokaal personeel bij de uitvoering van de C-130 bijdrage aan MINUSMA. Tevens wordt er gekeken of Nederland gebruikt heeft gemaakt van tolken of lokaal personeel in de periode 2014-2019

CD C-130 bijdrage MINUSMA (artikel 100)

29521, nr. 433

27-10-2021

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstukken 29 521, AU en 27925, nr. 914

 

​De Roadmap Energietransitie Materieel wordt, zodra die is vastgesteld, aan de Tweede Kamer gestuurd. In eerste instantie toegezegd voor december '21.

Vaststelling van de Begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022

35925 X, nr. 9

22-10-2021

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 25

31 januari 2023

Er is aangegeven dat de tolkenregeling oneindig is en dat Defensie zorg draagt hiervoor.

Plenair debat Afghanistan

2021D39496

15-9-2021

Afgedaan

Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 27925, nr. 920

 

​De staatssecretaris zegt toe in het najaar van 2021 een nieuwe enqu​ête te houden onder alle mensen die ingeschreven staan bij het informatiepunt Chroom-6 over hoe het informatiepunt verbetert kan worden.​

Plenair debat Chroom-6

Handelingen vergaderjaar 2020/2021, nr. 95

30-6-2021

In behandeling

  

​De staatssecretaris zegt toe dat het SICT Defensiebreed zal monitoren op de beschikbaarheid van voldoende gehoorbescherming.

Plenair debat Chroom-6

Handelingen vergaderjaar 2020/2021, nr. 95

30-6-2021

In behandeling

  

De staatssecretaris van Defensie zegt toe in de komende P-rapportages of personeelsbrief in te zullen gaan op eventuele ontwikkelingen in het oplossen van de resterende langlopende zaken.

CD Veiligheid en Integriteit

35570 X, nr. 104

1-6-2021

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 4

21-9-2021

De staatssecretaris zendt ieder in het kader van GrIT uitgebracht BIT-advies aan de Kamer.

AO Grensverleggende IT

31125, nr. 117

10-12-2020

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 31125, nr. 119 en 35728, nr. 6

 

De minister informeert de Kamer over de onderzoeksvragen (van de onafhankelijke commissie) zodra deze zijn vastgesteld, alsmede over de voortgang van het onafhankelijke onderzoek.

Notaoverleg Burgerslachtoffers

27925, nr. 750

8-10-2020

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr's. 754; 885; 912 en 933

 

Staatssecretaris informeert de kamer over resterende punten wat betreft AOW-gat en RVU boetes. De Staatssecretaris zegt toe het gesprek aan te willen gaan met de Kamer over andere zaken die nog spelen.

AO Personeel

35300, nr. 86

18-6-2020

Deels afgedaan

Kamerstuk 35925 X, nr. 51

21-12-2022

Niet in de geannoteerde agenda’s, maar in de verslagen van de EU Defensieraden informeert de minister van Defensie de Kamer voortaan over de voortgang en stand van zaken van de Europese Defensiesamenwerking.

AO EU Defensieraad

21501 28, nr. 200

3-3-2020

Doorlopend

  

Bij toekomstige missies wordt vooraf duidelijk gemaakt hoe de voortgang van de missie zal worden gemeten en in de artikel 100-brieven wordt standaard een paragraaf opgenomen waarin de aandachtspunten en risico's worden benoemd, en de maatregelen die we willen nemen om die te beperken.

Plenair debat over misleiding VS t.a.v. de oorlog in Afghanistan

Plenaire verslag (stenogram)

6-2-2020

Doorlopend

o.a. gerapporteerd in Kamerstukken 29521, nr. 417 en 27925, nr's 755; 785; 868 en 919

 

De ontwikkeling van de prijzen voor exploitatie en investeringen zal de minister van Defensie – conform de aanbeveling van het CBS – ook de komende jaren blijven volgen. In het jaarverslag en de begroting zal de minister u hierover informeren.

Nota naar aanleiding van het verslag

35280, nr. 7

3-2-2020

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 2023D00433

 

De staatssecretaris van Defensie informeert de Kamer op reguliere momenten, bijvoorbeeld in het kader van het jaarverslag, over de invulling van de motie Van Helvert m.b.t. inzet klimaatgelden voor verduurzaming Defensievastgoed.

