Kamerstuk 36360-K-1

Jaarverslag Defensiematerieelbegrotingsfonds 2022

Dossier: Jaarverslag en slotwet Defensiematerieelbegrotingsfonds 2022

Gepubliceerd: 17 mei 2023
Indiener(s): Kajsa Ollongren (minister defensie) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36360-K-1.html
ID: 36360-K-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET DEFENSIEMATERIEELBEGROTINGSFONDS

Ontvangen 17 mei 2023

Vergaderjaar 2022–2023

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven (x €1 mln.). Totaal € 4.953,813

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten (x €1 mln.). Totaal € 5.606,338

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de staatssecretaris van Defensie, het jaarverslag van Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) over het jaar 2022 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Defensie decharge te verlenen over het in het jaar 2022 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • 1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • 2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • 3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 4. de totstandkoming van de niet-financiele verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • 1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2022

  • 2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • 3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • 4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2022 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2022, alsmede over de saldibalans over 2022 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van DefensieK.H. Ollongren

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF), hoofdstuk K van de Rijksbegroting. Naast het DMF kent Defensie ook een reguliere begroting (hoofdstuk X). Voor beide begrotingen zijn separate jaarverslagen opgesteld.

Het DMF zorgt voor de financiering en bekostiging van investeringen en instandhouding van het materieel, de infrastructuur en de IT-middelen van Defensie. Door een apart fonds voor het defensiematerieel wordt invulling gegeven aan een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van het materieel, de IT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie.

Het DMF wordt gevoed door de bijdragen uit de reguliere defensiebegroting, hoofdstuk X van de Rijksbegroting. De apparaatsuitgaven en -ontvangsten voor de uitvoering van het fonds zijn opgenomen in hoofdstuk X.

Verschillen tussen de vastgestelde begroting en de realisatie worden conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2023 op het niveau van de financiele instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) volgens onderstaande staffelgrenzen toegelicht. Dit zijn dezelfde staffelgrenzen die worden toegepast voor het toelichten van mutaties in de suppletoire begrotingen.

Tabel 1 Staffelgrenzen voor het toelichten van mutaties

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Opzet DMFIn het jaarverslag 2022 wordt verantwoording afgelegd over de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten ten opzichte van de begroting van het DMF 2022. De structuur van het jaarverslag is als volgt:

  • Deel A: Algemeen. In dit deel wordt het jaarverslag officieel aan de Eerste en Tweede Kamer aangeboden met het verzoek tot dechargeverlening. Daarnaast maakt deze leeswijzer onderdeel uit van het algemene deel.

  • Deel B: Het Beleidsverslag. De kern van het jaarverslag wordt gevormd door het beleidsverslag. In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt ervoor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma’s een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. In de beleidsprioriteiten wordt (waar van toepassing) teruggekomen op de landenspecifieke aanbevelingen zoals verwoord in de begroting. Dit beleidsverslag bestaat uit drie delen:

    • 1. Het Defensiematerieelverslag, waar onder andere een korte terugblik is opgenomen met betrekking tot de realisatie van de belangrijkste uitvoeringsprioriteiten over het jaar 2022;

    • 2. De artikelen van het DMF;

    • 3. De bedrijfsvoeringsparagraaf.

  • Deel C: De Jaarrekening, bestaande uit de verantwoordingsstaat en de saldibalans van het DMF.

  • Deel D: De bijlage, die bestaat uit een bijlage voor het focusonderwerp FJR 2022 en een bijlage met de lijst van afkortingen.

In het jaarverslag van het DMF worden alle investeringsprojecten in realisatie benoemd met een projectbudget van meer dan € 100 miljoen. Het projectbudget bestaat uit de onderzoekskosten, de basisraming en de risicoreservering. Deze werkwijze komt overeen met het defensieprojectenoverzicht (DPO). De systematiek wijkt in de kern niet af van de werkwijze die de afgelopen jaren in het jaarverslag van de reguliere begroting is gehanteerd. Het DPO wordt jaarlijks met Prinsjesdag aan de Tweede Kamer aangeboden, samen met de begroting van het DMF. De DPO-afwijkingsrapportage zal tegelijk met het jaarverslag worden aangeboden op Verantwoordingsdag. De DPO-afwijkingsrapportage geeft een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten van meer dan € 25 miljoen in onderzoek en realisatie waarbij een significante afwijking is opgetreden ten opzichte van het vorige DPO. Projecten die door de Tweede Kamer als groot project zijn aangemerkt en die volgens hun uitgangspuntennotitie een separate rapportage kennen, worden niet opgenomen in het DPO en de DPO-afwijkingsrapportage.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2022 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.

GroeiparagraafVoor het opstellen van het departementaal jaarverslag gelden de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) van de Minister van Financiën. Dit jaar heeft het focusonderwerp FJR 2022 betrekking op het DMF doordat er twee incidentele suppletaire begrotingen zijn uitgevoerd voor de versnelde aanschaf munitie en de extra aanschaf F35 en MQ9. Dit focusonderwerp is opgenomen in bijlage 1.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Defensiematerieelverslag

Inleiding

2022 was voor Defensie, Nederland en Europa een jaar met ingrijpende ontwikkelingen, zowel op internationaal als op nationaal gebied. Internationaal heeft de illegale Russische inval in Oekraïne geleid tot versterkte samenwerking tussen de landen van de NAVO en EU waarbij veel landen hun defensie-uitgaven hebben verhoogd. Oekraïne heeft van veel landen, ook van Nederland, financiële en ook materiële steun gekregen om zichzelf te kunnen verdedigen tegen de Russische agressie. Op nationaal gebied heeft Nederland in het Coalitieakkoord en met de Voorjaarsnota 2022 besloten tot een forse verhoging van de defensie-uitgaven van in totaal structureel € 5 miljard.

De Defensienota 2022 ‘Sterker Nederland, veiliger Europa’ van 1 juni 2022 schetst de weg naar een toekomstbestendige krijgsmacht ingebed in de NAVO, EU en samenleving. We hebben de ambitie om de inzetbaarheid en gereedheid van de krijgsmacht te verhogen, de gevechtskracht gericht te verbeteren en wendbaarder te zijn. Dit realiseert Defensie binnen een schokbestendige begroting. Met ingang van 2021 heeft Defensie met het DMF een apart fonds voor de investeringen en instandhouding gecreëerd. Daarmee is Defensie beter in staat tot een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, verwerving, instandhouding en afstoting van het materieel, de IT-middelen en de infrastructuur waaronder het vastgoed van Defensie. Het DMF maakt dit inzichtelijk door per beleidsartikel de projecten in voorbereiding, onderzoek en realisatie toe te lichten. Het uiteindelijk doel is door middel van het DMF te komen tot een meer schokbestendige investeringsbegroting, terwijl de Tweede Kamer goed in staat is haar controlerende taak uit te voeren.

Defensie is in de afgelopen jaren tientallen projecten gestart op de gebieden van materieel, IT en vastgoed. Sinds 2020 is het aantal projecten boven de € 25 miljoen gestegen van 108 naar 131. Deze nieuwe projecten leveren een belangrijke bijdrage aan de modernisering en het herstel van de krijgsmacht. Gezien de voornemens in de Defensienota 2022 zal het aantal projecten in uitvoering blijven toenemen. Dat is hard nodig voor de operationele inzet en veiligheid van onze mensen. Inmiddels zijn bij steeds meer projecten die in de vorige kabinetsperiode zijn gestart, de contracten gesloten. De realisatie op investeringsuitgaven bedroeg in 2018 nog € 1.737 miljoen. In de vorige kabinetsperiode is het defensiebudget enkele malen verhoogd. In de relatief korte periode sinds 2018 heeft zich dit vertaald naar een realisatie op investeringsuitgaven in 2022 van € 3.143 miljoen: een stijging in vier jaar tijd van € 1.406. Daaruit blijkt het toegenomen realisatievermogen van Defensie.

Defensie is in 2022 voortvarend aan de slag gegaan met het uitwerken van maatregelen uit de Defensienota. Defensie beziet steeds waar en hoe projecten versneld kunnen worden gerealiseerd en kansen worden benut. Ook de maatregelen onder de drempel van het Defensie Materieel Proces (DMP) van € 25 miljoen, waarover Defensie niet afzonderlijk rapporteert, worden voortvarend opgepakt. Met de extra middelen uit het coalitieakkoord kon geïnvesteerd worden in veel reeds lopende projecten , waaronder de uitbreiding van het aantal MQ-9 drones en F-35’s. Inzetvoorraden munitie worden aangevuld met extra bestellingen. Ook heeft Defensie de verhoogde Kennis- en Innovatiebudgetten al deels in opdracht gegeven. Verder is ook de uitbreiding en inrichting van de defensieorganisatie opgepakt. Dit gaat leiden tot sterkere eenheden voor grondgebonden luchtverdediging, het versterken van de vuursteun, de oprichting van 102 Early Forward Presence Compagnie bij het Korps Commandotroepen, en de inrichting van het ecosysteem logistiek.

In november 2022 heeft Defensie voorstellen gedaan aan de Kamer om de afspraken van het DMP te actualiseren (Kamerstuk 27 830, nr. 379 van 1 november 2022). Het DMP bevat afspraken tussen Kamer en Defensie over de informatievoorziening over grotere materieel-, vastgoed- en wapensysteemgebonden IT-projecten. In lijn met de motie-Valstar c.s. (Kamerstuk 35 925-X, nr. 70 van 21 april 2022) zijn drie concrete wijzigingen in het DMP doorgevoerd: het verhogen van de financiële ondergrens voor rapportage van € 25 miljoen naar € 50 miljoen, het verhogen van de mandateringsgrens van € 100 miljoen naar € 250 miljoen en het clusteren van DMP-brieven. Door de maatregelen kan Defensie de doorlooptijd van veel materieelprojecten verminderen en daarmee slagvaardiger opereren. De informatiepositie van de Kamer blijft binnen de afspraken van het Defensie Materieelproces gewaarborgd, onder meer door periodieke rapportage over de voortgang en eventuele aanpassingen op de grote materieel-, vastgoed- en wapensysteemgebonden IT-projecten in het Defensie Projectenoverzicht (DPO).

Investeringen

Met de middelen in de Defensienota 2022 krijgt het investeringsprogramma van Defensie een extra financiële impuls. Het nieuwe investeringsprogramma bestaat uit een breed scala van investeringen in personeel, nieuwe capaciteiten en wapensystemen, gevechtsondersteuning, Informatiegestuurd Optreden, vastgoed, munitie, duurzaamheid en innovatie. In lijn met de eerdergenoemde motie-Valstar c.s. biedt dit eveneens ruimte voor verdere samenwerking met de Nederlandse industrie.

Industriesamenwerking

De geopolitieke ontwikkelingen vragen om een actieve industriepolitiek gericht op een robuuste (Europese) defensiesector. Daartoe is op 2 november 2022 de Kamerbrief Defensie Industrie Strategie in een nieuwe geopolitieke context verzonden (Kamerstuk 31 125 nr. 123). Hierbij stellen wij als doel gezamenlijk de (Europese) militair-industriële slagkracht te vergroten. We moeten snel kunnen handelen, vanwege geopolitieke veranderingen, veranderingen in de nationale veiligheidssituatie, technologische ontwikkelingen en/of verschuivingen in de (defensie)markt. Samen met de Nederlandse Defensie Technologische en Industriële Basis (NLDTIB) werken Defensie en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan de maatregelen zoals genoemd in de Kamerbrief. Die uitwerking vindt plaats langs de lijnen versterken, beschermen en (internationaal) positioneren van de defensiesector. Dat doet Defensie in goede afstemming met de vertrouwde partners en bondgenoten. Daarbij wil Defensie een voortrekkersrol spelen in de gemeenschappelijke verwerving van materieel, met de nadruk op standaardisatie en interoperabiliteit om de slagkracht te vergroten.

De kracht van Nederland zit in haar bijdrage vanuit de kennisinstellingen. Nederland kan een belangrijke rol spelen in de toeleveranciersketen zoals toelevering van hoogtechnologische componenten of onderhoud en modificatie van munitie en wapensystemen. Defensie en EZK gaan de samenwerking met de NLDTIB intensiveren aan de hand van diverse thema’s. Hierbij wordt bijvoorbeeld ingestoken op de maritieme sector, IT en een ecosystemen voor onderhoud van wapensystemen.

Op 2 november 2022 is de Uitvoeringsagenda Innovatie en Onderzoek (Kamerstuk 31 125, nr. 22) gedeeld met de Kamer. Uitgangspunt van deze brief is dat wetenschap en technologie meer en meer het verschil maken voor Defensie: kennisontwikkeling en innovatie geven de doorslag bij het winnen van de oorlog van vandaag en morgen. De Uitvoeringsagenda beschrijft hoe het innoverend vermogen van Defensie de komende jaren vorm gaat krijgen. Dat doet Defensie in nauwe samenwerking met bedrijfsleven en kennisinstellingen, samen met onze bondgenoten en partners.

Innovatie, onderzoek en de aanwezigheid in nieuwe domeinen zijn bij uitstek terreinen om samen met bondgenoten en partners op te pakken. Defensie draagt bij aan de Europese strategische autonomie door (co)financiering van initiatieven van de EU, waaronder PESCO en het Europese Defensiefonds (EDF). Hiermee draagt Defensie bij aan het vergroten van de strategische autonomie van Europa en aan de versterking van de (inter)nationale positie van de Nederlandse defensiesector. In 2022 werden de eerste toekenning gedaan uit het EDF. Nederland bereikte de 6e plaats van de EU-lidstaten, kijkend naar het aantal bedrijven en kennisinstellingen dat deelneemt aan projecten die subsidie ontvangen uit EDF 2021. Het gaat hierbij onder andere om projecten die moeten leiden tot nieuwe technologieën voor energieopslag in vooruitgeschoven operationele bases; en de ontwikkeling van innovatieve, digitale technologieën die toegepast kunnen worden bij toekomstige oppervlakteschepen zoals de opvolger van de huidige luchtverdedigings- en commandofregatten.

Vastgoed en omgeving

Defensie heeft een urgente en omvangrijke vastgoedopgave: de vastgoedportefeuille moet ingrijpend worden herzien. In deze kabinetsperiode wordt fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van onze krijgsmacht, en daarmee ook in vastgoed.

Met het Strategisch Vastgoedplan (SVP) 2022 dat op 2 december 2022 naar de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstuk 36 124, nr. 12), zijn de kaders geschetst van de aanpak. Het SVP bevat een kabinetsreactie op de drie aanbevelingen van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar het defensievastgoed (Kamerstuk 34 919, nr. 77 van 16 april 2021) waarin is gesteld dat Defensie de vastgoedportefeuille met 35-40% zou moeten reduceren. Het strategisch perspectief dat in het SVP 2022 wordt gehanteerd is de groei van de krijgsmacht richting de NAVO-norm van 2 procent van het bruto binnenlands product in 2024 en 2025.

In de Contourenbrief van 13 mei 2022 (Kamerstuk 34 919, nr. 89) werd een vierledige doelstelling van deze opgave aangekondigd. Deze doelstelling is in het SVP 2022 verder uitgewerkt. Het betreft: goed voorbereid en klaar voor inzet; personeel centraal; verduurzaming; en financieel in balans.

Het ligt niet in de bedoeling om in één keer een blauwdrukplan vast te stellen en uit te rollen waarin voor alle ruim 10.000 defensiegebouwen staat beschreven of ze worden gerevitaliseerd, herbestemd of gesloopt. Wel is gekozen voor een aanpak waarbij de plannen in overleg met de betrokken gemeenten en provincies worden uitgewerkt. Daarmee kan Defensie flexibel inspelen op toekomstige ontwikkelingen zoals op technologisch gebied, binnen de krijgsmacht of in de samenleving. Defensie werkt het SVP 2022 daarom volgens een gefaseerde integrale aanpak uit, waarbij de vier onderdelen uit de doelstelling per locatie in samenhang met elkaar worden bekeken.

In de Contourenbrief zijn een aantal projecten met een ‘bestuurlijk voornemen’ aangekondigd:

  • De concentratie van de Luchtmobiele Brigade in (de regio) Schaarsbergen.

  • De regio Rucphen/Roosendaal, waar een oplossing wordt gezocht voor de ruimtevraag van het Korps Commandotroepen.

  • De concentratie van eenheden in Assen en Havelte. Zie hiervoor ook het besluit concentratie Assen-Havelte (Kamerstuk 36124, nr. 26).

