Gepubliceerd: 11 mei 2023
Indiener(s): Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36350-XII-2.html
ID: 36350-XII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2022‒2023

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,M.G.J. Harbers

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 de onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan onderstaande tabel worden op het niveau van de totale verplichtingen en de financiële instrumenten toegelicht. Dit houdt in dat financiële instrumenten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht (tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn).

De onderstaande ondergrenzen gelden niet indien de begrotingswet -als wettelijke grondslag voor het betreffend subsidiebedrag gaat gelden op basis van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder c, van de Awb. In die gevallen worden de afzonderlijke subsidiebedragen in de toelichting van het betreffend begrotingsartikel en optioneel in de tabel vermeld.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Naast de mutaties in jaar t worden sinds de 1e suppletoire begroting 2023 tevens meerjarige mutaties die uitsluitend betrekking hebben op t+1 en/of later toegelicht. Dit wordt op de volgende manier opgenomen:

  • 1. Mutaties die enkel op 2023 (of een ander jaar) betrekking hebben. Toelichting: 2023:

  • 2. Mutaties die in 2023 starten (of een ander jaar) en structureel doorlopen.

    Toelichting: 2023 en verder:

  • 3. Mutaties die een afgebakende periode lopen (bijv. van 2024 t/m 2026). Toelichting: 2024 t/m 2026:

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Dit wetsvoorstel is als volgt opgebouwd:

  • In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2023 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Eerste suppletoire begroting.

  • In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen die leiden tot wijziging van de begroting 2023 (Kamerstukken II, 2020–2021, 35 570 XII, nr 1). Deze worden in deze paragraaf financieel en inhoudelijk toegelicht. Hiermee wordt de begroting op hoofdlijnen beschreven van dit wetsvoorstel.

  • In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen) wordt inzicht gegeven in de meerjarige mutaties op artikelonderdeelniveau die zijn opgenomen in de begrotingsstaat.

  • In de paragraaf agentschappen (zie paragraaf 5) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

De onderstaande tabellen geven de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties van de 1e suppletoire begroting 2023 weer. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 3 (de beleidsartikelen) en 4 (de niet-beleidsartikelen).

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Artikel

Uitgaven 2023

Uitgaven 2024

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

 

Vastgestelde begroting 2023

 

12.981.307

21.801.571

13.370.181

12.201.022

11.711.277

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

      

1.

Rijksbrede taakstelling

Divers

‒ 18.185

‒ 22.915

‒ 20.935

‒ 19.454

‒ 19.304

2.

Loon- en prijsbijstelling tranche 2023

99

648.550

685.187

685.767

620.455

599.016

3.

Nacalculatie prijsbijstelling tranche 2022

99

14.926

14.235

13.460

12.217

11.618

4.

Reguliere eindejaarsmarge 2022

99

22.726

0

0

0

0

5.

Voordelig saldo NGF-projecten en Klimaatakkoordmiddelen

17, 18 en 98

12.027

0

0

0

0

6.

Kasschuif HXII

Divers

‒ 82.894

72.702

34.291

3.708

‒ 34.106

7.

Schaderegeling Stint

14

20.000

20.000

0

0

0

8.

Gezonde leefomgeving

20

0

10.000

10.000

0

0

9.

Maritieme Zaken

18 en 98

1.000

3.300

5.300

6.300

8.300

10.

HGIS

Divers

1.768

5.299

5.299

299

299

11.

Nationaal Groeifonds (NGF)

11 en 14

10.303

46.182

41.923

43.571

39.171

12.

Klimaatfonds (KF)

14

13.000

0

0

0

0

13.

Verduurzaming binnenvaartschepen (stikstof)

18

8.000

0

0

0

0

14.

Coronamaatregelen

16, 22, 97 en 98

‒ 71.335

‒ 1.676

0

0

0

15.

Overboekingen fondsen

Divers

101.054

7.245

12.683

9.775

6.091

16.

Overboekingen ministeries

Divers

‒ 19.317

8.569

8.256

8.086

5.700

 

Overige mutaties

Divers

‒ 261.888

‒ 251.744

40.792

1.439.201

856.131

        
 

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

13.381.042

22.397.955

14.207.017

14.325.180

13.184.193

Toelichting

1. Rijksbrede taakstelling

Bij de 1e suppletoire begroting wordt invulling gegeven aan de taakstelling ten behoeve van de rijksbrede opgave. Het aandeel van het ministerie van IenW bedraagt in 2023 € 136,0 oplopend naar € 191,0 miljoen per jaar met structurele doorwerking vanaf 2028. Verdeeld over de drie begrotingen gaat het om € 149,0 miljoen per jaar voor het Mobiliteitsfonds, € 24,0 miljoen per jaar voor het Deltafonds en € 18,0 miljoen per jaar voor Hoofdstuk XII. De taakstelling ten laste van Hoofdstuk XII bedraagt t/m 2027 € 100,8 miljoen.

De taakstelling is voor nu technisch ingepast per artikel en zal bij de Miljoenennota 2024 nog inhoudelijk herschikt worden.

2. Loon- en prijsbijstelling tranche 2023

Bij de 1e suppletoire begroting wordt de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 van zowel Hoofdstuk XII als de fondsen toegevoegd aan de beleidsbegroting. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling wordt vervolgens bij de Ontwerpbegroting 2024 toebedeeld aan de diverse artikelen binnen Hoofdstuk XII, Mobiliteitsfonds en Deltafonds.

3. Nacalculatie prijsbijstelling tranche 2022

Om de (semi-)collectieve sector structureel te compenseren voor de hoge inflatie, is in de Najaarsnota besloten om de prijsbijstelling voor 2022 te voorzien van een nacalculatie in dit voorjaar. Dit wordt bij de 1e suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII toegevoegd aan artikel 99. De ontvangen prijsbijstelling wordt vervolgens toebedeeld aan de diverse artikelen op Hoofdstuk XII bij de Ontwerpbegroting 2024.

4. Reguliere eindejaarsmarge 2022

Dit betreft de toevoeging van de reguliere eindejaarsmarge 2022 aan artikel 99. Bij de Ontwerpbegroting 2024 worden de toegevoegde middelen toebedeeld aan de diverse artikelen binnen Hoofdstuk XII.

5. Voordelig saldo NGF-projecten en Klimaatakkoordmiddelen

De NGF-projecten op Hoofdstuk XII vertonen over het jaar 2022 een voordelig saldo van cumulatief € 3,0 miljoen en de klimaatakkoordmiddelen voor de SEPP en SEBA € 9,0 miljoen. Het voordelig saldo wordt in 2023 toegevoegd aan de betreffende artikelen, zodat de middelen beschikbaar blijven voor het betreffende beleid.

6. Kasschuif HXII

Ten laste van het generale beeld wordt per saldo € 82,9 miljoen vanuit 2023 naar latere jaren doorgeschoven. De belangrijkste onderdelen zijn schuiven op het programma subsidie Walstroom, meerjarenprogramma bodem, en het project Toekomst Datamanagementsysteem (DMS).

7. Schaderegeling Stint

Dit betreft de benodigde middelen voor de schaderegeling voor het gebruik van de Stint om gehoor te geven aan de uitspraak van de Raad van State (d.d. 22 december 2021). Voor de regeling is € 20,0 miljoen in 2023 en in 2024 vrijgemaakt.

8. Gezonde leefomgeving

Voor de uitvoering van wettelijke taken en maatregelen om te voldoen aan nieuwe Europese grenswaardes omtrent een gezonde leefomgeving wordt € 10,0 miljoen in 2024 en in 2025 vrijgemaakt.

9. Maritieme zaken

Voor het toekomstbestendig maken van zaken op het gebied van duurzame scheepvaart, maritieme veiligheid en security, goederenvervoer, en digitalisering en daarin te voldoen aan (Europeese) wettelijke verplichtingen en ambities wordt structureel budget vrijgemaakt (waarvan cumulatief € 24,2 miljoen in de periode 2023 t/m 2027).

10. HGIS

Dit betreft de toevoeging van HGIS-middelen aan Hoofdstuk XII. Dit gaat om zowel eindejaarsmarge (9,8 miljoen), middelen voor opvolging van de VN Waterconferentie 2023 (€ 10,5 in 2023 t/m 2025), contributiestijgingen (€ 0,2 miljoen structureel), en loonbijstelling (€ 0,1 miljoen structureel).

11. Nationaal Groeifonds (NGF)

Dit betreft de toevoeging van de NGF-middelen aan Hoofdstuk XII voor NL2120 (totaal 70,0 miljoen), Groeiplan Water Technologie (totaal € 135,0 miljoen) en Dutch Metropolitan Innovations (totaal € 85,0 miljoen). Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.3.

12. Klimaatfonds (KF)

Dit betreft de toevoeging in 2023 van de middelen in het kader van het Klimaatfonds aan Hoofdstuk XII voor slimme laadinfrastructuur (€ 13,0 miljoen). Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.3.

13. Verduurzaming binnenvaartschepen (stikstof)

Dit betreft de toevoeging van stikstofmiddelen vanuit de Aanvullende Post voor de Subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen (€ 8 miljoen in 2023). Middels de subsidieregeling worden middelen beschikbaar gesteld voor de vervanging van oude motoren door nieuwe en schonere type motoren (minimaal Stage V niveau).

14. Coronamaatregelen

Dit betreft de generaal ontvangen middelen voor COVID-testen reizigers om aan overlopende opdrachten te kunnen voldoen (€ 4,8 miljoen) en voor de afwikkeling van de tijdelijke subsidie tegemoetkoming vuurwerkbranche (€ 2,3 miljoen). Daarnaast is het budget voor de beschikbaarheidsvergoeding OV naar beneden bijgesteld in lijn met de laatste ramingen; de middelen zijn teruggegeven aan het generale beeld (cumulatief ‒ € 80,1 miljoen voor 2023 en 2024).

15. Overboekingen fondsen

Voor de uitvoering van verschillende programma's is in 2023 in totaal € 104,6 miljoen overgeboekt vanuit het Mobiliteitsfonds naar Hoofdstuk XII en € 3,6 miljoen vanuit Hoofdstuk XII naar het Deltafonds. Per saldo wordt er € 136,8 miljoen toegevoegd aan de Hoofdstuk XII begroting in de periode 2023 t/m 2027. Dit betreft met name overboekingen voor het Transitievangnet OV (€ 75,0 miljoen in 2023), de BDU-beschikking 2023 (€ 13,7 miljoen in 2023) en versterking van de Kustwacht voor beveiliging van vitale infra op de Noordzee (structureel ‒ € 2,7 miljoen).

16. Overboekingen ministeries

Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting van per saldo € 45,2 miljoen naar andere departmenten in de periode 2023 t/m 2027. Het gaat met name om bijdragen in 2023 aan het Gemeentefonds (€ 8,6 miljoen) en Provinciefonds (€ 1,4 miljoen), en de bijdrage aan de kabinetsreactie op het rapport van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden (€ 8,1 miljoen in 2023 en € 0,3 miljoen structureel).

Overige mutaties

De overige mutaties betreft voornamelijk de bijdragen aan de fondsen, waaronder een kaschuif met het generale beeld, het inpassen van de rijksbrede taakstelling, de nacalculatie prijsbijstelling en de toevoeging van de Coalitieakkoordmiddelen voor Instanthouding. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daarnaast gaat het met name om interne herschikkingen binnen Hoofdstuk XII.

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
        
  

Artikelnummer

Ontvangsten 2023

Ontvangsten 2024

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

 

Vastgestelde begroting 2023

 

42.871

38.577

38.503

38.538

38.748

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

      

1.

Ontvangsten Winair

17

‒ 1.195

0

0

0

0

2.

Beschikbaarheidsvergoeding OV

16

25.522

46.584

0

0

0

3.

Kasschuif Lelystad Airport

17

‒ 378

‒ 164

‒ 123

‒ 35

‒ 210

 

Overige mutaties

Divers

8.530

164

123

35

210

        
 

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

75.350

85.161

38.503

38.538

38.748

Toelichting

1. Ontvangsten Winair

Winair heeft een gedeelte van de lening en rente over de periode september t/m oktober 2022 reeds in 2022 overgemaakt in plaats van 2023 (- € 1,2 miljoen).

2. Beschikbaarheidsvergoeding OV

Bij de vaststelling van de definitieve bijdragen voor de Beschikbaarheidsvergoeding OV is deze voor een aantal ontvangende partijen lager vastgesteld dan hetgeen zij reeds ontvangen hebben. Het teveel betaalde bedrag wordt teruggestord. Dit betreft de terugstorting in van € 25,5 miljoen in 2023 en 46,6 miljoen in 2024.

3. Kasschuif Lelystad Airport

Kasschuif op de ontvangsten in verband met de latere openstelling van Lelystad Airport (€ 0,9 miljoen naar 2028).

2.2 Overzicht coronamaatregelen

Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) zijn opgenomen om de coronacrisis het hoofd te bieden. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual. Hieronder worden de maatregelen toegelicht die middelen beschikbaar hebben in 2023 en latere jaren.

Tabel 4 Overzicht coronamaatregelen (bedragen x € 1 mln)

Art.

Naam maatregel/regeling

Bedrag verplichtingen 2023

Bedrag uitgaven 2023

Bedrag ontvangsten 2023

Vindplaats

16

Beschikbaarheidsvergoeding OV

100,2

100,2

25,5

Kamerstuk II, 35 748, nr. 1 , 35 804, nr. 1 , 23 645, nr. 755 , 35 925, nr. 14 , 35 925, nr. 71

17

Lening Winair

1,7

1,3

3,0

Kamerstuk II, 35 705, nr. 1 , 31 936, nr. 896

22

Tegemoetkoming vuurwerkbranche

2,3

2,3

0,0

Kamerstuk II, 35 781, nr. 1 , 35 925, nr. 14 , 36 038, nr. 1 , 35 924, nr. 14

97 en 98

COVID-testen reizigers

1,0

4,8

 

Kamerstuk II, 35 864, nr. 1 , 35 925, nr 71

 

Totaal

105,1

108,6

28,5

 

Toelichting

Hieronder is een korte omschrijving opgenomen van de maatregelen en bijhorende mutaties in de 1e suppletoire begroting 2023.

Beschikbaarheidsvergoeding OV

Dit betreft een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer. De vergoeding is bestemd om de beschikbaarheid van het openbaar vervoer tijdens de COVID-19-crisis te kunnen borgen.

Het uitgavenbudget voor de beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) is bij de 1e suppleotire begroting naar beneden bijgesteld in lijn met de laatste ramingen; de middelen zijn teruggegeven aan het generale beeld (cumulatief ‒ € 80,1 miljoen voor 2023 en 2024). Daarnaast is bij de vaststelling van de definitieve bijdragen voor de BVOV deze voor een aantal ontvangende partijen lager vastgesteld dan hetgeen zij reeds ontvangen hebben. Het teveel betaalde bedrag wordt teruggestord. Dit betreft de terugstorting in van € 25,5 miljoen in 2023 en 46,6 miljoen in 2024.

Lening Winair

Dit betreft een hypothecaire lening voor het luchthavengebouw van Winair. Deze lening is door zowel het ministerie van BZK als door het ministerie van IenW gefinancierd.

Bij de 1e suppletoire begroting is het ontvangstenbudget verlaagd omdat Winair een gedeelte van de lening en rente over de periode september t/m oktober 2022 reeds in 2022 heeft overgemaakt in plaats van 2023 (- € 1,2 miljoen).

Tegemoetkoming vuurwerkbranche

Dit betreft de middelen in verband met de tijdelijke subsidieregelingen voor de detailhandel en importeurs/distributeurs, die als doel hebben om de vuurwerkbranche tegemoet te komen in de extra kosten die zij maakt vanwege het vuurwerkverbod en voor de extra opslag en transport voor het F2-vuurwerk dat voor de jaarwisseling 2021 ‒ 2022 niet verkocht mocht worden.

Voor de afwikkeling van de Tegemoetkoming Subsidieregeling Vuurwerk Covid-19 (TSVC-19) zijn bij de 1e suppletoire begroting generale middelen toegevoegd aan het uitgavenbudget (€ 2,3 miljoen).

COVID-testen reizigers

Dit betreft de middelen voor het COVID-testen voor reizigers, inclusief uitvoeringskosten. Van de totale kosten zal circa € 32 miljoen in 2022 tot betaling komen. De reden hiervoor is dat de controle van de facturen van de testaanbieders meer tijd kost dan verwacht. Dit is nodig om er voor te zorgen dat de rechtmatigheid van de betaalde kosten gewaarborgd blijft.

Bij de 1e suppletoire begroting zijn generale middelen toegevoegd aan het uitgavenbudget voor COVID-testen reizigers om aan overlopende opdrachten te kunnen voldoen (€ 4,8 miljoen).

2.3 Overzicht Nationaal Groeifonds en Klimaatfonds

Deze paragraaf geeft een overzicht van de projecten die op de Hoofdstuk XII-begroting staan voor het Nationaal Groeifonds (NGF) en reeds toegekende middelen in het kader van het Klimaatfonds (KF).

Tabel 5 Overzicht middelen NGF

Project

Artikel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

Totaal

Digitale Infrastructuur en Logistiek

18

647

12.949

14.500

11.552

10.610

846

0

0

0

0

0

0

0

51.104

Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch

18

9.500

15.600

25.100

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

50.200

Luchtvaart in Transitie

17

0

28.000

35.000

40.000

45.000

35.000

35.000

25.000

20.884

0

0

0

0

263.884

Dutch Metropolitan Innovations

14

0

10.303

20.005

18.303

16.472

13.940

5.977

0

0

0

0

0

0

85.000

Groeiplan Watertechnologie

11

0

0

15.980

13.426

13.095

13.015

21.595

9.988

10.350

9.952

10.555

8.636

8.408

135.000

NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland

11

0

0

10.197

10.194

14.004

12.216

9.956

7.079

6.354

0

0

0

0

70.000

Totaal

 

10.147

66.852

120.782

93.475

99.181

75.017

72.528

42.067

37.588

9.952

10.555

8.636

8.408

655.188

Tabel 6 Overzicht middelen in het kader van het KF
       
 

Artikel

2.023

2.024

2.025

2.026

2.027

Slimme Laadinfra

14

13.000

    

Totaal

 

13.000

    

Toelichting

Hieronder wordt een korte toelichting gegeven van de middelen die bij de 1e suppletoire begroting zijn toegevoegd aan de Hoofdstuk XII-begroting.