AO Vastgoed

34919, nr. 49

26-11-2019

Doorlopend

gerapporteerd in Kamerstuk 36100 X, nr. 1

 

De minister zegde toe dat zij een onderzoek zal (laten) uitvoeren naar de haalbaarheid en wenselijkheid van het openstellen van de Nederlandse krijgsmacht voor EU burgers

Nota Overleg Krijgsmacht van en voor Europeanen

Kamerstuk 35189, nr. 9

23-9-2019

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 62

22 december 2022

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe de Kamer bij de begrotingen en bij de verantwoordingsstukken te zullen informeren over de experimenten en ervaringen m.b.t. innovatief partnerschap.

Notaoverleg Defensie Industrie Strategie

31125, nr. 102

18-2-2019

Doorlopend

gerapporteerd in Kamerstukken 27830, nr. 303; 34919, nr. 46; 36100 X, nr. 1

 

In de jaarverslagen zal inzichtelijk worden gemaakt wat de stand van zaken is van de realisatie van doelstellingen op het gebied de energiestrategie (nulmeting in 2019 en realisatie vanaf 2020).

Notaoverleg Defensie Energiestrategie

34895, nr. 8

10-9-2018

Doorlopend

gerapporteerd in Kamerstukken 34919, nr. 74; 36100 X, nr. 1

 

De minister van Defensie zegt toe in de komende voortgangsrapportages en evaluaties van militaire missies nader in te zullen gaan op de effecten van lopende missies op de gereedheid van de Defensieorganisatie in brede zin.

AO voortgang missies/ operaties

29521, nr. 366

27-6-2018

Doorlopend

o.a. gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 90

 

De minister van Defensie zegt toe in de komende Veteranennota meer in te zullen gaan op de langere termijn, en dit tweejaarlijks te zullen herhalen. (Start 2019).

Notaoverleg Veteranen

30139, nr. 201

26-6-2018

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 30139, nr. 220; 30139, nr. 243 en 30139, nr. 254

 

De minister van Defensie zegt toe in de volgende evaluaties het aantal militairen en het aantal missies te vermelden.

AO Evaluatie missies/ operaties

29521, nr. 350

13-9-2017

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstuk 29521, nr. 444

 

De minister zegt toe om in de Jaarverslagen het stoplichtmodel te implementeren voor de maatregelen ter versterking van de basisgereedheid.

WGO Jaarverslag Ministerie van Defensie 2016

34725 X, nr. 11

14-6-2017

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 90

 

De minister gaat nog duidelijker aangeven in rapportages en brieven wat het aandeel van pensioenen en uitkeringen is.

WGO Slotwet Ministerie van Defensie 2015

34475 X, nr. 15

16-6-2016

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 35570 X, nr. 1 en 35570 X, nr. 2

 

​De minister van Defensie zegt toe voortaan documenten van algemeen defensiebelang, zoals de NATO Defence Planning Capability Review, ook aan de Eerste Kamer te sturen.

Plenaire vergadering T02301

Verslag EK 2015/2016, nr. 32, item 4

31-5-2016

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 28676, nr. 299

 

De Kamer ontvangt bij de begroting jaarlijks inzicht in de effecten van het wel/niet toekennen van prijscompensatie door de minister van Financiën.

WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel

34300 X, nr. 68

2-11-2015

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 36100 X, nr. 1 en 36200 X

 

De minister zal in de volgende Materieelprojectenoverzichten nadere toelichting geven op de keuzes die voor bepaalde  materieelprojecten gemaakt zijn. Daarbij wordt ingegaan op de overwegingen en de mogelijke gevolgen voor andere materieelprojecten.

WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel

34300 X, nr. 68

2-11-2015

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 27830, nr. 374

 

De minister van Defensie zal de Kamer informeren over de gevolgen voor de nationaliteit van de actief dienende militair, die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS (betreft vraagstuk van statelijke/niet-statelijke actoren).