  • Er wordt onderzoek gedaan naar een nieuwe kazernelocatie in het midden van het land waar meerdere ondersteunende eenheden kunnen worden geclusterd.

Deze lijst werd in het SVP 2022 uitgebreid met twee nieuwe projecten:

  • Het concentreren van logistieke en operationele eenheden in de omgeving van Soesterberg.

  • Het concentreren van eenheden op de Nieuwe Haven in Den Helder.

De insteek vanuit het SVP is om met de regio gezamenlijk knelpunten en kansen te identificeren en wederzijdse belangen en opgaven zo goed mogelijk te dienen. Defensie streeft ernaar plannen te realiseren met draagvlak in de omgeving waarbij er winst is voor alle partijen, en waarbij ook aandacht is voor ruimtelijke kwaliteit. Bij de besluitvorming blijft het defensiebelang wel doorslaggevend. Bij projecten waar dit van toegevoegde waarde is, trekken Defensie en het RVB gezamenlijk op met andere ministeries die actief zijn in het ruimtelijk domein.

Vanuit het SVP worden ook vastgoedprojecten opgestart die geen gefaseerd participatietraject met de regio vereisen, omdat het verbouwen of vernieuwen van bestaande faciliteiten op het bestaande grondgebied betreft. Dit zijn zogenaamde ‘no regret’-projecten. Bij toekomstige renovaties van hele kazernecomplexen wordt de werkwijze van het bij u bekende revitaliseringsprogramma voortgezet, waarbij het pilotproject van de Bernhardkazerne zich nu in de uitvoeringsfase bevindt (Kamerstuk 34919, nr. 70). Naast objectgerichte projecten worden ook specifieke thema’s uitgediept als onderdeel van de uitwerking van het SVP. Dit bevindt zich in de ambtelijke verkenningsfase.

Met het concreter worden van de plannen die voortkomen uit het SVP 2022 zullen andere locaties permanent of tijdelijk beschikbaar komen voor een andere bestemming. Defensie bepaalt aan de hand van een afwegingskader, dat is gefundeerd op de vierledige doelstelling, of een locatie tijdelijk of permanent wordt afgestaan. Dit biedt ‘meekoppelkansen’ voor andere opgaven in het ruimtelijk domein, bijvoorbeeld voor woningbouw, voor de energietransitie, voor landbouw, voor natuur of voor een combinatie van opgaven. Natuurontwikkeling kan daarbij ontlastend werken op de stikstofproblematiek. 

In haar verantwoordingsonderzoek 2021 heeft de Algemene Rekenkamer het vastgoedbeheer met een ernstige onvolkomenheid beoordeeld. Met twee halfjaarlijkse voortgangsrapportages is uw Kamer in 2022 geïnformeerd over de stand van zaken van de ernstige onvolkomenheden in het vastgoedbeheer bij Defensie (Kamerstukken 34 919, nr. 91 en Kamerstuk 36 124, nr. 4). Defensie pakt een groot deel van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer aan met het Strategisch Vastgoedplan 2022 (Kamerstuk 36 124 nr. 12). De Algemene Rekenkamer constateert dat Defensie goede stappen zet in het invullen van de organisatorische en financiële randvoorwaarden die nodig zijn voor de transformatie van het vastgoed. De oplossing van de problemen vereisen echter een meerjarige inspanning.

IT

Defensie heeft in 2022 verdere stappen gezet in het kader van Informatiegestuurd Optreden (IGO) en werken. Dit gebeurt onder andere op strategisch vlak door middel van het opstellen van een Datascience & Artificial Intelligence (AI)-strategie, het bijbehorende normenkader voor algoritmes en de aanstaande beleidsvisie IGO. Daarmee stelt Defensie bruikbare kaders op voor het gebruik van deze nieuwe technologieën waarin de conclusies en aanbevelingen van diverse onderzoeken naar de implementatie van de AVG en privacywetgeving en de aanbevelingen van de Commissie Brouwer zijn meegenomen.

Om IGO te integreren in het handelen van Defensie in de militaire en vredesbedrijfsvoering is hard gewerkt aan het operationaliseren van de concepten IGO en Multi Domein Optreden (MDO) door middel van een operationeel ontwerp.

Daarnaast worden continu stappen gezet bij de uitvoering en implementatie van de grote IT-programma’s die randvoorwaardelijk zijn voor deze ontwikkeling. Binnen deze programma’s worden de komende jaren deelprojecten uitgevoerd die direct tot bruikbare IT-oplossingen leiden. Ook is in 2022 de interne governance binnen het I&T-domein versterkt door het implementeren van een decentraal CIO-stelsel. Vanaf 2023 is dit stelsel actief en de komende jaren zullen de decentrale CIO’s actief bijdragen aan de implementatie van IGO gerelateerde maatregelen en het uitdragen van de digitale transformatie binnen Defensie.

Voor de bevordering van IGO-maatregelen zijn daarnaast programmabureaus voor cyber en data opgericht. Gedurende 2023 zullen deze programma’s zorgen voor de uitvoering van de aan IGO gerelateerde maatregelen uit de Defensienota. Deze programma’s zijn nog in de opstartfase, maar in het kader van cyber zijn afgelopen jaar bijvoorbeeld al vorderingen geboekt met het opstellen van een uitvoeringsplan, het inrichten van Security Operations Centres op verschillende niveaus en het creëren van de Cyber Innovation Hub (CIH). Op het gebied van data zijn onder andere al de module Data bij Defensie ontwikkeld om datageletterdheid te bevorderen. Ook is het ELSA-lab Defence gelanceerd om de komende drie jaar onderzoek te doen naar de ethische, juridische en maatschappelijke randvoorwaarden van Artificial Intelligence voor militaire doeleinden.

In de voortgangsrapportage GrIT van 29 september 2022 (Kamerstuk 35 728, nr. 7) is Defensie onder meer ingegaan op de personele capaciteit binnen het I&T-domein van Defensie en op algehele prijsstijgingen, en de gevolgen daarvan voor GrIT en voor het bredere IT-portfolio van Defensie. Nog voor de zomer van 2023 zal de Kamer geïnformeerd worden over de uitkomsten van het vervolg BIT-advies van het Adviescollege ICT Toetsing (AcICT) over GrIT.

Binnen het programma FOXTROT wordt de eerste stap in de modernisering van het tactisch mobiele domein van de krijgsmacht gezet met 44 Bataljonstaakgroep (Kamerstuk 27 830, nr. 316).. De eerste stap binnen het programma met als doel de digitale transformatie van het tactisch mobiele domein is het project ‘Spiral 0 Force Package 44 Bataljonstaakgroep’. Het project is in 2022 overgegaan naar de realisatiefase en zal in 2023 starten met de verwerving.

Naast modernisering is er ook oog voor continuïteit om zo de tijd tot de invoering van FOXTROT bij eenheden te overbruggen. De vervanging van de grond-lucht radio’s is hier een voorbeeld van. Duurzame oplossingen staan hierbij centraal: nieuw aangekochte middelen voor reeds lopende projecten kunnen zoveel mogelijk worden hergebruikt in de uiteindelijke modernisering.

Een belangrijk element binnen het programma en het ontwikkelen van FOXTROT is internationale samenwerking. De implementatie van NATO Federated Mission Networking (FMN) Spirals is hierbij een vereiste om interoperabiliteit met NAVO-partners te realiseren. Naast FMN wordt er ook gewerkt aan andere mogelijkheden om de interoperabiliteit te garanderen met landen waar eenheden van onze krijgsmacht zijn geïntegreerd, waaronder Duitsland voor de gevechtsbrigades van de Koninklijke Landmacht en Groot-Brittannië voor het Korps Mariniers.

Het programma Defensie Open op Orde (DOO, 2021-2026) versterkt de informatiehuishouding en transparantie van Defensie. Dit gebeurt door te werken aan informatiesystemen (archivering, informatie-integratie), informatieverstrekking (zoals implementatie Wet open overheid), signalen van binnen en buiten de organisatie opvangen en opvolgen, en versterken van ambtelijk en militair vakmanschap zoals in opleidingen en trainingen. Een verbeterde informatiehuishouding is een randvoorwaarde voor informatiegestuurd werken en Informatiegestuurd Optreden, een speerpunt van de Defensienota 2022.

In 2022 zette DOO belangrijke stappen. Na positieve besluitvorming worden voorbereidingen getroffen voor de defensiebrede uitrol van het nieuwe documentmanagementsysteem (DMS) DefDoc. De proefimplementatie van DefDoc bij de Bestuursstaf is inmiddels gestart. Ook heeft DOO specialistische zoeksoftware verworven en ingezet voor het doorzoeken van het missie-archief Afghanistan.

Materieelprojecten en mijlpalen

In 2022 heeft Defensie meerdere contracten succesvol afgesloten voor alle krijgsmachtdelen. Voor het Commando Zeestrijdkrachten waren dit onder andere de Mid Life Update van de Landing Craft Utility en de aanschaf van drie volledig elektrisch aangedreven kleine werkboten. Voor het Commando Luchtstrijdkrachten betreft dit het leveringscontract voor een Gulfstream 650 transportvliegtuig. Voor de Kustwacht heeft Defensie het contract getekend voor levering van Dash-8 patrouillevliegtuigen en SAR-helikopters. Voor het Commando Landstrijdkrachten is de aanschaf van 41 Vector-voertuigen voor de 11e luchtmobiele brigade van belang. Onze bestelling voor Multi Missie Radars (MMR) van Thales Nederland is uitgebreid met drie stuks voor Noorwegen. Met deze contracten zijn significante stappen gezet in het moderniseren en op orde brengen van Defensie.

Om er te kunnen staan als het nodig is, moeten de inzetvoorraden op orde zijn. Want alleen met beter gevulde voorraden is Defensie voldoende voorbereid op inzet. Met de extra gelden uit het Coalitieakkoord en de Voorjaarsnota 2022 verhoogt Defensie de inzetvoorraden.

Na de publicatie van de Defensienota 2022 heeft Defensie inmiddels stappen gezet. Zo zijn 155mm granaten geleverd vanuit het project ‘Versnelde aanvulling inzetvoorraad munitie’ en zijn aanvullende opdrachten gegeven voor munitie. Dit betreft onder andere € 95 miljoen aan 155mm munitie voor de Pantserhouwitser en € 200 miljoen voor maritieme munitie, waaronder de Standard Missile 2. In 2022 zijn in korte tijd grote contracten voor klein kaliber-munitie afgesloten. In 2023 komen de eerste leveringen hiervan binnen. Parallel daaraan wordt de veiligheid van munitieopslagplaatsen verbeterd (Kamerstuk 36 124, nr. 6 van 10 oktober 2022).

In 2022 zijn voor een groot aantal systemen leveringen op gang gekomen of voortgezet, ondanks de tegenwind van de nasleep van de COVID-pandemie en de gevolgen van de oorlog in Oekraïne op de markt voor defensiematerieel. Belangrijke leveringen in de afgelopen periode zijn onder andere dieplaad- en containerspoorwagons waardoor we in staat zijn een brigade per spoor te vervoeren, de eerste gepantserde 12KN Manticore-voertuigen en Quads, CV-90s die zijn voorzien van een update, de laatste gemoderniseerde Chinook en de eerste gemoderniseerde Apache. Van de in totaal 52 F-35’s die Nederland aanschaft zijn er in 2022 10 geleverd, waarmee het totale aantal geleverde toestellen eind december 2022 op 34 is gekomen. De Midlife Update van het tweede hydrografische opnemingsvaartuig is inmiddels voltooid en van het eerste Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuig, dat in 2025 in dienst zal komen, is in juni de kiel gelegd. Op IT-gebied zijn inmiddels ook nieuwe terminals voor satellietcommunicatie opgeleverd, evenals een Joint Fires Training en Exercise System en het LGI extranet voor samenwerking met civiel bedrijven en kennisinstituten.

In 2022 heeft Defensie 16 nieuwe projecten gestart met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen. Het betreft onder andere de verdere aanvulling van de inzetvoorraden munitie (Kamerstuk 35 925-X, nr. 73), gebaseerd op de eerste hoofdtaak en de eisen die NAVO daaraan stelt.

Een deel van de zestien A-brieven had betrekking op investeringen in infrastructuur en vastgoed. Dit betrof onder andere projecten op de vliegbases Volkel en Leeuwarden en voor hoofdkwartieren in Den Helder en Oirschot. Defensie geeft invulling aan de eerdergenoemde motie-Valstar c.s. door binnen het geactualiseerde Defensie Materieelproces vaker fases te combineren. Voor het project ’Raketartillerie’ is een gecombineerde A/B-fase doorlopen (Kamerstuk 27 830, nr. 376 van 18 oktober 2022). De bedoeling is dat het eerste operationele systeem nog in 2023 instroomt.

B-brieven zijn verstuurd over de projecten ‘ESSM Block 2: Verwerving en Integratie’, Vervanging hulpvaartuigen’, ‘Vervanging tactische luchttransportcapaciteit’ en ‘Vervanging Medium Range Air Defence (interceptiecapaciteit).

Overprogrammering

Defensie hanteert een maximaal toegestane overprogrammering van 30% in het uitvoeringsjaar en de begrotingsperiode om zo tot een tijdige realisatie van het investeringsprogramma te komen. De overprogrammering wordt gecompenseerd met een even grote onderprogrammering in de DLP-peridode van 15 jaar.

Op de defensiebegroting voor 2022 was sprake van aanzienlijke onderrealisatie, zo ook op het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Daarom is binnen het DMF gedurende de begrotingsuitvoering € 1,4 miljard aan kasgeld verschoven naar latere jaren. Dat deze uitgaven pas in later jaren volgen is met name het gevolg van een momenteel krappe arbeidsmarkt, verbroken logistieke ketens en een overspannen markt voor defensiematerieel.

Ondanks de versnelling bij de uitvoering van projecten, is het niet te voorkomen dat sommige projecten vertragen en dat er daarom budget wordt verschoven naar latere jaren. Dit schuiven met budget betekent niet dat het geld niet wordt gebruikt of niet nodig is. Verplichtingen worden aangegaan maar door verschillende omstandigheden kunnen de uitgaven vertraagd zijn; bijvoorbeeld door latere leveringen.

Doordat de investeringen en instandhouding nu zijn opgenomen in het DMF, is Defensie beter in staat om te anticiperen op de mogelijkheden en onmogelijkheden van de markt.

Het investeringsplafond en het IBO publieke investeringen

Op 18 juli 2022 heeft de minister van Financiën de kabinetsreactie op het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) over publieke investeringen naar de Tweede Kamer gestuurd. In dit onderzoek stond de vraag centraal hoe het kabinet efficiënt en effectief kan investeren in maatschappelijke opgaven. In het IBO is onder andere vastgesteld dat overprogrammering is bedoeld om capaciteit zo doelmatig mogelijk in te zetten om de doelstellingen van investeringsprojecten te behalen.

In de kabinetsreactie is tevens een onderzoek aangekondigd of het gebruik van het instrument overprogrammering en het nieuwe investeringsplafond bijdragen aan realistische planningen, effectief doelbereik en transparante en heldere communicatie aan het parlement. Vanzelfsprekend is dit onderzoek ook voor Defensie relevant. Het streven is om dit onderzoek in 2023 af te ronden.

Realisatievermogen

Momenteel voert Defensie veel projecten uit. Het vergt veel van de defensieorganisatie om de vaart erin te houden. Met nieuwe werkvormen waarbij eerder en meer geïntegreerd wordt samengewerkt proberen we waar mogelijk te versnellen. Tegelijkertijd levert Defensie ook een extra inspanning op het gebied van verwerving, training en materieel om Oekraïne te steunen.

Defensie beziet in hoeverre het nodig en mogelijk is om Europese aanbestedingsregelgeving aan te passen om zodoende de projecten als geheel te versnellen. In de afgelopen tijd heeft Defensie op nationaal en Europees niveau gesprekken gevoerd over de aanbestedingsregelgeving. Daarbij is in het bijzonder aandacht besteed aan de regels voor aanschaf van militaire producten en diensten die zijn vervat in Richtlijn 2009/81/EG en in Nederland zijn geïmplementeerd in de Aanbestedingswet op Defensie- en Veiligheidsgebied. Doordat afstemming over eventuele aanpassing van deze regelgeving ook op Europees niveau nodig is, vergt dit proces de nodige tijd. Defensie zet de gesprekken op nationaal niveau, met andere lidstaten en met Europese instellingen de komende tijd voort.

