Vastgesteld 15 juni 2023
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 1 juni 2023 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Bij brief van 14 juni 2023 zijn ze door de Minister van Economische Zaken en Klimaat beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Klink
De griffier van de commissie, Nava
1
Verwacht u in dit begrotingsjaar (2023) meer uitsluitsel te kunnen geven over de resultaten van de derde ronde van het Nationaal Groeifonds? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord
De uitslag van de derde ronde van het Nationaal Groeifonds (NGF) zal naar verwachting voor de zomer bekend gemaakt worden. Deze projecten worden budgettair verwerkt in de begroting voor 2024.
2
Kunt u aangeven in hoeverre de middelen van de relevante projecten die naar de departementen worden overgeboekt ook terecht zijn gekomen bij de desbetreffende projecten?
Antwoord
Tot en met het voorjaar van 2023 was er € 4,0 miljard aan NGF-middelen definitief toegekend aan projecten. De middelen die vanuit het NGF zijn overgeboekt naar de departementen worden niet in één keer beschikbaar gesteld aan de projecten. Aangezien vanuit het NGF grootschalige, meerjarige investeringsprogramma’s worden gefinancierd, worden de middelen stapsgewijs beschikbaar gesteld aan consortia. Elk betrokken departement neemt elk jaar bij de ontwerpbegroting een NGF-bijlage op waarin de gerealiseerde bestedingen staan weergegeven. Eind 2022 was door de departementen in totaal voor € 741 miljoen aan verplichtingen aangegaan.
3
Kunt u de kasschuif van 97 mln nader toelichten?
Antwoord
Voor het NGF-project Groeiplan Watertechnologie (I&W) en voor het NGF-project NL2120 (I&W) worden de budgetten in een ander jaar opgevraagd dan dat ze nu geraamd staan. Om dit te kunnen faciliteren, is een kas- en verplichtingschuif naar de juiste jaren nodig.
4
Kunt u de extra middelen voor de uitvoering van de subsidieregeling van de RVO nader toelichten?
Antwoord
De extra middelen zijn benodigd omdat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) vanaf de derde ronde de subsidieregeling van het NGF uitvoert. In 2022 is een inschatting gemaakt van alle uitvoeringskosten van RVO op basis van gegevens uit 2021. Dit was nog wel een globale inschatting aangezien de subsidieregeling nog in ontwikkeling was. De extra uitvoeringskosten van RVO betreffen voornamelijk de uitbreiding van de ondersteunings- en beoordelingscapaciteit, monitoring en evaluatie, ICT en communicatieactiviteiten.