AO MIVD

29924, nr. 135

9-9-2015

In behandeling

  

De minister van Defensie neemt voortaan bij artikel-100 brieven op wat de materiële gereedheid is alsmede de gevolgen voor de operationele gereedheid, inclusief de financiële aspecten daarvan.

WGO Jaarverslag en Slotwet 2014

34200, nr. 15

17-6-2015

Doorlopend

o.a. gerapporteerd in Kamerstukken 29521, nr. 417 en 27925, nr's 755; 785; 868 en 919

 

​De minister van Defensie zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Franken (CDA), toe om de voortgangsrapportages over de F-35 ook aan de Eerste Kamer te zenden, en bij deze rapportages in te gaan op de ontwikkelingen in de stealthtechnologie en de sensoren.

Voortzetting beleidsdebat

Verslag EK 2014/2015, nr. 25 item 8

24-3-2015

In behandeling

  

De ministers van Defensie en buitenlandse Zaken zeggen toe het gender-aspect, daar waar relevant, bij missies mee te nemen in een volgende evaluatie.

AO kleine operaties

29521, nr. 282

26-11-2014

Doorlopend

O.a. gerapporteerd 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 29521, nr. 451

 

​De minister van Defensie zegt de Eerste Kamer toe jaarlijks een totaaloverzicht (dezelfde als de Tweede Kamer reeds ontvangt) te sturen van de stappen die zijn gezet op het terrein van internationale militaire samenwerking

Mondeling overleg

33 750 X, F - blz. 15-16

25-11-2014

Doorlopend

  

De Kamer wordt bij toekomstige operaties/missies voortaan geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van de betreffende missie voor de personeelscapaciteit bij de (ondersteunende) onderdelen van de Krijgsmacht.

AO Personeel

33750, nr. 69

27-5-2014

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 29521, nr. 426

15-10-2021

De inzet van de minister is om de toekomstige geannoteerde agenda's en verslagen van NAVO-bijeenkomsten te verbeteren qua informatie over inhoud van de agendapunten en het Nederlandse standpunt.

AO NAVO Defensie Ministeriële

28676, nr. 200

18-2-2014

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 28676, nr. 426

 

Per missie zal in het vervolg op voorhand een inschatting van de kosten voor de zorg worden aangegeven. De kosten voor nazorg zullen ook worden meegenomen in de evaluatie van missies.

AO Personeel

31700 X, nr. 109

25-3-2009

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 27925, nr. 868

 

In de toekomst zal de minister van Defensie in artikel-100 brieven en stand van zakenbrieven, wanneer van toepassing, ingaan op civiele dienstverlening tijdens uitzendingen.

AO Civiele Dienstverlening

31700 X, nr. 58

23-10-2008

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 27925, nr. 868

 
       

* Status toezeggingen bijgewerkt tot en met 28 februari 2023

      

Bijlage 8: COVID-19 steunmaatregelen

Tabel 51 Overzicht COVID-19 steunmaatregelen

Maatregel

Verplichtingen 2022

Uitgaven 2022

Militaire steunverlening Vaccineren en Testen COVID-19

1,77

1,77

Militaire bijstand en steunverlening ihkv COVID-19

0,17

0,17

Totaal

1,94

1,94

Op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft Defensie van medio december 2021 tot medio februari 2022 militaire ondersteuning geleverd bij het bemensen van de niet-medische functies binnen spoor 1 t/m 4 vaccineren en de functie van bemonsteraars en administratieve functies binnen testen op diverse locaties binnen Nederland. De additionele uitgaven hiervoor bedroegen €1,9 miljoen.

Bijlage 9: Focusonderwerp FJR 2022, beroep op art.2.27, tweede lid, CW

In deze bijlage licht Defensie de incidentele suppletoire begrotingen (ISB'en) toe. Hiermee komt Defensie tegemoet aan het verzoek van de Tweede Kamer om bij de verantwoording over het jaar 2022 aandacht te besteden aan de terugkeer naar een regulier en voorspelbaar begrotingsproces.