Het kabinet investeert versneld en gericht in een grotere bijdrage van Nederland aan de gezamenlijke Europese afschrikking en gevechtskracht. Verder stroomlijnen van besluitvormingsprocessen draagt daar in sterke mate aan bij. In lijn met de motie-Valstar c.s. (Kamerstuk 35 925-X, nr. 70 van 10 mei 2022) heeft Defensie daarom vaker van een versneld proces gebruik gemaakt om voorraden en capaciteit zo snel mogelijk te kunnen realiseren. Voor de versnelde aanvulling van de inzetvoorraden munitie (Kamerstuk 35 925-X, nr. 74 van 29 april 2022) is gebruik gemaakt van Fast Track Procurement (FTP) om € 458 miljoen voor munitie versneld te kunnen verplichten. Het FTP-proces kan in bijzondere situaties door Defensie worden toegepast om de besluitvorming te versnellen, zoals bij spoed door crisis of wanneer er een acute noodzaak voor specifiek materieel ontstaat in een missiegebied. Defensie is voornemens FTP vaker toe te passen gezien de huidige geopolitieke situatie. Afwijkend van de reguliere procesgang in het Defensie Materieelproces (DMP), in 2022 heeft Defensie de behoeftestellings- en onderzoeksfase (A/B-fase) voor het project Raketartillerie (Kamerstuk 27 830, nr. 367) gelijktijdig doorlopen.

Defensie is in voortdurend nauw overleg met strategische partnerlanden voor de verwerving van materieel. Dit heeft al geleid tot gezamenlijke aanschaf van Airborne voertuigen met Duitsland, contacten met partners over de verwerving van raketartillerie en het samen met Noorwegen kopen van extra Multi Mission Radars. Ook hebben meerdere NAVO-partners interesse getoond in de RTC4m satellietcommunicatie terminals. Bij grondgebonden luchtverdediging is er overleg binnen het kader van het European Sky Shield Initiative (ESSI) samen met Duitsland. Ten slotte wordt er bij de verwerving van munitie samen gewerkt met Duitsland. Het Verenigd Koninkrijk heeft hier ook belangstelling voor.

Instandhouding

De eerste effecten van eerdere investeringen van het vorige kabinet (motie-Hermans, Kamerstuk 35 925, nr. 13 van september 2021) zijn zichtbaar; de technische staat van hoofdwapensystemen laat een licht stijgende trend zien doordat het hoger onderhoud profiteert van het op peil brengen van de voorraad reserveonderdelen. Er zijn verschillende hoofdwapensystemen waarvoor de voorraadbeschikbaarheid al flink is verhoogd tot 90%. Ook naar aanleiding van ‘Doorlichting Materieel Logitistiek’ (onderzoek onderhoudscapaciteit versus werklast) zijn eind 2021 de eerste investeringen gedaan. De hieruit voortkomende nieuwe functies zijn eind 2022 gerealiseerd, waardoor deze effecten nog niet zichtbaar zijn in de beschikbaarheid van voldoende personeel. Ook is het Munitiebedrijf meerdere raamcontracten aangegaan om conventionele munitie voor opleiding en training te realiseren, waarop al munitie is afgeroepen.

Er is echter nog geen stijging van de materiële gereedheid (MG) te zien. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn een groot tekort aan technisch en logistiek personeel bij de eenheden en een hoge storingsgraad bij verouderde wapensystemen (obsolesence). Alleen bij NH-90 en mortieren is een lichte verbetering van de MG, echter heeeft dit geen rechtstreeks verband met de genomen maatregelen. De belangrijkste oorzaken voor een groot tekort aan technisch en logistiek personeel bij de eenheden en een hoge storingsgraad bij verouderde wapensystemen (obsolesence). De recente leveringen aan Oekraïne hebben in 2022 nog geen significant effect op de MG van de hoofdwapensystemen. De verwachting is dat het effect vanaf 2023 en 2024 zichtbaar wordt en langdurig doorwerkt in de aankomende jaren. De voorraadbeschikbaarheid van enkele munitieassortimenten is door de leveringen aan Oekraïne omlaag gegaan. Bij elke levering wordt afgewogen welke munitievoorraad nodig is om geoefend en getraind te blijven. Daarbij is bezien welke voorraden resteren en op welke termijn een munitieartikel weer kan worden aangevuld. Op basis van die afwegingen is een besluit tot levering genomen. In deze afweging is voor de aan Oekraïne geleverde goederen vastgesteld dat de geconstateerde effecten op de gereedheid van de krijgsmacht, gezien de omstandigheden, acceptabel zijn (Kamerstuk 22 054, nr. 365 van 31 mei 2022)

Ook na het opheffen van de beperkingen als gevolg van de COVID-maatregelen is de verstoring van de wereldmarkt nog steeds merkbaar. Dit uit zich in tekorten en sterk gestegen grondstofprijzen. De oorlog in Oekraïne en daarbij oplopende spanningen op het wereldtoneel hebben deze verstoringen verder versterkt. Dit heeft mede tot gevolg dat defensiebudgetten wereldwijd zijn verhoogd en prioriteiten worden verlegd. De tekorten in de toeleveringsketens en een krappe arbeidsmarkt vormen daarmee een significant risico voor de realisatie van budgetten en doelstellingen. Indien tekorten aan grondstoffen en chips en wereldwijde transportproblemen zullen aanhouden, dan zal dat ook in 2023 effect hebben op de financiën en tijdige levering van middelen.

4. Artikelen

4.1 Artikel 1: Defensiebreed materieel

Omschrijving van de samenhang met het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het defensiebrede materieel. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

   

514.873

1.208.183

981.860

226.323

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

       

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

   

514.873

1.208.183

981.860

226.323

        

Uitgaven

   

721.263

868.388

983.034

‒ 114.646

        

Verwerving

       

Opdrachten

   

401.921

445.072

791.035

‒ 345.963

Verwerving: voorbereidingsfase

     

52.116

‒ 52.116

Verwerving: onderzoeksfase

     

0

0

Verwerving: realisatie

   

401.921

445.072

738.919

‒ 293.847

Instandhouding

       

Opdrachten

   

268.103

268.563

399.167

‒ 130.604

Instandhouding materieel

   

268.103

268.563

399.167

‒ 130.604

Kennis en Innovatie

       

Bekostiging

   

38.016

33.994

32.794

1.200

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

   

4.450

3.700

2.521

1.179

Technologieontwikkeling

   

29.090

27.964

23.716

4.248

Kennisgebruik

   

2.393

1.159

3.072

‒ 1.913

Kort Cyclische Innovatie

   

2.082

1.171

3.485

‒ 2.314

Reserve valuta schommelingen

   

13.225

120.759

0

120.759

Storting / Onttrekking Begrotingsreserve

   

13.225

120.759

0

120.759

Onzekerheidsreservering

     

3.735

‒ 3.735

Over-/ onderprogrammering

     

‒ 243.697

243.697

        

Ontvangsten

   

51.471

71.178

62.198

8.980

Overige ontvangsten materieel

   

51.471

71.178

62.198

8.980

Toelichting op de instumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder toegelicht.

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn per saldo voor een bedrag van € 226 miljoen meer verplichtingen aangegaan. Voor circa € 257 miljoen heeft dit betrekking op de verplichtingen binnen instandhouding materieel van Kustwacht CARIB. Zoals gemeld in de tweede suppletoire wet betreft dit nieuwe contracten (tien jaar) voor de luchtverkenningscapaciteit (Fixed Wing € 137 miljoen), de SAR heli (Rotary Wing € 96,2 miljoen), alsmede de verlenging van de huidige overbruggingscontracten (totaal € 30,4 miljoen) en overige kleinere afwijkingen in de instandhouding Kustwacht CARIB (-/- € 6,6 miljoen). Het overige negatieve verschil van € 31 miljoen betreft diverse kleinere afwijkingen.

Uitgaven

Verwerving

Verwerving defensiebreed materieel - voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Uit die uitwerking volgt ook een geactualiseerd financieel ritme, waarbij de start soms is uitgesteld, maar de opleverdatum nog gelijk is. Na de besluitvorming worden deze middelen doorgeschoven naar de onderzoeks-/realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is dit jaar daarom met € 52,1 miljoen afgeboekt.

Met de eerste suppletoire begroting is de voorbereidingsfase met € 7,4 miljoen naar beneden bijgesteld na herschikkingen in het Defensie Lifecycle Plan.

Met de tweede suppletoire begroting is het restant (€ 44,7 miljoen) volledig afgeboekt. Het budget wordt verschoven naar volgende jaren. Het betreft hier voornamelijk de projecten LTP Kustwacht NL: Luchtsurveillance (€ 6,8 miljoen) en LTP Kustwacht CARIB: Vervanging Luchtverkenningscapaciteit (€ 5,4 miljoen). Het project AirCis (€ 5,2 miljoen) is afgerond waardoor het resterend budget is vrijgevallen. EDF cofinanciering (€ 10,5 miljoen) is een relatief nieuw instrument dat met de Defensienota in 2022 financieel herijkt is. De plannen zijn daarop aangepast inclusief het bijbehorende financiële ritme. Bij cofinanciering EDF is er altijd een plan-onzekerheid vanwege de afhankelijkheid van de voorstellen van de industrie.

Verwerving defensiebreed materieel - realisatiefase

Niet alle materieelprojecten zijn volgens begrotingsplanning uitgevoerd. Ondanks de wijziging in begrotingsplanning wordt het budget niet overschreden. In 2022 was er sprake van personeelstekorten mede door de krapte op de arbeidsmarkt, verbroken logistieke ketens post-COVID en een overspannen wapenmarkt na de inval van Rusland in Oekraïne. Daardoor zijn geplande leveringsmomenten of contractvormingen niet altijd behaald. Projecten waarbij als gevolg van andere oorzaken herfaseringen zijn ontstaan, worden specifiek toegelicht in het artikel. Op investeringen defensiebreed materieel is de realisatie € 293,8 miljoen lager dan begroot.

Op het project VOSS is € 24,9 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Het project VOSS kent een ballistische component (Load Carriage and Protection) en een elektronische component (C4I). Voor C4I worden nieuwe systemen voor de beveiliging van de communicatie besteld, ontwikkeld en geleverd. De ontwikkeling en de levering van de elektronica heeft vooral vertraging opgelopen doordat chips slecht leverbaar zijn. Bij het project DVOW is € 51,5 miljoen minder uitgegeven dan begroot doordat bij de deelprojecten verwerving Voertuig 50/100/150kN (-/- € 21 miljoen) en verwerving Voertuig 12kN (€ 15 miljoen) minder vrachtauto’s geleverd zijn dan was voorzien. Dit is veroorzaakt doordat leveranciers van onderdelen vanwege tekorten (post-COVID) niet tijdig konden leveren. Tevens zijn bij het deelproject verwerving Containers (-/- € 11 miljoen) minder containers geleverd dan gepland vanwege het tekort aan productiepersoneel en kwaliteitsproblemen met de deurseals.

Het project BKI Conventionele munitie heeft € 56,8 miljoen minder aan uitgaven gerealiseerd dan begroot. De lagere uitgaven hebben naast een herfasering van het project meerdere oorzaken. Voor het afsluiten van raamovereenkomsten worden kwaliteitstoetsen uitgevoerd. De munitie die voor die toetsing geleverd is voldeed niet aan de gestelde kwaliteitseisen. Daardoor is het sluiten van de raamovereenkomst vertraagd en hebben ook de geplande leveringen en afroepen van die overeenkomst vertraging opgelopen. Deze zijn in de planning doorgeschoven naar 2023 en 2024. Daarnaast zijn geplande leveringen in de maand december van andere contracten -die vallen binnen het project BKI Conventionele munitie- vetraagd. Deze worden pas in 2023 geleverd en betaald.

Bij het project BKI Operationele Infrastructuur is € 26,2 miljoen minder uitgegeven dan begroot doordat op dit project een herijking heeft plaatsgevonden. De scope en de looptijd is aangepast waardoor de budgetreeks start in 2023.

Voor het project Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) is in 2022 € 83,8 miljoen minder uitgegeven dan verwacht door aanvullende vertraging in het verkrijgen van de benodigde accreditatie voor de verdere uitrol van mijlpaal 2.

In onderstaande tabel worden alle projecten in realisatie opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 100 miljoen conform het DMF 2022. Gelijktijdig met het jaarverslag wordt de DPO-afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportage geeft een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten van meer dan € 25 miljoen in onderzoek en realisatie, waarbij een significante afwijking is opgetreden ten opzichte van het vorige DPO.

Tabel 3 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2021

Verwachte uitgaven in 2022 (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven in 2022

Verschil uitgaven 2022

Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM)

145,5

127,6

4,9

2,3

‒ 2,7

Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)

233

41,9

89,6

5,8

‒ 83,8

Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)

342,8

176,8

51,3

26,4

‒ 24,9

Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW)

1624,3

370,3

276,1

224,6

‒ 51,5

Instandhouding

De uitgaven voor de post instandhouding zijn € 130,6 miljoen lager dan gepland. De gerealiseerde uitgaven op deze post betreffen onder andere de instandhoudingsuitgaven van het Kleding- en Personele Uitrustingbedrijf (KPU-bedrijf) en het Munitiebedrijf.

Bij het KPU-bedrijf is de realisatie € 13 miljoen lager dan begroot. Dit heeft meerdere oorzaken. De grootste twee zijn als volgt: het raamcontract van de combatshirts Netherlands Fractal Pattern (NFP (€ 4,8 miljoen)) is doorgeschoven naar 2023. Daarnaast is de volgende batch interim NFP broek + jas (ongeveer € 6 miljoen) doorgeschoven naar 2023.

Bij de Nota van Wijziging naar aanleiding van Motie Hermans is o.a. structureel € 60 miljoen toegevoegd aan het munitiebudget om de geoefendheid te vergroten. In 2022 is een meerjarig munitieplan opgeleverd waarmee dit extra budget meerjarig in de begroting is opgenomen, rekening houdend met besteltermijnen en levertijden. Als gevolg hiervan is in 2022 het munitiebudget verlaagd met een bedrag van € 61,4 miljoen. Dit bedrag komt in latere jaren beschikbaar.

De uitgaven voor munitie voor opleiding en training zijn € 54 miljoen lager dan begroot. Er zijn meerdere oorzaken te benoemen die de lagere uitgaven verklaren. Uitgestelde leveringen zijn doorgeschoven van 2022 naar 2023 (€ 14,1 miljoen), vanwege relatief lange levertermijnen zijn geplande uitgaven doorgeschoven naar latere jaren (€ 13,9 miljoen) en facturen (€ 12,1 miljoen) die gepland waren voor 2022 zijn niet meer ontvangen. Daarnaast zijn er lagere uitgaven (€ 11,7 miljoen) vanwege verrekening BIV, ontvangen creditnota’s en verrekening verbruiksuitgaven in het kader van Nederlandse en Belgische samenwerking (BENESAM).

De hogere uitgaven bij Kustwacht CARIB (€ 12,9 miljoen) zijn (zoals gemeld in de tweede suppletoire wet) het gevolg van het realiseren conform jaarplan, waarbij onder andere de capaciteiten voor luchtverkenning in de ontwerpbegroting HX, artikel 2 was opgenomen.

De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn verder weergegeven in onderstaande tabel. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten de uitgaven van alle defensieonderdelen voor deze wapensystemen. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden. Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de defensieonderdelen aan defensiebrede instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Tabel 4 Instandhoudingsuitgaven (in miljoenen euro)

Wapensysteem

Verwachte uitgaven 2022 (conform DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven 2022

Verschil

Klein kaliber wapens

63,8

30,8

‒ 33,0

Kleding- en persoonlijke uitrusting

75,5

63,0

‒ 12,5

MILSATCOM

11,5

15,3

3,8

Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling (CODEMO)

De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat bedoeld is voor innovatieve defensie-specifieke productontwikkeling door met name het nationale MKB, dat Defensie in staat stelt om na succesvolle afronding als launching customer op te treden. Defensie neemt van goedgekeurde projectvoorstellen maximaal 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening.

Eventuele opbrengsten voor Defensie in de vorm van royalty’s over de verkoop van de ontwikkelde producten aan derden worden beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. Ook zijn vanuit de oude CODEMA-regeling, de voorloper van de CODEMO-regeling, royalty’s toegevoegd aan het budget van € 10 miljoen waar in 2011 mee is gestart, resulterend in een totaal budget van € 13,3 miljoen. In totaal is sinds de start van de regeling voor een bedrag van € 11,8 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd, wat resulteert in een resterend budget van € 1,5 miljoen.

