Wetsartikel 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 3 april 2023 de eerste incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,E.N.A.J. Schreinemacher
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2023 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met een toelichting op de substantiële verschillen.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel (tabel 1) conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
Als gevolg van hogere kosten voor eerstejaarsopvang asielzoekers neemt het BHOS-budget tot en met 2026 af. Dit heeft tot gevolg dat het budget op diverse thema's is aangepast. De mutaties zijn binnen ieder artikel opgenomen onder het instrument ‘nog te verdelen’. De verwerking van deze bijstellingen op artikelonderdeel niveau zal uiterlijk op Prinsjesdag 2023 aan de Kamer worden vermeld. Dit geldt voor kasuitgaven en verplichtingen.
In 2023 worden geen extra maatregelen genomen als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Voor het uitgebreide overzicht wordt verwezen naar de pagina Overheidsfinanciën in coronatijd op Rijksfinancien.nl.
Artikel | Naam maatregel | bedrag uitgaven 2023 | Relevante Kamerstukken |
---|---|---|---|
‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
De tabel hieronder weergeeft de geplande inzet van middelen in Oekraïne in 2023. De vermelde bedragen zijn direct gerelateerd aan de invasie in Oekraïne en directe gevolgen. Uitgaven ten behoeve van derde orde effecten zijn hierin niet opgenomen.
Artikel | Naam maatregel | bedrag uitgaven 2023 | Relevante Kamerstukken |
---|---|---|---|
1.3 | Infrastructuurontwikkeling | 50.000 | |
4.1 | Humanitaire hulp | 30.000 | |
5.1 | Bijdrage aan IFI's voor steun Oekraïne | 140.000 |
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verlaging van de geraamde uitgaven op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 551,6 miljoen en een verhoging van de geraamde ontvangsten met EUR 9,0 miljoen.
De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3.
Artikelnummer | Uitgaven 2023 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2023 | 4.031.912 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 1.2 | 9.516 |
2) Voedselzekerheid | 2.1 | 14.000 |
3) ODA-bijdrage eerstejaarsopvang asielzoekers | 5.4 | ‒ 558.627 |
4) Overige mutaties | div. | ‒ 16.457 |
Stand 1e suppletoire begroting 2023 | 3.480.344 |
Toelichting
1) Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
In de eerste suppletoire begroting 2023 wordt de eerste uitgave (EUR 4 miljoen) voor de Wereldtentoonstelling Osaka verwerkt. Daarnaast worden ontvangsten van het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) toegevoegd aan de begrotingsreserve. Deze storting wordt als uitgave geboekt ten laste van artikel 1.2. Een verhoging van de verwachte ontvangsten DTIF leidt derhalve tot hogere uitgaven. In dit kader wordt deze uitgavenraming structureel verhoogd met EUR 3,7 miljoen.
2) Voedselzekerheid
De uitgaven op artikelonderdeel 2.1 Voedselzekerheid worden verhoogd met EUR 14 miljoen in de periode 2023-2026. Dit komt door een overheveling voor programma’s op het gebied van sociale bescherming in Mozambique (Social Protection Programme) en Ethiopië (Productive Safety Net Programme) vanaf artikelonderdeel 5.2 Overig armoedebeleid, conform de intensivering zoals aangekondigd in de BHOS-nota.
3) ODA-bijdrage eerstejaarsopvang asielzoekers
Als gevolg van een hogere instroom van asielzoekers in Nederland dan eerder verwacht, stijgt de bijdrage vanuit Official Development Assistance (ODA) aan de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit ontwikkelingslanden met EUR 559 miljoen in 2023 tot een totale omvang van EUR 1,2 miljard. Deze bijdrage is verwerkt als overboeking naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze bijdrage is ook per artikelonderdeel verwerkt als 'nog te verdelen'. Gezien de bijdragen per artikelonderdeel nog kunnen veranderen, zijn deze niet opgenomen in de tabel.
Artikelnummer | Uitgaven 2023 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2023 | 50.130 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | 1.10 | 3.736 |
2) Ontvangsten DGGF | 1.30 | 4.000 |
3) Overige mutaties | 5.20 | 1.222 |
Stand 1e suppletoire begroting 2023 | 59.088 |
Toelichting
1) Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
De ontvangsten op artikel 1 zijn toe te schrijven aan de hogere geraamde ontvangsten op het DTIF-instrument.