ISB 1: Munitieleveringen Oekraïne

De Russische invasie in Oekraïne noopte tot het ontplooien van aanvullende activiteiten aan de oostflank van het NAVO verdragsgebied envergte een snelle aanvulling van de inzetvoorraad munitie. Context hierbij is, dat door de toegenomen vraag naar munitie, de markt moeilijk aan de vraag kan voldoen. Om niet achteraan in de rij te komen te staan heeft Defensie zo snel mgelijk orders geplaatst voor de levering van conventionele en kapitale munitie. Hiervoor hanteerde Defensie de Fast Track Procurement procedure zoals beschreven in het Defensie Materieel Proces (DMP)9.

Defensie heeft voor €458 miljoen versneld orders geplaatst, en daarvoor middels deze ISB budget opgenomen dat in het coalitieakkoord al op de Aanvullende Post gereserveerd stond. Dit budget zou oorspronkelijk in de Eerste Suppletoire Begroting worden opgenomen en in de Defensienota 2022 worden toegelicht, maar vanwege de urgentie van de situatie is het budget versneld aan het DMF toegevoegd.

ISB 2: F-35 en MQ-9 toestellen

Defensie wil graag zo snel mogelijk beschikken over de extra F-35 en MQ-9 toestellen. Om nog aanspraak te kunnen maken op de eerstvolgende beschikbare productieruimte voor de F-35 en de productielijn voor de MQ-9 Type A open te houden, was het nodig om deze behoefte uiterlijk in de zomer van 2022 kenbaar te stellen bij de Amerikaanse overheid, die bij deze aanschaf opereert als tussenpartij. Defensie had het benodigde (verplichtingen)budget voor deze projecten echter nog niet (volledig) op de begroting staan. Hierbij kon niet worden gewacht tot behandeling van de ontwerpbegroting 2023. Daarom is dit budget met de tweede ISB versneld verwerkt op de Defensiebegroting (hoofdstuk X en K). Door de ISB kreeg het parlement de gelegenheid zijn budgetrecht uit te oefenen voordat Defensie de aankoopbehoefte formeel kenbaar maakte aan de Amerikaanse overheid. Defensie heeft na instemming van het parlement de behoefte kenbaar gesteld bij de Amerikaanse overheid. Deze is daarna gesprekken gestart met de industrie waarop de productieruimte voor Defensie is gereserveerd. Deze contractonderhandelingen worden naar verwachting in 2023 afgerond, waarna Defensie de betreffende overeenkomsten met de Amerikaanse overheid kan ondertekenen en in de eigen administratie kan vastleggen.

Tabel 52 Overzicht ISB's en beroep art. 2.27 van de CW

Nr.

Begrotingsstuk

Onderwerp

Beroep art. 227, tweede lid, CW (ja/nee)

Verplichtingen aangegaan voor autorisatie EK (ja/nee)

Uitgaven voor autorisatie EK (ja/nee)

Ingangsdatum

Aangenomen door EK (datum)

1

36092 nr 2

Munitieleveringen Oekraïne

Ja

Ja

Nee

29-04-2023

14-06-2022

2

36144 nr 2

F-35 en MQ-9 toestellen

Nee

Nee

Nee

24-06-2022

12-07-2022

Bijlage 10: Maatregelen Oekraïne

Op 24 februari 2022 begon Rusland met een grootschalige militaire inval in Oekraïne. De consequenties van deze oorlog zijn niet alleen groot voor Oekraïne maar ook voor Nederland, Europa en de wereld als geheel. Een permanent lid van de Veiligheidsraad probeert met grof militair geweld een lidstaat van de Verenigde Naties van zijn land, soevereiniteit en zelfs van zijn identiteit te beroven. Nederland heeft zich dan ook ingezet om zoveel mogelijk militaire, financiële en humanitaire steun te leveren aan Oekraïne, samen met internationale partners.

Gezien de zwaarwegende veiligheidsbelangen voor Nederland en onze bondgenoten, was de militaire steun aan Oekraïne in 2022 een belangrijke prioriteit. De Nederlandse militaire steun was breed en in samenwerking met bondgenoten en partners – in de context van de NAVO, EU en de Ukraine Defence Contact Group. Die samenwerking en coördinatie was onontbeerlijk om te zorgen dat de steun effectief was en de levering ervan zo efficiënt mogelijk.