In 2022 zijn geen nieuwe projectvoorstellen ingediend en is één voorstel goedgekeurd dat is ingediend in 2021. Er is in 2022 één project formeel afgerond. Dit maakt dat eind 2022 zes projecten in uitvoering waren. In navolgende tabel 5 staan de cumulatieve cijfers vanaf het begin van de regeling.

Tabel 5 CODEMO

Ingediende voorstellen

94

Gehonoreerde voorstellen

29

Afgewezen voorstellen

65

Afgeronde voorstellen

23

  
  

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan vertragingen en/of onvoorziene omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Overprogrammering is zodoende een instrument voor tijdige en doelmatige implementatie van afzonderlijke projecten en budgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering schuift door naar latere begrotingsjaren.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn € 9,0 miljoen hoger dan begroot. In 2022 heeft een niet begrote ontvangst plaatsgevonden aan royalties voor een bedrag van € 7,1 miljoen. Dit betreft een betaling door het Verenigd Koninkrijk voor het gebruik van de zgn. Mission modules voor de Boxer.

4.2 Artikel 2: Maritiem materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het maritiem materieel. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

   

423.423

615.553

479.731

135.822

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

       

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

   

423.423

615.553

479.731

135.822

        

Uitgaven

   

483.136

556.332

616.381

‒ 60.049

        

Verwerving

       

Opdrachten

   

327.962

382.750

621.452

‒ 238.702

Verwerving: voorbereidingsfase

     

45.611

‒ 45.611

Verwerving: onderzoeksfase

     

68.701

‒ 68.701

Verwerving: realisatie

   

327.962

382.750

507.140

‒ 124.390

Instandhouding

       

Opdrachten

   

155.175

173.582

178.525

‒ 4.943

Instandhouding materieel

   

155.175

173.582

178.525

‒ 4.943

Over-/ onderprogrammering

     

‒ 183.596

183.596

        

Ontvangsten

   

42.346

26.775

9.684

17.091

Overige ontvangsten materieel

   

42.346

26.775

9.684

17.091

Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemswaardige verschillen worden hieronder toegelicht.

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn voor een bedrag van € 135,8 miljoen meer verplichtingen aangegaan binnen artikel 2 Maritiem materieel. Bij het project Vervanging maritiem surface-to-surface missile werd bij het opstellen van de ontwerpbegroting 2022 nog rekening gehouden met een contractondertekening in 2021. Uiteindelijk heeft het offerte- en contractvormingstraject aanzienlijk langer geduurd dan was gepland en is het contract in december 2022 getekend. Dit heeft geleid tot een overrealisatie van € 127 miljoen. Het resterende deel betreft relatief kleine afwijkingen bij diverse projecten.

Uitgaven

Verwerving

Verwerving maritiem materieel - voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Uit die uitwerking volgt ook een geactualiseerd financieel ritme, waarbij de start soms is uitgesteld, maar de opleverdatum nog gelijk is. Na de besluitvorming worden deze middelen doorgeschoven naar de onderzoeks-/realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is dit jaar daarom met € 45,6 miljoen afgeboekt.

De voorbereidingsfase van maritiem materieel is met de eerste suppletoire begroting met € 19,0 miljoen verlaagd. Dit is onder andere te verklaren door een herfasering van de kasreeksen van de projecten Beach Armoured Recovery Vehicle (BARV) en Future Littoral All Terrain Mobility Band Vagn (FLATM BV).

Met de tweede suppletoire begroting zijn de projecten in de voorbereidingsfase met € 26,6 miljoen dit jaar volledig afgeboekt. Dit komt met name door het project Hulpvaartuigen: Vervanging Pelikaan (22,5 miljoen) en nog door een aantal kleine herschikkingen tussen de verschillende fases en over de jaren heen.

Verwerving maritiem materieel - onderzoeksfase

Op de projecten in de onderzoeksfase vindt geen realisatie plaats. Deze middelen worden doorgeschoven naar de realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de onderzoeksfase is dit jaar daarom met € 68,7 miljoen volledig afgeboekt.

Met de eerste suppletoire begroting is de realisatie van de uitgaven voor verwerving in onderzoek € 6,4 miljoen lager dan begroot in de ontwerpbegroting. Een belangrijke oorzaak hiervoor is het vertragen van de planning van de te vervangen onderzeeboten. Over de voortgang van de Vervanging van de onderzeeboten is de Tweede Kamer op 1 april 2022 met de brief X-34 225 nr. 35 geïnformeerd. Het resterende deel betreft relatief kleine afwijkingen bij diverse projecten.

Met de tweede suppletoire begroting zijn geen projecten in onderzoek meer gerealiseerd. Daarom is de raming van de uitgaven die horen bij de projecten in deze fase in het geheel verlaagd. Hier betreft het onder andere het project Anti Submarine Warefare Frigate (55,8 miljoen) waarbij het budget is doorgeschoven naar latere jaren.

Verwerving maritiem materieel - realisatiefase

Niet alle materieelprojecten zijn volgens begrotingsplanning uitgevoerd Ondanks de wijziging in begrotingsplanning wordt het budget niet overschreden. In 2022 was sprake van personeelstekorten mede door de krapte op de arbeidsmarkt, verbroken logistieke ketens en grondstoffentekorten post-pandemie en een overspannen wapenmarkt na de inval van Rusland in de Oekraïne met de voortdurende oorlog als gevolg. Daardoor zijn geplande leveringsmomenten of contractvormingen niet altijd behaald. Projecten waarbij als gevolg van andere oorzaken herfaseringen zijn ontstaan, worden specifiek toegelicht in het artikel.

Bij het project Vervanging maritiem surface-to-surface missile (-/- 16,7 miljoen) kan de onderrealisatie worden verklaard doordat het gunningstraject ruim een jaar langer heeft geduurd waardoor de eerst verwachte betaling niet in oktober/november 2022 maar in januari 2023 is gerealiseerd.

Bij het project Verwerving Midlife Upgrade LCU ESSM Block is € 14,3 miljoen minder uitgegeven, doordat de prijs voor de aanschaf van de missiles en cannisters lager is uitgevallen dan begroot.

Het resterende verschil tussen begroting en realisatie is het gevolg van min of meer kleine afwijkingen bij individuele projecten in het totale projectportfolio.

Onderstaand worden alle projecten in realisatie opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 100 miljoen conform het DMF 2022. Gelijktijdig met het jaarverslag wordt de DPO-afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportage geeft een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten van meer dan € 25 miljoen in onderzoek en realisatie, waarbij een significante afwijking is opgetreden ten opzichte van het vorige DPO.

Tabel 7 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2021

Verwachte uitgaven in 2022 (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven in 2022

Verschil uitgaven 2022

Vervanging maritiem surface-to-surface missile

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten

131,7

26,8

15,0

2,6

‒ 12,4

Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)

145,1

135,2

1,8

7,0

5,2

Verbetering MK48 Torpedo

208,4

111,4

20,4

0,1

‒ 20,4

Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP-LCF)

195,2

152,3

18,8

16,0

‒ 2,9

Vervanging MK46 Lightweight Torpedo

227,9

14,5

23,9

14,7

‒ 9,2

Verwerving Combat Support Ship (CSS)

380,4

151,1

107,3

102,5

‒ 4,8

Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM)

946,3

64,2

75,0

81,6

6,6

Vervanging M-fregatten

1.000-2.500

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging Onderzeeboten

> 2.500

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging Close-in-Weapon System (goalkeeper)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM BV)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Instandhouding

De instandhoudingsuitgaven van de grootste zeewapensystemen worden weergegeven in onderstaande tabel. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten de uitgaven van alle defensieonderdelen voor deze wapensystemen. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden. Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de defensieonderdelen aan maritieme instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Tabel 8 Instandhoudingsuitgaven (in miljoenen euro)

Wapensysteem

Verwachte uitgaven 2022 (conform DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven 2022

Verschil

Luchtverdedidings- en Commandofregatten (LCF)

39,2

27,6

‒ 11,6

Onderzeeboten

26,2

26,1

‒ 0,1

Landing Platform Docks

20,8

19,1

‒ 1,7

M-fregatten

9,2

5,7

‒ 3,5

Patrouilleschepen

12,6

10,7

‒ 1,9

Mijnenbestrijdingsvaartuigen

11,8

8,2

‒ 3,6

Joint Support Ship

7,0

4,3

‒ 2,7

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan vertragingen en/of onvoorziene omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Overprogrammering is zodoende een instrument voor tijdige en doelmatige implementatie van afzonderlijke projecten en budgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering schuift door naar latere begrotingsjaren.

Ontvangsten

Ten opzichte van de ontwerpbegroting is € 17 miljoen meer ontvangen. De marine heeft in 2022 € 13,4 miljoen meer ontvangen door extra nadruk op de inning. Hierdoor maakt de marine een inhaalslag uit eerdere jaren (bijvoorbeeld ontvangsten in verband met onderhoud aan Portugese M-fregatten en achterstallige verrekeningen). Deze extra ontvangsten zijn aangewend voor de instandhouding van maritiem materieel. Het resterende deel betreft relatief kleine afwijkingen bij diverse ontvangsten.

4.3 Artikel 3: Land materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het land materieel. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

   

1.437.286

725.418

879.106

‒ 153.688

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

       

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

   

1.437.286

725.418

879.106

‒ 153.688

        

Uitgaven

   

620.384

542.217

714.936

‒ 172.719

        

Verwerving

       

Opdrachten

   

334.422

255.734

596.624

‒ 340.890

Verwerving: voorbereidingsfase

     

5.689

‒ 5.689

Verwerving: onderzoeksfase

     

11.052

‒ 11.052

Verwerving: realisatie

   

334.422

255.734

579.883

‒ 324.149

Instandhouding

       

Opdrachten

   

285.963

286.484

291.974

‒ 5.490

Instandhouding materieel

   

285.963

286.484

291.974

‒ 5.490

Over-/ onderprogrammering

     

‒ 173.662

173.662

        

Ontvangsten

   

8.578

5.107

2.500

2.607

Overige ontvangsten materieel

   

8.578

5.107

2.500

2.607

Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemswaardige verschillen worden hieronder toegelicht.

Verplichtingen

De realisatie op de verplichtingen is € 153,6 miljoen lager dan begroot.

Niet voor alle materieelprojecten zijn volgens de planning verplichtingen aangegaan. In 2022 was er sprake van personeelstekorten mede door de krapte op de arbeidsmarkt, verbroken logistieke ketens en grondstoffen tekorten post-pandemie en een overspannen wapenmarkt na de inval van Rusland in de Oekraïne met de oorlog als gevolg. Daardoor zijn geplande leveringsmomenten of contractvormingen niet altijd behaald. Projecten waarbij als gevolg van andere oorzaken herfaseringen zijn ontstaan, worden specifiek toegelicht in het artikel.

Bij het project NBC Maskers (- € 41,7 miljoen) bleek de integratie van COTS/MOTS-elementen moeilijker dan verwacht. Bovendien was sprake van een langer durende ABDO-certificering door de MIVD. Ook was sprake van vertragingen wegens capaciteit bij het opstellen van het programma van eisen en heeft een zgn. aanbestedingsdag tot veel vragen van leveranciers geleid. Hierdoor is de geplande verplichting niet meer in 2022 gerealiseerd en verschuift deze zeer waarschijnlijk naar 2024.

Tevens valt de prognose voor het project FGBADS ten opzichte van het budget € 19,5 miljoen lager uit, omdat het beschikbare verplichtingenbudget voor dit project is overgeheveld naar het nieuwe project Vervanging Medium-Range Air Defence.

Het project Midlife Update (MLU) voor de Pantserhouwitser 2000NL (PzH2000NL) zou samen met Duitsland worden uitgevoerd. Nadat in het offertetraject bleek dat de MLU ruim drie maal meer zou kosten dan begroot , heeft Duitsland besloten om geen MLU uit te voeren waarmee ook de samenwerking met Nederland werd beïndigd. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter van dit project wordt slechts een indicatie gegeven van het projectbudget en daarmee de onderrealisatie op het verplichtingenbudget. Deze bedraagt tussen € 0 en € 100 miljoen.

Voor het Project BKI Patriot Update PAC 3 raketten is € 12,5 miljoen meer verplicht dan begroot. Dit heeft een technische oorzaak en betreft de herwaardering van de openstaande verplichting als gevolg van een hogere dollarkoers.

Bij het project Collectieve- en individuele bescherming (- € 10,5 miljoen) kan de lagere realisatie worden verklaard doordat bij verschillende deelprojecten vertragingen zijn opgetreden. Zo is voor een infrastructuurproject geen bouwvergunning afgegeven en moet naar een andere oplossing worden gezocht en bij de aanbesteding van beschermende pakken is een bezwaar op de aanbesteding ontvangen. Voor het project verwerving Gasverkenningsuitrsuting (- € 10,6 miljoen) heeft herfasering plaatsgevonden omdat de behoeftestelling onduidelijkheden bevatte waardoor de contractvorming niet meer in 2022 heeft plaatsgevonden.

De gerealiseerde verplichtingen van de instandhouding zijn € 33,0 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt met name door hogere verplichtingen infanteriegevechtsvoertuigen (CV90) veroorzaakt.

Uitgaven

Verwerving

Verwerving land materieel - voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Uit die uitwerking volgt ook een geactualiseerd financieel ritme, waarbij de start soms is uitgesteld, maar de opleverdatum nog gelijk is. Na de besluitvorming worden deze middelen doorgeschoven naar de onderzoeks-/realisatiefase of naar een ander jaar.

Het budget voor de voorbereidingsfase is dit jaar begroot op € 5,7 miljoen en met de eerste suppletoire begroting heeft een ophoging van € 2,3 miljoen plaatsgevonden door een aantal kleine herschikkingen.

Met de tweede suppletoire begroting heeft geen realisatie plaatsgevonden op het budget en werd deze ook niet meer verwacht waardoor de € 8,0 miljoen is herverdeeld over de latere jaren.

Verwerving land materieel - onderzoeksfase

Op de projecten in onderzoek vindt geen realisatie plaats. Deze middelen worden doorgeschoven naar de realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is dit jaar daarom met € 11,1 miljoen volledig afgeboekt. Dit betrof met name de projecten Vervanging Medium Range Air Defence (6,1 miljoen) en Ground Based Area Access Denial (4,3 miljoen).

Verwerving land materieel - realisatiefase

Bij de verwerving van landmaterieel is € 324,1 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Voor een groot deel betreft dit oorzaken die zijn omschreven in de algemene toelichting die ook bij het onderdeel «verplichtingen» zijn opgenomen. Deels hebben deze een specifieke oorzaak en deels hebben deze een oorzaak die specifiek gelegen is in het niet volgens planning aangaan van verplichtingen, waardoor betalingen niet, of niet geheel volgens planning kunnen worden gerealiseerd. Dit laatste speelt bij de projecten die bij het onderwerp «verplichtingen» zijn benoemd. De uitgaven voor het project NBC Maskers zijn € 39,3 miljoen lager dan begroot. Bij het project FGBADS zijn de uitgaven € 19,4 miljoen lager dan geraamd. Voor de Mid Life Update van de Pantserhouwitser 2000NL zijn de uitgaven tussen de € 0 en € 100 miljoen lager dan begroot. Dit is ook het geval bij de projecten CBRN Materieel (€ 10,6 miljoen lagere uitgaven) en Gasverkenningsuitrusting (€ 10,6 miljoen lager).

Bij het project Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie is de realisatie € 10,4 miljoen lager dan begroot. Dit komt doordat de geplande leveringen van Night Vision camera's, voorzien voor zomer 2022, met zeker 9 maanden zijn vertraagd doordat het kwalificatieproces langer duurt dan voorzien.

Onderstaand worden alle projecten in realisatie opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 100 miljoen conform het DMF 2022. Gelijktijdig met het jaarverslag wordt de DPO-afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportage geeft een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten van meer dan € 25 miljoen in onderzoek en realisatie, waarbij een significante afwijking is opgetreden ten opzichte van het vorige DPO.