2) Ontvangsten DGGF
De ontvangsten voor Dutch Good Growth Fund (DGGF) zijn naar verwachting hoger dan begroot. Dit wordt onder andere veroorzaakt door hogere premieontvangsten en terugbetalingen op wisselfinancieringen voor DGGF.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 463 682 | 0 | 463 682 | 37 813 | 501 495 | ‒ 53 433 | ‒ 61 563 | ‒ 41 369 | 7 108 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 639 664 | 0 | 639 664 | ‒ 67 422 | 572 242 | ‒ 48 433 | ‒ 56 563 | ‒ 37 369 | 11 108 | |
waarvan juridisch verplicht | 34% | 76% | ||||||||
1.1 | Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO | 35 089 | 0 | 35 089 | 845 | 35 934 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 16 575 | 0 | 16 575 | ‒ 700 | 15 875 | ‒ 700 | ‒ 700 | ‒ 700 | ‒ 700 | |
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 4 438 | 0 | 4 438 | ‒ 100 | 4 338 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 2 281 | 0 | 2 281 | ‒ 55 | 2 226 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 1 600 | 0 | 1 600 | 700 | 2 300 | 700 | 700 | 700 | 700 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 5 000 | 0 | 5 000 | 0 | 5 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) | 5 195 | 0 | 5 195 | 1 000 | 6 195 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | |
1.2 | Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 86 665 | 0 | 86 665 | 9 516 | 96 181 | 12 108 | 20 408 | 12 408 | 6 108 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Programma's internationaal ondernemen | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versterking concurrentiepositie Nederland | 6 502 | 0 | 6 502 | 0 | 6 502 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Invest Internationaal | 9 000 | 0 | 9 000 | 780 | 9 780 | 780 | 780 | 780 | 780 | |
Dutch Trade and Investment Fund | 4 499 | 0 | 4 499 | 0 | 4 499 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Garanties | ||||||||||
Dutch Trade and Investment Fund | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Programma's internationaal ondernemen | 9 566 | 0 | 9 566 | 1 000 | 10 566 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | |
Dutch Trade and Investment Fund | 450 | 0 | 450 | 3 736 | 4 186 | 3 736 | 3 736 | 3 736 | 3 736 | |
Wereldtentoonstelling | 0 | 0 | 0 | 4 000 | 4 000 | 6 000 | 9 000 | 1 000 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 45 148 | 0 | 45 148 | 0 | 45 148 | 592 | 592 | 592 | 592 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | ||||||||||
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 300 | 5 300 | |||
1.3 | Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 517 910 | 0 | 517 910 | ‒ 77 783 | 440 127 | ‒ 61 541 | ‒ 77 971 | ‒ 50 777 | 4 000 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Marktontwikkeling en markttoegang | 10 450 | 0 | 10 450 | 3 000 | 13 450 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Economic governance and institutions | 37 900 | 0 | 37 900 | ‒ 25 000 | 12 900 | ‒ 21 000 | ‒ 20 000 | ‒ 20 000 | ‒ 20 000 | |
Financiële sector ontwikkeling | 49 270 | 3 000 | 52 270 | ‒ 10 000 | 42 270 | ‒ 9 000 | ‒ 9 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | |
Infrastructuurontwikkeling | 35 460 | ‒ 3 000 | 32 460 | ‒ 1 000 | 31 460 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Duurzame productie en handel | 44 700 | 0 | 44 700 | 0 | 44 700 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 6 000 | 0 | 6 000 | 3 000 | 9 000 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | |
Nexus onderwijs en werk | 9 450 | 0 | 9 450 | 375 | 9 825 | ‒ 514 | ‒ 4 607 | ‒ 7 000 | ‒ 7 000 | |
Lokale private sector ontwikkeling | 1 040 | 0 | 1 040 | 3 550 | 4 590 | 4 400 | 6 150 | 5 900 | 5 350 | |
Leningen | ||||||||||
Infrastructuurontwikkeling | 10 000 | 0 | 10 000 | ‒ 1 000 | 9 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 10 000 | 0 | 10 000 | 10 000 | 20 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | |
Garanties | ||||||||||
Financiële sector ontwikkeling | 0 | 0 | 0 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | |
Opdrachten | ||||||||||
Marktontwikkeling en markttoegang | 12 000 | 0 | 12 000 | ‒ 1 000 | 11 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Economic governance and institutions | 18 000 | 0 | 18 000 | ‒ 1 000 | 17 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 4 000 | 0 | 4 000 | 0 | 4 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Infrastructuurontwikkeling | 750 | 0 | 750 | 7 000 | 7 750 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 25 850 | 0 | 25 850 | 0 | 25 850 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 34 000 | 0 | 34 000 | ‒ 10 000 | 24 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
International Labour Organisation | 5 700 | 0 | 5 700 | 0 | 5 700 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lokale private sector ontwikkeling | 31 790 | 0 | 31 790 | 14 135 | 45 925 | 7 921 | 6 860 | 7 400 | 5 400 | |
Marktontwikkeling en markttoegang | 18 500 | 0 | 18 500 | ‒ 3 300 | 15 200 | 700 | 700 | 700 | 700 | |
Partnershipprogramma ILO | 5 500 | 0 | 5 500 | 1 000 | 6 500 | 1 000 | 1 000 | 0 | 0 | |
Economic governance and institutions | 7 000 | 0 | 7 000 | ‒ 1 000 | 6 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 3 000 | 0 | 3 000 | 14 000 | 17 000 | 14 000 | 14 000 | 14 000 | 14 000 | |
Infrastructuurontwikkeling | 123 000 | 0 | 123 000 | ‒ 7 210 | 115 790 | ‒ 526 | ‒ 915 | 9 000 | 11 550 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 3 000 | 0 | 3 000 | ‒ 3 000 | 0 | ‒ 3 000 | ‒ 3 000 | ‒ 3 000 | ‒ 3 000 | |
Nexus onderwijs en werk | 11 550 | 0 | 11 550 | 2 450 | 14 000 | ‒ 2 981 | ‒ 188 | ‒ 7 000 | ‒ 7 000 | |
Nog te verdelen | ||||||||||
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | ‒ 82 783 | ‒ 82 783 | ‒ 66 541 | ‒ 82 971 | ‒ 54 777 | ||
Ontvangsten | 6 264 | 0 | 6 264 | 7 736 | 14 000 | 7 736 | 7 736 | 7 736 | 7 736 | |
1.10 | Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | 3 264 | 0 | 3 264 | 3 736 | 7 000 | 3 736 | 3 736 | 3 736 | 3 736 |
1.30 | Ontvangsten DGGF | 3 000 | 0 | 3 000 | 4 000 | 7 000 | 4 000 | 4 000 | 4 000 | 4 000 |
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 463 682 | 0 | 463 682 | 37 813 | 501 495 | ‒ 53 433 | ‒ 61 563 | ‒ 41 369 | 7 108 | |
garantieverplichtingen | 100 000 | 0 | 100 000 | 0 | 100 000 | |||||
overige verplichtingen | 363 682 | 0 | 363 682 | 37 813 | 401 495 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 1 wordt in 2023 verhoogd. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het vastleggen van meerjarige programma’s voor VN-instellingen, zoals International Labour Organization (ILO). Tevens worden in 2023 door de posten meerjarige programma’s aangegaan voor de invulling van de decentrale budgetten.