Defensie heeft een breed palet aan militair materieel aan Oekraïne kunnen leveren om Oekraïne te ondersteunen in haar strijd. De steun bestond uit materiële steun, training, opleidingen en onderhoud. Defensie heeft het materieel zowel commercieel aangekocht als geleverd uit voorraad. Daarnaast heeft Defensie bijgedragen aan het International Fund for Ukraine (IFU) en heeft de KMar bijgedragen aan Forensische onderzoeken in Oekraïne. Op deze wijze leverde Nederland een samenhangend pakket waarmee de Oekraïense strijdkrachten in alle facetten van de strijd werden ondersteund. De Tweede Kamer is periodiek op de hoogte gehouden van deze bijdragen middels diverse kamerbrieven.10 Hierbij is de Kamer ook geïnformeerd over de inhoud van deze steun middels de vertrouwelijke bijlagen.

In de onderstaande tabel wordt gerapporteerd, conform de RBV, over de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten voor 2022. De commerciële aankopen en de bijdragen aan het IFU dan wel de FO OEK resulteren in uitgaven en verplichtingen in 2022. De vervanging van eigen materieel en misgelopen opbrengsten leidt met name in opvolgende jaren tot uitgaven, ontvangsten en verplichtingen en staan dus niet in de onderstaande tabel.

De uitgaven en gemiste verkoopopbrengsten zijn generaal gedekt door het Ministerie van Financiën en zijn dus niet ten koste gegaan van andere delen van de defensiebegroting. De steun aan Oekraïne is hiervoor gefinancierd op het Budget Internationale Veiligheid (BIV) op artikel 1 van de Defensiebegroting, waarna het BIV gecompenseerd is uit de genoemde generale middelen.

Tabel 53 Budgettair overzicht Oekraïne (bedragen x € 1.000)

Artikelnr.

Artikelnaam

Maatregel

Verplichtingen 2022

Uitgaven 2022

Ontvangsten 2022

Relevante Kamerstukken

1

Inzet

Levering militair materieel

69.445

69.445

0

n.v.t.

1

Inzet

IFU-fonds

100.000

100.000

0

2022D46708

1

Inzet

FO Kmar

2.000

2.000

0

 
  

Totaal

171.445

171.445

0

 

Bijlage 11: Lijst met afkortingen

Tabel 54 Lijst met afkortingen

Afkorting

Omschrijving

AcICT

Adviescollege Informatie- en CommunicatieTechnologie

ADR

Auditdienst Rijk

AIVD

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

AR

Algemene Rekenkamer

AV-Akkoord

Arbeidsvoorwaarden-akkoord

BBP

Bruto Binnenlands Product

BENELUX

België Nederland Luxemburg

BIV

Budget Internationale Veiligheid

BKI

BeleidsKader Inzetvoorraden

BRIK-II

Satelliet

BZ

Ministerie van Buitenlandse Zaken

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

C-130

Transportvliegtuig

CBRN

Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) middelen

CDS

Commandant der Strijdkrachten

CEP

Centraal Economisch Plan

CIO

Chief information Officer

CLAS

Commando Landstrijdkrachten

CLSK

Commando Luchtstrijdkrachten

CMC

Chairman of the Military Committee

COA

Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers

COID

Centrale Organisatie Integriteit Defensie

COTS/MOTS

Commercial/Military Off The Shelf

CZSK

Commando ZeeStrijdKrachten

DAOG

Directie Aansturen Operationele Gereedstelling

DBBB

Defensie Brand en Bedrijfsstoffen Bedrijf

DCHR

Dienstencentrum Human Resources

DGO

Defensie Geneeskundige Organisatie

DGV

Diensten Geestelijke Verzorging

D&I

Diversiteit & Inclusie

DMF

DefensieMaterieelbegrotingsFonds

DMO

Defensie Materieel Organisatie

DMP

Defensie Materieel Proces

DOSCO

Defensie OndersteuningsCommando

EDF

Europees Defensiefonds

EES

Europees In- en Uitreissysteem

eFP

Enhanced Forward Presence

EI2

European Intervention Initiative

EMASOH

European-led Maritime Awareness in the Strait of Hormuz

EODD

Explosieven Opruimingsdienst Defensie

EPF

European Peace Facility (Europese Vredesfaciliteit)