Nationaal Groeifonds

NL2120

Voor het project NL2120 wordt in totaal 70,0 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het NGF. Dit project zet zich in voor het groene verdienvermogen van Nederland en richt zich op natuurlijke oplossingen (nature-based solutions) voor vraagstukken op het gebied van landgebruik en bodem- en waterbeheer.

Groeiplan Water Technologie

Voor het NGF-project Groeiplan Watertechnologie wordt in totaal € 135,0 miljoen beschikbaar gesteld. Dit project heeft als doel nieuwe technologieën voor de beschikbaarheid van (schoon) water te ontwikkelen en deze zowel nationaal als internationaal te vermarkten.

Dutch Metropolitan Innovations

Voor het NGF-project Dutch Metropolitan Innovations wordt in totaal € 85,0 miljoen beschikbaar gesteld. Dit project heeft als doel bij te dragen aan het realiseren van een digitale infrastructuur voor het delen en gebruiken van data. Een deel van de totale NGF-bijdrage (€ 6,7 mln.) voor DMI zal bij de Ontwerpbegroting 2024 aan de BZK-begroting worden toegevoegd voor het deelproject Bouwen aan Digital Twins.

Klimaatfonds

Slimme laadinfrastructuur

Voor slimme laadinfrstructuur is € 13,0 miljoen toegevoegd in 2023. Voor de jaren 2024 ‒ 2026 worden de activiteiten nog verder uitgewerkt waarna de middelen worden toegevoegd aan de begroting.

Dit budget wordt ingezet voor slimme laadinfrastructuur. De groei van het aantal elektrische voertuigen versnelt namelijk in hoog tempo. Hiervoor is een zorgvuldige inpassing nodig in de openbare ruimte en het energiesysteem.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeeld

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid art.11 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

48.100

0

48.100

‒ 10.918

37.182

20.686

17.732

20.395

19.055

          

Uitgaven

59.877

0

59.877

‒ 4.748

55.129

23.782

21.603

20.595

19.205

          

1 Algemeen Waterbeleid

42.221

0

42.221

3.724

45.945

12.500

11.753

8.535

6.748

Opdrachten

12.979

0

12.979

2.654

15.633

10.246

11.387

7.573

7.574

FLOW

1.834

0

1.834

2.090

3.924

‒ 1.834

‒ 1.834

‒ 1.834

‒ 1.834

KAWI

1.345

0

1.345

‒ 165

1.180

0

0

0

0

Klimaat Bestuur/NOVI

1.228

0

1.228

‒ 893

335

‒ 960

‒ 749

‒ 548

‒ 554

CORA

450

0

450

400

850

500

500

0

0

VN Water

3.450

0

3.450

‒ 1.950

1.500

4.000

4.000

0

0

Overige Opdrachten

4.672

0

4.672

3.172

7.844

8.540

9.470

9.955

9.962

Subsidies

13.748

0

13.748

345

14.093

791

‒ 289

‒ 2.978

‒ 2.978

Partners for Water 5 (HGIS)

11.252

0

11.252

‒ 4.635

6.617

‒ 6.752

‒ 8.752

‒ 11.252

‒ 11.252

Blue Deal (HGIS)

2.000

0

2.000

2.310

4.310

0

0

0

0

WI

400

0

400

0

400

0

0

0

0

NGF-project NL2120

0

0

0

0

0

7.033

7.963

8.274

8.274

Overige Subsidies

96

0

96

2.670

2.766

510

500

0

0

Bijdragen aan agentschappen

15.494

0

15.494

‒ 325

15.169

‒ 1.376

‒ 1.376

‒ 1.540

‒ 1.540

Waarvan Bijdragen aan KNMI

394

0

394

291

685

80

80

0

0

Bijdragen aan RWS

15.100

0

15.100

‒ 616

14.484

‒ 1.456

‒ 1.456

‒ 1.540

‒ 1.540

Bijdragen aan mederoverheden

0

0

0

0

0

2.839

2.031

5.480

3.692

NGF-project NL2120

0

0

0

0

0

3.164

2.231

5.730

3.942

Overige bijdragen aan mederoverheden

0

0

0

0

0

‒ 325

‒ 200

‒ 250

‒ 250

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

1.050

1.050

0

0

0

0

          

2 Waterveiligheid

3.129

0

3.129

‒ 1.071

2.058

50

100

100

100

Opdrachten

3.129

0

3.129

‒ 1.071

2.058

50

100

100

100

RWS Waterveiligheid

2.456

0

2.456

‒ 1.171

1.285

0

0

0

0

Overige Opdrachten

673

0

673

100

773

50

100

100

100

          

3 Grote oppervlaktewateren

1.565

0

1.565

‒ 621

944

142

142

142

142

Opdrachten

1.465

0

1.465

‒ 521

944

242

242

242

242

RWS Zuid-Westelijke Delta

1.050

0

1.050

‒ 707

343

0

0

0

0

Overige Opdrachten

415

0

415

186

601

242

242

242

242

Bijdragen aan medeoverheden

100

0

100

‒ 100

0

‒ 100

‒ 100

‒ 100

‒ 100

          

4 Waterkwaliteit

12.962

0

12.962

‒ 6.780

6.182

11.090

9.608

11.818

12.215

Opdrachten

11.242

0

11.242

‒ 6.923

4.319

‒ 5.090

‒ 4.018

‒ 1.477

‒ 1.000

Noordzee akkoord

5.140

0

5.140

‒ 4.982

158

‒ 5.000

‒ 4.500

‒ 1.500

‒ 1.000

RWS WKK opdrachten

4.708

0

4.708

‒ 3.641

1.067

‒ 2.827

‒ 2.702

‒ 2.022

‒ 2.022

WKK opdrachten

898

0

898

‒ 480

418

0

0

0

0

Overige Opdrachten

496

0

496

2.180

2.676

2.737

3.184

2.045

2.022

Subsidies

30

0

30

232

262

16.180

13.626

13.295

13.215

NGF-project Groeiplan Watertechnologie

0

0

0

0

0

15.980

13.426

13.095

13.015

Overige subsidies

30

0

30

232

262

200

200

200

200

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

50

50

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

1.690

0

1.690

‒ 139

1.551

0

0

0

0

WKK contributies

640

0

640

‒ 604

36

‒ 150

‒ 150

‒ 150

‒ 150

Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

1.050

0

1.050

465

1.515

150

150

150

150

          

Ontvangsten

30

0

30

0

30

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 11 is in 2023 met € 10,9 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 77,9 miljoen toegenomen. Dit wordt met name verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Tevens zijn er diverse verplichtingenschuiven verwerkt:

2023:

  • Een (eerdere) verplichtingenschuif vanuit 2023 naar 2022 ten behoeve van het programma Klimaatadaptatie Water Internationaal (HGIS) met betrekking tot de inzet van Deltares, China Council en Water and Climate Coalition impact (- € 3,5 miljoen).

2023 en verder:

  • Een verplichtingenschuif vanuit 2023-2027 naar 2023 van cumulatief € 1,1 miljoen voor het aangaan van een meerjarige verplichting voor de Richtlijn Overstromingsrisico’s en het versneld aangaan van verplichtingen voor de SITO-regeling.

Uitgaven

1 Algemeen Waterbeleid

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van Algemeen Waterbeleid in 2023 met € 2,7 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 36,8 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Vanuit de HGIS-middelen is in totaal € 5,2 miljoen eindejaarsmarge toegevoegd aan het opdrachtenbudget voor Partners voor Water 5 en CORA.

  • Een overboeking naar het Ministerie van BZK voor de bijdrage aan het Serviceteam Rijk 2023 voor de werkzaamheden voor de omgevingswet (- € 2,1 miljoen).

  • Een budgetoverheveling binnen artikel 11 van opdrachten naar subsidies voor de inzet van Deltares, China Council en Water and Climate Coalition impact (- €2,7 miljoen).

2023 t/m 2025:

  • Per saldo wordt € 6,2 miljoen vanuit 2023 naar 2024 en 2025 doorgeschoven onder het HGIS-plafond. Het programma Partners voor Water 5 is opgestart middels een inceptiefase in 2022, waarin het kasritme is vastgesteld in het Inceptierapport. Dit wijkt af van het lineaire kasritme zoals vastgesteld in HGIS-brief van 2021 met een vast jaarlijkse uitgavepatroon. Met deze kasschuif worden de middelen van Partners voor Water 5 in het juiste ritme gezet.

  • Het budget is opgehoogd vanuit de HGIS-middelen om opvolging te geven aan de VN Waterconferentie 2023 (cumulatief € 10,5 miljoen).

2023 en verder:

  • Een deel van de middelen voor het programma Partners voor Water 5 stond geraamd onder subsidies, maar betreft opdrachtenbudget. Om die reden vindt er een budgetoverheveling plaats van subsidies naar opdrachten (€ 6,8 miljoen). Hierbij worden de hiervoor beschikbare middelen ook meerjarig overgeboekt (cumulatief € 38,0 miljoen in de periode 2024-2027).

  • Het opdrachtenbudget is opgehoogd met structureel € 3,9 miljoen voor de IenW-bijdrage aan de beheerkosten van het Digitale stelsel Omgevingswet Landelijke Voorziening en de additionele bijdrage aan het Informatiepunt Leefomgeving. Dit kan jaarlijks worden bijgesteld op basis van de opgave van het ministerie van BZK.

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 3,7 miljoen in 2023 t/m 2027).

2024 en verder:

  • Vanaf 2024 wordt structureel € 5,8 miljoen per jaar overgeboekt naar artikel 13 voor Fysieke Leefomgeving en Omgevingswet (FLOW), omdat dit met ingang van 2024 op artikel 13 verantwoord wordt.

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van algemeen waterbeleid in 2023 met € 0,3 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 5,5 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Vanuit de HGIS-middelen is in totaal € 4,4 miljoen eindejaarsmarge toegevoegd aan het subsidiebudget voor Partners voor Water 5 en Blue Deal.

  • De tegenhanger van de hierboven beschreven budgetoverheveling (€ 2,7 miljoen) van opdrachten naar subsidies ten behoeven van inzet voor Deltares, China Council en Water and Climate Coalition impact.

2023 en verder:

  • De tegenhanger van de hierboven beschreven budgetoverheveling van subsidies naar opdrachten voor Partners voor Water 5 (- € 6,8 miljoen), inclusief de meerjarige component (cumulatief ‒ € 38,0 miljoen in de periode 2024-2027).

2024 en verder:

  • Vanuit het Nationaal Groeifonds zijn middelen ontvangen voor het NGF-project NL2120. Dit project zet zich in voor groene verdienvermogen en richt zich op natuurlijke oplossingen (nature-based solutions) voor vraagstukken op het gebied van landgebruik en bodem- en waterbeheer. Hiervoor wordt € 70,0 miljoen vrijgemaakt over de periode 2024 t/m 2030. Dit betreft het aandeel dat op subsidiebudget is geboekt (cumulatief € 31,5 miljoen in de periode 2024 t/m 2027).

Bijdragen aan medeoverheden

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan medeoverheden op het gebied van algemeen waterbeleid in 2023 met € 0,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 14,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2024 en verder:

  • Vanuit het Nationaal Groeifonds zijn middelen ontvangen voor het NGF-project NL2120. Dit project zet zich in voor groene verdienvermogen en richt zich op natuurlijke oplossingen (nature-based solutions) voor vraagstukken op het gebied van landgebruik en bodem- en waterbeheer. Hiervoor wordt € 70,0 miljoen vrijgemaakt over de periode 2024 t/m 2030. Dit betreft het aandeel dat op budget voor bijdragen aan medeoverheden is geboekt (cumulatief € 15,1 miljoen in de periode 2024 t/m 2027).

4 Waterkwaliteit

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van waterkwaliteit in 2023 met € 6,9 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 11,6 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • De tegenhanger van de hierboven toegelichte overboeking (artikelonderdeel waterveiligheid) naar het Deltafonds (- €1,2 miljoen) voor de SITO-regeling.

2023 en verder:

  • Voor de uitvoering van het programma Noordzee vindt er een overboeking plaats naar het Deltafonds (- € 5,0 miljoen) in 2023 en cumulatief ‒ € 12,0 miljoen in de periode 2024-2027 voor de uitvoering van het programma Monitoring Onderzoek Natuurversterking Soortenbescherming (MONS).

  • Vanuit het ministerie van EZK is structureel budget ontvangen voor de kosten die voortvloeien uit de afspraken uit het Programma Noordzee voor de realisatie van 21 GW windenergie op zee. Dit betreft € 1,1 miljoen in 2023 en structureel € 2,4 miljoen vanaf 2024. Het budget voor 2023 alsmede €1,3 miljoen structureel wordt meteen overgeheveld naar artikel 98 omdat dit inzet personeel betreft. Het resterende structurele budget wordt overgeheveld naar het Deltafonds voor de beheerskosten RWS (incl. benodigde capaciteit) voor het Net op Zee, waarmee het windpark op zee wordt verbonden met het hoogspanningsnet op land.

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van Waterkwaliteit in 2023 met € 0,2 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 56,3 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2024 en verder:

  • Vanuit het Nationaal Groeifonds zijn middelen ontvangen voor het NGF-project Groeiplan Watertechnologie met als doel nieuwe technologieën voor de beschikbaarheid van (schoon) water te ontwikkelen en deze zowel nationaal als internationaal te vermarkten. Hiervoor wordt € 135,0 miljoen vrijgemaakt over de periode 2024 t/m 2034. Dit betreft het aandeel dat op subsidiebudget is geboekt (cumulatief € 55,5 miljoen in de periode 2024 t/m 2027).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid art.13 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

117.282

0

117.282

‒ 23.862

93.420

‒ 15.644

‒ 6.094

6.231

7.912

          

Uitgaven

130.944

0

130.944

‒ 21.375

109.569

4.498

4.377

6.381

8.062

          

4 Ruimtegebruik bodem

130.944

0

130.944

‒ 21.375

109.569

4.498

4.377

6.381

8.062

Opdrachten

18.487

0

18.487

‒ 5.934

12.553

13.606

8.383

5.874

5.874

Bodem en STRONG

15.744

0

15.744

‒ 6.451

9.293

6.465

1.850

‒ 150

‒ 150

RWS Leefomgeving

2.535

0

2.535

‒ 704

1.831

0

0

0

0

Overige Opdrachten

208

0

208

1.221

1.429

7.141

6.533

6.024

6.024

Subsidie

18.902

0

18.902

4.322

23.224

2.350

1.150

1.145

150

Bedrijvenregeling

9.000

0

9.000

322

9.322

0

0

0

0

Subsidies Caribisch Nederland

9.902

0

9.902

2.650

12.552

1.000

1.000

995

0

Overige subsidies

0

0

0

1.350

1.350

1.350

150

150

150

Bijdragen aan agentschappen

5.087

0

5.087

5.423

10.510

1.626

1.522

0

0

Waarvan Bijdragen aan RWS

3.869

0

3.869

1.335

5.204

0

0

0

0

Waarvan Bijdragen aan RIVM

1.218

0

1.218

4.088

5.306

1.626

1.522

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

88.468

0

88.468

‒ 25.274

63.194

‒ 13.092

‒ 6.678

‒ 638

2.038

Meerjarenprogramma Bodem

88.468

0

88.468

‒ 25.274

63.194

‒ 13.092

‒ 6.678

‒ 638

2.038

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

88

88

8

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

3.500

3.500

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 13 is in 2023 met € 23,9 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 7,6 miljoen. Dit wordt met name verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Tevens zijn er diverse verplichtingenschuiven verwerkt:

2023:

  • Er zijn in 2022 versneld verplichtingen aangegaan ten behoeve van de subsidieregeling omtrent bodemsaneringen van bedrijfsterreinen, waardoor er in 2023 € 5,0 miljoen minder aan verplichtingen hoeft worden aangegaan.

2023 t/m 2024:

  • Er vindt een verplichtingenschuif plaats op subsidies van 2024 naar 2023 (€ 5,0 miljoen) ten behoeve van de uitvoering bedrijvenregeling bodemsaneringen.

2023 en verder:

  • Er zijn in 2022 versneld verplichtingen aangegaan bij het Meerjarenprogramma Bodem voor de bijdragen aan medeoverheden omtrent bodemsaneringen (€25,0 miljoen). Dit heeft als gevolg dat er in 2023 € 10,0 miljoen minder en vanuit de periode 2024-2025 cumulatief €15,0 miljoen minder aan verplichtingen hoeft worden aangegaan.

  • Er vindt een verplichtingenschuif plaats naar 2023 (€ 8,1 miljoen) op programma Bodem en STRONG om beter aan te sluiten op de uitvoeringsplanning alsmede een eenzijdige verplichting ophoging. In 2024 en 2025 hoeft er cumulatief € 8,1 miljoen minder aan verplichtingen worden aangegaan.

Uitgaven

4 Ruimtegebruik bodem

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van ruimtegebruik boden in 2023 met € 5,9 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 33,7 miljoen toegenomen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • De mutatie bij de ontvangsten ( € 3,5 miljoen) heeft betrekking op ontvangsten van de gemeente Krimpen aan de IJssel en de provincie Zuid-Holland in het kader van het sanering van het EMK-terrein. Deze bijhorende mutatie op de uitgaven betreft een verhoging van de uitgavenraming, zodat de ontvangsten uit hoofde van de sanering van het EMK-terrein behouden blijven voor de bodemsanering.

2023 en verder:

  • Middelen (- € 6,7 miljoen) op het opdrachtenbudget Bodem en STRONG in 2023 die worden aangewend voor bijdragen aan medeoverheden voor o.a. het invoeren van bodembeleid in Caribisch Nederland, dekking voor het Kenniscentrum Bodemdaling en een aanpassing van het ritme. In 2024 zijn de middelen op het opdrachtenbudget nodig, dus vindt er in dat jaar een omgekeerde boeking plaats. Tevens vindt in 2025 een schuif plaats tussen dezelfde posten van bijdragen aan medeoverheden aan het opdrachtenbudget (€2,0 miljoen).

