Vastgesteld 26 april 2023
De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 15 maart 2023 voorgelegd aan de Minister van Defensie. Bij brief van Defensie 12 april 2023 ze door de Minister van Defensie beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, De Roon
De adjunct-griffier van de commissie, Goorden
Vraag 1
Zijn er naast Groot-Brittannië, Denemarken en Noorwegen ook andere landen aangesloten bij het nieuw opgerichte International Fund for Ukraine (IFU) dat militair materieel voor Oekraïne financiert en waar Nederland 100 miljoen aan bijgedragen heeft? Wat bedraagt de totale fondsinleg?
Antwoord
Naast Groot-Brittannië, Denemarken, Noorwegen en Nederland nemen ook IJsland, Litouwen en Zweden deel aan het International Fund for Ukraine (IFU). Het eerste militaire pakket ter waarde van € 271 miljoen is inmiddels bekrachtigd. Voor het fonds is op dit moment het totaalbedrag van € 589 miljoen ingelegd.
Vraag 2
Hoe wordt de doelmatigheid en doeltreffendheid van de steunuitgaven aan Oekraïne in het algemeen en de bijdrage aan het IFU en mogelijke andere fondsen ex ante en ex post gewaarborgd? Welke criteria hanteert de regering daarbij?
Antwoord
De militaire steun aan Oekraïne wordt gebaseerd op de vraag van de Oekraïense strijdkrachten en wordt gecoördineerd binnen de Ukraine Defense Contact Group. Zoals aan uw Kamer gemeld worden leveringen aan Oekraïne, zorgvuldig, maar gezien de uitzonderlijke omstandigheden versneld, getoetst aan de EU wapenexportcriteria door de Minister van Buitenlandse Zaken waarna door de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een exportvergunning wordt afgegeven.1 Het geleverde materieel wordt vervolgens aan Oekraïne geschonken.
Het dagelijks beheer van het IFU is belegd bij het Ministerie van Defensie van het Verenigd Koninkrijk (VK). Het beheer van het fonds valt onder de Britse regelgeving. Het fonds werkt via een systeem van open biedingen, die vervolgens onderling worden vergeleken. Als deelnemer aan het fonds en als lid van het executive panel beslist Nederland mee over het honoreren van biedingen.