Uitgaven
Artikelonderdeel 1.2
In de eerste suppletoire begroting 2023 worden DTIF ontvangsten toegevoegd aan de begrotingsreserve. Deze storting wordt als uitgave geboekt ten laste van artikel 1.2. Een verhoging van de verwachte ontvangsten DTIF leidt derhalve tot hogere uitgaven. In dit kader wordt de uitgavenraming structureel verhoogd met EUR 3,7 miljoen. Verder wordt de eerste uitgave voor de Wereldtentoonstelling Osaka verwerkt in de eerste suppletoire begroting.
Artikelonderdeel 1.3
In de eerste suppletoire begroting 2023 worden de uitgaven met EUR 1 miljoen verhoogd voor een ongeoormerkte bijdrage aan ILO in verband met de Funding Compact afspraak.
Bovendien wordt het saldo van Private Sector Development (PSD) met EUR 4 miljoen verhoogd. Deze verhoging is een gevolg van de desaldering van de extra ontvangsten op DGGF (structureel). De EUR 4 miljoen is hierdoor aan de uitgavenkant opgetopt.
Ontvangsten
De ontvangsten op artikel 1 zijn toe te schrijven aan de hogere geraamde ontvangsten op het DTIF-instrument. Verder zijn de geraamde ontvangsten voor DGGF hoger dan begroot. Dit wordt onder andere veroorzaakt door hogere premieontvangsten en terugbetalingen op wisselfinancieringen voor DDGF.
Nog te verdelen
Als gevolg van hogere kosten voor eerstejaarsopvang asielzoekers neemt het BHOS-budget tot en met 2026 af. Dit heeft tot gevolg dat het budget op diverse thema's is aangepast. De mutaties zijn verdeeld en binnen het thema opgenomen onder het instrument ‘nog te verdelen’. De verwerking van deze bijstellingen op artikelonderdeel niveau zal uiterlijk op Prinsjesdag 2023 aan de Kamer worden vermeld.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 919 382 | 0 | 919 382 | 205 796 | 1 125 178 | 27 822 | ‒ 116 460 | ‒ 50 223 | 84 000 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 913 510 | 0 | 913 510 | ‒ 120 850 | 792 660 | ‒ 94 098 | ‒ 121 160 | ‒ 76 223 | 0 | |
waarvan juridisch verplicht | 89% | 91% | ||||||||
2.1 | Voedselzekerheid | 403 554 | 0 | 403 554 | ‒ 122 350 | 281 204 | ‒ 95 598 | ‒ 122 660 | ‒ 76 223 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen | 20 000 | 0 | 20 000 | ‒ 5 000 | 15 000 | ‒ 8 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | |
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. | 15 500 | 0 | 15 500 | ‒ 1 500 | 14 000 | ‒ 5 500 | ‒ 5 000 | ‒ 5 000 | ‒ 1 000 | |
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitbannen huidige honger en voeding | 26 000 | 0 | 26 000 | ‒ 5 673 | 20 327 | ‒ 5 000 | ‒ 7 000 | ‒ 7 000 | 0 | |
Voedselzekerheid | 47 572 | 0 | 47 572 | 13 937 | 61 509 | 17 642 | 18 900 | 21 115 | 14 000 | |
Opdrachten | ||||||||||
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 20 550 | 0 | 20 550 | 0 | 20 550 | ‒ 6 030 | ‒ 7 500 | ‒ 8 400 | ‒ 9 200 | |
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Voedselzekerheid | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 3 604 | 0 | 3 604 | ‒ 234 | 3 370 | ‒ 1 106 | ‒ 710 | ‒ 265 | ‒ 400 | |
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Voedselzekerheid | 109 828 | 0 | 109 828 | 14 470 | 124 298 | 25 994 | 42 310 | 37 550 | 13 600 | |
Realiseren Ecologische Houdbare Voedselsystemen | 30 000 | 0 | 30 000 | ‒ 5 000 | 25 000 | ‒ 10 000 | ‒ 25 000 | ‒ 20 000 | 0 | |
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. | 42 500 | 0 | 42 500 | ‒ 2 000 | 40 500 | ‒ 10 000 | ‒ 8 000 | ‒ 10 000 | ‒ 9 000 | |
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 20 000 | 0 | 20 000 | 7 000 | 27 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | |
Uitbannen huidige honger en voeding | 54 000 | 0 | 54 000 | ‒ 2 000 | 52 000 | 14 000 | 14 000 | 14 000 | 0 | |
Nog te verdelen | ||||||||||
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | ‒ 136 350 | ‒ 136 350 | ‒ 109 598 | ‒ 136 660 | ‒ 90 223 | 0 | |
2.2 | Water | 201 367 | 0 | 201 367 | 0 | 201 367 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Waterbeheer | 28 310 | 0 | 28 310 | ‒ 1 543 | 26 767 | ‒ 3 021 | ‒ 3 750 | ‒ 750 | 2 500 | |
Drinkwater en sanitatie | 36 630 | 0 | 36 630 | ‒ 9 935 | 26 695 | ‒ 9 900 | ‒ 14 100 | ‒ 19 500 | ‒ 16 900 | |
Opdrachten | ||||||||||
Waterbeheer | 5 927 | 0 | 5 927 | ‒ 2 157 | 3 770 | 1 971 | 3 000 | 5 000 | 5 500 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Waterbeheer | 78 200 | 0 | 78 200 | 18 185 | 96 385 | 18 950 | 22 150 | 16 650 | 11 400 | |
Drinkwater en sanitatie | 50 300 | 0 | 50 300 | ‒ 4 550 | 45 750 | ‒ 8 000 | ‒ 7 300 | ‒ 1 400 | ‒ 2 500 | |
2.3 | Klimaat | 308 589 | 0 | 308 589 | 1 500 | 310 089 | 1 500 | 1 500 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Klimaat algemeen | 33 500 | 0 | 33 500 | 363 | 33 863 | 82 | 0 | 0 | 0 | |
Hernieuwbare energie | 26 000 | 0 | 26 000 | 0 | 26 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Dutch Fund for Climate and Development | 40 000 | 0 | 40 000 | 0 | 40 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 3 400 | 0 | 3 400 | 0 | 3 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Contributie IZA/IZT | 357 | 0 | 357 | 0 | 357 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Klimaatprogramma's (non-ODA) | 1 595 | 0 | 1 595 | 0 | 1 595 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Klimaat algemeen | 160 595 | 0 | 160 595 | ‒ 363 | 160 232 | ‒ 82 | 0 | 0 | 0 | |
Hernieuwbare energie | 36 000 | 0 | 36 000 | 0 | 36 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNEP | 7 142 | 0 | 7 142 | 1 500 | 8 642 | 1 500 | 1 500 | 0 | 0 |
Verplichtingen
Op het gebied van de thema’s voedselzekerheid en water worden in diverse landen verplichtingen aangegaan vanuit het decentrale budget. Het verplichtingenbudget op artikel 2 wordt meerjarig verhoogd. Zo wordt onder andere een nieuwe verplichting afgesloten in het kader van het Mozambique Social Protection Programme. Daarnaast worden er verplichtingen aangegaan voor de nieuwe programma’s HortiLife, Bridge and Soil Health in Ethiopië.
Uitgaven
Artikelonderdeel 2.1
De uitgaven op artikelonderdeel 2.1 Voedselzekerheid worden verhoogd met EUR 14 miljoen in de periode 2023-2026. Dit komt door een overheveling voor programma’s op het gebied van sociale bescherming in Mozambique (Social Protection Programme) en Ethiopië (Productive Safety Net Programme) vanaf artikelonderdeel 5.2 Overig armoedebeleid, conform de intensivering zoals aangekondigd in de BHOS-nota. Daarnaast heeft er een herverdeling plaatsgevonden van de centrale budgetten naar de decentrale budgetten en worden er meer middelen vrijgemaakt voor kennisontwikkeling door de Consultative Group for International Agricultural Research.
Artikelonderdeel 2.3
Het artikelonderdeel 2.3 Klimaat wordt meerjarig met EUR 1,5 miljoen verhoogd. Dit betreft een overheveling vanuit artikel 5.1 Multilaterale samenwerking voor een ongeoormerkte bijdrage aan het United Nations Environment Programme (UNEP) om voorspelbare en flexibele financiering voor ontwikkelingsactiviteiten van de Verenigde Naties te waarborgen onder het Funding Compact.