Tabel 10 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2021

Verwachte uitgaven in 2022 (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven in 2022

Verschil uitgaven 2022

Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten

228,6

2,8

0,0

0,0

0,0

Verlenging levensduur Patriot

146,6

68,0

29,9

31,4

1,5

C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit

153,3

94,5

26,4

0,3

‒ 26,1

Midlife Update Fennek

422,6

6,2

14,6

10,6

‒ 4,0

Midlife Update voor het wapensysteem Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) CV9035NL

773,2

144,4

34,7

39,2

4,5

Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie

837,5

799,1

20,0

6,8

‒ 13,2

Midlife Update voor de Pantserhouwitser 2000NL (PzH2000NL)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Instandhouding

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-)systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Materieel Logistiek Commando gedaan.

De instandhoudingsuitgaven zijn € 5,5 miljoen lager dan begroot door met name lagere uitgaven aan operationele wielvoertuigen.

Daarnaast zijn de instandhoudingsuitgaven van de grootste land wapensystemen weergegeven in onderstaande tabel. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten de uitgaven van alle defensieonderdelen voor deze wapensystemen. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden. Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de defensieonderdelen aan land instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Tabel 11 Instandhoudingsuitgaven (in miljoenen euro)

Wapensysteem

Verwachte uitgaven 2022 (conform DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven 2022

Verschil

Grondgebonden Luchtverdediging

52,3

25,3

‒ 27,0

CV9035NL Infanterie Gevechtsvoertuigen

47,0

36,7

‒ 10,3

Pantserwielvoertuigen

31,7

31,5

‒ 0,2

Artillerie

26,7

17,1

‒ 9,6

Ondersteunende tanks

15,6

9,8

‒ 5,8

Wissellaadsystemen en trekkeropleggercombinaties

15,5

14,5

‒ 1,0

Vrachtwagens

17,5

16,0

‒ 1,5

Unmanned Aerial Vehicles

24,6

15,6

‒ 9,0

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan vertragingen en/of onvoorziene omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Overprgrammering is zodoende een instrument voor tijdige en doelmatige implementatie van afzonderlijke projecten en budgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering schuift door naar latere begrotingsjaren.

4.4 Artikel 4: Lucht materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het lucht materieel. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

   

1.679.328

1.944.169

783.313

1.160.856

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

       

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

   

1.679.328

1.944.169

783.313

1.160.856

        

Uitgaven

   

1.422.778

1.423.629

1.236.398

187.231

        

Verwerving

       

Opdrachten

   

1.119.950

1.154.826

1.359.903

‒ 205.077

Verwerving: voorbereidingsfase

     

13.117

‒ 13.117

Verwerving: onderzoeksfase

       

Verwerving: realisatie

   

1.119.950

1.154.826

1.346.786

‒ 191.960

Instandhouding

       

Opdrachten

   

302.827

268.804

278.253

‒ 9.449

Instandhouding materieel

   

302.827

268.804

278.253

‒ 9.449

Over-/ onderprogrammering

     

‒ 401.758

401.758

        

Ontvangsten

   

7.104

11.693

0

11.693

Overige ontvangsten materieel

   

7.104

11.693

0

11.693

Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 10 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder toegelicht.

Verplichtingen

De realisatie op de verplichtingen is € 1.160,9 miljoen hoger dan begroot. Bij het project Verwerving F-35 is € 1.035,5 miljoen meer verplicht dan begroot. Dit komt met name door verplichtingen die zijn aangegaan voor Lot 15 en 16 waarvan geraamd was om deze nog in 2021 aan te gaan en de verplichting die is aangegaan voor long lead items behorende bij Lot 17, de maatregel uit de Defensienota die voorziet in de uitbreiding met 6 stuks van het aantal F-35 toestellen.

Uitgaven

Verwerving

Verwerving lucht materieel - voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Uit die uitwerking volgt ook een geactualiseerd financieel ritme, waarbij de start soms is uitgesteld, maar de opleverdatum nog gelijk is. Na de besluitvorming worden deze middelen doorgeschoven naar de onderzoeks-/realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is dit jaar daarom met €13,1 miljoen afgeboekt. Het gaat hierbij met name om het project SRTUAV – doorontwikkeling (9,7 miljoen).

Verwerving lucht materieel - realisatiefase

De realisatie van het uitgavenbudget verwerving luchtmaterieel in de realisatiefase is € 192,0 miljoen lager dan begroot. Niet alle materieelprojecten zijn volgens begrotingsplanning uitgevoerd. Ondanks de wijziging in begrotingsplanning wordt het budget niet overschreden. In 2022 was er sprake van personeelstekorten mede door de krapte op de arbeidsmarkt, verbroken logistieke ketens en grondstoffen tekorten post-pandemie en een overspannen wapenmarkt na de inval van Rusland in de Oekraïne met de oorlog als gevolg. Daardoor zijn geplande leveringsmomenten of contractvormingen niet altijd behaald. Projecten waarbij als gevolg van andere oorzaken herfaseringen zijn ontstaan, worden specifiek toegelicht in het artikel. Specifiek bij FMS-projecten geldt dat afwijkingen bestaan tussen raming en realisatie maar dat tegelijkertijd niet direct sprake is van enige vertraging bij het betreffende project. Dit komt doordat de Amerikaanse overheid als contractpartij geen risicodrager wenst te zijn en daarom diverse financiële waarborgen inbouwt, met als gevolg dat de raming in een begrotingsjaar vaak hoger is dan de daadwerkelijke uitgaven. Doordat de periodieke actualisatie van de ramingen volgens het Amerikaanse tijdsschema verlopen, en pas volgen in het begrotingsjaar, leidt dit tot onvermijdelijke afwijkingen die betrekking hebben op de volgende projecten: AH-64 Zelfbescherming ASE (€ 7,6 miljoen minder uitgaven), AH-64D block II upgrade (€ 16,0 miljoen minder uitgaven), Apache Remanufacture (€ 26,6 miljoen minder uitgaven), Multi Ship Type (simulatoren, € 18,3 miljoen minder uitgaven).

Onderstaand worden alle projecten in realisatie opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 100 miljoen conform het DMF 2022. Gelijktijdig met het jaarverslag wordt de DPO-afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportage geeft een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten van meer dan € 25 miljoen in onderzoek en realisatie, waarbij een significante afwijking is opgetreden ten opzichte van het vorige DPO.

Tabel 13 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2021

Verwachte uitgaven in 2022 (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven in 2022

Verschil uitgaven 2022

AH-64D block II upgrade

118,3

81,5

16,4

2,1

‒ 14,3

F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket

127,7

12,1

19,4

25,5

6,1

Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV)

194,3

115,5

50,0

24,2

‒ 25,8

Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT))

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Apache Remanufacture

952,5

77,4

142,8

166,2

23,4

Chinook Vervanging en Modernisering

1012,8

753,8

58,2

95,3

37,1

NH-90

1226,0

1086,3

27,0

12,1

‒ 14,9

Verwerving F-35

5928,1

3562

696,1

711,5

15,4

Bouw en inrichting F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35)

103,6

79,6

6,2

2,6

‒ 3,6

Bijde luchtmacht is binnen het Verwerving Realisatiebudget sprake van onderrealisatie van €18,9 miljoen. Als gevolg van capaciteitsproblemen binnen de organisatie lopen verwervingsprocessen minder snel dan gewenst waardoor budgetrealisatie achter is gebleven in 2022. Daarnaast hadden leveranciers moeite met het halen van de gewenste levertijd als gevolg van wereldwijde tekorten in grondstoffen en microchips. Hierdoor is de realisatie van Investeringsbandbreedte- , C-systemen- en BKI-budgetten achtergebleven in realisatie (€10,8 miljoen). Naar verwachting komen de in uitvoering genomen projecten in 2023 tot realisatie. Daarnaast verloopt het project Lucht Verkeersleiding Nederland trager dan verwacht (8,1 miljoen).

Instandhouding

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-)systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze uitgaven vooral door het Logistiek Centrum in Woensdrecht gedaan.

Op het budget voor de instandhouding van materieel is € 9,4 miljoen meer gerealiseerd dan oorspronkelijk begroot. Met name de F-35 heeft meer gerealiseerd dan het budget in de ontwerpbegroting. Omdat aan het begin van het jaar niet precies duidelijk is wat er voor de instandhouding van de F-35 moet worden betaald aan het Joint Program Office, werd voor de 2e suppletoire wet, vanuit de deltaexploitatie uit het Defensie Lifecycle Plan, benodigd budget gemuteerd naar F-35 Instandhouding (€43 miljoen). Ook is er vanuit het Defensie Lifecycle Plan budget toegevoegd aan de instandhouding van de MQ-9 (€ 7,3 miljoen). Voor de Patriot is budget overgekomen (€ 7,3 miljoen) vanuit andere defensieonderdelen ten behoeve van o.a. de instandhouding van de raketten. Ook de prijsbijstelling droeg positief bij (€ 13,4 miljoen).

Het budget dat gedurende het afgelopen jaar is toegevoegd, is niet volledig gerealiseerd. Ook binnen de instandhouding bestaan capaciteitsproblemen en lopen verwervingsprocessen minder snel dan gewenst waardoor budgetrealisatie achterbleef in 2022. Daarnaast hadden leveranciers moeite met het halen van de gewenste levertijd als gevolg van wereldwijde tekorten in grondstoffen en microchips. Daarom is een deel van het instandhoudingsbudget van 2022 naar toekomstige jaren geboekt (€ 64,5 miljoen). Zodoende blijven de budgetten vanuit het Life Cycle Costing model beschikbaar voor de wapensystemen. Vanuit Motie Hermans was eerder € 20 miljoen teveel toegekend aan CLSK. Dat is herverdeeld over de andere defensieonderdelen. Het resterende budget ten behoeve van de instandhouding van de KDC-10 is uit de begroting van CLSK geboekt. Dit budget is beschikbaar gesteld aan het Defensie Lifecycle Plan voor de MRTT contributie (€ 15,5 miljoen).

Daarnaast zijn de instandhoudingsuitgaven van de grootste luchtwapensystemen weergegeven in onderstaande tabel. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten de uitgaven van alle defensieonderdelen voor deze wapensystemen. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden. Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de defensieonderdelen aan lucht instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Tabel 14 Instandhoudingsuitgaven (in miljoenen euro)

Wapensysteem

Verwachte uitgaven 2022 (conform DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven 2022

Verschil

Jachtvliegtuigen F-16

36,6

15,1

‒ 21,5

Jachtvliegtuigen F-35

124,8

103,0

‒ 21,8

Gevechtshelikopters AH-64 Apache

30,4

21,9

‒ 8,5

Maritieme helikopers NH-90

50,6

34,7

‒ 15,9

Transporthelikopters CH-47 Chinook

26,4

13,2

‒ 13,2

Transporthelikopters AS-532 Cougar

16,6

16,7

0,1

Transportvliegtuigen C-130

13,7

7,7

‒ 6,0

Tankvliegtuigen KDC-10

4,0

0,1

‒ 3,9

Multi Role Tanker Transport (MRTT)

18,4

7,5

‒ 10,9

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan vertragingen en/of onvoorziene omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Overprogrammering is zodoende een instrument voor tijdige en doelmatige implementatie van afzonderlijke projecten en budgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering schuift door naar latere begrotingsjaren.

Ontvangsten

De realisatie op de ontvangsten is €11,7 miljoen hoger dan begroot. Deze ontvangsten zijn het gevolg van meerdere onderwerpen. Het betreft verrekende voorschotten en creditnota's bij de Patriot (€ 4,5 miljoen), recoupment van de F-35 (€ 3,8 miljoen), ontvangen subsidies voor LVNL ICAS voor de jaren 2020 en 2021 (€ 2,3 miljoen) en diverse kleinere incidentele ontvangsten.

4.5 Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en in stand houden van alle infrastructuur en vastgoed van Defensie. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

   

768.301

794.609

909.935

‒ 115.326

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

       

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

   

768.301

794.609

909.935

‒ 115.326

        

Uitgaven

   

766.349

811.620

949.302

‒ 137.682

        

Verwerving

       

Opdrachten

   

342.335

378.147

594.737

‒ 216.590

Verwerving: voorbereidingsfase

     

226.878

‒ 226.878

Verwerving: onderzoeksfase

       

Verwerving: realisatie

   

342.335

378.147

367.859

10.288

Instandhouding

       

Opdrachten

   

424.014

433.473

480.583

‒ 47.110

Instandhouding infrastructuur

   

424.014

433.473

480.583

‒ 47.110

Onzekerheidsreservering

       

Over-/ onderprogrammering

     

‒ 126.018

126.018

        

Ontvangsten

   

20.142

21.510

25.599

‒ 4.089

Overige ontvangsten infrastructuur

   

20.142

21.510

25.599

‒ 4.089

Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemswaardige verschillen worden hieronder toegelicht.

Verplichtingen

In 2022 is voor een bedrag van € 115,3 miljoen minder aan verplichtingen aangegaan dan begroot. Dit wordt wordt voornamelijk veroorzaakt doordat als gevolg van capaciteitsgebrek bij het Rijksvastgoedbedrijf en schaarste op de markt het aangaan van een aantal verplichtingen niet in 2022 heeft plaatsgevonden, maar in latere jaren zal plaatsvinden. Het betreft onder andere de verplichtingen voor het jaarlijkse instandhoudingsbudget (€ 46 miljoen), het project aanpassingen vastgoed als gevolg van gewijzigde regelgeving (€ 40 miljoen), de vastgoedprojecten legering defensiebreed (€ 17 miljoen), bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid (€ 12 miljoen), de investeringen bandbreedteprojecten infra (€ 9 miljoen), het BC Datacenter (€ 8 miljoen), het project zon op daken (€ 3 miljoen), de eindafrekening renovatie hoofdbaan Woensdrecht (€ 2 miljoen) en de Chroom 6-problematiek (€ 6 miljoen). Deze laatste betreft het aanpassen van voorbewerking- en spuitcabines voor het werken met Chroom 6 op een aantal vliegbases. Daarnaast is aan de inviduele vastgoedprojecten voor € 35 miljoen aan prijsbijstelling toegekend, waardoor er voor dit bedrag meer aan verplichtingen is aangegaan dan begroot.

Uitgaven

Verwerving

Verwerving infrastructuur en vastgoed - voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Uit die uitwerking volgt ook een geactualiseerd financieel ritme, waarbij de start soms is uitgesteld, maar de opleverdatum nog gelijk is. Na de besluitvorming worden deze middelen doorgeschoven naar de onderzoeks-/realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is dit jaar daarom met €226,9 miljoen afgeboekt.

Het budget in de voorbereidingsfase daalt met de eerste suppletoire begroting met € 125,0 miljoen. Het betreft projecten waarvan het budget van de voorbereidingsfase naar de realisatiefase schuift, waaronder Legering defensiebreed (€ 60,9 miljoen), Renovatie hoofdbaan Woensdrecht (€ 9,1 miljoen), reductie vastgoed footprint (€ 6,4 miljoen), EMVO Woensdrecht (€ 5,8 miljoen) en diverse kleinere projecten. Daarnaast vervalt een eerdere reservering van € 18,3 miljoen voor kostenkengetallen doordat de hogere kostenkengetallen in de projectbudgetten zijn verwerkt. Verder is er € 5,9 miljoen overgeheveld naar het artikel Defensiebreed Materieel voor aankoop van nul-emissie voertuigen.

Met de tweede suppletoire begroting is het overige deel van het budget (€ 101,9 miljoen) doorgeschoven naar volgende jaren omdat er geen projecten in voorbereiding meer werden gerealiseerd. Het betreft hier onder andere de projecten Zon op Daken (10 miljoen), KNM (5 miljoen), Stikstof (5 miljoen), Revitalisering Johannes Postkazerne (5 miljoen), Programma onderhoud gebouw 32 (7,2 miljoen) en Legering defensiebreed fase-2 (5 miljoen).

Verwerving infrastructuur en vastgoed - realisatiefase

De uitgaven voor verwerving infrastructuur en vastgoed – realisatiefase zijn per saldo € 10,3 miljoen hoger dan begroot. Deze overschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt door een meerbedrag aan honorariumkosten Rijksvastgoedbedrijf.

In onderstaand overzicht zijn alle projecten in realisatie met een financiële omvang van meer dan € 100 miljoen conform het DMF 2022 opgenomen. Gelijktijdig met het jaarverslag wordt de DPO-afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportage geeft een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten van meer dan € 25 miljoen in onderzoek en realisatie, waarbij een significante afwijking is opgetreden ten opzichte van het vorige DPO.

