Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 26 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat voorbereidingen voor het wettelijk verankeren van flexstuderen naar aanleiding van de motie-Wiersma/Van den Hul (31 288, nr. 841) in het vorig kabinet al zijn gestart, met als beoogde startdatum het collegejaar 2023–2024;
constaterende dat de wet er nog niet ligt, waardoor nieuwe studenten volgend jaar niet zullen kunnen flexstuderen;
constaterende dat het kabinet beoogt de wetgeving verder voor te bereiden met als streven invoering in collegejaar 2025–2026;
overwegende dat de Minister het wetsvoorstel flexstuderen verbindt aan zijn toekomstverkenning en zijn beleidsreactie daarop in het najaar van 2023;
overwegende dat hierin wederom een risico op vertraging schuilt, omdat de wet gepubliceerd moet zijn op 1 oktober 2024 voor het collegejaar 2025–2026, en we niet nog een jaar willen verliezen;
verzoekt het kabinet parallel aan andere processen te werken aan deze wet om een realistisch tijdpad van wetsbehandeling met oog op inwerkingtreding in collegejaar 2025–2026 mogelijk te maken;
verzoekt het kabinet tevens de wet los te trekken van de toekomstverkenning, beleidsreactie en andere processen als die het proces dreigen te vertragen;
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Woude
Van der Laan