2024 en verder:

  • Vanaf 2024 wordt structureel € 5,8 miljoen per jaar overgeboekt naar artikel 13 voor Fysieke Leefomgeving en Omgevingswet (FLOW), omdat met ingang van 2024 op artikel 13 verantwoord wordt.

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van ruimtegebruik bodem in 2023 met € 4,3 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 4,8 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023 en verder:

  • De meerjarige budgetoverhevelingen van bijdragen aan medeoverheden (het Meerjarenprogramma Bodem) naar subsidies vanwege hogere kosten omtrent wisselkoersverschillen en een uitspraak in bezwaar bij St Eustatius en Bonaire, waardoor de kosten voor bodemsaneringen in Caribisch Nederland hoger uitvallen. In uitvoeringsjaar 2023 is dit bedrag € 2,7 miljoen en in de periode 2024 t/m 2026 wordt cumulatief € 3,0 miljoen budget voor overgeheveld.

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van ruimtegebruik bodem in 2023 met € 5,4 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 3,1 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023 en verder:

  • Overboekingen vanuit het Deltafonds ten behoeve van de jaaropdracht RIVM (€ 2,4 miljoen in 2023 en cumulatief 3,1 miljoen in de periode 2024-2025).

Bijdragen aan medeoverheden

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan medeoverheden op het gebied van ruimtegebruik bodem in 2023 met € 25,3 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 18,4 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Een overboeking van ‒ € 10,0 miljoen dat plaats vindt naar het ministerie BZK aan het gemeente- en provinciefonds ten behoeve van apparaatskosten van gemeenten en provincies voor de uitvoering van taken op grond van de Wet Bodembescherming.

2023 en verder:

  • Voor het Meerjarenprogramma Bodem wordt ten laste van het generale beeld € 15,0 miljoen vanuit 2023 naar achteren geschoven om zo het ritme in lijn te brengen met de uitvoeringsplanning van het programma.

  • De tegenhanger van de hierboven genoemde budgetoverhevelingen van bijdragen aan medeoverheden (Meerjarenprogramma Bodem) naar subsidies (in 2023 ‒ €2,7 miljoen en cumulatief ‒ € 3,0 miljoen in de periode 2024 t/m 2026).

  • De tegenhanger van de hierboven genoemde budgetoverheveling tussen bijdragen aan medeoverheden (Meerjarenprogramma Bodem) en het opdrachtenbudget (Bodem en STRONG) in 2023 (€ 6,7 miljoen), in 2024 (- € 6,7 miljoen) en in 2025 (- € 2,0 miljoen).

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 13,3 miljoen in 2023 t/m 2027).

Ontvangsten

De hierboven genoemde ontvangsten (€3,5 miljoen in 2023) van de gemeenten Krimpen aan de IJssel en de provincie Zuid-Holland in het kader van de sanering EMK terrein.

3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

206.740

0

206.740

290.745

497.485

68.026

3.291

‒ 3.272

‒ 9.663

          

Uitgaven

293.933

0

293.933

34.840

328.773

40.828

27.563

21.063

17.122

          

1 Netwerk

20.413

0

20.413

7.357

27.770

8.435

6.201

1.039

1.273

Opdrachten

11.206

0

11.206

4.975

16.181

1.251

4.346

1.039

1.273

Wegverkeersbeleid

5.860

0

5.860

1.127

6.987

‒ 1.681

1.538

1.302

1.340

Unit Smart Mobility

2.378

0

2.378

3.170

5.548

2.989

2.868

‒ 199

0

Overige opdrachten

2.968

0

2.968

678

3.646

‒ 57

‒ 60

‒ 64

‒ 67

Bijdragen aan agentschappen

6.739

0

6.739

2.062

8.801

1.490

1.855

0

0

Bijdragen aan agentschap RWS

6.739

0

6.739

1.334

8.073

1.490

1.855

0

0

Overige bijdragen aan agentschappen

0

0

0

728

728

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

1.414

0

1.414

0

1.414

5.694

0

0

0

Regionale bijdrage MIRT

1.414

0

1.414

0

1.414

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

1.054

0

1.054

320

1.374

0

0

0

0

          

2 Verkeersveiligheid

19.789

0

19.789

19.749

39.538

19.338

‒ 552

‒ 279

‒ 402

Opdrachten

6.387

0

6.387

‒ 1.032

5.355

‒ 737

‒ 552

‒ 279

‒ 402

Verkeersveiligheid

6.387

0

6.387

‒ 1.315

5.072

‒ 737

‒ 552

‒ 279

‒ 402

Overige opdrachten

0

0

0

283

283

0

0

0

0

Subsidies

9.735

0

9.735

1.035

10.770

75

0

0

0

Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV)

4.131

0

4.131

332

4.463

0

0

0

0

Veilig Verkeer Nederland (VVN)

3.944

0

3.944

300

4.244

0

0

0

0

Overige subsidies

1.660

0

1.660

403

2.063

75

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

700

0

700

29

729

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

30

0

30

0

30

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

2.937

0

2.937

0

2.937

0

0

0

0

Bijdragen aan CBR

2.207

0

2.207

‒ 105

2.102

0

0

0

0

Overige bijdragen

730

0

730

105

835

0

0

0

0

(Schade)vergoedingen

0

0

0

19.717

19.717

20.000

0

0

0

Stint

0

0

0

19.717

19.717

20.000

0

0

0

          

3 Slimme en Duurzame Mobiliteit

253.731

0

253.731

7.734

261.465

13.055

21.914

20.303

16.251

Opdrachten

156.047

0

156.047

‒ 96.732

59.315

‒ 67.930

‒ 27.399

14.274

16.251

Reservering Klimaatakkoord

117.718

0

117.718

‒ 116.958

760

‒ 89.823

‒ 51.411

‒ 7.522

‒ 1.706

Duurzame logistiek

9.500

0

9.500

2.076

11.576

‒ 603

0

0

0

Innovatie en Intelligente Transportsystemen

9.131

0

9.131

‒ 179

8.952

2.399

6.940

6.893

5.410

Programma duurzame mobiliteit

8.453

0

8.453

‒ 3.767

4.686

701

‒ 840

‒ 666

‒ 564

Innovatie, strategie voor Mobiliteit (ISM)

3.740

0

3.740

‒ 1.213

2.527

‒ 86

‒ 65

0

0

Verkeersemissies

3.244

0

3.244

‒ 2.498

746

‒ 8

‒ 6

‒ 5

‒ 4

Programma fiets

2.505

0

2.505

‒ 1.293

1.212

‒ 212

‒ 162

‒ 128

‒ 108

Duurzame energiedragers in mobiliteit

1.338

0

1.338

‒ 880

458

‒ 15

‒ 5

‒ 4

‒ 3

NGF-project Dutch Metropolitan Innovations

0

0

0

9.226

9.226

17.850

16.148

14.317

11.785

Overige opdrachten

418

0

418

18.754

19.172

1.867

2.002

1.389

1.441

Subsidies

78.018

0

78.018

87.306

165.324

80.985

49.313

6.029

0

Bronmaatregelen stikstof

39.000

0

39.000

‒ 14.459

24.541

0

0

0

0

Elektrisch vervoer

23.800

0

23.800

100.115

123.915

79.867

48.620

5.500

0

Duurzame mobiliteit

13.740

0

13.740

850

14.590

425

0

0

0

Overige subsidies

1.478

0

1.478

800

2.278

693

693

529

0

Bijdragen aan agentschappen

7.404

0

7.404

17.057

24.461

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschap Nea

5.359

0

5.359

0

5.359

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschap RWS

1.679

0

1.679

2.489

4.168

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschap RVO

366

0

366

14.002

14.368

0

0

0

0

Overige bijdragen aan agentschappen

0

0

0

566

566

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

12.262

0

12.262

0

12.262

0

0

0

0

Duurzame mobiliteit

10.200

0

10.200

0

10.200

0

0

0

0

Mobiliteit en Gebieden

2.062

0

2.062

0

2.062

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

103

103

0

0

0

0

          

Ontvangsten

5.782

0

5.782

0

5.782

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 14 is in 2023 met € 290,8 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 tot en met 2027 met € 58,4 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de onderstaande mutaties:

2023 t/m 2024:

  • Voor de schaderegeling Stint is € 19,9 miljoen verplichtingenbudget vanuit 2024 naar 2023 geschoven om de verplichting volledig aan te kunnen gaan in 2023.

2023 t/m 2025:

  • In 2022 is abusievelijk de volledige verplichting voor de gehele subsidie elektrisch vervoer particulieren (SEPP) in één keer vastgelegd. Deze subsidie is in 2022 bij Slotwet weer gecorrigeerd en toen in lijn gebracht met alleen de realisatie van dat jaar. Dit betekent dat bij de 1e suppletoire begroting € 97,4 miljoen aan verplichtingenbudget is opgeboekt voor 2023 en cumulatief € 81,3 miljoen voor 2024 en 2025, zodat dit budget conform de gepubliceerde regeling is. Het verplichtingenbudget over de jaren heen blijft gelijk en sluit aan op de regeling (subsidieplafond 2024 is € 87,4 miljoen).

2023 en verder:

  • Voor het NGF-project Dutch Metropolitan Innovations wordt € 65,0 miljoen vanuit latere jaren naar 2023 geschoven om de meerjarige reeks in 2023 aan te kunnen gaan.

  • De verplichtingen voor de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmateriaal (SSEB) stonden nog niet in het juiste ritme. Middels deze verplichtingenschuif van € 37,7 miljoen vanuit 2023 naar latere jaren sluiten de verplichtingen aan op de gepubliceerde regeling.

Uitgaven

1 Netwerk

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van netwerk in 2023 met € 5,0 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 tot en met 2027 met € 7,9 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Een overboeking (€ 7,2 miljoen) in 2023 vanuit het subsidiebudget 14.03 Slimme en duurzame mobiliteit om het subsidieplafond voor de de Aanschafsubsidie Zero-Emissie Trucks (AanZET) en de SSEB over de jaren heen gelijk te trekken. Bij de 2e suppletoire begroting van 2022 is een versnelling doorgevoerd waarbij is aangegeven dat het daarvoor extra benodigde budget weer zou worden gecorrigeerd bij de 1e suppletoire begroting van 2023. Het totale subsidieplafond voor beide subsidieregelingen blijft over de jaren heen dus gelijk. Uw Kamer is hierover in de zomer van 2022 geïnformeerd in de voortgangsbrief over duurzaam vervoer (Kamerstukken 2021-2022, 31 305, nr. 352);

2023 t/m 2025:

  • Een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds van € 3,7 miljoen in 2023 en cumulatief € 6,8 miljoen voor 2024 en 2025 vanuit het programma Veilig Slim Duurzaam (VSD). Binnen dit programma zijn middelen gereserveerd voor de opdracht Serviceproviders waarmee ingezet wordt op het verplicht stellen van in car veiligheidswaarschuwingen voor alle aanbieders van navigatiediensten.

2023 en verder:

  • Een kasschuif van cumulatief € 5,5 miljoen vanuit 2023 en 2024 naar latere jaren. De campagne stimuleren en versnellen en de ondersteuning van deelauto’s wordt momenteel vormgegeven. Aan de hand van deze kasschuif worden de middelen in het juiste katritme gezet, zodat de campagne kan worden uitgevoerd. Daarnaast betaalt wegverkeersbeleid 7 fte voor het mobiliteitspakket aan de ILT via een budgetoverheveling. De middelen worden met deze kasschuif in het juiste kasritme gezet en sluiten daarmee aan op de afspraak met de ILT.

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 2,5 miljoen in 2023 t/m 2027).

Bijdragen aan medeoverheden

Per saldo is het kasbudget voor medeoverheden op het gebied van netwerk in 2024 met € 5,7 miljoen toegenomen. Dit betreft een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds voor een bijzondere uitkering naar het Openbaar Lichaam van Bonaire.

2 Verkeersveiligheid

Opdrachten

2023 en verder:

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 1,8 miljoen in 2023 t/m 2027).

Schadevergoedingen

Per saldo is het kasbudget voor schadevergoedingen op het gebied van verkeersveiligheid in 2023 met € 19,7 miljoen toegenomen en in 2024 met € 20 miljoen. Dit betreft de schadevergoeding voor het gebruik van de Stint om gehoor te geven aan de uitspraak van de Raad van State (d.d. 22 december 2021). De regeling (€ 20 miljoen in 2023 en € 20 miljoen in 2024) bestaat uit een compensatie voor alle typen Stints, zowel 800W als 1200W Stints.

3 Slimme en duurzame mobiliteit

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van slimme en duurzame mobiliteit in 2023 met € 96,7 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 64,8 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Overboekingen vanuit het opdrachtenbudget naar bijdragen aan agentschappen (- € 14,5 miljoen) ten behoeve van afgesproken werkzaamheden van de RVO voor duurzame mobiliteit (waaronder de uitvoering van de subsidieregelingen SEPP, SEBA, SSEB en Topsector Logistiek (TSL)) en voor de agentschapsbijdrage aan RWS ten behoeve van de offerte Beleidsondersteuning en Advies (BOA) waarmee medewerkers van Rijkswaterstaat worden ingehuurd voor beleidswerkzaamheden.

  • Een overboeking (€ 13,0 miljoen) van Klimaatakkoordmiddelen vanuit de Aanvullende Post (AP) van het Ministerie van FIN naar de reservering Klimaatakkoordmiddelen op het opdrachtenbudget in het kader van Slimme Laadinfra, waarvan € 1,5 miljoen bestemd is voor uitvoeringskosten. De middelen worden op een later moment overgeboekt naar het juiste financiële instrument.

  • Een overboeking (€ 11,3 miljoen) in 2023 vanuit het subsidiebudget 14.03 Slimme en duurzame mobiliteit naar het opdrachtenbudget om het subsidieplafond voor de subsidieregelingen AanZET en SSEB over de jaren heen gelijk te trekken, zoals beschreven bij de toelichting op het opdrachtenbudget 14.01 Netwerk.

2023 t/m 2025:

  • Een overboeking (- € 2,3 miljoen) in 2023 (cumulatief € 5,1 miljoen over 2024 en 2025) vanuit de Klimaatakkoordmiddelen die gereserveerd stonden op het opdrachtenbudget naar het Mobiliteitsfonds ten behoeve van het project Living Lab Heavy Duty Laadpleinen.

2023 t/m 2026:

  • Een overboeking (- € 104,5 miljoen) in 2023 (cumulatief € 134,0 miljoen over de periode 2024 t/m 2026) van de Klimaatakkoordmiddelen die gereserveerd stonden op het opdrachtenbudget naar subsidies binnen artikel 14.03 ten behoeve van het aangaan de subsidies SEPP en SEBA (Subsidie voor Elektrische auto's en Bestelauto's/Particulieren) en de subsidie AanZET.

2023 en verder:

  • Vanuit het Nationaal Groeifonds zijn middelen ontvangen voor het NGF-project Dutch Metropolitan Innovations met als doel het realiseren van een digitale infrastructuur voor het delen en gebruiken van data. Hiervoor wordt in totaal € 85,0 miljoen vrijgemaakt over de periode 2023 t/m 2028. Dit betreft het aandeel dat op opdrachtenbudget is geboekt (cumulatief € 69,3 miljoen over de periode 2023 t/m 2027).

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 19,6 miljoen in 2023 t/m 2027).

2024 en verder:

  • Een overboeking in 2024 t/m 2027 van cumulatief € 22,0 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor opdrachten die het Rijk centraal aangaat ten behoeve van de regio-overstijgende uitgaven in het kader van Veilig Slim Duurzaam (VSD).

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van slimme en duurzame mobiliteit in 2023 met € 87,3 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 136,3 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Overboekingen (- € 20,9 miljoen) in 2023 vanuit subsidies naar het opdrachtenbudget binnen artikel 14 en naar artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor (€ 1,8 miljoen) om het subsidieplafond voor de subsidieregelingen AanZET en SSEB over de jaren heen gelijk te trekken, zoals beschreven bij de toelichting op het opdrachtenbudget 14.01 Netwerk.

  • De Klimaatakkoordmiddelen laten een voordelig saldo zien in 2022 dat veroorzaakt is door autonome vertragingen en oplopende levertijden van auto's en bestelauto's. Deze middelen, waarvan € 3,0 miljoen voor de subsidieregeling SEPP en € 6,0 miljoen voor de subsidieregeling SEBA, worden daarom meegenomen naar 2023.

  • Een overboeking (- € 5,2 miljoen) in 2023 vanuit het subsidiebudget naar schadevergoedingen ten behoeve van de compensatieregeling voor de Stint.

2023 t/m 2026:

  • Een overboeking (€ 104,5 miljoen) in 2023 (cumulatief € 134,0 miljoen over de periode 2024 t/m 2026) die is beschreven bij de toelichting op het opdrachtenbudget. Het gaat hierbij om middelen uit het Klimaatakkoord ten behoeve van subsidies voor elektrisch vervoer (SEPP, SEBA en AanZET).

In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel zijn de subsidieverplichtingen voor 2023 en verder opgenomen. De uitgaven hebben betrekking op de mogelijke verlening van subsidies:

  • De jaarlijkse subsidie aan de Vereniging Fietsersbond voor de belangenbehartiging voor fietsen wordt in de periode 2023 t/m 2026 met € 195.000 verhoogd naar maximaal € 807.000.

  • De jaarlijkse subsidie aan de Stichting Dutch Cycling Embassy voor de internationale profilering van Nederland als fietsland wordt in de periode 2023 t/m 2026 met € 191.000 verhoogd naar maximaal € 441.000.

  • De jaarlijkse subsidie aan Stichting Wandelnet voor de coördinatie en monitoring van het landelijk wandelroutenetwerk en de belangenbehartiging voor wandelen en lopen wordt in de periode 2023 t/m 2026 met € 125.000 verhoogd naar maximaal € 375.000.

Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van slimme en duurzame mobiliteit in 2023 met € 17,1 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Een herschikking vanuit opdrachten en subsidies van € 13,7 miljoen ten behoeve van afgesproken werkzaamheden van de RVO voor het jaar 2023 voor duurzame mobiliteit (waaronder de uitvoering van de subsidieregelingen SEPP, SEBA, SSEB en TSL).

  • Een overboeking van € 2,5 miljoen die is beschreven bij de toelichting op het opdrachtenbudget. Het betreft de agentschapsbijdrage aan RWS ten behoeve van de offerte BOA.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

26.306

0

26.306

176.063

202.369

9.402

‒ 1.945

‒ 1.236

‒ 1.240

          

Uitgaven

210.828

0

210.828

‒ 2.084

208.744

‒ 3.320

‒ 1.945

‒ 1.236

‒ 1.240

          

1 OV en Spoor

32.178

0

32.178

1.380

33.558

‒ 1.644

‒ 1.945

‒ 1.236

‒ 1.240

Opdrachten

8.405

0

8.405

1.613

10.018

‒ 2.304

‒ 2.621

‒ 1.327

‒ 1.207

ACM

1.783

0

1.783

0

1.783

0

0

0

0

OV & Stations

2.336

0

2.336

‒ 854

1.482

‒ 846

‒ 894

‒ 338

‒ 218

Aanst. NS en ProRail

1.967

0

1.967

2.383

4.350

243

‒ 17

33

33

Opdrachten SU

1.702

0

1.702

‒ 571

1.131

‒ 1.701

‒ 1.710

‒ 1.022

‒ 1.022

Overige opdrachten

617

0

617

655

1.272

0

0

0

0

Subsidies

16.805

0

16.805

‒ 749

16.056

693

709

124

0

Maatregelen Spoorgoederenvervoer

12.176

0

12.176

‒ 2.000

10.176

0

0

0

0

Consumentenorganisatie OV

663

0

663

430

1.093

355

355

0

0

Subsidie NS SV

2.000

0

2.000

0

2.000

0

0

0

0

Overige subsidies

1.966

0

1.966

821

2.787

338

354

124

0

Bijdragen aan agentschappen

877

0

877

247

1.124

‒ 33

‒ 33

‒ 33

‒ 33

Bijdragen aan RWS

830

0

830

227

1.057

0

0

0

0

Bijdragen aan KNMI

47

0

47

‒ 33

14

‒ 33

‒ 33

‒ 33

‒ 33

Bijdragen aan overige agentschappen

0

0

0

53

53

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

5.989

0

5.989

269

6.258

0

0

0

0

Bijdrage medeoverheden OVS

3.512

0

3.512

269

3.781

0

0

0

0

CLU Betuwe en HSL

2.477

0

2.477

0

2.477

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

102

0

102

0

102

0

0

0

0

          

2 Maatregelenpakket OVS

178.650

0

178.650

‒ 78.464

100.186

‒ 1.676

0

0

0

Subsidies

178.650

0

178.650

‒ 78.464

100.186

‒ 1.676

0

0

0

Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector

178.650

0

178.650

‒ 78.464

100.186

‒ 1.676

0

0

0

          

3 Transitievangnet OV

0

0

0

75.000

75.000

0

0

0

0

Subsidie

0

0

0

75.000

75.000

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

25.522

25.522

46.584

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 16 is in 2023 met € 176,1 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 5,0 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de bijstelling van de raming van de benodigde middelen voor de beschikbaarheidsvergoeding OV (cumulatief € 111,9 miljoen in 2023 en 2024) voor de regelingen 2020, 2021, en 2022 op basis van de meest recente inzichten.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 OV en Spoor

Opdrachten

2023 en verder:

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 1,3 miljoen in 2023 t/m 2027).

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van OV en spoor in 2023 met € 0,7 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met 1,5 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023 t/m 2025:

  • Aan de Coöperatieve Vereniging Samenwerkingsverband DOVA (Decentrale Openbaar Vervoer Autoriteit) wordt subsidie verleend voor de periode 2023-2025 voor een bedrag van maximaal € 1,14 miljoen. Deze subsidie is bedoeld om de gezamenlijke activiteiten voor de Nationale Data Openbaar Vervoer (NDOV), Stationstopologie, Beheer Informatie Standaarden OV Nederland (BISON), Dashboard Deur-tot-Deur en de Staat van het OV optimaal uit te kunnen voeren. In 2023 zal een bedrag van maximaal € 0,43 miljoen en in 2024 en 2025 van maximaal € 0,36 miljoen per jaar verstrekt worden.

2023 t/m 2026:

  • Aan Trans Link Systems B.V. wordt voor de periode 1 mei 2022 tot 1 mei 2026 subsidie verleend. Deze subsidie betreft een bedrag van € 1,34 miljoen voor de verdere doorontwikkeling en realisatie van de informatiehuishouding van het openbaar vervoer. De volgende maximale bedragen worden aan Trans Link Systems als subsidie verstrekt: € 0,52 miljoen in 2023, € 0,34 miljoen in 2024, 0,35 miljoen in 2025 en € 0,12 miljoen in 2026.

Bovenstaande begrotingsvermeldingen voor de verdere doorontwikkeling en realisatie van de informatiehuishouding van het openbaar vervoer en de gezamenlijke activiteiten voor de Nationale Data Openbaar Vervoer (NDOV), Stationstopologie, Beheer Informatie Standaarden OV Nederland (BISON), Dashboard Deur-tot-Deur en de Staat van het OV vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverleningen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

2 Maatregelen OV-sector

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van maatregelen OV-sector in 2023 met € 78,5 miljoen verlaagd en in 2024 met € 1,7 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Een bijstelling van de raming van de benodigde middelen voor de regeling Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector in 2020 (€ 1,4 miljoen), 2021 ( ‒ € 65,9 miljoen) en 2022 (- € 14 miljoen) op basis van de meest recente inzichten.

De verantwoordingen van de decentrale overheden en de NS over de Beschikbaarheidsvergoeding (BVOV) 2020 zijn ingediend en beoordeeld. Alle beschikkingen over 2020 zijn definitief vastgesteld. De beschikbaar gestelde bedragen zijn € 422,9 miljoen voor de decentrale overheden en € 806,9 miljoen voor de concessie Hoofdrailnet van NS.

3 Transitievangnet OV

Subsidies

Het kasbudget voor subsidies op het gebied van Transitievangnet OV (TVOV) is in 2023 met € 75,0 miljoen verhoogd. De gereserveerde middelen op het Mobiliteitsfonds voor het Transitievangnet OV (TVOV) worden overgeboekt naar Hoofdstuk XII waarop de subsidie wordt verantwoord. TVOV is een tijdelijk vangnet om de OV-sector te ondersteunen om reizigers zekerheid te geven over voldoende, veilig en een betrouwbaar OV.

Ontvangsten

Bij de vaststelling van de definitieve bijdragen in het kader van de Beschikbaarheidsvergoeding OV is deze voor een aantal ontvangende partijen lager vastgesteld dan hetgeen zij reeds ontvangen hebben. Het teveel betaalde bedrag zal worden teruggestort in 2023 (€ 25,5 miljoen) en 2024 (€ 46,6 miljoen).

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid art. 17 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

93.241

0

93.241

166.635

259.876

‒ 32.636

‒ 41.694

‒ 43.865

‒ 35.706

          

Uitgaven

46.693

0

46.693

6.673

53.366

964

‒ 3.094

‒ 265

‒ 2.106

          

1 Luchtvaart

46.693

0

46.693

6.673

53.366

964

‒ 3.094

‒ 265

‒ 2.106

Opdrachten

14.582

0

14.582

1.017

15.599

‒ 742

‒ 3.199

‒ 370

‒ 850

Opdrachten GIS

1.210

0

1.210

‒ 155

1.078

‒ 155

‒ 155

‒ 155

‒ 155

Caribisch Nederland

465

0

465

1.830

2.295

0

0

0

‒ 59

Klimaatbeleid

404

0

404

841

1.245

851

0

0

‒ 51

Luchtruim Regio Luchthaven

1.549

0

1.549

‒ 17

1.532

50

50

50

‒ 147

Luchtruimherziening

2.243

0

2.243

‒ 948

1.295

‒ 902

‒ 1.940

0

‒ 142

Onbemande luchtvaart

1.637

0

1.637

‒ 1.250

387

‒ 321

‒ 889

0

‒ 148

Onderzoek luchtvaart

2.549

0

2.549

319

2.868

580

580

‒ 420

0

NGF-project Luchtvaart in transitie

0

0

0

824

824

60

60

60

60

Overige opdrachten

4.525

0

4.525

‒ 427

4.075

‒ 845

‒ 845

155

‒ 148

Subsidies

28.702

0

28.702

3.416

32.118

1.142

‒ 459

‒ 459

‒ 1.400

Subsidies klimaatbeleid

2.850

0

2.850

‒ 248

2.602

0

0

0

0

Subsidies tarieven Bonaire

0

0

0

420

420

0

0

0

0

Subsidies omploegen graan

0

0

0

1.600

1.600

1.601

0

0

0

NGF-project Luchtvaart in transitie

25.000

0

25.000

703

25.703

‒ 1.400

‒ 1.400

‒ 1.400

‒ 1.400

Overige subsidies

852

0

852

941

1.793

941

941

941

0

Bijdragen aan agentschappen

117

0

117

1.188

1.305

420

420

420

0

Waarvan Bijdragen aan agentschap KNMI

14

0

14

0

14

0

0

0

0

Waarvan Bijdragen aan agentschap RWS

53

0

53

752

805

420

420

420

0

Overige Bijdragen aan agentschappen

50

0

50

436

486

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

1.481

0

1.481

144

1.625

144

144

144

144

Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization

1.311

0

1.311

144

1.455

144

144

144

144

Overige Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

170

0

170

0

170

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

100

0

100

908

1.008

0

0

0

0

Leningen

1.711

0

1.711

0

1.711

0

0

0

0

          

Ontvangsten

5.167

0

5.167

‒ 645

4.522

‒ 164

‒ 123

‒ 35

‒ 210

Tabel 12 Uitsplitsing verplichtingen
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

93.241

0

93.241

166.635

259.876

‒ 32.636

‒ 41.694

‒ 43.865

‒ 35.706

waarvan garantieverplichtingen

48.000

0

48.000

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

45.241

0

45.241

166.635

259.876

‒ 32.636

‒ 41.694

‒ 43.865

‒ 35.706

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 17 is in 2023 met € 166,6 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 153,9 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2023:

  • Een ophoging van het verplichtingenbudget met € 9,3 miljoen voor de uitvoering van een nadeelcompensatieregeling voor de overschrijding van de geluid grenswaarde Schiphol.

2023 en verder:

  • Voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie wordt € 151,1 miljoen vanuit latere jaren naar 2023 geschoven om de meerjarige reeks in 2023 aan te kunnen gaan.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Luchtvaart

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van luchtvaart in 2023 met € 1,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 5,2 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds (€ 1,8 miljoen) voor diverse opdrachten voor Caribisch Nederland. Deze middelen zijn grotendeels bestemd voor de opzet van de oprichting van de Search and Rescue (SAR) voorziening en de instelling van de SAR Beheerorganisatie voor Saba en Sint Eustatius in het kader van ICAO wet-en regelgeving.

2024 t/m 2025:

  • Er vindt een overboeking plaatst van de opdrachtbudgetten voor onbemande luchtvaart en luchtruimherziening naar het subsidiebudget voor de subsidie omploegen graanresten. Hierdoor neemt het opdrachtenbudget in de jaren 2024 en 2025 met € 2,8 miljoen af.

2027 en verder:

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling met € 0,9 miljoen structureel vanaf 2027.

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van luchtvaart in 2023 met € 3,4 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 1,2 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties.

2023:

  • Het NGF-project Luchtvaart in Transitie toont over het jaar 2022 een voordelig saldo van € 2,4 miljoen doordat er geen uitgaven zijn geweest. Deze middelen worden meegenomen naar 2023.

2023 t/m 2025:

  • In 2025 is het subsidiebudget met € 2,8 miljoen miljoen verhoogd door een overboeking van middelen Luchtruimherziening en Onbemande Luchtvaart ter dekking van de verlenging van de subsidie omploegen graanresten.

  • De middelen voor de subsidie omploegen graanresten (€ 2,8 miljoen) worden vanuit 2025 naar voren gehaald. De subsidie wordt met 2 jaar verlengd. Ter dekking hiervan wordt een deel van het opdachtenbudget voor Luchtruimherziening en Onbemande Luchtvaart ingezet en naar voren geschoven.

2023 t/m 2026:

  • Een overboeking vanuit het apparaatsartikel 98 van € 0,9 miljoen per jaar voor de bijdrage Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS). De MRS is een opvolger van de Omgevingsraad Schiphol (ORS) met als doel de maatschappelijke perspectieven op het garanderen van de leefomgevingskwaliteit rondom Schiphol te kanaliseren.

2023 en verder:

  • Er vindt een herverdeling plaats van de middelen voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie (€ 1,7 miljoen in 2023 en € 1,4 miljoen vanaf 2024) . Alle toegekende NGF-middelen zijn geboekt op het instrument subsidies, maar een deel hiervan behoort tot opdrachten en personele uitgaven.

In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel:

  • is in regel NGF-project Luchtvaart in transitie een bedrag van € 25,7 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2023 opgenomen.

    • Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 8,25 miljoen betrekking op een subsidie aan Koninklijke NLR (Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum) ten behoeve van ondersteunend onderzoek.

    • Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 5,25 miljoen betrekking op een subsidie aan TU Delft ten behoeve van ondersteunend onderzoek.

    • Het doel van het project Ondersteunend Onderzoek is het verder uitbouwen van de kennispositie in Nederland ook na 2030 door kennisopbouw en het versterken van de R&D infrastructuur. Deze activiteiten zijn ter ondersteuning van de activiteiten binnen het project Luchtvaart in Transitie. De kennisopbouw richt zich op nieuwe aandrijflijnen, elektrisch-thermische huishouding, nieuwe ontwerpconcepten en materialen, ultra efficiënte structurele componenten en kosten effectieve fabricagetechnologieën voor nieuwe vliegtuigconfiguraties na 2030.

  • is in de regel overige subsidies een bedrag van €1,8 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2023 opgenomen.

    • Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste €50.000 betrekking op de verlening van een subsidie aan de Stichting Leefbaarheid Luchthaven Eindhoven. De subsidie is bedoeld als financiële ondersteuning van milieu gerelateerde activiteiten ter bevordering van de leefbaarheid in de omgeving van de luchthaven Eindhoven.

    • Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste €50.000 betrekking op de verlening van een subsidie aan de stichting AviAssist voor het verbeteren van de luchtvaartveiligheid Zuidoost Afrika. IenW heeft het initiatief genomen om te zorgen dat in die regio kennis over luchtvaartveiligheid wordt gedeeld, maar vooral goed gebruikt. Hiermee wordt invulling gegeven aan de doelstellingen ten aanzien van luchtvaartveiligheid zoals neergelegd in het State Safety Programme.

  • is in regel subsidies omploegen graan een bedrag van € 1,6 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2023 opgenomen. Eén van de sporen in de aanpak om het risico van vogelaanvaringen op Schiphol te reduceren is het beperken van voedselaanbod in de omgeving van de luchthaven. De afgelopen jaren was er een subsidieregeling voor het bijdragen aan het versneld onderwerken van de graanresten na de oogst in een deel van de Haarlemmermeerpolder. Er is besloten de nieuwe regeling met 2 jaar te verlengen t/m 2024. Agrarische ondernemers kunnen op vrijwillige basis deelnemen, met de deelnemers worden overeenkomsten gesloten.

  • is in regel subsidies tarieven Bonaire een bedrag van €0,42 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2023 opgenomen.

    • Dit bedrag heeft betrekking op een subsidie aan DC-ANSP van maximaal € 0,42 miljoen (exclusief eventuele koersverschillen, omdat de subsidie in US dollars wordt uitgekeerd) ten behoeve het verlagen van luchtverkeersdienstverleningstarieven. Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen, zal IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) dekken via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap.

Bovenstaande begrotingsvermeldingen voor de Koninklijke NLR (Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum), TU Delft, de Stichting Leefbaarheid Eindhoven, de Stichting AviAssist en DC-ANSP vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverleningen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van luchtvaart in 2023 met € 1,2 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2026 met € 1,3 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties.

2023:

  • Diverse overboekingen vanuit opdrachten naar bijdragen aan agentschappen (€ 0,8 miljoen) voor opdrachten die worden uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Rijkswaterstaat (RWS) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

2023 t/m 2026:

  • Een overboeking vanuit opdrachten naar bijdragen aan agentschappen voor opdrachten die door RWS worden uitgevoerd in het kader van het afhandelen schade Schiphol (€ 0,4 miljoen per jaar).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid art. 18 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

115.127

0

115.127

90.642

205.769

‒ 54.439

‒ 40.568

‒ 25.379

‒ 34.602

          

Uitgaven

130.251

0

130.251

‒ 34.935

95.316

48.826

30.571

‒ 1.402

‒ 34.389

          

1 Scheepvaart en Havens

130.251

0

130.251

‒ 34.935

95.316

48.826

30.571

‒ 1.402

‒ 34.389

Opdrachten

28.195

0

28.195

3.031

31.226

3.055

1.733

1.291

3.194

Caribisch Nederland

100

0

100

0

100

0

0

0

0

Topsector logistiek

9.096

0

9.096

2.216

11.312

0

0

0

0

NGF Project - Digitale Infrastructuur Logistiek

13.868

0

13.868

‒ 919

12.949

1.562

‒ 260

‒ 1.202

846

Overige opdrachten

5.131

0

5.131

1.734

6.865

1.493

1.993

2.493

2.348

Subsidies

94.910

0

94.910

‒ 39.274

55.636

45.704

28.771

‒ 2.760

‒ 37.650

NGF Project - Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch

15.600

0

15.600

0

15.600

0

0

0

0

Innovatieve Duurzame Binnenvaart

13.330

0

13.330

7.646

20.976

0

0

0

0

Walstroom

62.900

0

62.900

‒ 46.920

15.980

45.704

28.771

‒ 2.760

‒ 37.650

Topsector Logistiek

3.000

0

3.000

0

3.000

0

0

0

0

Overige Subsidies

80

0

80

0

80

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

2.465

0

2.465

1.241

3.706

0

0

0

0

Waarvan Bijdragen aan agentschap RWS

2.465

0

2.465

330

2.795

0

0

0

0

Overige Bijdragen aan agentschappen

0

0

0

911

911

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

3.000

0

3.000

0

3.000

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

1.581

0

1.581

60

1.641

60

60

60

60

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

100

0

100

7

107

7

7

7

7

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 18 is in 2023 met € 90,6 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 155,0 verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2023 t/m 2024:

  • Een (eerdere) verplichtingenschuif vanuit 2023 en 2024 naar 2022 van totaal € 25,6 miljoen voor het NGF Project Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch (ZES), zodat de meerjarige verplichting reeds in 2022 kon worden aangegaan.