Nog te verdelen
Als gevolg van hogere kosten voor eerstejaarsopvang asielzoekers neemt het BHOS-budget tot en met 2026 af. Dit heeft tot gevolg dat het budget op diverse thema's is aangepast. De mutaties zijn verdeeld en binnen het thema opgenomen onder het instrument ‘nog te verdelen’. De verwerking van deze bijstellingen op artikelonderdeel niveau zal uiterlijk op Prinsjesdag 2023 aan de Kamer worden vermeld.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 478 202 | 0 | 478 202 | ‒ 23 270 | 454 932 | ‒ 128 952 | 935 262 | ‒ 198 233 | ‒ 23 450 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 849 037 | 0 | 849 037 | ‒ 109 595 | 739 442 | ‒ 85 282 | ‒ 107 698 | ‒ 67 733 | 0 | |
waarvan juridisch verplicht | 85% | 72% | ||||||||
3.1 | Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten | 530 578 | 0 | 530 578 | ‒ 107 595 | 422 983 | ‒ 85 282 | ‒ 107 698 | ‒ 67 733 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Mondiale gezondheid en SRGR | 216 255 | 0 | 216 255 | 14 610 | 230 865 | 13 327 | 20 819 | 32 772 | 40 842 | |
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 52 000 | 0 | 52 000 | ‒ 52 000 | 0 | ‒ 52 000 | ‒ 52 000 | ‒ 52 000 | ‒ 52 000 | |
Opdrachten | ||||||||||
Mondiale gezondheid en SRGR | 17 825 | 0 | 17 825 | ‒ 1 428 | 16 397 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 100 | 0 | 100 | 37 | 137 | 39 | 40 | 42 | 72 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
WHO/PAHO | 6 713 | 0 | 6 713 | 0 | 6 713 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mondiale gezondheid en SRGR | 112 469 | 0 | 112 469 | 71 941 | 184 410 | 71 948 | 64 455 | 54 000 | 38 900 | |
UNFPA | 60 000 | 0 | 60 000 | 0 | 60 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNAIDS | 20 000 | 0 | 20 000 | 3 000 | 23 000 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | |
Partnershipprogramma WHO | 15 216 | 0 | 15 216 | ‒ 814 | 14 402 | ‒ 814 | ‒ 814 | ‒ 814 | ‒ 814 | |
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNICEF | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrouwenrechten en keuzevrijheid | 30 000 | 0 | 30 000 | ‒ 30 000 | 0 | ‒ 30 000 | ‒ 30 000 | ‒ 30 000 | ‒ 30 000 | |
Nog te verdelen | ||||||||||
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | ‒ 112 941 | ‒ 112 941 | ‒ 90 782 | ‒ 113 198 | ‒ 74 733 | 0 | |
3.2 | Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 51 667 | 0 | 51 667 | ‒ 2 000 | 49 667 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Vrouwenrechten | 33 367 | 0 | 33 367 | 3 700 | 37 067 | 4 800 | 4 800 | 12 300 | 12 300 | |
Opdrachten | ||||||||||
Vrouwenrechten | 1 000 | 0 | 1 000 | ‒ 1 000 | 0 | ‒ 1 000 | ‒ 1 000 | ‒ 1 000 | ‒ 1 000 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Vrouwenrechten | 11 300 | 0 | 11 300 | ‒ 4 700 | 6 600 | ‒ 3 800 | ‒ 3 800 | ‒ 11 300 | ‒ 11 300 | |
UNWOMEN | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.3 | Maatschappelijk middenveld | 197 242 | 2 400 | 199 642 | 0 | 199 642 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Twinningsfaciliteit Suriname | 700 | 0 | 700 | 150 | 850 | ‒ 700 | ‒ 700 | 0 | 0 | |
Versterking maatschappelijk middenveld | 180 845 | 2 400 | 183 245 | ‒ 2 188 | 181 057 | ‒ 247 | ‒ 941 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versterking maatschappelijk middenveld Monitoringsfonds | 1 000 | 0 | 1 000 | 417 | 1 417 | 282 | 291 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 8 697 | 0 | 8 697 | 1 621 | 10 318 | 665 | 1 350 | 0 | 0 | |
3.4 | Onderwijs | 69 550 | ‒ 2 400 | 67 150 | 0 | 67 150 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Onderzoeksprogramma's | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 0 | 0 | ‒ 1 500 | |
Opdrachten | ||||||||||
Onderwijs | 0 | 0 | 0 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 100 | |
Onderzoekprogramma's | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Hoger Onderwijs | 46 635 | ‒ 2 400 | 44 235 | 6 697 | 50 932 | 16 697 | 19 050 | 19 050 | 20 650 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Onderwijs | 9 415 | 0 | 9 415 | ‒ 6 897 | 2 518 | ‒ 6 897 | ‒ 9 250 | ‒ 9 250 | ‒ 9 250 | |
Global partnership for education | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 10 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt cumulatief verhoogd t/m 2028. In 2023 wordt de verhoging veroorzaakt door het aangaan van nieuwe verplichtingen voor intensiveringsmiddelen voor mondiale gezondheid en SRGR uit het regeerakkoord. Het betreft met name gedelegeerde middelen op diverse posten. De daling in 2024 wordt met name veroorzaakt door verlaging van het verplichtingenbudget op de ZMA Addis Abeba, omdat de meerjarige verplichtingenruimte uit de pas loopt met het kasbudget op artikel 3.1. De verhoging in 2025 is met name te wijten aan de start van het beoogde nieuwe subsidiekader voor het maatschappelijke middenveld op artikel 3.3. De daling in 2026 wordt met name veroorzaakt doordat geen nieuwe fase voor het GPE programma is voorzien op artikel 3.4. De daling in 2027 wordt met name veroorzaak door verlaging van het verplichtingenbudget op ZMA Addis Abeba, omdat de meerjarige verplichtingenruimte uit de pas loopt met het kasbudget op artikel 3.1.
Uitgaven
Artikelonderdeel 3.1
Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 3.1 is jaarlijks verhoogd met EUR 7 miljoen tot en met 2026. Deze verhoging vindt plaats in het kader van verlenging van het sociale beschermingsprogramma in Benin.