ETIAS

Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem

EU

Europese Unie

EULPC

European Union Liaison and Planning Cell

EUMAM

European Union Military Assistance Mission

EURODAC

Europese databank met vingerafdrukken van asielzoekers

EUTM

European Union Training Mission

EUVIS

Europees Visum Informatiesysteem

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

F-16

Jachtvliegtuig

F-35

Vijfde generatie jachtvliegtuig

FABK

Financiële Administratie en Beheer Kantoor

FBO

Fire Bucket Operations

FNIK

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht

FO

Forensisch- en Opsporingsteam

GPOI

Global Peace Operations Initiative

GrIT

Grensverleggende Informatie Technologie

HNS

Host Nation Support

HR

Human Resources

ICC

International Criminal Court

ICT

Informatie- en CommunicatieTechnologie

IDCC

International Donor Coordination Centre

IFU

International Fund for Ukraine

IenW

Infrastructuur en Waterstaat

IGO

Informatie Gestuurd Optreden

ISB

Incidentele Suppletoire Begroting

IT

Informatietechnologie (incl communicatie)

IVD

Inspectie Veiligheid Defensie

JEF

Joint Expeditionary Force

JenV

Ministerie van Justitie en Veiligheid

JIVC

Joint Informatievoorzieningscommando

KMar

Koninklijke Marechaussee

KPI

Key Performance Indicator

LCF

Luchtverdedigings- en Commando Fregat

LZV

Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MatLogCo

Materieellogistiek Commando

MGZ

Militaire Gezondheidszorg

MINUSMA

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission

MIVD

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

MMD

Monitor Munitiedomein

MPZ

Militaire Politiezorg

MSIAC

Munitions Safety Information Analysis Centre

NIGS

Nadere Inventarisatie Gevaarlijkse Stoffen

N.V.

Naamloze Vennootschap

NATO

North Atlantic Treaty Organization

NAVO

Noord Atlantische VerdragsOrganisatie

NH-90

Helikopter

NLDA

Nederlandse Defensie Academie

NLR

Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum

NLVi

Stichting Nederlands Veteraneninstituut

OM

Openbaar Ministerie

OPCO

Operationeel Commando

OPV

Oceangoing Patrol Vessel

OvV

Onderzoeksraad voor Veiligheid

PAWA

Partnership for Actions in Western Africa

PESCO

Permanent Structured Cooperation

QRA

Quick Reaction Alert

RBV

Rijksbegrotingsvoorschriften

RGP

Regeling Grote Projecten

RVB

Rijksvastgoedbedrijf

RVS

Regeling Volledige Schadevergoeding

RWT

Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

SAC

Strategic Airlift Capability

SACEUR

Supreme Allied Commander Europe

SBK

Sociaal Beleidskader

SEA

Strategische Evaluatie Agenda

SIS

Schengen Informatiesysteem

SKD

Stichting Koninklijke Defensiemusea

SNMG1

Standing NATO Maritime Group One

SVi

Stichting Veteraneninstituut

SVP

Strategisch Vastgoedplan

SWOON

Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA

SZVK

Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht

TA

Technical Agreement

TAKUBA

Taakgroep van de multinationale Combined Joint Special Operations Task Force (CJSOTF)

TNO

Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek

UDCG

Ukraine Defence Contact Group

UNDOF

United Nations Disengagement Observer Force

UNIFIL

United Nations Interim Force in Lebanon

UNTSO

United Nations Truce Supervision Organisation

USSC

United States Security Coordinator

VJTF(A)

Very High Readiness Joint Task Force (Air)

VJTF(M)

Very High Readiness Joint Task Force (Maritime)

VN

Verenigde Naties

VP

Vereniging Veteranen Platform

VPD

Vessel Protection Detachment

vte

Voltijdsequivalent

Wiv

Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Woo

Wet Openbare Overheid

ZBO

Zelfstandige Bestuursorganen

Zr. Ms.

Zijner Majesteits