2023 t/m 2026:

  • Een (eerdere) verplichtingenschuif vanuit latere jaren naar 2022 van totaal € 50,2 miljoen voor het NGF-project Digitale infrastructuur en Logistiek (DIL), zodat de meerjarige verplichting reeds in 2022 kon worden aangegaan.

2023 en verder:

  • Voor de tijdelijke subsidie Walstroom Zeeschepen wordt € 103,1 miljoen verplichtingenbudget naar 2023 geschoven vanuit latere jaren, zodat de meerjarige reeks in 2023 kan worden verplicht.

Het resterende bedrag wordt verklaard door diverse kleine mutaties en de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Scheepvaart en havens

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van scheepvaart en havens in 2023 met € 3,0 miljoen verhoogd en in de periode 2024 t/m 2027 met € 9,3 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Verschillende overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds (€ 4,3 miljoen):

    • De middelen voor de Topsector Logistiek staan gereserveerd op het Mobiliteitsfond en worden overgeboekt naar de beleidsbegroting waar de uitgaven worden gedaan en verantwoord (€ 2,2 miljoen).

    • € 1,3 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor het project Digitale Transport Strategie (DTS). De middelen voor DTS zijn gereserveerd op het Mobiliteitsfonds. De uitvoering en realisatie vindt plaats op de beleidsbegroting. Met deze overboeking worden de middelen voor een deelaanbesting toegevoegd aan artikel 18.

    • € 0,9 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor extra benodigde middelen voor opdrachten die gerelateerd zijn aan het Mobiliteitsfonds maar op Hoofdstuk XII worden uitgevoerd. Deels worden deze opdrachten uitgevoerd door RWS. Hiervoor worden middelen beschikbaar gesteld vanuit de budgetten op artikel 15 Vaarwegen op het Mobiliteitsfonds.

  • Daarnaast neemt het opdrachtenbudget met € 1,0 miljoen af vanwege een overboeking van middelen naar het ministerie van EZK. Het gaat om een bijdrage vanuit het ministerie van IenW aan de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en het Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN) voor de inzet ten behoeve van de validatietechnieken zeevaart voortvloeiend uit afspraken in de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens.

2023 en verder:

  • Het opdrachtenbudget wordt opgehoogd met cumulatief € 11,0 miljoen in 2023 t/m 2027 en daarna € 5,0 miljoen structureel om zo de budgetten van Maritieme Zaken toekomstbestendiger te maken. Deze middelen zullen worden ingezet voor duurzame scheepvaart, maritieme veiligheid en security, goederenvervoer, en digitalisering en het kunnen voldoen aan (Europeese) wettelijke verplichtingen en ambities.

2027 en verder:

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (€ 1,6 miljoen in 2027 en € 0,6 miljoen structureel).

Subsidies

Het kasbudget voor subsidies is in 2023 met € 39,3 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 ‒ 2027 met € 34,1 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende mutaties:

2023:

  • Vanuit de Aanvullende Post bij het minsterie van Financïen worden stikstofmiddelen toegevoegd aan het subsidiebudget voor de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen (€ 8 miljoen).

2023 t/m 2026:

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 12,2 miljoen in 2023 t/m 2026).

2023 en verder:

  • Een kasschuif voor de Tijdelijke subsidieregeling Walstroom Zeeschepen waarbij cumulatief ‒ € 81,2 miljoen vanuit de jaren 2023 en 2027 wordt verschoven naar de jaren 2024 t/m 2026. Deze kasschuif wordt gefaciliteerd via het generale beeld en zorgt ervoor dat de budgetten in het juiste ritme komen te staan.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.7 Artikel 19 Internationaal Beeld

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid art.19 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

10.955

0

10.955

147

11.102

‒ 1.218

‒ 1.358

‒ 1.187

‒ 1.267

          

Uitgaven

11.377

0

11.377

‒ 51

11.326

‒ 1.218

‒ 1.358

‒ 1.187

‒ 1.267

          

2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking

11.377

0

11.377

‒ 51

11.326

‒ 1.218

‒ 1.358

‒ 1.187

‒ 1.267

Opdrachten

4.613

0

4.613

‒ 961

3.652

‒ 1.330

‒ 1.470

‒ 1.299

‒ 1.379

Uitvoering Intereg

543

0

543

0

543

0

61

61

61

Uitvoering HGIS

1.408

0

1.408

‒ 415

993

‒ 50

‒ 50

‒ 50

‒ 50

Uitvoering niet-HGIS

814

0

814

354

1.168

‒ 180

‒ 180

‒ 170

‒ 170

Overige opdrachten

1.848

0

1.848

‒ 900

948

‒ 1.100

‒ 1.301

‒ 1.140

‒ 1.220

Subsidies

1.692

0

1.692

0

1.692

0

0

0

0

Interreg

1.622

0

1.622

0

1.622

0

0

0

0

Overige subsidies

70

0

70

0

70

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

2.278

0

2.278

493

2.771

112

112

112

112

Waarvan Bijdragen aan RIVM

0

0

0

135

135

0

0

0

0

Waarvan Bijdragen aan RWS

398

0

398

246

644

0

0

0

0

Waarvan Bijdragen aan RVO

1.880

0

1.880

112

1.992

112

112

112

112

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

2.394

0

2.394

417

2.811

0

0

0

0

Waarvan bijdragen HGIS

2.194

0

2.194

417

2.611

0

0

0

0

Waarvan bijdragen niet-HGIS

200

0

200

0

200

0

0

0

0

Bekostiging

400

0

400

0

400

0

0

0

0

Bekostiging GCA

400

0

400

0

400

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

312

312

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 19 met € 0,1 miljoen verhoogd in 2023 en cumulatief voor de periode 2024 t/m 2027 met € 5,0 miljoen wat met name wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutatie.

2. Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

Opdrachten

2023 t/m 2027:

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (waarvan cumulatief € 4,9 miljoen in 2023 t/m 2027).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid art. 20 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

52.142

0

52.142

10.818

62.960

10.000

10.000

0

0

          

Uitgaven

54.838

0

54.838

1.379

56.217

9.992

10.000

0

0

          

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

54.838

0

54.838

1.379

56.217

9.992

10.000

0

0

Opdrachten

5.566

0

5.566

4.451

10.017

‒ 8

0

0

0

Waarvan RIVM

0

0

0

5.380

5.380

1.547

1.547

1.547

1.547

Waarvan uitvoering geluid- en luchtsanering

5.566

0

5.566

‒ 1.402

4.164

‒ 1.555

‒ 1.547

‒ 1.547

‒ 1.547

Overige opdrachten

0

0

0

473

473

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

11.143

0

11.143

4.517

15.660

0

0

0

0

Waarvan Bijdragen aan RWS

1.647

0

1.647

763

2.410

0

0

0

0

Waarvan Bijdragen aan RIVM

9.486

0

9.486

3.535

13.021

0

0

0

0

Bijdragen aan overige agentschappen (RVO en KNMI)

10

0

10

219

229

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

37.666

0

37.666

‒ 7.589

30.077

10.000

10.000

0

0

Programma NSL en SLA

10.000

0

10.000

‒ 2.719

7.281

10.000

10.000

0

0

Uitvoering geluidsanering

27.666

0

27.666

‒ 4.870

22.796

0

0

0

0

Bekostiging

463

0

463

0

463

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

400

400

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 20 met € 10,8 miljoen opgehoogd in 2023 en cumulatief 20,0 miljoen in de periode 2024 t/m 2027. Dit komt met name door de volgende mutaties:

2023:

  • Een ophoging van het verplichtingenbudget van € 9,4 miljoen ten behoeve van de meerjarige opdracht inzake de uitvoeringskosten van de subsidieregeling Sanering verkeerslawaai. Als gevolg van de vertraging van de Omgevingswet is de voorziene meerjarige opdracht in 2022 uitgesteld. Daarnaast is het aanbestedingstraject rondom de uitvoeringskosten onder de Wet geluidshinder vertraagd. Voor de vastlegging van deze opdrachten is aanvullend verplichtingenbudget nodig in 2023.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget op dit financieel instrument voor het jaar 2023 met € 4,5 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Een budgetoverheveling van het Mobiliteitsfonds naar artikel 20 van € 1,8 miljoen ten behoeve van de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord (SLA) in 2023.

  • Twee herschikkingen binnen artikel 20 van cumulatief € 3,8 miljoen in 2023 ten behoeve van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden in het kader van een duurzame en gezonde leefomgeving.

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling met € 0,9 miljoen.

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget op dit financieel instrument voor het jaar 2023 met € 4,5 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

2023:

  • Twee herschikkingen binnen artikel 20 van cumulatief € 3,5 miljoen ten behoeve van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden in het kader van een duurzame en gezonde leefomgeving.

  • Een herschikking binnen artikel 20 van € 0,8 miljoen ten behoeve van de door RWS uit te voeren werkzaamheden in 2023 inzake de leefomgevingprogramma's Geluid en Schone Lucht Akkoord.

  • Een herschikking binnen artikel 20 van € 0,2 miljoen ten behoeve van de door RVO uit te voeren werkzaamheden in het kader van de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord (SPUK-SLA).

Bijdragen aan medeoverheden

Per saldo is het kasbudget op dit financieel instrument voor het jaar 2023 met € 7,6 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 20,0 miljoen. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

2023:

  • Verschillende herschikkingen binnen artikel 20 van cumulatief € 7,4 miljoen ten behoeve van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden in het kader van een duurzame en gezonde leefomgeving.

  • Een herschikking binnen artikel 20 van € 0,2 miljoen ten behoeve van de door RVO uit te voeren werkzaamheden in het kader van de SPUK-SLA.

2024 t/m 2025:

  • Ten behoeve van het verbeteren van de luchtkwaliteit in Nederland wordt voor twee keer € 10,0 miljoen bijgedragen voor de jaren 2024 en 2025 uit de IenW-brede middelen ten behoeve van het voortzetten van het uitvoerings- en stimuleringsprogramma SLA en de bijbehorende wettelijke instrumentaria.

Bekostiging

Jaarlijks bekostigt het Ministerie van IenW een deel van het milieuonderzoeksprogramma van TNO. In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 0,387 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2023 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie voor het Milieuonderzoeksprogramma aan TNO.

Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.9 Artikel 21 Duurzaamheid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid art. 21 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

74.209

0

74.209

‒ 4.900

69.309

‒ 6.316

‒ 1.776

‒ 861

‒ 884

          

Uitgaven

71.886

0

71.886

‒ 8.998

62.888

‒ 4.186

962

2.639

616

          

4 Duurzaamheidsinstrumentarium

859

0

859

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

859

0

859

0

0

0

0

0

0

          

5 Duurzame productieketens

65.111

0

65.111

‒ 5.829

60.141

‒ 109

1.997

2.466

443

Opdrachten

20.605

0

20.605

‒ 1.126

20.338

‒ 2.352

‒ 2.621

‒ 2.777

‒ 2.800

Uitvoering duurzame productieketens

14.650

0

14.650

‒ 2.929

12.580

‒ 4.020

‒ 4.289

‒ 4.445

‒ 4.468

Waarvan RWS

5.054

0

5.054

1.095

6.149

1.095

1.095

1.095

1.095

Overige opdrachten

901

0

901

708

1.609

573

573

573

573

Subsidies

22.162

0

22.162

‒ 7.186

14.976

450

1.450

3.450

1.450

Subsidies duurzame productieketens

22.162

0

22.162

‒ 7.186

14.976

450

1.450

3.450

1.450

Bijdragen aan agentschappen

20.512

0

20.512

3.808

24.320

1.743

1.743

1.743

1.743

Waarvan Bijdragen aan RWS

10.585

0

10.585

1.077

11.662

1.077

1.077

1.077

1.077

Waarvan Bijdragen aan RVO

9.114

0

9.114

2.251

11.365

251

251

251

251

Overige bijdragen aan agentschappen

813

0

813

480

1.293

415

415

415

415

Bijdragen aan medeoverheden

1.375

0

1.375

‒ 1.375

0

0

1.375

0

0

Waarvan Bijdragen aan Caribisch Nederland

1.375

0

1.375

‒ 1.375

0

0

1.375

0

0

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

50

50

50

50

50

50

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

457

0

457

0

457

0

0

0

0

          

6 Natuurlijk kapitaal

5.916

0

5.916

‒ 3.169

2.747

‒ 4.077

‒ 1.035

173

173

Opdrachten

5.457

0

5.457

‒ 3.324

2.133

‒ 4.232

‒ 1.190

18

18

Uitvoering Natuurlijk kapitaal

5.261

0

5.261

‒ 3.552

1.709

‒ 4.460

‒ 1.418

‒ 210

‒ 210

Overige opdrachten

196

0

196

228

424

228

228

228

228

Bijdragen aan agentschappen

459

0

459

155

614

155

155

155

155

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 21 is in 2023 met € 4,9 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 9,8 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2023 t/m 2025:

  • Een (eerdere) verplichtingenschuif van cumulatief € 3,8 miljoen vanuit 2023 t/m 2025 naar 2022 voor het meerjarig vastleggen van de begrotingssubsidie voor Milieu Centraal.

Het resterend bedrag worden verklaard door diverse kleine mutaties en de hieronder toegelichte kasmutaties.

Uitgaven

5 Duurzame productieketens

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is in 2023 met € 1,1 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 10,6 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2023 en verder:

  • Een herschikking binnen artikel 21 van structureel € 2,2 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2023. De opdrachtverlening aan RWS betreft meerdere dossiers op het gebied van Circulaire Economie. Het voor die onderwerpen geraamd budget wordt overgeboekt naar bijdragen aan agentschap RWS.

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 4,8 miljoen in 2023 t/m 2027).

Subsidies

Het subsidiebudget is in 2023 met € 7,2 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 6,8 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2023 en verder:

  • Er wordt € 7,0 miljoen vanuit 2023 naar latere jaren geschoven ten laste van het generale beeld, zodat de Coalitie Akkoord-middelen voor de circulaire doorbraak ketenprojecten aansluiten op de afgegeven prognose van de RVO.

In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel zijn de volgende subsidieverplichtingen opgenomen:

2023:

  • Een bedrag van maximaal € 1,2 miljoen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Milieu Centraal voor nadere focusactiviteiten gericht op consumentenvoorlichting, zoals project- en/of campagnematige activiteiten gefocust op een beperkt aantal duurzaamheidsthema’s. Deze thema's betreffen onder andere de week zonder afval, duurzaam schoonmaken, elektrisch vervoer, asbestdaken en andere toepassingen. In de ontwerpbegroting 2023 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 0,7 miljoen. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting 2023 opgehoogd tot € 1,2 miljoen.

2023 t/m 2024:

  • Een bedrag van maximaal € 0,06 miljoen per jaar voor de jaren 2023 en 2024. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan Stichting Springtij Festival Terschelling voor de organisatie van het Springtij Forum 2023 en 2024. In de ontwerpbegroting 2023 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 0,03 miljoen per jaar. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting 2023 opgehoogd tot € 0,06 miljoen.

2023 t/m 2025:

  • Een bedrag van maximaal € 1,6 miljoen per jaar voor de jaren 2023 tot en met 2025. Deze bedragen hebben betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan Milieu Centraal voor het uitvoeren van de basisactiviteiten gericht op de kerntaak van consumentenvoorlichting. het betreft een onafhankelijke vraagbaak voor consumenten en media op verschillende duurzaamheidsthema’s, zoals milieukeurmerken, plaagdierbestrijding, minder afval, microplastics en duurzaam vervoer. In de ontwerpbegroting 2023 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 1,0 miljoen. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting 2023 opgehoogd tot € 1,6 miljoen.

  • Een bedrag van maximaal € 0,067 miljoen voor de jaren 2023 tot en met 2025. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor ondersteuning van een betere infrastructuur voor repair aan Stichting Repair Café.

Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Bijdrage aan agentschappen

Het uitgavenbudget voor bijdrage aan agentschappen is in 2023 met € 3,8 miljoen toegenomen en cumulatief met € 7,0 miljoen in de periode 2024 ‒ 2027. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2023:

  • De verhoging van de Milieu-inversteringsaftrek (MIA) vanuit het generale beeld met € 2,0 miljoen waarvoor extra uitvoeringskosten gedekt moeten worden.

2023 en verder:

  • Een herschikking binnen artikel 21 van structureel € 1,1 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2023. De opdrachtverlening aan RWS betreft meerdere dossiers op het gebied van Circulaire Economie. Het voor die onderwerpen geraamd budget wordt overgeboekt naar bijdragen aan agentschap RWS.

6 Natuurlijk kapitaal

Opdrachten

Het opdrachtenbudget op artikel 21 voor natuurlijk kapitaal is in 2023 met € 3,3 miljoen verlaagd en cumulatief met € 5,4 miljoen in de periode 2024 t/m 2027. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2023 t/m 2024:

  • In het kader van de klimaatenveloppe heeft het kabinet middelen beschikbaar gesteld voor circulaire maatregelen in de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) waarmee CO2-reductie kan worden gerealiseerd. Op basis van een uitgevoerde evaluatie ten behoeve van de opdrachtverlening voor 2022-2024 ontvangt RWS nu de opdracht en benodigde middelen van € 3,0 miljoen voor 2023 en 2024 voor het vervolg van de klimaatenveloppe.