Artikelonderdeel 3.3
Op het uitgavenbudget van artikelonderdeel 3.3 is het amendement van het lid Hammelburg (kamerstuknummer 36200-XVII-8) verwerkt. Er is EUR 2,4 mln toegevoegd vanaf artikelonderdeel 3.4 ten behoeve van de bescherming van mensenrechten van LHBTIQ+ personen in de regio Oost-, Centraal Europa en de Kaukasus.
Nog te verdelen
Als gevolg van hogere kosten voor eerstejaarsopvang asielzoekers neemt het BHOS-budget tot en met 2026 af. Dit heeft tot gevolg dat het budget op diverse thema's is aangepast. De mutaties zijn verdeeld en binnen het thema opgenomen onder het instrument ‘nog te verdelen’. De verwerking van deze bijstellingen op artikelonderdeel niveau zal uiterlijk op Prinsjesdag 2023 aan de Kamer worden vermeld.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 712 160 | 30 000 | 742 160 | 932 983 | 1 675 143 | ‒ 312 899 | ‒ 212 826 | ‒ 291 905 | ‒ 16 300 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 1 073 712 | 30 000 | 1 103 712 | ‒ 140 706 | 963 006 | ‒ 113 099 | ‒ 141 026 | ‒ 93 105 | 0 | |
waarvan juridisch verplicht | 43% | 76% | ||||||||
4.1 | Humanitaire hulp | 554 017 | 30 000 | 584 017 | 0 | 584 017 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Noodhulpprogramma's | 87 000 | 0 | 87 000 | 30 000 | 117 000 | 30 000 | 30 000 | 30 000 | 30 000 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Noodhulpprogramma's | 384 000 | 30 000 | 414 000 | ‒ 62 000 | 352 000 | ‒ 62 000 | ‒ 62 000 | ‒ 62 000 | ‒ 62 000 | |
Noodhulpprogramma's non-ODA | 1 017 | 0 | 1 017 | 0 | 1 017 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNHCR | 33 000 | 0 | 33 000 | 2 000 | 35 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | |
UNRWA | 13 000 | 0 | 13 000 | 6 000 | 19 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | |
Wereldvoedselprogramma | 36 000 | 0 | 36 000 | 24 000 | 60 000 | 24 000 | 24 000 | 24 000 | 24 000 | |
4.2 | Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking | 304 000 | 0 | 304 000 | 0 | 304 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Opvang in de regio | 5 000 | 0 | 5 000 | 0 | 5 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Opvang in de regio | 265 000 | 0 | 265 000 | ‒ 25 000 | 240 000 | ‒ 25 000 | ‒ 25 000 | ‒ 25 000 | ‒ 25 000 | |
Migratie en ontwikkeling | 34 000 | 0 | 34 000 | 25 000 | 59 000 | 25 000 | 25 000 | 25 000 | 25 000 | |
4.3 | Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 215 695 | 0 | 215 695 | ‒ 140 706 | 74 989 | ‒ 113 099 | ‒ 141 026 | ‒ 93 105 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Legitieme stabiliteit | 7 000 | 0 | 7 000 | ‒ 1 500 | 5 500 | 0 | 0 | 2 000 | 2 000 | |
Inclusieve vredes- en politieke processen | 13 500 | 0 | 13 500 | ‒ 3 500 | 10 000 | 0 | 0 | 2 000 | 3 000 | |
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Functionerende rechtsorde | 33 725 | 0 | 33 725 | 9 440 | 43 165 | 10 458 | 9 394 | 11 950 | 10 950 | |
Opdrachten | ||||||||||
Inclusieve vredes- en politieke processen | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Legitieme stabiliteit | 9 000 | 0 | 9 000 | ‒ 5 000 | 4 000 | 0 | 1 000 | 2 000 | 2 000 | |
Functionerende rechtsorde | 118 220 | 0 | 118 220 | ‒ 7 540 | 110 680 | ‒ 14 208 | ‒ 15 394 | ‒ 22 950 | ‒ 23 950 | |
Inclusieve vredes- en politieke processen | 32 750 | 0 | 32 750 | 8 100 | 40 850 | 3 750 | 5 000 | 5 000 | 6 000 | |
Nog te verdelen | ||||||||||
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | ‒ 140 706 | ‒ 140 706 | ‒ 113 099 | ‒ 141 026 | ‒ 93 105 | 0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget in 2023 wordt verhoogd, voornamelijk voor het aangaan van een nieuwe meerjarige verplichting voor het programma Prospects 2 (opvang in de regio) van EUR 620 miljoen. Dit gebeurt meerjarig budgetneutraal doordat de budgetten voor 2024 tot en met 2026 jaarlijks worden verlaagd. Dit is de belangrijkste verklaring voor de daling van het verplichtingenbudget in de jaren na 2023. In 2025 is de verlaging minder groot vooral omdat dan opnieuw meerjarige verplichtingen worden aangegaan voor UNRWA (EUR 24 miljoen) en WFP (EUR 96 miljoen).
Verder wordt de verhoging in 2023 veroorzaakt door nieuwe meerjarige humanitaire hulp committeringen voor UNCHR (EUR 105 miljoen) en WFP (EUR 195 miljoen). Het gaat om committeringen die in 2022 wel begroot maar niet tijdig gerealiseerd konden worden. Tenslotte is er een ophoging vanwege UNRWA (EUR 57 miljoen) in verband met de structurele optopping van het kasbudget.