Tabel 16 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2021

Verwachte uitgaven in 2022 (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven in 2022

Verschil uitgaven 2022

DBFMO Nationaal Militair Museum

118,4

31,2

5,3

5,34

0,00

Verbeteren Legering Defensiebreed (fase 1)

165,0

83,5

63,0

42,0

‒ 20,92

Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid

156,4

130,6

14,8

13,4

‒ 1,36

Nieuwbouw Technology Center Land (TCL)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Aanpassing Vastgoed Defensie

313,6

74,5

57,8

24,8

‒ 32,95

DBFMO Kromhoutkazerne

621,6

203,1

31,8

31,8

0,00

Herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Revitalisering Bernhardkazerne

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Instandhouding

De uitgaven voor instandhouding infrastructuur zijn € 47,1 miljoen lager dan begroot. Dit bestaat met name uit minderuitgaven als gevolg van een herschikking van het budget naar het investeringsprogramma Verbetering defensiebrede legering fase 2 ten behoeve van het verminderen van het achterstallig onderhoud (€ 42 miljoen). Als gevolg van beperkte capaciteit bij het Rijksvastgoedbedrijf is een deel van het instandhoudingsbudget niet in 2022 gerealiseerd (€ 26 miljoen). Daarnaast is prijsbijstelling toegevoegd aan het instandhoudingsbudget wat tot meeruitgaven heeft geleid (€ 19,5 miljoen).

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan vertragingen en/of onvoorziene omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Overprogrammering is zodoende een instrument voor tijdige en doelmatige implementatie van afzonderlijke projecten en budgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering schuift door naar latere begrotingsjaren.

4.6 Artikel 6: IT

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en in stand houden van alle IT van Defensie. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

   

906.734

1.105.595

784.361

321.234

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

       

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

   

906.734

1.105.595

784.361

321.234

        

Uitgaven

   

593.070

751.621

887.011

‒ 135.390

        

Verwerving

       

Opdrachten

   

277.402

371.412

773.237

‒ 401.825

Verwerving: voorbereidingsfase

     

425.475

‒ 425.475

Verwerving: onderzoeksfase

       

Verwerving: realisatie

   

277.402

371.412

347.762

23.650

Instandhouding

       

Opdrachten

   

315.668

380.210

398.866

‒ 18.656

Instandhouding IT

   

315.668

380.210

398.866

‒ 18.656

Over-/ onderprogrammering

     

‒ 285.092

285.092

        

Ontvangsten

   

13.941

22.797

16.769

6.028

Overige ontvangsten IT

   

13.941

22.797

16.769

6.028

Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemswaardige verschillen worden hieronder toegelicht.

Verplichtingen

De realisatie op de verplichtingen is € 321,2 miljoen hoger dan begroot. Voor IT is in het verleden het uitgangspunt kas is verplichting gehanteerd. Dit paste in het kort-cyclische karakter van IT. Steeds vaker worden meerjarige contracten afgesloten waardoor dit niet meer aansluit. Het nu aangaan van meerjarige verplichtingen betekent dat in latere jaren minder verplichtingen worden aangegaan waardoor het totale budget niet wordt overschreden.

Contractering Grensverleggende IT (GrIT)

Het programma GrIT wordt in detail aan de Tweede Kamer gerapporteerd. Inmiddels zijn de Basisrapportage (BS2022022496) en de eerste Voortgangsrapportage verschenen, de tweede Voortgangsrapportage (peildatum 31-12-2022) volgt conform de afspraken in de Regeling Grote Projecten.

Uitgaven

Verwerving

Verwerving IT - voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Uit die uitwerking volgt ook een geactualiseerd financieel ritme, waarbij de start soms is uitgesteld, maar de opleverdatum nog gelijk is. Na de besluitvorming worden deze middelen doorgeschoven naar de onderzoeks-/realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is dit jaar daarom met € 425,5 miljoen afgeboekt.

Met de eerste suppletoire begroting daalde het budget met € 13,0 miljoen. Het betreft onder meer projecten waarvan budget van de voorbereidingsfase naar de realisatiefase schuift. Dit betreft voornamelijk kleinere projecten.

Met de tweede suppletoire begroting werd de raming van de uitgaven voor alle projecten in deze fase in het geheel neerwaarts bijgesteld, omdat in 2022 projecten niet meer gerealiseerd zouden worden. Het budget is doorgeschoven. Het betreft hier onder andere de projecten Grensverleggende IT (GrIT) (161,8 miljoen), Vervanging HF radiosystemen krijgsmacht (€ 57,2 miljoen), ERP M&F S/4 HANA (51,9 miljoen), ELU TITAAN 5 (25 miljoen) en Reservering 400-pakket C4I (7,2 miljoen)

Verwerving IT - realisatiefase

In totaal is voor de Verwerving van IT in de realisatiefase € 23,6 miljoen meer uitgegeven dan begroot. Dit komt met name door het nieuwe project TACSAT (€ 15,7 miljoen) dat in de vastgestelde begroting 2022 nog niet was opgenomen. Daarnaast is € 7,9 miljoen aan projecten aan het IT-bedrijf nieuw in realisatie gegeven. Deze waren niet voorzien in de vastgestelde begroting.

Navolgend worden alle projecten in realisatie opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 100 miljoen conform het DMF 2022. Gelijktijdig met het jaarverslag wordt de DPO-afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportage geeft een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten van meer dan € 25 miljoen in onderzoek en realisatie, waarbij een significante afwijking is opgetreden ten opzichte van het vorige DPO.

Tabel 18 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Programmabudget

Projectbudget (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2021

Verwachte uitgaven in 2022 (DMF 2022)

Gerealiseerde uitgaven in 2022

Verschil uitgaven 2022

GrIT

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

 

Instandhouding

In totaal is de realisatie van de IT instandhouding in 2021 € 18,7 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Vanuit de motie Hermans zijn o.a. extra middelen toegewezen aan het budget voor IT Instandhouding. In totaal betreft dit een suppletie van € 95 miljoen ten opzichte van de ontwerpbegroting. Met dit additionele budget konden meer contracten worden afgesloten op verscheidene diensten- en producten binnen instandhouding IT. Deze additionele diensten en producten zijn binnen het uitvoeringsjaar geleverd met een hogere realisatie als resultaat. In 2022 zijn nog niet alle extra toegekende middelen uitgegeven. Naar verwachting zal dit in 2023 zeker wel het geval zijn.

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan vertragingen en/of onvoorziene omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Overprgrammering is zodoende een instrument voor tijdige en doelmatige implementatie van afzonderlijke projecten en budgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering schuift door naar latere begrotingsjaren.

Ontvangsten

De overrealisatie op de IT-ontvangsten bedraagt € 6 miljoen en is voornamelijk veroorzaakt door toename in reguliere dienstverlening.

4.7 Artikel 7: Bijdragen andere begrotingen Rijk

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het DMF wordt gefinancierd met een bijdrage uit de defensiebegroting. Deze bijdrage is op de defensiebegroting opgenomen op artikel 13. Op dit begrotingsartikel wordt de bijdrage vanuit het voedingsartikel ontvangen. Dit artikel is puur technisch van aard.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 7 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Ontvangsten

   

5.040.806

4.869.867

5.270.312

‒ 400.445

Bijdrage andere begrotingshoofdstukken Rijk

   

5.040.806

4.869.867

5.270.312

‒ 400.445

Dit begrotingsartikel is technisch van aard. De relevante mutaties zijn toegelicht bij de des betreffende artikelen.

4.8 Artikel 8: Overige Uitgaven en Ontvangsten

Omschrijving van de samenhang in het beleid
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Op dit artikel worden de overige uitgaven en ontvangsten opgenomen. Het betreft uitgaven en/of ontvangsten die op een later moment toegedeeld moeten worden aan de beleidsartikelen van het DMF. ­Een voorbeeld hiervan is de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling, die nog moet worden verdeeld over de afzonderlijke artikelen. Ook wordt hier het cumulatief ontvangsten saldo van voorgaande jaren in opgenomen.

Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 8 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

      

0

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

       

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

      

0

        

Uitgaven

      

0

        

Nader te wijzen uitgaven

      

0

Fonds

      

0

        

Ontvangsten

    

577.407

 

577.407

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

In de bedrijfsvoeringparagraaf in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Defensie (X) wordt gerapporteerd over het begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering, overige aspecten van de bedrijfsvoering, over de Rijksbrede bedrijfsvoeringonderwerpen en belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering. Hieronder wordt gerapporteerd over de uitzonderingsrapportage rechtmatigheid en totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie van het DMF.

Rechtmatigheid

Tabel 21 Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties fouten en onzekerheden

(1) Rapporteringstolerantie

(2) Verantwoord bedrag in € (omvangsbasis)

(3) Rapporterings-tolerantie voor fouten en onzekerheden in €

(4) Bedrag aan fouten in €

(5) Bedrag aan onzekerheden in €

(6) Bedrag aan fouten en onzekerheden in €

(7) Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6)/(2)*100%

Totaalniveau artikelen verplichtingen

6.393.528.000

127.870.560

143.708.646

34.225.070

177.933.716

2,8%

       

Artikel 2 Maritiem materieel

615.553.000

30.777.650

24.149.526

19.309.244

43.458.770

7,1%

Artikel 3 Land materieel

725.418.000

36.270.900

68.775.750

6.279.390

75.055.140

10,3%

Het totaal aan fouten en onzekerheden voor de rechtmatigheid van aangegane verplichtingen van het DMF bedraagt over 2022 € 177,9 miljoen. De tolerantiegrens voor het verplichtingentotaal van het DMF wordt daarmee met € 50,1 miljoen overschreden. De volledige € 177,9 miljoen zijn (Europese) aanbestedingsfouten veroorzaakt door het niet of niet juist toepassen van de aanbestedingsregels.

Op de afzonderlijke artikelen 2 Maritiem materieel en 3 Land materieel van het DMF hebben zich overschrijdingen van de tolerantiegrens voor de rechtmatigheid van aangegane verplichtingen voorgedaan. Op artikel 2 is de tolerantiegrens voor verplichtingen met € 12,7 miljoen overschreden en voor artikel 3 met € 38,3 miljoen. Voor artikel 3 Land materieel is voor een totaalvolume van € 20,8 miljoen gebruik gemaakt van de escalatieprocedure.

In 11 gevallen is gebruik gemaakt van de escalatieprocedure met een totaalvolume van € 38,9 miljoen. In die procedure wordt expliciet vooraf afgewogen of sprake is van een onontkoombare noodzaak tot aanbesteding van een overheidsopdracht of verlenging van een overeenkomst om op basis daarvan af te wijken van de (Europese) aanbestedingsregelgeving. Het totaal aantal dossiers waarvoor de escalatieprocedure is ingeroepen is over beide begrotingen 21 stuks en is ten opzichte van 2021 (totaal 11 dossiers) weliswaar toegenomen maar over meerdere jaren gezien stabiel.

Uit de werkzaamheden van de ADR komt naar voren dat veel gebruik wordt gemaakt van uitzonderingsbepalingen en niet-standaard aanbestedingsprocedures. De ADR constateert terecht dat Defensie het gebruik daarvan, in het bijzonder die waarbij concurrentiestelling niet plaatsvindt (onderhandelingsprocedure zonder aankondiging), toereikend en passend moet motiveren. In 2022 was hier niet altijd sprake van. De aanbeveling om hierop gedurende 2023 een vinger aan de pols te houden en niet te wachten tot de voorziene evaluatie in het eerste kwartaal 2024 n.a.v. het Onderzoeksrapport naar het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging bij Defensie wordt ter harte genomen. Andere aandachtspunten zijn verplichtingen die voortkomen uit het Dynamisch Aankoopsysteem voor inhuur van personeel en de ex-post analyse van opdrachten onder de Europese aanbestedingsdrempel. Door deze analyse kan onder andere het splitsen van behoeftes, losse (overbruggings)opdrachten en maverick buying inzichtelijk worden gemaakt.

Van de € 177,9 miljoen is Defensie in 2022 voor een totaalbedrag van € 2,4 miljoen onrechtmatige verplichtingen aangegaan voor inkopen onder categoriemanagement, onderverdeeld naar € 1,5 miljoen aan fouten en € 0,9 miljoen aan onzekerheden. Zo is het Ministerie van IenW categoriemanager voor een aantal rijksbrede raamovereenkomsten, waarvan er drie (Interim Management & Organisatieadvies, Inkoopadvies en Auditdiensten) in dit verslagjaar nog steeds waren verlengd middels een overbruggingsovereenkomst. Het Ministerie van IenW heeft dit toegelicht in de Bedrijfsvoeringsparagraaf van haar jaarverslag. Als gevolg daarvan worden de verplichtingen die op nadere overeenkomsten onder deze overbruggingsovereenkomsten worden aangegaan als onrechtmatig bestempeld. De raamovereenkomsten «Inkoopadvies» en (deels) «Auditdiensten» zijn in 2022 gereedgekomen en hebben tot rechtmatige contracten geleid. De her-aanbestedingen voor de overige twee raamovereenkomsten zijn vertraagd, als gevolg van juridische bezwaren en rechtszaken door inschrijvers. Het Ministerie van IenW verwacht dat daarvoor medio 2023 de nieuwe contracten beschikbaar komen. In het verslagjaar gaat het bij het DMF om € 2,4 miljoen euro.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Geen bijzonderheden.

C. JAARREKENING

6. Verantwoordingsstaat Defensiematerieelbegrotingsfonds

Tabel 22 Verantwoordingsstaat 2022 van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) (Bedragen x € 1.000)
   

(1)

  

(2)

  

(3)=(2)-(1)

 

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie1

Verschil realisatie en

      

vastgestelde begroting

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

1

Defensiebreed Materieel

981.860

983.034

62.198

1.208.184

868.389

71.178

226.324

‒ 114.645

8.980

2

Maritiem Materieel

479.731

616.381

9.684

615.553

556.333

26.776

135.822

‒ 60.048

17.092

3

Land Materieel

879.106

714.936

2.500

725.418

542.218

5.108

‒ 153.688

‒ 172.718

2.608

4

Lucht Materieel

783.313

1.236.398

0

1.944.169

1.423.630

11.693

1.160.856

187.232

11.693

5

Infrastructuur en Vastgoed

909.935

949.302

25.599

794.609

811.621

21.510

‒ 115.326

‒ 137.681

‒ 4.089

6

IT

784.361

887.011

16.769

1.105.595

751.622

22.798

321.234

‒ 135.389

6.029

7

Bijdrage andere begrotingshoofdstukken Rijk

0

0

5.270.312

0

0

4.869.867

0

0

‒ 400.445

8

Overige Uitgaven en Ontvangsten2

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Subtotaal

4.818.306

5.387.062

5.387.062

6.393.528

4.953.813

5.028.930

1.575.222

‒ 433.249

‒ 358.132

 

Voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar

     

577.407

  

577.407

 

Subtotaal

4.818.306

5.387.062

5.387.062

6.393.528

4.953.813

5.606.337

1.575.222

‒ 433.249

219.275

 

Voordelig eindsaldo (cumulatief) huidig jaar

     

‒ 652.524

  

‒ 652.524

 

Totaal

4.818.306

5.387.062

5.387.062

6.393.528

4.953.813

4.953.813

1.575.222

‒ 433.249

‒ 433.249

X Noot
1

De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (€ 1000)

X Noot
2

Exclusief het afzonderlijk gepresenteerde Voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar van € 577.407

7. Saldibalans

Tabel 23 Saldibalans per 31 december 2022 van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2022

 

31-12-2021

 

Passiva

31-12-2022

 

31-12-2021

          

Intra-comptabele posten

       

1

Uitgaven ten laste van de begroting

4.953.809

 

4.606.982

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

5.028.927

 

5.184.389

1a

Nadelig Saldo vorig boekjaar

   

2a

Voordelig Saldo vorig boekjaar

577.407

  

3

Liquide middelen

        

4

Rekening-courant RHB1

652.525

 

577.408

4a

Rekening-courant RHB

   

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

   

5a

Begrotingsreserves

   

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

   

7

Schulden buiten begrotingsverband

   

8

Kas-transverschillen

        

Subtotaal intra-compatabel

5.606.334

 

5.184.390

Subtotaal intra-comptabel

5.606.334

 

5.184.390

          

Extra-comptabele posten

       

9

Openstaande rechten

   

9a

Tegenrekening openstaande rechten

   

10

Vorderingen

114.962

 

82.516

10a

Tegenrekening vorderingen

114.962

 

82.516

11a

Tegenrekening schulden

   

11

Schulden

   

12

Voorschotten

2.207.567

 

1.960.554

12a

Tegenrekening voorschotten

2.207.567

 

1.960.554

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

   

13

Garantieverplichtingen

   

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

12.984.682

 

11.544.966

14

Andere verplichtingen

12.984.682

 

11.544.966

15

Deelnemingen

   

15a

Tegenrekening deelnemingen

   

Subtotaal extra-comptabel

15.307.211

 

13.588.035

Subtotaal extra-comptabel

15.307.211

 

13.588.035

          

Totaal

20.913.545

 

18.772.424

Totaal

20.913.545

 

18.772.424

X Noot
1

Rijkshoofdboekhouding

Door afrondingen kan het totaal afwijken van de som van de onderdelen.