2023 t/m 2025:

  • Een budgetoverheveling van artikel 21 naar het Mobiliteitsfonds van € 0,3 miljoen voor 2023, € 1,3 miljoen voor 2024 en € 1,2 miljoen voor 2025 voor RWS voor de toepassing van recyclaat in bouwmaterialen, hergebruik van liggers en uitvoeringskosten voor 2023-2025. Bij de vorming van het kabinet-Rutte-IV zijn middelen beschikbaar gesteld voor circulaire maatregelen waarmee hergebruik van recyclaat in bouwmaterialen gestimuleerd wordt.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid art. 22 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

77.333

0

77.333

‒ 801

76.532

‒ 1.927

‒ 1.398

‒ 1.659

‒ 1.937

          

Uitgaven

87.006

0

87.006

‒ 330

86.676

‒ 1.928

‒ 1.398

‒ 1.659

‒ 1.937

          

1 Veiligheid chemische stoffen

20.816

0

20.816

4.675

25.491

3.131

2.981

3.042

3.042

Opdrachten

6.717

0

6.717

1.819

8.536

747

597

659

659

Waarvan RWS

2.006

0

2.006

‒ 165

1.841

‒ 165

‒ 165

‒ 165

‒ 165

Waarvan RIVM

739

0

739

340

1.079

340

340

341

341

Uitvoering veiligheid

1.665

0

1.665

‒ 127

1.538

0

0

0

0

Uitvoering stoffen en M&G

1.007

0

1.007

1.337

2.344

89

‒ 61

0

0

Overige opdrachten

1.300

0

1.300

434

1.734

483

483

483

483

Subsidies

177

0

177

‒ 177

0

‒ 177

‒ 177

‒ 178

‒ 178

Bijdragen aan agentschappen

12.899

0

12.899

2.556

15.455

2.561

2.561

2.561

2.561

Waarvan Bijdragen aan RWS

2.524

0

2.524

201

2.725

201

201

201

201

Waarvan Bijdragen aan RIVM

10.050

0

10.050

2.360

12.410

2.360

2.360

2.360

2.360

Overige bijdragen aan agentschappen

325

0

325

‒ 5

320

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

250

250

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

1.023

0

1.023

227

1.250

0

0

0

0

Waarvan Bijdragen aan CTGB

1.023

0

1.023

227

1.250

0

0

0

0

          

2 Veilige biotechnologie

5.528

0

5.528

665

6.193

470

470

470

470

Opdrachten

1.111

0

1.111

255

1.366

60

60

60

60

Uitvoering veiligheid GGO

1.111

0

1.111

195

1.306

0

0

0

0

Overige opdrachten

0

0

0

60

60

60

60

60

60

Bijdragen aan agentschappen

4.417

0

4.417

410

4.827

410

410

410

410

Waarvan Bijdragen aan COGEM

1.700

0

1.700

0

1.700

0

0

0

0

Waarvan Bijdragen aan RIVM

2.717

0

2.717

410

3.127

410

410

410

410

          

3 Veiligheid bedrijven en transport

60.662

0

60.662

‒ 5.670

54.992

‒ 5.529

‒ 4.849

‒ 5.171

‒ 5.449

Opdrachten

40.412

0

40.412

‒ 15.160

25.252

‒ 6.037

‒ 5.357

‒ 5.679

‒ 5.957

Waarvan RWS

1.054

0

1.054

298

1.352

298

298

298

298

Opdrachten asbest

4.191

0

4.191

‒ 1.245

2.946

‒ 2.562

‒ 2.582

‒ 2.895

‒ 3.037

Programma omgevingsveilig

9.119

0

9.119

‒ 2.864

6.255

‒ 2.047

‒ 1.947

‒ 1.956

‒ 2.092

VTH-stelsel

21.908

0

21.908

‒ 10.094

11.814

‒ 600

0

0

0

Uitvoering Buisleidingen

2.528

0

2.528

‒ 1.278

1.250

‒ 1.278

‒ 1.278

‒ 1.278

‒ 1.278

Uitvoering veiligheid VGS

952

0

952

328

1.280

328

328

328

328

Overige opdrachten

660

0

660

‒ 305

355

‒ 176

‒ 176

‒ 176

‒ 176

Subsidies

10.074

0

10.074

‒ 227

9.847

0

0

0

0

Subsidies inrichtingen & transport

7.001

0

7.001

71

7.072

0

0

0

0

Subsidies asbest

2.500

0

2.500

‒ 2.500

0

0

0

0

0

Subsidies vuurwerk

0

0

0

2.260

2.260

0

0

0

0

Overige subsidies

573

0

573

‒ 58

515

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

5.799

0

5.799

633

6.432

508

508

508

508

Waarvan Bijdragen aan RWS

1.609

0

1.609

2.575

4.184

2.450

2.450

2.450

2.450

Waarvan Bijdragen aan RIVM

3.062

0

3.062

‒ 1.156

1.906

‒ 1.156

‒ 1.156

‒ 1.156

‒ 1.156

Waarvan Bijdragen aan RVO

1.128

0

1.128

‒ 786

342

‒ 786

‒ 786

‒ 786

‒ 786

Bijdragen aan medeoverheden

300

0

300

9.369

9.669

0

0

0

0

Waarvan Bijdragen aan Caribisch Nederland

300

0

300

‒ 125

175

0

0

0

0

Overige bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

9.494

9.494

0

0

0

0

Inkomensoverdrachten

4.077

0

4.077

‒ 285

3.792

0

0

0

0

Inkomensoverdrachten mesothelioom

4.077

0

4.077

‒ 285

3.792

0

0

0

0

          

Ontvangsten

250

0

250

0

250

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Uitgaven

1 Veiligheid chemische stoffen

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van veiligheid chemische stoffen in 2023 met € 2,6 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 10,2 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023 en verder:

  • Een structurele herschikking binnen artikel 22 van € 2,4 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RIVM. De opdrachtverlening aan RIVM betreft de ondersteuning van vervoer gevaarlijke stoffen, veiligheid bedrijven, veiligheid biotechnologie, veiligheid stoffen, gezonde leefomgevingen, onderzoek, beleid en nucleair.

  • Een structurele herschikking binnen artikel 22 van € 0,2 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RWS. De opdrachtverlening aan RWS betreft onder andere de ondersteuning van register externe veiligheid, maatwerkafspraken, basisnet, risicozonering windturbines, omgevingsveiligheid, landelijk asbest volgsysteem, zeer zorgwekkende stoffen, atlas leefomgeving en Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH).

3 Veiligheid bedrijven en transport

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van veiligheid bedrijven en transport in 2023 met € 15,2 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 23,0 miljoen. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

2023:

  • Een herschikking binnen artikel 22 van € 9,5 miljoen van het instrument opdrachten naar het instrument bijdrage aan medeoverheden inzake de specifieke uitkering vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). De specifieke uitkering VTH wordt verantwoord op bijdrage medeoverheden om de uitkering aan decentrale overheden te faciliteren.

2023 t/m 2024:

  • Een overboeking van artikel 22 naar artikel 98 van ‒ € 0,6 miljoen ten behoeve van de personele uitgaven. Dit betreft de inzet voor het Interbestuurlijk Programma (IBP) in kader van het programma VTH. De looptijd van het IBP bedraagt 2 jaar.

2023 en verder:

  • Een structurele herschikking binnen artikel 22 van ‒ € 2,7 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2023 en verder. De opdrachtverlening aan RWS betreft onder andere de ondersteuning van register externe veiligheid, maatwerkafspraken, basisnet, risicozonering windturbines, omgevingsveiligheid, landelijk asbest volgsysteem, zeer zorgwekkende stoffen, atlas, leefomgeving en VTH.

  • Een structurele herschikking binnen artikel 22 van ‒ € 0,7 1,3 miljoen waarbij de meerjarige middelen in lijn worden gebracht met de meerjarige planning voor activiteiten omtrent veiligheid energietransitie en emplacementen en de ontwikkeling van modellen.

  • Een structurele herschikking binnen artikel 22 van ‒ € 0,9 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RIVM voor 2023. De opdrachtverlening aan RIVM betreft de ondersteuning van vervoer gevaarlijke stoffen, veiligheid bedrijven, veiligheid biotechnologie, veiligheid stoffen, gezonde leefomgevingen, onderzoek, beleid en nucleair.

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 7,9 miljoen in 2023 t/m 2027).

Subsidies

2023:

  • Voor de afwikkeling van de Tegemoetkoming Subsidieregeling Vuurwerk Covid-19 zijn bij de 1e suppletoire begroting generale middelen toegevoegd aan het subsidiebudget (€ 2,3 miljoen).

Bijdragen aan medeoverheden

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan medeoverheden op het gebied van veiligheid bedrijven en transport in 2023 met € 9,4 miljoen toegenomen. Dit komt door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Een herschikking binnen artikel 22 van € 9,5 miljoen van het instrument opdrachten naar het instrument bijdrage aan medeoverheden inzake de specifieke uitkering VTH. De specifieke uitkering VTH wordt verantwoord op bijdrage medeoverheden om de uitkering aan decentrale overheden te faciliteren.

  • Een herschikking binnen artikel 22 van ‒ € 0,1 miljoen ten behoeve van de door RWS uit te voeren werkzaamheden in 2023 voor projecten op Caribische Nederland.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

70.402

0

70.402

1.123

71.525

1.400

1.610

2.070

2.070

          

Uitgaven

69.462

0

69.462

992

70.454

1.400

1.610

2.070

2.070

          

1 Meteorologie en seismologie

47.575

0

47.575

992

48.567

1.400

1.610

2.070

2.070

Bijdragen aan agentschappen

43.485

0

43.485

992

44.477

1.400

1.610

2.070

2.070

Waarvan Bijdragen aan agentschap KNMI

43.485

0

43.485

992

44.477

1.400

1.610

2.070

2.070

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

4.090

0

4.090

0

4.090

0

0

0

0

Contributie ECMWF (HGIS)

3.150

0

3.150

0

3.150

0

0

0

0

Overige Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

940

0

940

0

940

0

0

0

0

          

2 Aardobservatie

21.887

0

21.887

0

21.887

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

21.887

0

21.887

0

21.887

0

0

0

0

Waarvan Bijdragen aan KNMI

21.887

0

21.887

0

21.887

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 23 is in 2023 met € 1,1 miljoen opgehoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 7,2 miljoen. Dit wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutatie.

Uitgaven

1 Meteorologie en seismologie

Bijdrage aan agenschappen

Per saldo is het kasbudget in 2023 met € 1,0 miljoen opgehoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 7,2 miljoen. Dit komt met name door een ophoging van cumulatief € 8,0 miljoen in 2023 t/m 2027 voor het versterken van de life cycle management en vergroting leveringszekerheid Informatiehuishouding.

3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid art. 24 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

203.598

0

203.598

‒ 15.289

188.309

‒ 15.787

‒ 15.848

‒ 15.971

‒ 17.927

          

Uitgaven

203.598

0

203.598

‒ 15.289

188.309

‒ 15.787

‒ 15.848

‒ 15.971

‒ 17.927

          

1 Personele uitgaven

170.735

0

170.735

2.598

173.333

1.819

1.818

1.815

‒ 141

Waarvan eigen personeel

149.455

0

149.455

1.632

151.087

1.819

1.818

1.815

‒ 141

Waarvan inhuur externen

20.755

0

20.755

966

21.721

0

0

0

0

Waarvan overige personele uitgaven

525

0

525

0

525

0

0

0

0

          

2 Materiële uitgaven

32.863

0

32.863

‒ 17.887

14.976

‒ 17.606

‒ 17.666

‒ 17.786

‒ 17.786

Waarvan ICT

2.679

0

2.679

‒ 35

2.644

0

0

0

0

Waarvan bijdragen SSO's

12.652

0

12.652

‒ 10.350

2.302

‒ 10.350

‒ 10.350

‒ 10.350

‒ 10.350

Waarvan overige materiële uitgaven

17.532

0

17.532

‒ 7.502

10.030

‒ 7.256

‒ 7.316

‒ 7.436

‒ 7.436

          

Ontvangsten

24.700

0

24.700

0

24.700

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 24 is per saldo met € 15,3 miljoen verlaagd in 2023. De verplichtingenmutaties zijn volledig gerelateerd aan de hieronder toegelichte kasmutaties.

Uitgaven

1 Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven is verhoogd met € 2,6 miljoen en cumulatief met € 5,3 miljoen in de periode 2024 t/m 2027. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023:

  • Een bijdrage aan ILT van € 0,6 miljoen voor het invullen van arbeidplaatsen van de banenafspraak. Dit betreft een afspraak tussen het kabinet en werkgevers om te zorgen voor extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking.

2023 t/m 2026:

  • Dit betreft een budgetoverheveling van € 1,7 miljoen in 2023 en € 1,9 miljoen in 2024 t/m 2026 voor de uitbreiding van de capaciteit voor Toezicht Bodem en Versterking Stelsel Kwaliteit Bodembeheer (Kwalibo).

2. Materiële uitgaven

Het budget voor personele uitgaven is verlaagd met € 17,9 miljoen en cumulatief met € 70,8 miljoen in de periode 2024 t/m 2027. Dit komt met name door de een structurele budgetoverheveling van € 17,8 miljoen voor de jaarlijkse bijdrage voor bedrijfsvoering voor de dienstverleningsovereenkomst verrekend tussen ILT en de ICT en Human Resources directies van het ministerie van IenW.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid art. 25 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

991.492

0

991.492

3

991.495

0

0

0

0

          

Uitgaven

991.493

0

991.493

13.747

1.005.240

0

0

0

0

          

1 Brede doeluitkering

991.493

0

991.493

13.747

1.005.240

0

0

0

0

Brede doeluitkering

991.493

0

991.493

13.747

1.005.240

0

0

0

0

Bijdrage BDU

991.493

0

991.493

13.747

1.005.240

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Uitgaven

1. Brede doeluitkering

Brede doeluitkering

Het budget wordt per saldo met € 13,7 miljoen verhoogd in 2023. Dit wordt veroorzaakt door enkele overboekingen ter dekking van de BDU-beschikking 2023 voor Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA) vanuit artikel 11, 12, en 13 van het Mobiliteitsfonds en artikel 14 op Hoofdstuk XII (totaal € 14,6 miljoen). Dit bedrag is inclusief een afdracht die gemaakt moet worden aan het BTW-compensatiefonds, welke vervolgens gelijk is afgedragen vanuit dit artikel (- € 0,9 miljoen).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid art. 26 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

10.064.928

0

10.064.928

‒ 158.870

9.906.058

‒ 293.211

‒ 140.646

860.763

1.169.082

          

Uitgaven

10.160.555

0

10.160.555

‒ 254.137

9.906.418

‒ 223.025

52.687

1.132.521

863.584

          

1 Bijdragen aan het Mobiliteitsfonds

8.416.715

0

8.416.715

‒ 118.934

8.297.781

‒ 41.458

‒ 17.158

668.433

652.762

          

2 Bijdragen aan het Deltafonds

1.743.840

0

1.743.840

‒ 135.203

1.608.637

‒ 181.567

69.845

464.088

210.822

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 1e suppletoire begroting in 2023 per saldo met € 158,9 miljoen verlaagd en cumulatief voor de periode 2024 t/m 2027 met € 1.596,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Daarnaast vindt er een technische correctie plaats om de verplichtingen gelijk te trekken aan het uitgavenbudget (cumulatief ‒ € 136,9 miljoen in de periode 2023 t/m 2027).

Uitgaven

1. Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds

Per saldo is de bijdrage aan het Mobiliteitsfonds in 2023 met € 118,9 miljoen afgenomen en in de periode 2024 t/m 2027 cumulatief met € 1.262,6 miljoen toegenomen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023 t/m 2026:

  • De prijsbijstelling op de middelen van de Aanvullende Post (cumulatief € 69,1 miljoen in 2023 t/m 2026).

2025 en verder:

  • Een overboeking van de Coalitie Akkoord middelen Rutte IV voor de Tolvrije Westerscheldetunnel vanuit de Aanvullende Post (cumulatief € 84,0 miljoen in 2025 t/m 2027).

2023 en verder:

  • De nacalculatie op de prijsbijstelling van 2022 (cumulatief € 329,7 miljoen in 2023 t/m 2027 en € 64,5 miljoen structureel).

  • Bij deze eerste suppletoire begroting wordt invulling gegeven aan de taakstelling ten behoeve van de rijksbrede opgave. Het aandeel van IenW bedraagt in 2023 € 136 oplopend naar € 191 miljoen per jaar met structurele doorwerking vanaf 2028. Verdeeld over de drie begrotingen gaat het om € 149 miljoen per jaar voor het Mobiliteitsfonds, € 24 miljoen per jaar voor het Deltafonds en € 18 miljoen per jaar voor Hoofdstuk XII. De taakstelling ten laste van het Mobiliteitsfonds bedraagt t/m 2037 ruim € 2.137 miljoen.

2026 en verder:

  • Toevoeging van de Coalitie Akkoord middelen Rutte IV voor instanthouding (waarvan € 707,6 in 2023 en 699,1 miljoen in 2027).

Het resterende bedrag wordt met name verklaard door diverse overboekingen tussen Hoofdstuk XII en het Mobiliteitsfonds en overboekingen vanuit andere ministeries.

Voor meer details wordt verwezen naar de 1e suppleotire begroting van het Mobiliteitsfonds.

2. Bijdrage aan het Deltafonds

Per saldo is de bijdrage aan het Deltafonds in 2023 met €135,2 miljoen verlaagd en in de periode 2024 t/m 2027 cumulatief met € 563,2 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2023 t/m 2025:

  • De prijsbijstelling op de middelen van de Aanvullende Post (cumulatief € 2,7 miljoen in 2023 t/m 2025).

2023 t/m 2026:

  • Een kasschuif van € 133,3 miljoen in 2023 en € 180,1 miljoen in 2024 naar 2025 en 2026 ten laste van het generale beeld.