Uitgaven
Artikelonderdeel 4.1
Binnen het artikelonderdeel verschillende schuiven tussen de instrumenten om de bij de begroting 2023 toegekende middelen op de juiste manier in lijn te brengen met de bestedingsplannen. De Tweede Kamer is, zoals gebruikelijk, geïnformeerd over de voorgenomen inzet via kamerbrief over humanitaire hulp en diplomatie 2023.
Artikelonderdeel 4.2
Binnen het artikelonderdeel 4.2 wordt EUR 25 miljoen vanuit het instrument Opvang in de regio overgeheveld naar het instrument Migratie en ontwikkeling ten behoeve van bilaterale samenwerking met partnerlanden om migranten te beschermen, terugkeer en herintegratie te bevorderen, legale migratie te versterken en irreguliere migratie te voorkomen.
Artikelonderdeeldeel 4.3
Het amendement 36 200 XVII Nr. 43 van het lid Van der Graaf c.s. om EUR 0,8 miljoen in 2023 vanuit de niet juridisch verplichte uitgaven vrij te maken binnen artikelonderdeel 4.3 voor voortzetting van het sociotherapie programma van Community Based Sociotherapy (CBS) in Rwanda wordt voor 1 juli ingevuld via een bijdrage aan een consortium waar CBS onderdeel van uit maakt. Ook voor de jaren 2024 en 2025 wordt dit consortium met een vergelijkbare bijdrage ondersteund.
Binnen het artikelonderdeel 4.3 zijn er per saldo budgetneutrale schuiven tussen de instrumenten subsidies en bijdragen voornamelijk binnen eenzelfde thema. Meest opvallende mutatie is het meerjarig terugbrengen van het instrument functionerende rechtsorde bijdragen, onder meer omdat de oorspronkelijk voorgenomen inzet in Afghanistan door omstandigheden nog maar beperkt mogelijk is. Functionerende rechtsorde subsidies (Grote Meren, Bujumbura) en inclusieve vredes- en politieke processen (belangrijkste verhoging voor Jemen) worden meerjarig opgehoogd.
Nog te verdelen
Als gevolg van hogere kosten voor eerstejaarsopvang asielzoekers neemt het BHOS-budget tot en met 2026 af. Dit heeft tot gevolg dat het budget op diverse thema's is aangepast. De mutaties zijn verdeeld en binnen het thema opgenomen onder het instrument ‘nog te verdelen’. De verwerking van deze bijstellingen op artikelonderdeel niveau zal uiterlijk op Prinsjesdag 2023 aan de Kamer worden vermeld.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 164 358 | 140 000 | 304 358 | 455 722 | 760 080 | ‒ 100 914 | ‒ 59 034 | 206 229 | 15 000 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 385 989 | 140 000 | 525 989 | ‒ 112 995 | 412 994 | ‒ 397 987 | ‒ 704 826 | ‒ 825 389 | ‒ 4 896 | |
waarvan juridisch verplicht | 81% | 86% | ||||||||
5.1 | Multilaterale samenwerking | 214 972 | 140 000 | 354 972 | ‒ 39 947 | 315 025 | ‒ 32 304 | ‒ 40 034 | ‒ 24 271 | 1 500 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
UNIDO | 1 950 | 0 | 1 950 | 0 | 1 950 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNDP | 28 250 | 0 | 28 250 | 10 750 | 39 000 | 10 500 | 9 000 | 0 | 0 | |
UNICEF | 31 250 | 0 | 31 250 | 12 750 | 44 000 | 12 500 | 11 000 | 0 | 0 | |
Speciale multilaterale activiteiten | 54 077 | 0 | 54 077 | ‒ 30 000 | 24 077 | ‒ 25 500 | ‒ 22 500 | 0 | 0 | |
Assistent deskundigenprogramma | 9 000 | 0 | 9 000 | 0 | 9 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Internationale Financiële Instellingen | 4 000 | 0 | 4 000 | 4 000 | 8 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen | 79 789 | 0 | 79 789 | 0 | 79 789 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken | 6 656 | 0 | 6 656 | 1 500 | 8 156 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | |
Bijdrage aan IFI's voor steun Oekraine | 0 | 140 000 | 140 000 | 0 | 140 000 | |||||
Nog te verdelen | ||||||||||
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | ‒ 38 947 | ‒ 38 947 | ‒ 31 304 | ‒ 39 034 | ‒ 25 771 | 0 | |
5.2 | Overig armoedebeleid | 98 100 | 0 | 98 100 | ‒ 131 | 97 969 | ‒ 15 000 | ‒ 15 623 | ‒ 20 000 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 10 105 | 0 | 10 105 | ‒ 1 720 | 8 385 | 110 | 0 | 0 | 0 | |
Nationale SDG Implementatie | 650 | 0 | 650 | 0 | 650 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Nationale SDG implementatie | 200 | 0 | 200 | ‒ 30 | 170 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
UNESCO | 4 400 | 0 | 4 400 | 0 | 4 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse ondersteunende activiteiten | 22 047 | 0 | 22 047 | ‒ 500 | 21 547 | ‒ 15 000 | ‒ 15 623 | ‒ 20 000 | 0 | |
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 410 | 0 | 410 | 2 119 | 2 529 | ‒ 110 | 0 | 0 | 0 | |
Schuldverlichting | 60 038 | 0 | 60 038 | 0 | 60 038 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking | 250 | 0 | 250 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.4 | Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 72 917 | 0 | 72 917 | ‒ 72 917 | 0 | ‒ 350 683 | ‒ 649 169 | ‒ 781 118 | ‒ 6 396 |
Ontvangsten | 43 866 | 0 | 43 866 | 1 222 | 45 088 | 1 485 | 1 218 | 1 366 | 1 814 | |
5.20 | Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen | 20 960 | 0 | 20 960 | 1 222 | 22 182 | 1 485 | 1 218 | 1 366 | 1 814 |
5.21 | Ontvangsten OS | 21 176 | 0 | 21 176 | 0 | 21 176 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5.22 | Koersverschillen OS | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5.23 | Diverse ontvangsten non-ODA | 1 730 | 0 | 1 730 | 0 | 1 730 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 164 358 | 140 000 | 304 358 | 455 722 | 760 080 | ‒ 100 914 | ‒ 59 034 | 206 229 | 15 000 | |
garantieverplichtingen | ||||||||||
overige verplichtingen | 164 358 | 140 000 | 304 358 | 760 080 |
Verplichtingen
De verplichtingenruimte voor artikel 5 is per saldo verhoogd. Dit komt hoofdzakelijk doordat de verplichtingenruimte die gereserveerd stond voor de meerjarige committeringen voor UNDP, UNICEF en het African Development Fund in 2022 naar 2023 is doorgeschoven. Deze verschuiving werd eerder gemeld in de tweede suppletoire begroting 2022.