In 2022 worden de meeste balansposten tegen de koers van 31 december 2022 verantwoord. Uitgezonderd zijn een aantal voorschotten en verplichtingen waarvoor de CEP-koers (Centraal Economisch Plan) van maart 2022 is gebruikt en posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

Intra-comptabele posten

ad 1 en 2 Uitgaven ten laste en – ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de posten uitgaven en ontvangsten zijn de per saldo gerealiseerde uitgaven en – ontvangsten opgenomen. De bedragen komen overeen met de bedragen uit de verantwoordingsstaat. Door een andere afrondings-systematiek is er een verschil met de verantwoordingsstaat waar per artikel naar boven wordt afgerond.

ad 3 Liquide middelen

Het saldo op de saldibalans is nihil.

ad 4 en 4a Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft per saldo de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag is per 31 december 2022 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.

ad 6 Vorderingen buiten begrotingsverband

Het saldo op de saldibalans is nihil.

ad 7 Schulden buiten begrotingsverband

Het saldo op de saldibalans is nihil.

Extra-comptabele posten

ad 9 Openstaande rechten

Het saldo op de saldibalans is nihil. Voor zover aanwezig zijn deze posten opgenomen onder het bedrag van extra-comptabele vorderingen. Er wordt hiervoor geen aparte administratie gevoerd.

ad 10 Vorderingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 114.962

Tabel 24 Verdeling vorderingen naar categorie (bedragen x € 1.000)

Aard van de vordering

Bedrag

Diversen

€ 19.557

Buitenlandse mogendheden

€ 238

Verkoop overtollige goederen

€ 95.167

Saldo vorderingen 31-12-2022

€ 114.962

Als criterium voor de toelichting van vorderingen geldt een grensbedrag van € 10.000.

In verband met gesloten contracten met betrekking tot de verkoop van strategische goederen aan buitenlandse overheden heeft Defensie in de periode 2023 tot en met 2026 via Domeinen Roerende Zaken (directie van het Ministerie van Financiën) nog een bedrag van € 95.167 tegoed.

Verdeling vorderingen naar opeisbaarheid

De verdeling van de vorderingen naar opeisbaarheid is hieronder in een tabel weergegeven.

Tabel 25 Verdeling vorderingen naar opeisbaarheid (bedragen x € 1.000)

Direct opeisbaar

€ 22.802

Op termijn opeisbaar

€ 92.160

Geconditioneerd

€ -

Totaal

€ 114.962

Vorderingen groter dan € 2.000 die in 2022 buiten invordering zijn gesteld

Er zijn geen vorderingen groter dan € 2.000 buiten invordering gesteld.

ad 11 Schulden

Het saldo op de saldibalans is nihil.

ad 12 Voorschotten

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 2.207.567.

Alle voorschotten van voor 2008 staan tegen de maandkoers van december 2007 gewaardeerd en de voorschotten vanaf 2008 zijn gewaardeerd tegen de op het moment van verstrekking geldende maandkoers of de CEP-koers van maart 2022. Uitgezonderd zijn de posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

De verdeling van de voorschotten naar ouderdom is vermeld in onder-staande tabel.

Tabel 26 Verdeling voorschotten naar ouderdom (bedragen x € 1.000)

Jaar van ontstaan

Beginstand per 01-01-2022

Nieuwe voorschotten

Afgerekende voorschotten

Eindstand per 31-12-2022

≤2018

€ 477.943

 

€ 77.967

€ 399.976

2019

€ 223.142

 

€ 60.219

€ 162.923

2020

€ 511.743

 

€ 189.537

€ 322.206

2021

€ 747.726

 

€ 180.585

€ 567.141

2022

 

€ 784.685

€ 29.364

€ 755.321

Totaal

€ 1.960.554

€ 784.685

€ 537.672

€ 2.207.567

Foreign Military Sales

Binnen het Foreign Military Sales (FMS) programma wordt niet voorgefinancierd door de US Government, waardoor het voorschot bij een afgesloten FMS case in eerste instantie oploopt. Op basis van deelleveringen zal een FMS voorschot geleidelijk worden afgebouwd, dit gebeurt eens per kwartaal middels de Quarterly Bill. Een FMS voorschot bestaat uit meerdere voorschotbetalingen aan de Amerikaanse overheid op FMS cases Deze voorschotbetalingen zijn onderdeel van de Special Billing Arrangement die voor alle Nederlandse FMS contracten geldt en waarvoor maandelijks een betaalverzoek (Special Bill) aan Defensie wordt gericht. Binnen FMS cases blijven voorschotten langer openstaan doordat de administratieve verwerking van de leveringen aan Amerikaanse zijde vaak achterloopt op de fysieke leveringen.

Als criterium voor de toelichting van voorschotten geldt een grensbedrag van € 100.000.

Voor het project Evolved Sea Sparrow Missile (ESSM) Block 2 staat een voorschot open van €166.302 bij NATO Support and Procurement Organisation (NSPO). Dit voorschot is bedoeld voor de aanschaf van missiles en cannisters voor de ESSM Block 2. Een voorschot bij NSPO kan gesloten worden na uitspraak van de Steering Commissie (gemiddeld 7 jaar na betaling). Het openstaande voorschot bij NSPO bestaat uit voorschotten betaald in 2020, 2021 en 2022. Vanaf 2027 zullen de eerste voorschotten worden verrekend.

Voor het project Midlife Update CV90 staat een voorschot open van € 151.555 bij BAE Systems Hägglunds (OEM). Het voorschot loopt tot 2024 op door voorschotbetalingen bij de afronding van contract milestones. Vanaf Q2 2023 wordt begonnen met het verrekenen van het voorschot. Dit gebeurt via milestones waarbij leveringen plaatsvinden van onder andere documentatie, trainingsmiddelen en de voertuigen zelf. De verwachting is dat het voorschot in Q4 2026 volledig is verrekend.

Voor het project Apache Remanufacture staat een voorschot open van €142.857 dit betreft een voorschot op een FMS case. Deze FMS case omvat de modificatie van 28 AH-64D helikopters naar de AH-64E configuratie plus nieuwe missiesystemen, twee AH-64E vliegsimulatoren, reservedelen, speciaal gereedschap, opleidingen, documentatie, transport en technische ondersteuning. De toestellen worden ontmanteld en de daarvoor geschikte componenten van de AH-64D worden overgezet en indien noodzakelijk geüpgraded op een nieuw Apache frame. Het FMS contract is aangegaan in het tweede kwartaal van 2018 en de eerste twee gemodificeerde helikopters zijn eind 2022 geleverd, de overige leveringen vinden gefaseerd plaats tot en met 2025.

Het voorschot van € 110.106 betreft de modificatie van de MK 48 torpedo naar een nieuwer type MK 48 en betreft een FMS case. De bedragen zijn betaald voor de aanschaf van de nieuwe modificatiekits. De productie van deze systemen is vertraagd gestart, waar de voorschotbetalingen toch hebben plaats gevonden. Inmiddels hebben deelleveringen plaatsgevonden en zal dit voorschot geleidelijk worden afgebouwd. Onderdelen van de modificatiekits betreffen o.a. Amerikaans materieel uit de eigen US Navy voorraad.

ad 13 Garantieverplichtingen

Het saldo op de saldibalans is nihil.

ad 14 Andere verplichtingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 12.984.682.

De meeste verplichtingen staan in de administratie tegen de maandkoers. Reeds ingevoerde bestellingen en verplichtingen worden jaarlijks geherwaardeerd gebruikmakend van de CEP-koers van maart 2022. Daarnaast zijn er posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

Bij de nieuw aangegane verplichtingen is uitgegaan van de methode van het opnemen in de rekening van zowel de positieve als negatieve bijstellingen van oude verplichtingen.

Tabel 27 Andere verpllichtingen (bedragen x € 1.000)

Andere verplichtingen 01/01/2022

€ 11.544.966

Aangegane andere verplichtingen in verslagjaar

€ 6.393.525

Subtotaal

€ 17.938.491

Tot betaling gekomen in verslagjaar

€ 4.953.809

Openstaande andere verplichtingen per 31/12/2022

€ 12.984.682

Foreign Military Sales

Defensie maakt voor zowel de aanschaf als de instandhouding van verschillende wapensystemen gebruik van Foreign Military Sales (FMS). FMS is het programma van de US Government voor de transfer van defensiegoederen, diensten en trainingen aan partnerlanden. Hierbij wordt de verplichting door Defensie direct afgesloten met de US Government. FMS kent administratief een langere doorlooptijd na het aangaan van de verplichting dan een commercieel contract, waardoor verplichtingen langer openstaan.

Als criterium voor de toelichting van openstaande verplichtingen geldt een grensbedrag van € 100.000

Project Mine Counter Measure Capability betreft een samenwerkingsproject met België, waarvoor een MoU getekend is, voor de gezamenlijke aankoop van zes Nederlandse en zes Belgische mijnenbestrijdingsschepen, tools en een gezamenlijke simulator. België is hierbij de lead nation en heeft het contract getekend. Leverancier van deze schepen is Fa. NAVAL waarbij de Nederlandse betalingen aan NAVAL via België lopen. Het openstaande bedrag is € 806.506. Volgens de huidige planning ontvangt Nederland in 2025 haar eerste schip en in 2030 haar laatste schip.

De openstaande verplichting van € 138.518 voor het project Vervanging Surface-to-Surface Missile (SSM) beslaat de aanschaf van missiles ter vervanging van de oude Harpoon-rakketten bij Kongsberg Gruppen. Deze verplichting is in het vierde kwartaal van 2022 aangegaan. Naar verwachting worden de Missiles in de periode 2024 t/m 2029 geleverd.

De openstaande verplichting van € 105.067 betreft verplichtingen binnen het project Chinook Vervanging en Modernisering (Chinook V&M). Deze bestaat uit twee grote verplichtingen. De eerste grote verplichting betreft een FMS-verplichting voor de aankoop van veertien nieuwe Chinooks. Deze verplichting is aangegaan in 2015, de nieuwe helikopters zijn vanaf 2020 geleverd. De tweede grote verplichting betreft een DCS (commercieel) contract met Boeing voor de modernisering van zes Chinooks. Deze verplichting is in 2017 aangegaan. Deze helikopters zullen in 2021 en 2022 worden gemoderniseerd en worden tot in 2023 geleverd. Er lopen nog meerdere ondersteunende werkzaamheden voor post production modifications, welke ondersteunend zijn aan de reeds geleverde helikopters.

De openstaande verplichting van € 190.831 voor het project Aanvulling Inzetvoorraad Patriot PAC III missiles beslaat de aanschaf van Patriot PAC III Missiles via FMS ter verhoging van de inzetvoorraad. Deze verplichting is in het vierde kwartaal van 2021 aangegaan.

Het project Verwerving F-35 omvat, naast de verwerving van nieuwe jachtvliegtuigen, tevens de verwerving van bijbehorende simulatoren, initiële reservedelen, infrastructuur, speciale gereedschappen, meet- en testapparatuur, documentatie, initiële opleidingen en transport, evenals de betaling van btw. In het projectbudget van € 6.961.300 (prijspeil 2022) zijn daartoe meerdere verplichtingen vastgelegd. Op dit moment zijn er meerdere individuele verplichtingen die de waarde van € 100.000 overschrijden, te weten het contract met Lockheed Martin voor de Block Buy (24 vliegtuigen), LOT 15 (3 vliegtuigen) en LOT 16 (9 vliegtuigen) en de btw verplichtingen met betrekking tot deze contracten. Het totaal van alle openstaande verplichtingen bedraagt € 1.282.088. Een nadere specificatie en toelichting op deze verplichtingen wordt in mei 2023 door middel van een financiële verantwoording in een aparte brief aan de Kamer gemeld.

Een openstaande verplichting van € 788.246 betreft een FMS case binnen het project Apache Remanufacture (AH-64E). Deze FMS case omvat de modificatie van 28 AH-64D helikopters naar de AH-64E configuratie plus nieuwe missiesystemen, twee AH-64E vliegsimulatoren, reservedelen, speciaal gereedschap, opleidingen, documentatie, transport en technische ondersteuning. De toestellen worden ontmanteld en de daarvoor geschikte componenten van de AH-64D worden overgezet en indien noodzakelijk geüpgraded op een nieuw Apache frame. Het FMS contract is aangegaan in het tweede kwartaal van 2018 en de eerste twee gemodificeerde helikopters zijn eind 2022 geleverd, de overige leveringen vinden gefaseerd plaats tot en met 2025.

Een openstaande verplichting van € 357.442 betreft de Midlife Update (MLU) van de Fennek voertuigen. De verplichting is in 2020 aangegaan met Krauss-Maffei Wegmann. Het MLU proces vindt plaats in de jaren 2021 ‒ 2028. Dit betekent dat de huidige verplichtingenstand gedurende genoemde periode geleidelijk afneemt, waarbij de stand naar verwachting eind 2027 op nul uitkomt.

De openstaande verplichtingen op het project Combat Support Ship (CSS) van € 102.953 bestaat uit verreweg de grootste verplichting ten bedrage van € 97.636 naar aanleiding van het in voorjaar 2020 afgesloten contract met Damen Schelde Naval Shipbuilding BV voor de bouw, beproeven en functioneel opleveren van het CSS conform bestek en inclusief overeengekomen Integrated Logistic Support (ILS), zoals o.a. reservedelen, opleidingen, speciale gereedschappen en meetapparatuur. Conform het contract zal de laatste betaling, bij oplevering van het CSS, plaatsvinden in juni 2024. De overige verplichtingen ten bedrage van € 5.317 bestaat uit diverse relatief kleinere verplichtingen voor een aantal aankopen op het gebied van SEWACO en ILS, waaronder, contractuele (deel)betalingen voor de SHF Satcom installatie, IFF en het radar systeem voor aan boord van het CSS.

Een verplichting van € 101.821 betreft de FMS-case voor de aanschaf van de Mk54 Light Weight Torpedo modkits, ter vervanging van de huidige Mk46 torpedo. De levering vindt plaats van 2025 t/m 2027. De productie is vertraagd a.g.v. productieproblemen bij de leverancier, de impact van COVID-19 en het wereldwijde tekort aan halfgeleiders. De US Navy voorziet mogelijkheden om de nu vertraagde eerste leveringen binnen het geplande leverschema in te passen zodat vertraging op de gehele levering voorkomen kan worden.

Voor de exploitatie van de systemen uit het project Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) staan verplichtingen open van € 245.327 Deze verplichtingen vloeien voort uit de afgesloten contracten en zijn voornamelijk aangegaan voor de instandhouding van het voertuig Amarok (Pon Holdings, t/m 2030, € 11 miljoen), vrachtwagen Gryphus (Scania Nederland BV, t/m 2034, € 190 miljoen) en diverse containersystemen (Marshall of Cambridge Holdings, t/m 2037, € 43 miljoen).

De openstaande verplichting van € 153.734 betreft veelal meerjarige onderhoudscontracten voor simulatoren. Dit zijn allerlei soorten simulatoren waarvan JIVC de instandhouding verricht voor de defensieonderdelen. De drie grootste openstaande verplichtingen zijn voor de onderhoudscontracten van de NH90 Full Mission Flight Trainer ad € 27.770, de Tactische Indoor Simulator ad € 12.274 en het Mobile Combat Training Center (MCTC) ad € 70.568. Het onderhoud wordt uitgevoerd door respectievelijk Rotorsim SRL, Thales AVS France en Saab AB. Voor deze drie simulatoren geldt dat op de defensielocatie vast personeel van de leverancier aanwezig is. Zij onderhouden het systeem dagelijks zodat op elk moment gesimuleerd kan worden. In 2022 zijn twee verschillende verplichtingen voor het onderhoud van de Command and Staff Trainer met de leverancier Elbit Systems C4I and Cyber Ltd. aangegaan voor een totaalbedrag van € 3.974. Dit betreft het jaarlijkse onderhoud voor de periode van 2023 t/m 2027.