2023 en verder:

  • De nacalculatie op de prijsbijstelling van 2022 (cumulatief € 55,4 miljoen in 2023 t/m 2027 en € 9,1 miljoen structureel).

  • Bij deze Eerste suppletoire begroting wordt invulling gegeven aan de taakstelling ten behoeve van de rijksbrede opgave. Het aandeel van IenW bedraagt in 2023 € 136 oplopend naar € 191 miljoen per jaar met structurele doorwerking vanaf 2028. Verdeeld over de drie begrotingen gaat het om € 149 miljoen per jaar voor het Mobiliteitsfonds, € 24 miljoen per jaar voor het Deltafonds en € 18 miljoen per jaar voor Hoofdstuk XII. De taakstelling ten laste van het Deltafonds bedraagt t/m 2037 € 355 miljoen.

2026 en verder:

  • Toevoeging van de Coalitie Akkoord middelen Rutte IV voor instanthouding (waarvan € 224,9 in 2023 en 223,0 miljoen in 2027).

Het resterende bedrag wordt met name verklaard door diverse overboekingen tussen Hoofdstuk XII en het Deltafonds en overboekingen vanuit andere ministeries.

Voor meer detail wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement

Tabel 22 Budgettaire tabel artikel 97 Algemeen Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

41.543

0

41.543

‒ 683

40.860

‒ 672

‒ 669

‒ 673

‒ 853

          

Uitgaven

50.988

0

50.988

2.854

53.842

‒ 679

‒ 669

‒ 673

‒ 853

          

1 Algemeen departement

50.988

0

50.988

‒ 1.582

49.406

‒ 679

‒ 669

‒ 673

‒ 853

Opdrachten

38.289

0

38.289

‒ 1.195

37.094

‒ 659

‒ 649

‒ 653

‒ 829

van A naar Beter

1.903

0

1.903

‒ 178

1.725

‒ 178

‒ 178

‒ 178

‒ 178

Ext. juridische adv.

1.731

0

1.731

125

1.856

116

115

115

‒ 36

Onderzoeken PBL

2.811

0

2.811

0

2.811

0

0

0

0

Onderzoeken ANVS

3.839

0

3.839

‒ 67

3.772

‒ 7

0

0

0

DCC

8.570

0

8.570

400

8.970

0

0

0

0

Regeringsvliegtuig

13.973

0

13.973

‒ 202

13.771

‒ 185

‒ 181

‒ 183

‒ 197

Overige opdrachten

5.462

0

5.462

‒ 1.273

4.189

‒ 405

‒ 405

‒ 407

‒ 418

Subsidies

377

0

377

‒ 377

0

‒ 7

‒ 7

‒ 7

‒ 10

Bijdragen aan agentschappen

12.322

0

12.322

‒ 10

12.312

‒ 13

‒ 13

‒ 13

‒ 14

Waarvan Bijdragen aan agentschap RWS

3.174

0

3.174

‒ 10

3.164

‒ 13

‒ 13

‒ 13

 

Waarvan Bijdragen aan agentschap KNMI

227

0

227

0

227

0

0

0

‒ 14

Dienstverlening RIVM

8.921

0

8.921

0

8.921

0

0

0

0

         

0

3 COVID-19 Testen reizen

0

0

0

4.436

4.436

0

0

0

0

Opdrachten COVID-19

0

0

0

4.436

4.436

0

0

0

0

          

Ontvangsten

1.101

0

1.101

400

1.501

0

0

0

0

          

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Uitgaven

1 Algemeen Departement

2023/2027:

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling. Dit is verdeeld over het opdrachten-, subsidie- en bijdragen aan agentschappenbudget (cumulatief € 2,2 miljoen in 2023 t/m 2027).

3 Covid19 Testen reizen

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het COVID-19 testen reizen in 2023 met € 4,4 miljoen verhoogd. Dit komt door de toegenomen uitgaven 2023 betreffen de generaal ontvangen middelen voor de COVID-directie om aan overlopende opdrachten te kunnen voldoen.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

4.2 Artikel 98 Apparaatuitgaven Kerndepartement

Tabel 23 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

401.985

0

401.985

30.112

432.097

43.321

38.801

38.104

47.985

          

Uitgaven

407.254

0

407.254

30.636

437.890

50.728

43.380

41.457

51.738

          

1 Personele uitgaven

294.588

0

294.588

23.009

317.597

22.146

21.190

21.951

18.970

Waarvan eigen personeel

260.851

0

260.851

13.721

274.572

18.598

20.911

21.692

17.964

Waarvan inhuur externen

27.897

0

27.897

11.135

39.032

5.317

2.045

2.045

2.800

Waarvan overige personele uitgaven

5.840

0

5.840

‒ 1.847

3.993

‒ 1.766

‒ 1.786

‒ 1.794

0

          

2 Materiële uitgaven

112.666

0

112.666

7.627

120.293

28.582

22.190

19.506

32.768

Waarvan ICT

37.028

0

37.028

‒ 3.622

33.406

17.237

10.543

7.136

16.829

Waarvan bijdrage SSO's

35.775

0

35.775

17.431

53.206

18.341

18.425

18.972

17.849

Waarvan overige materiële uitgaven

39.863

0

39.863

‒ 6.182

33.681

‒ 6.996

‒ 6.778

‒ 6.602

‒ 1.910

          

Ontvangsten

5.841

0

5.841

2.612

8.453

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 98 is in 2023 met € 30,1 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 168,2 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

De onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil is voornamelijk het gevolg van (eerdere) verplichtingenschuiven van en naar 2022 en 2023 ten behoeve van het aangaan van inhuurcontracten.

Uitgaven

98.01 Personele uitgaven

Per saldo is het kasbudget voor personele uitgaven in 2023 met € 23,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 84,3 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

De hogere uitgaven voor eigen personeel is met name het gevolg van:

2023:

  • Door het lastig in kunnen vullen van vacatures wordt er meer inhuur ingezet, tevens is er extra inhuur op Luchtvaart en voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied in het kader van Stikstof (- € 4,6 miljoen).

  • Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van de Vrachtwagenheffing (€ 1,5 miljoen), Tijdelijke Tolheffing (€ 0,8 miljoen), detachering in het kader van het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW) (- € 0,3 miljoen).

  • Bijdrage van het minsterie van BZ voor het aandeel van beheer en personele inzet van de ICT-directie (€ 0,5 miljoen).

  • Extra inzet voor communicatie en gedrag (€ 0,5 miljoen).

  • Extra inzet voor de afdeling COVID. Ook na het opheffen van de programmadirectie als crisisorganisatie zullen er nog een aantal doorlopende taken zijn (€ 0,4 miljoen).

2023 t/m 2024:

  • Terugboeking ERTMS gelden naar het programmabudget op het Mobiliteitsfonds omdat er minder nodig is dan voorzien 2023 (- € 0,6 miljoen), 2024 (- € 1,4 miljoen).

2023 t/m 2025:

  • Overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van de apparaatskosten van de opdrachtgevers voor project Digitale Transport Strategie (DTS) 2023 (€ 0,1 miljoen) en 2024 t/m 2025 (€ 0,2 miljoen).

2023 t/m 2026:

  • Overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds voor het Regiopakket Veilige Slimme en Duurzame Mobiliteit (VSD) 2023 (€ 0,5 miljoen) en 2024 t/m 2026 (€ 4,5 miljoen).

  • bijdragen van het ministerie van EZK voor organisatie van het Nationaal Klimaatplatform 2023 (€ 2,4 miljoen) en 2024 t/m 2026 (€ 7,2 miljoen).

2023 en verder:

  • Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds voor Ontsluiting Woningbouw (WOMO) 2023 (€ 0,8 miljoen) en 2024 t/m 2027 (€ 6,0 miljoen), en de bijdrage RWS voor Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) structureel (€ 1,0 miljoen).

  • Herschikking vanuit Postactieven als gevolg van herijking personele budgetten van de bedrijfsvoering op basis van formatie en beschikbare budgetten structureel (€ 1,7 miljoen).

  • Groei van het verzorgingsgebied bedrijfsvoering structureel (€ 0,4 miljoen).

  • Interdepartementale overboekingen

    • structureel vanuit het minsterie van LNV in het kader van het bestedingsplan Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) € 2,6 miljoen);

    • vanuit het ministerie van EZK voor het Programma Noordzee 2023 (€ 0,2 miljoen) en 2024 t/m 2027 (€ 1,7 miljoen);

    • en structureel vanuit het minsterie van BZ voor lokaal personeel op ambassades en attachees (€ 0,8 miljoen).

  • Diverse herschikkingen naar Materieel onder andere in het kader van Stikstof structureel (- € 0,3 miljoen).

  • Herschikking naar Rijksbrede SSO’s als gevolg van groei structureel (- € 0,9 miljoen).

  • Herschikking vanuit ICT voor bijdrage aan GDI structureel (€ 0,4 miljoen).

  • Overboeking vanuit artikel 97 omdat er meer werkzaamheden door eigen personeel worden gedaan en minder opdrachten worden uitgezet structureel (€ 0,4 miljoen).

  • Verplaatsing van capaciteit van RWS naar DGWB vanuit BOA 2023 (€ 3,1 miljoen) en 2024 t/m 2027 (€ 11,3 miljoen).

  • Herschikking NGF-middelen vanuit subsidiebudget 2023 (€ 0,6 miljoen) en 2024 t/m 2027 (€ 0,7 miljoen).

  • Structurele bijdragen voor bedrijfsvoering van ANVS (art 97) en ILT (art 24) structureel (€ 0,4 miljoen).

  • Extra inzet ten behoeve van de uitvoering van het nieuwe CIO-stelsel 2023 (€ 0,2 miljoen), 2024 en 2025 (€ 1,8 miljoen), vanaf 2026 structureel (€ 1,4 miljoen).

  • In het kader van strategische personeelsplanning, structureel extra inkoop- en subsidie capaciteit (€ 1,5 miljoen).

  • Fundament op orde voor Maritieme Zaken 2024 (€ 1,8 miljoen), 2025 t/m 2026 (€ 7,1 miljoen) en vanaf 2027 structureel (€ 4,3 miljoen).

  • Bijdrage vanuit het Nationaal Groei Fonds (NGF) voor het project Dutch Metropolitan Innovations 2023 (€ 1,1 mijloen), 2024 tm 2027 (€ 8,6 miljoen).

  • Extra HGIS uitgaven als gevolg van de gestegen kosten IenW attachés en overlopende betalingen uit 2022, 2023 (€ 0,1 miljoen) en structureel vanaf 2024 (€ 0,1 mijloen).

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 14,8 miljoen in 2023 t/m 2027).

De hogere inhuur is met name het gevolg van:

2023:

  • Door het lastig in kunnen vullen van vacatures wordt er meer inhuur ingezet, tevens is er extra inhuur op Luchtvaart Nationaal Programma Landelijk Gebied in het kader van Stikstof (€ 4,6 miljoen).

  • Overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het Mobiliteitsfonds voor inhuur op programma’s Digitale Transport Strategie (€ 0,3 miljoen), Verkenning A50 2023 (€ 0,5 miljoen), Tijdelijke Tolheffing (€ 1,0 miljoen), en inhuur projectleider Buisleidingen (€ 0,3 miljoen).

  • Diverse overboekingen vanuit programma voor Openbaar Vervoer en Spoor (OVS) voor onder andere de inzet van een logistiek makelaar (€ 0,7 miljoen), Duurzame Mobiliteit (DUMO) (€ 0,3 miljoen), Digitale Transport Strategie (DTS) (€ 0,1 miljoen).

  • Centraal toegekende middelen voor Inzet in het kader van COVID-19, NGF, en het Herstel en Veerkracht Plan (HPV) (€ 0,8 miljoen).

  • Extra bijdrage ministerie van BZ voor inhuur voor het programma Vernieuwing SAP (€ 0,3 miljoen).

2023 t/m 2024:

  • Overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het Mobiliteitsfonds voor Vrachtwagenheffing 2023 (€ 1,1 miljoen) en 2024 (€ 2,7 miljoen) en daarnaast een bijstelling van de geplande apparaatmiddelen voor ERTMS 2023 (- € 0,6 miljoen) en 2024 (€ 0,8 miljoen).

  • Diverse overboekingen vanuit programma voor Openbaar Vervoer en Spoor (OVS) voor onder andere Infrastructuur management (ISM) 2023 (€ 0,5 miljoen) en 2024 (€ 0,5 miljoen).

2023 en verder:

  • Overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het Mobiliteitsfonds voor inhuur in het kader van de Ontsluiting Woningbouw (WOMO) 2023 (€ 1,2 miljoen) en 2024 t/m 2027 (€ 6 miljoen), en inhuur voor Veilig Slim Duurzaam(VSD) 2025 t/m 2027 (€ 2,7 miljoen).

  • Overboeking vanuit programma voor Openbaar Vervoer en Spoor (OVS) voor de Transitieagenda Consumentengoederen (TAC) en inzet NGF-middelen structureel (€ 0,6 miljoen).

  • Kas- en verplichtingenschuif om de middelen voor de inhuur logistiek makelaar in het juiste ritme te zetten van 2023 (- € 0,3 miljoen) naar latere jaren.

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 0,3 miljoen in 2023 t/m 2027).

Overige personele uitgaven:

2023 en verder:

  • Herschikking naar eigen personeel als gevolg van herijking personele budgetten van de bedrijfsvoering op basis van formatie en beschikbare budgetten 2023-2027 (- € 1,8 miljoen).

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 0,5 miljoen in 2023 t/m 2027).

98.02 Materiële uitgaven

Per saldo is het kasbudget voor materiële uitgaven in 2023 met € 7,6 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2024 t/m 2027 met € 103,0 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

De afname van uitgaven aan ICT betreft voornamelijk:

2023:

  • Centraal toegekende middelen voor de COVID-directie om aan overlopende opdrachten te kunnen voldoen (€ 0,2 miljoen).

2023 t/m 2025:

  • Het kas en verplichtingenritme voor de vernieuwing van het Datamanagementsysteem (DMS) verandert. Het proces duurt langer waardoor een kasschuif van 2023 (- € 11,7 miljoen) naar 2024 (€ 9,5 miljoen) en 2025 (€ 2,2 miljoen) noodzakelijk is.

2023 en verder:

  • Structurele jaarlijkse bijdrage voor de dienstverlening verrekend tussen ILT en de centrale ICT-directie structureel (€ 2,6 miljoen).

  • Bijdrage van het ministerie van BZ voor beheer en personele inzet door centrale ICT-directie 2023 (€ 1,8 miljoen).

  • Herschikking van gereserveerde middelen Informatiehuishouden (IHH) en POK 2023 (€ 3,1 miljoen) en 2024 t/m 2027 (€ 24,7 miljoen).

  • Structurele bijdrage vanuit programma naar bedrijfsvoering voor de dienstverlening door de centrale ICT-directie structureel (€ 0,2 miljoen).

  • Herschikking naar personeel voor bijdrage aan GDI structureel (- € 0,4 miljoen).

  • Versterking van de cyberweerbaarheid van ANVS structureel (€ 0,8 miljoen);

  • Voorzieningen voor de verwerking van staatsgeheime stukken 2023 (€ 0,3 miljoen), 2024 tm 2027 (€ 4,2 miljoen).

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 1,9 miljoen in 2023 t/m 2027).

Hogere bijdragen Rijksbrede SSO zijn overwegend het gevolg van:

2023:

  • Bijdrage aan BZK in het kader van Hybride Werken (- € 0,5 miljoen).

2023 en verder:

  • Herschikking van uitgekeerde LPO 2022 vanuit materieel 2023 (€ 1,1 miljoen)en 2024 t/m 2027 (€ 6,7 miljoen).

  • Herschikking vanuit personeel als gevolg van groei verzorgingsgebieden structureel (€ 0,9 miljoen).

  • Structurele jaarlijkse bijdrage voor bedrijfsvoering voor de dienstverlening verrekend tussen ILT, ANVS, Staf Deltacommissaris (DF) en de centrale directies (€ 16,2 miljoen);

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 3,2 miljoen in 2023 t/m 2027).

Lagere uitgaven Materieel overwegend als gevolg van:

2023:

  • Bijdragen aan ILT (art 24) en KNMI (art 23) voor het invullen van arbeidsplaatsen voor arbeidsbeperkten (-€ 0,7 miljoen).

2023 t/m 2025:

  • Overboeking naar het ministerie van BZK voor bijdrage Duurzaamheidsproject 2023 (- € 0,2 miljoen) 2024 t/m 2025 (- € 0,5 miljoen).

2023 t/m 2026:

  • Herschikking naar ICT van gereserveerde middelen IHH POK 2023 (- € 3,1 miljoen) en 2024 t/m 2026 (€ 11,1 miljoen).

2023 en verder:

  • Herschikking van uitgekeerde LPO 2022 naar Rijksbrede SSO’s 2023 (- € 1,1 miljoen) en 2024 t/m/ 2027 (€ 6,7 miljoen).

  • Diverse structurele herschikkingen vanuit Personeel onder andere in het kader van Stikstof (€ 0,3 miljoen).

  • Structurele bijdragen ANVS voor interne dienstverlening (- € 1,2 miljoen).

  • Conform CAO eisen moet er een ombudsman en integriteitscommissie worden aangesteld 2023 (€ 0,5 miljoen), vanaf 2024 structureel (€ 0,8 miljoen).

  • Het budget is verlaagd door het inpassen van de rijksbrede taakstelling (cumulatief € 2,4 miljoen in 2023 t/m 2027).

Ontvangsten

De hogere ontvangsten in 2023 zijn het gevolg van de bijdragen van BZ voor de bijdrage in de beheer en personele kosten van de centrale ICT-directie (€ 2,6 miljoen).