Uitgaven
Artikelonderdeel 5.1
In 2023 is het uitgavenbudget voor artikelonderdeel 5.1 Multilaterale samenwerking verlaagd. Dit komt hoofdzakelijk door een overheveling van 2023 tot en met 2025 van EUR 1,5 miljoen naar artikel 2.3 (UNEP) en EUR 1 miljoen naar 1.3 ILO voor verhogingen van ongeoormerkte bijdragen in het kader van de Funding Compact. Daarnaast wordt artikel 5.1 opgehoogd met EUR 1,5 miljoen per jaar ivm een kapitaalverhoging van de Inter American Development Bank.
Artikelonderdeel 5.2
Het budget op artikelonderdeel artikel 5.2 Overig armoedebeleid is in 2023 verlaagd. Dit is vooral toe te schrijven aan een jaarlijkse overheveling van 2023 tot en met 2026 van EUR 20 miljoen in het kader van de reservering voor het thema Sociale Bescherming. Deze reservering wordt ingezet voor decentrale programma's op het gebied van Voedselzekerheid in Ethiopie en Mozambique en SRGR in Benin.
Daar tegenover staat een overheveling van de Verdragsmiddelen voor Suriname vanaf het verdeelartikel 5.4. De Verdragsmiddelen zijn in 2022 niet meer tot uitputting gekomen en bij de Tweede suppletoire begroting 2022 overgeheveld naar het verdeelartikel 5.4. Deze middelen blijven, conform de uitvoering van het verdrag, de komende jaren wel beschikbaar en zijn hierdoor overgeheveld naar het hiervoor bestemde artikelonderdeel.
Artikelonderdeel 5.4
Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is met ingang van begrotingsjaar 2017 artikel 5.4 gecreëerd, het 'verdeelartikel'. Zie ook Kamerbrief 34 300 XVII, nr. 62 over de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor bijgesteld. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp in beginsel niet direct door vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de BNI-raming wordt bijgesteld. Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA-budget.
Het budget van verdeelartikel 5.4 betreft een saldo van verschillende mutaties:
– In eerste instantie was er sprake van een meerjarige verhoging als gevolg van de meest recente ramingen van het Centraal Planbureau (CEP 2023) over de ontwikkeling van het BNI en het prijspeil BBP, en daarmee het ODA-budget.
– Vervolgens was er sprake van een meerjarige verlaging van het verdeelartikel door een hogere verwachte opvang van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen. Hierdoor stijgt de asieltoerekening met EUR 559 miljoen in 2023, inclusief een nacalculatie van EUR 132 miljoen over 2022, en EUR 739 miljoen in 2024. In de jaren daarna loopt de toerekening verder op. Deze bijdrage is verwerkt middels een overboeking naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
– Zoals gebruikelijk wordt een deel van de Loon- en Prijsbijstelling van het apparaat BZ vanuit het ODA-budget gefinancierd. Vanwege de hoge inflatie is dat vanaf 2023 zo'n EUR 25 miljoen structureel.
– Ook wordt er in 2023 EUR 16,5 miljoen overgeheveld naar artikelonderdeel 5.2 wegens de reservering voor de Verdragsmiddelen Suriname.
– Structureel wordt EUR 1,5 miljoen overgeheveld naar artikel 5.1 in verband met de kapitaalverhoging van de Inter-American Development Bank.
Nog te verdelen
Als gevolg van hogere kosten voor eerstejaarsopvang asielzoekers neemt het BHOS-budget tot en met 2026 af. Dit heeft tot gevolg dat het budget op diverse thema's is aangepast. De mutaties zijn verdeeld en binnen het thema opgenomen onder het instrument ‘nog te verdelen’. De verwerking van deze bijstellingen op artikelonderdeel niveau zal uiterlijk op Prinsjesdag 2023 aan de Kamer worden vermeld.