Vastgesteld 26 juni 2023
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 2 juni 2023 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 23 juni 2023 zijn ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Hagen
De adjunct-griffier van de commissie, Morrin
Vragen en antwoorden
1
Vraag:
In 2027 komt structureel 100 miljoen euro erbij en toch met andere mutaties zien we de stand van het provinciefonds jaar op jaar afnemen. Welke mutaties worden er nog verwacht zonder beleidsaanpassingen die het verschil kunnen verkleinen?
Antwoord:
De meerjarige budgetten voor het provinciefonds worden voor een belangrijk deel bepaald door mutaties die in voorgaande jaren zijn verwerkt. Zo is bijvoorbeeld bij het Coalitieakkoord een bedrag van € 124 mln. voor de jaren 2022 tot en met 2024 aan het provinciefonds toegevoegd om provincies te compenseren voor de gederfde opcenten als gevolg van vrijstelling MRB elektrische voertuigen. Vanaf 2025 is elektrisch rijden niet meer vrijgesteld van MRB.
Voor de komende jaren is het van belang dat de accrestranches voor 2024 en verder nog niet aan het provinciefonds zijn toegevoegd. Dit gebeurt jaarlijks bij de ontwerpbegroting (Miljoenennota). Concreet zal in de ontwerpbegroting 2024, die op Prinsjesdag 2023 verschijnt, de accrestranche 2024 aan het provinciefonds worden toegevoegd.
2
Vraag:
Kunt u aangeven wat de indexatie van het Provinciefonds op basis van het bbp bij benadering scheelt ten opzichte van de indexatie op basis van het aangekondigde stoppen van het accres?
Antwoord:
De voorjaarsnota bevat een raming van het bedrag waarmee de fondsen vanaf 2027 worden geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product. Dit bedrag is voorlopig geschat op € 15 mln. in 2027 en € 30 mln. in 2028. De raming is vooruitlopend op de exacte cijfers die volgen uit de definitieve doorrekening van de systematiek. Hier wordt uw Kamer op een volgend begrotingsmoment nader over geïnformeerd.