4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld

Tabel 24 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2024

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Verplichtingen

324

0

324

658.631

658.955

665.817

668.697

606.126

570.525

          

Uitgaven

324

0

324

650.536

650.860

665.508

668.394

605.824

570.237

          

Nominaal en onvoorzien

324

0

324

650.536

650.860

665.508

668.394

605.824

570.237

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt in 2027 met € 659,0 miljoen opgehoogd en cumulatief met € 2.825,2 miljoen in de periode 2024 t/m 2027. Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Nominaal en onvoorzien

Het uitgavenbudget wordt in 2027 met € 650,5 miljoen opgehoogd en cumulatief met € 2.824,0 miljoen in de periode 2024 t/m 2027. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

2023:

  • De reguliere eindejaarmarge 2022 (€ 22,7 miloen) wordt toegevoegd aan artikel 99. Bij de Ontwerpbegroting 2024 worden de toegevoegde middelen toebedeeld aan de diverse artikelen binnen Hoofdstuk XII.

2023 en verder:

  • De loon- en prijsbijstelling tranche 2023 van zowel Hoofdstuk XII als de fondsen wordt toegevoegd aan artikel 99. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling wordt bij de ontwerpbegroting 2023 toebedeeld aan de diverse artikelen binnen HXII, Mobiliteitsfonds en Deltafonds.

  • Vanwege de prijsstijgingen gedurende 2022 is in de Najaarsnota besloten om de prijsbijstelling voor 2022 te voorzien van een nacalculatie in dit voorjaar. Dit wordt bij de 1e suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII toegevoegd aan artikel 99. De ontvangen prijsbijstelling wordt vervolgens toebedeeld aan de diverse artikelen op Hoofdstuk XII bij de Ontwerpbegroting 2024.

2027:

  • Het budget wordt in 2027 met € 13,5 miljoen verlaagd door het overhevelen van de middelen voor de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen (POK) en Wet Open Overheid (WOO) naar artikel 98 vanuit waar de middelen verder toebedeeld zullen worden.

5 Agentschappen

5.1 Agentschap Rijkswaterstaat

Tabel 25 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RWS (bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) = (1) + (2) Totaal geraamd

Baten

   

Omzet

3.591.488

‒ 172.214

3.419.274

waarvan omzet moederdepartement

3.307.096

54.034

3.361.130

waarvan omzet overige departementen

80.571

20.247

100.818

waarvan omzet derden

203.821

15.287

219.108

waarvan omzet nog uit te voeren werkzaamheden

0

‒ 261.792

‒ 261.792

Rentebaten

0

40.218

40.218

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

1.500

0

1.500

Totaal baten

3.592.988

‒ 132.006

3.460.982

    

Lasten

   

Apparaatskosten

1.357.693

51.302

1.408.995

- Personele kosten

1.095.760

9.217

1.104.977

waarvan eigen personeel

1.009.917

17.969

1.027.886

waarvan inhuur externen

85.843

‒ 8.752

77.091

waarvan overige personele kosten

0

0

0

- Materiele kosten

261.933

42.085

304.018

waarvan apparaat ICT

38.510

11.501

50.011

waarvan bijdrage aan SSO's

67.740

4.464

72.204

waarvan overige materiele kosten

155.683

26.120

181.803

Externe Productkosten

2.203.690

‒ 181.690

2.022.000

Rentelasten

723

745

1.468

Afschrijvingskosten

21.727

‒ 2.848

18.879

- Materieel

21.285

‒ 2.541

18.744

waarvan apparaat ICT

5.114

‒ 560

4.554

waarvan overige materiele afschrijvingskosten

16.171

‒ 1.981

14.190

- Immaterieel

442

‒ 307

135

Overige lasten

3.800

4.200

8.000

waarvan dotaties voorzieningen

3.800

4.200

8.000

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

3.587.633

‒ 128.291

3.459.342

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

5.355

‒ 3.705

1.650

Agentschapsdeel Vpb-lasten

130

0

130

Saldo van baten en lasten

5.225

‒ 3.705

1.520

Dotatie aan reserve Rijksrederij

5.225

‒ 3.705

1.520

Te verdelen resultaat

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de begroting 2023 € 54,0 miljoen is met name veroorzaakt door:

  • Verrekening herstelmaatregelen hoogwater Limburg. Vrijwel alle schademeldingen zijn afgehandeld en betaald. Het resterende budget is teruggegeven aan Ministerie van Financiën (€ -26,9 miljoen).

  • Programmamiddelen voor de aanpak Verkeersveiligheid op Rijks-N-wegen (€ 25,0 miljoen);

  • Prijsbijstelling 2022, nacalculatie naar aanleiding van Kabinetsbesluit bij Najaarsnota 2022 (€ 19,2 miljoen)

  • Programmamiddelen voor het uitvoeren van het onderzoeksprogramma 2023 voor de water en bodemopgaven. Dit onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd onder de Subsidieregeling Instituten voor Toegepast Onderzoek (SITO-regeling) (€ 12,6 miljoen);

  • Apparaatsmiddelen voor de extra capaciteit die RWS levert in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA). Dit betreft alle advieswerkzaamheden die RWS uitvoert in opdracht van IenW (€ 10,1 miljoen);

  • Programma- en apparaatsmiddelen voor de uitvoering van het programma Monitoring Onderzoek Natuurversterking Soortenbeschermingsplannen (MONS). Het programma heeft als doel de centrale vraag te beantwoorden of en hoe het veranderende gebruik van de Noordzee past binnen de ecologisch draagkracht van de Noordzee (€ 5,0 miljoen);

  • Het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen.

Omzet overige departementen

De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de begroting 2023 € 20,2 miljoen is met name veroorzaakt door een toename van de omzet door de hogere brandstofkosten (€ 3,7 miljoen), de levering van extra Noodsleephulpdiensten (€ 3,6 miljoen) en een hogere vergoeding voor het gebruik van de vaartuigen van de Rijksrederij (€ 1,6 miljoen). Daarnaast is er ook een hogere omzet op de apparaats- en programmakosten die RWS bij het ministerie van BZK in rekening brengt voor de werkzaamheden in het kader van de Omgevingswet (€ 9,7 miljoen).

Omzet derden

Ten opzichte van de begroting 2023 neemt de omzet derden toe met € 15,3 miljoen. Dit is met name veroorzaakt door toename van de opdrachten van partners aan het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW) (€ 7,9 miljoen); een hogere omzet op het verhalen van kosten door schaderijdingen en schadevaringen (€ 5,7 miljoen). Het restant betreft mutaties kleiner dan € 5 miljoen.

Nog uit te voeren werkzaamheden

RWS is een agentschap met een baten-lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar over zijn of tekort worden gekomen, worden op de balans van RWS verantwoord onder de benaming Nog Uit Te voeren Werkzaamheden (NUTW). Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. De omvang van deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de omzet af te trekken. NUTW heeft niet alleen betrekking op de SLA (beheer en onderhoud), maar ook op andere werkzaamheden die via de agentschapsbegroting worden bekostigd (verkenningen en planuitwerkingen, servicepakketten, werkzaamheden Caribisch Nederland en Omgevingswet).

De productie valt in 2023 naar verwachting lager uit dan het beschikbare budget. Deze achterblijvende realisatie wordt met name veroorzaakt door onderbezetting bij een deel van de onderhoudsteams van Rijkswaterstaat vanwege krapte op de arbeidsmarkt. Tevens speelt de marktonzekerheid door de situatie in Oekraïne een rol. Als gevolg hiervan neemt de NUTW naar verwachting toe met € 261,8 miljoen.

Ultimo 2023 komt de balanspost met deze toename uit op € 1.372 miljoen (ultimo 2022 € 1.110,2 miljoen)

Rentebaten

Rentebaten zijn het gevolg van de gestegen rentepercentages sinds 2022, ter bestrijding van de inflatie. RWS ontvangt rente op de rekening-courant verhouding met het ministerie van Financiën. Daarnaast ontvangt RWS ook rentebaten op bedragen die gedurende 2023 deposito zijn gezet en in het jaar tot uitkering komen.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. Dat de personele kosten zijn toegenomen ten opzichte van de begroting 2023 komt met name door extra capaciteit in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA) en het programma Net op Zee.

De lagere inhuur ten opzichte van de begroting is met name het gevolg van het werven van eigen personeel, krapte op de arbeidsmarkt en het actief sturen op het terugdringen van inhuur. Hiervoor is een inhuurcommissie ingesteld om nieuwe inhuuraanvragen te boordelen.

Materiële kosten

Materiële kosten betreft een optelling van de kosten voor apparaat gebonden ICT-middelen, de bijdrage aan SSO’s die bedrijfsvoeringsdiensten leveren en overige materiële kosten. Deze kosten laten een toename zien in vergelijking met de begroting 2023. Dit is met name te verklaren door de extra capaciteit van RWS, prijsstijgingen, waaronder hogere exploitatiekosten voor de inzet van vaartuigen van de Rijksrederij, kosten voor het ontwikkelen van het Digitaal Systeem Omgevingswet en verbetertrajecten voor de interne RWS organisatie.

Externe Productkosten

De lagere externe productkosten ten opzichte van de begroting 2023 ad. € -181,7 miljoen is met name het gevolg van het niet om kunnen zetten van budget in opdrachten die in 2023 tot uitvoering komen, onderbezetting bij een deel van de onderhoudsteams van Rijkswaterstaat vanwege krapte op de arbeidsmarkt en marktonzekerheid door de situatie in de Oekraïne, waardoor de uitvoering van werkzaamheden vertraagt.

Rentelasten

De rentelasten zijn met € 0,7 miljoen naar boven bijgesteld vanwege stijgende rentepercentages op de kapitaalmarkt. Dit heeft gevolgen voor de leningen die RWS afsluit voor de investeringen.

Afschrijvingskosten

Ten opzichte van de begroting zijn de afschrijvingskosten naar beneden bijgesteld (€ -2,8 miljoen) als gevolg van de lagere realisatie van investeringen in 2022. Dit kent een doorwerking in de afschrijvingskosten in 2023.

Overige lasten

Dotaties voorzieningen

Het verschil ten opzichte van de begroting ad. € 4,2 miljoen wordt veroorzaakt door de verhoging van de verwachte dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen. De verwachte dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen stijgt van € 3,8 miljoen naar € 8,0 miljoen op basis van het vastgesteld groot onderhoudsprogramma 2023. Deze stijging hangt samen met de groot onderhoudsuitgaven die worden gevraagd om de bestaande vloot langer varende te houden.

Dotatie aan reserve Rijksrederij

Het verschil tussen de doorbelaste rente en afschrijvingskosten voor de vaartuigen van de Rijksrederij op basis van vervangingswaarde (waarop de tarieven worden gebaseerd) en de afschrijvings- en rentekosten (waarop de vaartuigen worden gewaardeerd) is met € 0,5 miljoen naar boven bijgesteld. Van het totaal ad. € 9,5 miljoen wordt naar verwachting € 1,5 miljoen gedoteerd aan de reserve Rijksrederij, bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en € 8,0 miljoen aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen, bestemd voor groot, levensduur verlengend, onderhoud.

Tabel 26 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2023

750.234

750.463

1.500.697

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

3.592.988

129.786

3.722.774

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 3.562.236

129.653

‒ 3.432.583

2

Totaal operationele kasstroom

30.752

259.439

290.191

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 37.879

‒ 10.929

‒ 48.808

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

  

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 37.879

‒ 10.929

‒ 48.808

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

 

‒ 19.309

‒ 19.309

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

8.500

 

8.500

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 18.770

2.726

‒ 16.044

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

35.985

10.383

46.368

4.

Totaal financieringskasstroom

25.715

‒ 6.200

19.515

5.

Rekening courant RHB 31 december 2023 (=1+2+3+4)

768.822

992.773

1.761.595

Toelichting

Rekening courant RHB 1 januari 2023

Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2023. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2022.

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.

De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 129,8 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement, overige departementen, derden en de verwachte rentebaten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Omzet» en «Rentebaten».

De lagere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 129,6 miljoen) worden met name veroorzaakt door de lagere externe productkosten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Externe productkosten».

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.

Ten opzichte van de begroting zijn de investeringen naar boven bijgesteld (€ 10,9 miljoen).

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.

De eenmalige uitkering aan het moederdepartement van € 19,3 miljoen betreft het uitkeren van het over 2022 gerealiseerde surplus op de grens van het Eigen Vermogen aan de eigenaar, op basis van de Regeling agentschappen. Het hogere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de begroting (€ 10,4 miljoen) is het gevolg van de hierboven genoemde hogere investeringen.

5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Tabel 27 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap KNMI (bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) = (1) + (2) Totaal geraamd

Baten

   

- Omzet

100.793

6.694

107.487

waarvan omzet moederdepartement

67.792

7.335

75.127

waarvan omzet overige departementen

3.610

‒ 14

3.596

waarvan omzet derden

29.391

‒ 627

28.764

Rentebaten

Vrijval voorzieningen

Bijzondere baten

Totaal baten

100.793

6.694

107.487

    

Lasten

   

Apparaatskosten

75.049

8.984

84.033

- Personele kosten

45.882

8.416

54.298

waarvan eigen personeel

42.417

5.346

47.763

waarvan inhuur externen

3.411

3.024

6.435

waarvan overige personele kosten

54

46

100

- Materiële kosten

29.167

568

29.735

waarvan apparaat ICT

12.220

219

12.439

waarvan bijdrage aan SSO's

5.472

80

5.552

waarvan overige materiële kosten

11.475

269

11.744

Rentelasten

   

Afschrijvingskosten

2.361

‒ 320

2.041

- Materieel

2.145

‒ 230

1.915

waarvan apparaat ICT

156

‒ 23

133

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

1.989

‒ 208

1.781

- Immaterieel

216

‒ 90

126

Overige lasten

23.358

‒ 1.470

21.888

waarvan aardobservatie

21.888

21.888

waarvan dotaties voorzieningen

 

waarvan bijzondere lasten

1.470

‒ 1.470

Totaal lasten

100.768

7.194

107.962

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

25

‒ 500

‒ 475

Agentschapsdeel Vpb-lasten

25

25

Saldo van baten en lasten

‒ 500

‒ 500

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

Een groot deel van de stijging is te verklaren door toevoeging van de bijdrage uit de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) ten behoeve van de aansluiting Rijk en Europa voor de uitvoering van publiek-wetenschappelijke taken (€ 3,5 miljoen) Daarnaast betreft dit het doorschuiven van niet-bestede ontvangsten in 2022 voor I-Strategie (€ 1,0 miljoen), Informatiehuishouding (€ 0,4 miljoen) en diverse kleinere posten (€ 0,1 miljoen). Verder is vooruitgelopen op nog te ontvangen middelen voor een aantal additionele kosten (€ 1,4 miljoen). Dit betreffen de loon- en prijsbijstelling en SEO. Tenslotte is de verwachte omzet voor maatwerk binnen het moederdepartement gestegen met € 0,9 miljoen.

Omzet overige departementen

Geen noemenswaardige wijzigingen.

Omzet derden

Lagere omzet door het wegvallen van de omzet voor licenties (€ 0,6 miljoen). Dit komt door de open data politiek van met name het ECMWF.

Lasten

Personele kosten 

Ten opzichte van de vastgestelde begroting wordt er meer personeel aangenomen om invulling te geven aan met name het strategische project "early warning centre", Hybride werken, Informatiehuishouding en versterken life cycle management (€ 7,4 miljoen). Tegelijkertijd bevat het nieuwe geraamde bedrag een begrote indexatie van 2,25% op het brutoloon door de doorwerking van de Cao-afspraken (€1,0 miljoen).

Materiële kosten 

De materiële kosten zijn per saldo licht gestegen (€ 0,6 miljoen) door diverse projecten.

Afschrijvingskosten

De aanschaf van nieuwe meetapparatuur in het kader van de modernisering van de waarneeminfrastructuur (MWI) begint op gang te komen, maar de ingebruikname is vertraagd waardoor de afschrijvingskosten die hieruit voortvloeien dalen (€ 0,2 miljoen).

Bijzondere lasten 

De afwaardering van de computerruimte wordt door vertraging bij de inkoop en het testen van de apparatuur pas volgend jaar verwacht.

Tabel 28 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2023

4.269

4.227

8.496

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

4.464

(1.820)

2.644

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

(2.217)

(1.504)

(3.721)

2.

Totaal operationele kasstroom

2.247

(3.324)

(1.078)

 

Totaal investeringen (-/-)

(5.300)

1.520

(3.780)

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

   

3.

Totaal investeringkasstroom

(5.300)

1.520

(3.780)

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

   
 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

300

870

1.170

 

Aflossingen op leningen (-/-)

(2.197)

141

(2.056)

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

5.300

(1.520)

3.780

4.

Totaal financieringskasstroom

3.403

(509)

2.894

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2023 (=1+2+3)

4.618

1.914

6.532

Toelichting

Rekening-courant RHB 1 januari 2023

De stand is aangepast conform de jaarrekening 2022.

Operationele kasstroom

De afschrijvingskosten zijn circa € 0,3 miljoen lager dan oorspronkelijk begroot. Daarnaast was rekening gehouden met extra ontvangsten vanuit de luchtvaart (€ 1,5 miljoen), maar daar is door de financiële positie van de luchtvaartmaatschappijen als gevolg van Corona geen rekening meer mee gehouden voor 2023.

De uitgaven operationele kasstroom betreffen enerzijds doorgeschoven bestedingen van 2022. Dit betreft vooral I-Strategie (€ 1,0 miljoen), Hybride werken (€ 0,4 miljoen) en enkele kleinere posten voor per saldo € 0,1 miljoen.

Investeringskasstroom

De investeringen zijn aangepast conform de leenaanvraag 2023, zie ook de toelichting onder de financieringskasstroom.

Financieringskasstroom

Het beroep op de leenfaciliteit is aangepast aan de leenaanvraag 2023. De post «Aflossingen op leningen» is aangepast aan de daadwerkelijk af te lossen leningen in 2023. Deze is iets hoger dan begroot (€ 0,1 miljoen). De investeringen vinden plaats in diverse soorten meetapparatuur (€ 3,1 miljoen), software voor de verwerking van operationele data (€ 0,5 miljoen) en enkele overige posten (€ 0,2 miljoen). De bijdrage voor het versterken life cycle management en vergroting leveringszekerheid Informatiehuishouding wordt toegevoegd aan het Eigen Vermogen (€ 0,9 miljoen).