De openstaande verplichting van € 140.204 betreft veelal meerjarige onderhoudscontracten voor crypto, elektronische oorlogsvoering, hoog-gerubriceerde netwerken, radiosystemen en satellietcommunicatie. Van de openstaande verplichting bestaat 85% uit satellietcommunicatie. In 2022 is een nieuwe verplichting van € 62.752 aangegaan met Airbus France. Dit betreft de lease van drie Ultra High Frequency Tactical Satellieten die Defensie gebruikt voor ondersteuning van missies en oefeningen. Naast dit contract zijn de twee grootste openstaande verplichtingen voor Wideband Global Satellite Communication ad € 12.489 en de bel- en databundel van satelliettelefoons en iridium ad € 8.519. Wideband Global Satellite communication betreft een MOU met Airforce USA. Dit is een multinationale samenwerking waarin Nederland zich heeft aangesloten bij een internationaal initiatief dat gegarandeerde satellietbandbreedte biedt en dat bovendien op termijn goedkoper is dan de commerciële huur van bandbreedte. Dit initiatief zorgt voor elf satellieten met een mondiale dekking. De looptijd van de MOU is in 2021 verlengd tot 2039. Voor het onderhoud op diverse Satellietterminals in diverse doorsnedes van 1,2 tot 4,0 meter is de stand € 4.011 aan openstaande verplichtingen met Network Innovations BV en Airbus DS Government Solutions, Inc. Op het gebied van Crypto, Radiosystemen en Satellietcommunicatie heeft Defensie ook meerdere FMS contracten gesloten met de US Government. De totale omvang van deze tien FMS contracten is € 15.011.

De openstaande verplichtingen van in totaal € 495.222 betreft verplichtingen binnen het aanvullingsplan munitie Opleiding en training (O&T) in de periode 2022 tot en met 2028. Het betreft verplichtingen voor diverse munitie soorten waaronder; instructiemiddelen, klein kaliber munitie, geschut en mortiermunitie, hand en geweergranaten, bommen en toebehoren, vuurwerken, vernielingsmiddelen, buizen en ontstekingsmiddelen en FMS cases. De munitie wordt geleverd door veel verschillende leveranciers waaronder; Rheinmetall Waffe Munition GmbH, Comphanhia Brasileira de Cartuchos & Metallwerk Elisenhütte GmbH. De leveringen worden verwacht in de periode 2023 tot en met 2028.

Een openstaande verplichting van in totaal € 139.070 betreft de Apache. Voor de Apache heeft Defensie contracten afgesloten met de US Government. De US Government heeft subleveranciers zoals Lockheed Martin en Boeing. Deze leveranciers leveren goederen zoals onderdelen en boekwerken en verrichten diensten zoals reparatie van artikelen en technische ondersteuning. Deze FMS contracten hebben een openstaande verplichting van € 97.964. Een verplichting van € 26.354 betreft de bijkomende kosten van Apache FMS cases in beheer van DMO. De verwachting is dat deze in de periode van 2023 e.v. (tot einde Apache) zal worden doorbelast. Daarnaast staan er bij diverse commerciële bedrijven openstaande verplichtingen uit van in totaal € 14.752 voor uitbestedingen en de aanschaf van reserveonderdelen en diensten. De betalingen en leveringen staan gepland tot en met 2025.

Voor het project Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) staan verplichtingen open van € 770.889. Hieronder valt onder andere een contract met Scania en een contract met Iveco voor de levering van voertuigen en een contract met Defenture voor de levering van Quads. Ten slotte betreft het nog contracten met Marshall en A.M.A. Spa voor de levering van containersystemen. Leveringen vinden plaats van 2023 tot en met 2028.

Een openstaande verplichting van € 100.326 voor het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) betreft de levering van de C4I apparatuur, inclusief aanvullende apparatuur voor de beveiliging, de bijbehorende energievoorziening en de ondersteuning van onder meer TNO, DNV en JIVC.

Een openstaande verplichting van € 121.086 betreft de uitvoering van de opdracht «Aanvulling inzetvoorraden conventionele munitie». De realisatie van deze verplichtingen is verdeeld over de jaren 2023 tot en met 2026 en betreft € 44,0 miljoen in 2023, € 44,6 miljoen in 2024, € 7,5 miljoen in 2025 en € 8,6 miljoen in 2026. Het betreft de aanschaf van verschillende soorten conventionele munitie bij verschillende leveranciers conform de gegeven opdracht.

Met GrIT vervangt en vernieuwt Defensie een groot deel van de IT-infrastructuur. Binnen het programma GrIT zijn gedurende 2022 een aantal blokken in opdracht gegeven. Het totaal van alle openstaande verplichtingen ultimo 2022 bedraagt € 119.599. In de Voortgangsrapportage van het programma GrIT wordt de voortgang van het programma nader toegelicht.

De openstaande verplichting van € 543.254 voor het project Midlife Update CV90 beslaat voornamelijk het hoofdcontract met BAE Systems Hägglunds (OEM) voor het ontwerpen en uitvoeren van de voertuigupdate. Het voertuigontwerp is inmiddels vastgesteld, en bevindt zich nu in de test- en verificatiefase. Hierbij wordt de integrale werking van de nieuwe systemen getest en vastgesteld. Het modificeren van de voertuigen zal hierna plaatsvinden.

Een openstaande verplichting van € 388.982 betreft het investeringsdeel van de Design Build Finance Maintain en Operate (DBFMO) constructie voor de Kromhout Kazerne (KHK). Als gevolg van de beleidslijn vastgoed is de DBFMO verplichting KHK in 2016 meerjarig vastgelegd op de investeringsbegroting voor de jaren tot en met 2035. De leverancier is Komfort B.V. door tussenkomst van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Het contractmanagement en beheer van het Komfortcontract is belegd bij het RVB. De betaling aan het RVB vindt plaats binnen de jaaropdracht defensievastgoed aan het RVB en vindt in maandelijkse termijnen plaats.

Een verplichting van € 206.536 vertegenwoordigt de totale brutobeschikbaarheidsvergoeding (BBV) voor het Defensie bewaking- en beveiligingssysteem(DBBS). Met het consortium Thales/Unica is hiervoor een contract afgesloten van vijftien jaar, dat afloopt in 2037. Naarmate de transitiefase van het project DBBS vordert, zal de leverancier steeds meer defensielocaties in beheer hebben, en zal de BBV toenemen, totdat de transitiefase afgerond is. Vanaf dat moment zal de volledige BBV per kwartaal worden betaald. De toename ten opzichte van vorig jaar laat zich verklaren door de verwerking van jaarlijkse indexering en opgeleverde nieuwbouwprojecten.

Het project Defensie bewaking- en beveiligingssysteem (DBBS) heeft een openstaande verplichting van € 152.021. Het grootste deel hiervan betreft het investeringsdeel van het DBBS-contract met Thales Unica. Hiervoor worden de defensielocaties op het nieuwe DBBS ontsloten. Dit geschiedt in mijlpalen, waarvan de laatste, volgens de huidige planning, in 2027 betaalbaar zal worden gesteld.

Een openstaande verplichting van in totaal € 137.046 betref een leasecontract voor de levering van luchtverkenningscapaciteit in het Caribisch gebied met een vastvleugelig vliegtuig voor een periode van 10 jaar. Het contract is afgesloten met ISR Support Europe B.V. Geplande ingangsdatum van het contract is 1 februari 2024. Het contract loopt t/m 31 januari 2034. Het contract betreft het beschikbaar stellen van twee Dash toestellen, inclusief personeel waarbij ook het onderhoud is inbegrepen.

De openstaande verplichting van € 102.858 betreft het jaarlijkse onderhoud contract 2021-2023 ten behoeve van het F-35 Air-System. Dit contract is afgesloten met Lockheed Martin Aeronautics. Onder dit contract wordt een grote diversiteit aan diensten geleverd ten behoeve van het vliegtuig, trainingssystemen (simulatoren en onderhoudstrainer), ALIS, Support Equipment, Pilot Flight Equipment, (cyber)security, maintenance support. Ook het leveren van componenten en reserveonderdelen zijn hierin als dienst opgenomen. De looptijd van dit contract is t/m 31 december 2023.

De openstaande verplichting van € 597.946 betreft een bestelling voor de kosten van de Production, Sustainment and Follow-on Development Memorandum of Understanding (PSFD MoU) Non-Recurring Development kosten welke op basis van het aantal geplande vliegtuigen wordt gedeeld door de services en partners voor de periode 2028-2052. Nederland heeft de PSFD MoU getekend voor o.a. de doorontwikkeling van het F-35 Air System t/m 2052.

De openstaande verplichting van € 201.759 betreft een bestelling voor de kosten van de PSFD MoU Non-Recurring Production kosten (production test& tooling equipment, production line shut down en Project Overhead & Administration kosten) voor de periode 2028-2052. Hiertoe is door de Luchtmacht een bestelling aangelegd.

ad 15 Deelnemingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt nihil.

D. BIJLAGEN

Bijlage 1: Focusonderwerp FJR 2022, beroep op art.2.27, tweede lid, CW

In deze bijlage licht Defensie de incidentele suppletoire begrotingen (ISB'en) toe. Hiermee komt Defensie tegemoet aan het verzoek van de Tweede Kamer om bij de verantwoording over het jaar 2022 aandacht te besteden aan de terugkeer naar een regulier en voorspelbaar begrotingsproces.

ISB 1: Munitieleveringen Oekraïne

De Russische invasie in Oekraïne noopte tot het ontplooien van aanvullende activiteiten aan de oostflank van het NAVO verdragsgebied envergte een snelle aanvulling van de inzetvoorraad munitie. Context hierbij is, dat door de toegenomen vraag naar munitie, de markt moeilijk aan de vraag kan voldoen. Om niet achteraan in de rij te komen te staan heeft Defensie zo snel mgelijk orders geplaatst voor de levering van conventionele en kapitale munitie. Hiervoor hanteerde Defensie de Fast Track Procurement procedure zoals beschreven in het Defensie Materieel Proces (DMP)1.

Defensie heeft voor 458 mln versneld orders geplaatst, en daarvoor middels deze ISB budget opgenomen dat in het coalitieakkoord al op de Aanvullende Post gereserveerd stond. Dit budget zou oorspronkelijk in de Eerste Suppletoire Begroting worden opgenomen en in de Defensienota 2022 worden toegelicht, maar vanwege de urgentie van de situatie is het budget versneld aan het DMF toegevoegd.

ISB 2: F-35 en MQ-9 toestellen

Defensie wil graag zo snel mogelijk beschikken over de extra F-35 en MQ-9 toestellen. Om nog aanspraak te kunnen maken op de eerstvolgende beschikbare productieruimte voor de F-35 en de productielijn voor de MQ-9 Type A open te houden, was het nodig om deze behoefte uiterlijk in de zomer van 2022 kenbaar te stellen bij de Amerikaanse overheid, die bij deze aanschaf opereert als tussenpartij. Defensie had het benodigde (verplichtingen)budget voor deze projecten echter nog niet (volledig) op de begroting staan. Hierbij kon niet worden gewacht tot behandeling van de ontwerpbegroting 2023. Daarom is dit budget met de tweede ISB versneld verwerkt op de defensiebegroting (hoofdstuk X en K). Door de ISB kreeg het parlement de gelegenheid zijn budgetrecht uit te oefenen voordat Defensie de aankoopbehoefte formeel kenbaar maakte aan de Amerikaanse overheid. Defensie heeft na instemming van het parlement de behoefte kenbaar gesteld bij de Amerikaanse overheid. Deze is daarna gesprekken gestart met de industrie waarop de productieruimte voor Defensie is gereserveerd. Deze contractonderhandelingen worden naar verwachting in 2023 afgerond, waarna Defensie de betreffende overeenkomsten met de Amerikaanse overheid kan ondertekenen en in de eigen administratie kan vastleggen.

Tabel 28 Overzicht ISB's en beroep art. 2.27 van de CW

Nr.

Begrotingsstuk

Onderwerp

Beroep art. 227, tweede lid, CW (ja/nee)

Verplichtingen aangegaan voor autorisatie EK (ja/nee)

Uitgaven voor autorisatie EK (ja/nee)

Ingangsdatum

Aangenomen door EK (datum)

1

36092 nr 2

Munitieleveringen Oekraïne

Ja

Ja

Nee

29-04-2022

14-06-2022

2

36144 nr 2

F-35 en MQ-9 toestellen

Nee

Nee

Nee

24-06-2022

12-07-2022

Bijlage 2: Lijst met afkortingen

Tabel 29

Afkorting

Betekenis

AASLT

Air Assault

ADR

Auditdienst Rijk

AIVD

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

AMF

AIVD en MIVD op Frederikkazerne (Project Co-locatie)

AR

Algemene Rekenkamer

ASW

Anti submarine Warfare

ASWF

Anti-Submarine Warfare Frigates

AWACS

Airborne Warning and Control System

AWW(S)

Aboven Water Warfare (Suite)

BBV

Brutobeschikbaarheidsvergoeding

BKI

Beleidskader Inzetvoorraden

BPB

Beleid-, Plan-, en Begrotingsproces

BTW

Belasting Toegevoegde Waarde

CBRN

Chemisch, Biologisch, radiologisch en Nucleair

CODEMA

Comite Ontwikkeling Defensie Materieel

CODEMO

Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling

CSS

Combat Service Support

CVV

Concentreren, Verduurzamen en Vernieuwen

DBBS

Defensie Bewaking- en Beveiligingssysteem

DBFMO

Design Build Finance Maintain

DCS

Direct Commercial Sales

DFAS

Defense Finance Accounting Service

DIS

Defensie Industrie Strategie

DLBO

Digitalisiering Land Basierte Operationen

DMF

Defensiematerieelbegrotingsfonds

DMO

Defensie Materieel Organisatie

DMP

Defensie Materieel Keuze Proces

DPO

Defensieprojectenoverzicht

DSNS

Damen Schelde Naval Shipbuilding

DVOW

Defensiebreden Vervanging Operationele Wielvoertuigen

EKMS

Electronic Key Management System

ESM

Electronic Support Measures

ESSM

Evolved Sea Sparrow Missile

EU

Europese Unie

FMS

Foreign Military Sale

GPW

Groot Pantserwielvoertuig

GrIT

Grensverleggende Informatietechnologie

IBO

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

IFF

Identification Friend or Foe

IGO

Informatiegestuurd Optreden

IGO

Informatiegestuurd Optreden

ILS

Integrated Logistic Support

IP-LCF

Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commando Fregat

IT

Informatietechnologie

JDO

Joint Strike Fighter Program Office

JIVC

Joint Informatie Voorziening Commando

JSF

Joint Strike Fighter

KHK

Kromhout Kazerne

Kmar

Koninklijke Marechaussee

KPU

Kleding en Persoonsgebonden Uitrusting

LCF

Luchtverdedigings- en Commando Fregat

MALE UAV

Medium Altituide Long Edurance Unmanned Aerial Vehicle

MASS

Military Approach and Surveillance System

MBMD

Maritime Ballistic Missile Defence

MCTC

Mobile Combat Training Center

MIVD

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

MKB

Midden- en Kleinbedrijf

MLU

Midlife Update

MMR

Multimissie Radar

MOU

Memorandum of Understanding

MRTT

Multi Role Tanker Transport

NAVO

Noord-Atlantische Verdragsorganisatie

NCIA

NATO Communications and Informations Agency

NFP

Netherlands Fractal Pattern

NLR

Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium

NMM

Nationaal Militair Museum

NSPO

NATO Support and Procurement Organisation

O&T

Opleiden & Trainen

OEM

Original Equipment Manufacturer

OPV

Oceangoing Patrol Vessels

PGM

Precision guided Munition

PSFD MoU

Production Sustainment Follow on Development Memorandum of Understanding

RBV

Rijksbegrotingsvoorschriften

SATCOM

Satellite Communition System

SEK

Zweedse Kronen

SEWACO

Sensor- Wapen- en Commandosysteem

SHF

Super High Frequency

SOW

Stand Onderhanden Werk

SPVDS

Self Propelled Variable Depth Sonar

SRTUAS

Short Range Tactical Unmanned Aircraft System

SVP

Strategisch Vastgoedplan

VOSS

Verbeterde Operationeel Soldaat Systeem