Kamerstuk 36250-XII-4

Voornaamste budgettaire mutaties van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat sinds de tweede suppletoire begroting 2022

Dossier: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Gepubliceerd: 16 december 2022
Indiener(s): Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36250-XII-4.html
ID: 36250-XII-4

Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2022

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, over de voornaamste budgettaire mutaties van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Mobiliteitsfonds (A) en het Deltafonds (J) sinds de tweede suppletoire begroting 20221.

HXII – Artikel 16 OV en Spoor (Kamerstuk 36 250 XII, nr. 2)

Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector

Met betrekking tot de voorschotbetaling voor de regeling in 2022 is de actuele verwachting dat er € 44,9 miljoen meer tot betaling komt en € 59,5 miljoen meer verplicht zal worden dan waar in de Najaarsnota van uit is gegaan op basis van het inzicht op dat moment in de ontvangen en deels ingeschatte aanvragen. Bij deze inschatting is uitgegaan van de kosten zoals bekend in de BVOV-monitor (geëxtrapoleerd naar heel 2022). Naar nu blijkt wijken de daadwerkelijke kosten uit de na het opstellen van de 2e suppletoire begroting ontvangen aanvragen hiervan af en dient dit te worden gecorrigeerd.

HXII – Artikel 25 Brede Doeluitkering (Kamerstuk 36 250 XII, nr. 2)

Aangaan verplichtingen Brede Doeluitkering (BDU) voor 2023

Volgens de BDU-systematiek worden de verplichtingen voorafgaand aan het jaar van betaling aangegaan. De beschikking voor het jaar 2023 wordt eind 2022 afgegeven aan de twee vervoersregio’s. Bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting was nog niet in alle gevallen bekend welke afzonderlijke afspraken met welk kaseffect in 2023 moeten worden vastgelegd. Inmiddels is dit bekend en wordt in 2022 het verplichtingenbudget in totaal verhoogd met € 13,7 miljoen. Het gaat daarbij om de bijdrage aan BDU-regio’s voor de Korte Termijn Aanpak in het programma Mobiliteit en Verstedelijking, waaronder het no regret-pakket Binckhorst (€ 3,8 miljoen), invulling van BO-MIRT-afspraken, waaronder bijdrage aan Zuid-Holland Bereikbaar (€ 3,2 miljoen), de bijdrage aan ontwikkeling Entreegebied in Zoetermeer (€ 1,1 miljoen) en overige regionale activiteiten.

HXII – artikel 97 Algemeen Departement (Kamerstuk 36 250 XII, nr. 2)

Afwikkeling omvorming Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)

Per januari 2022 is de ILT omgevormd van agentschap naar reguliere uitvoerende dienst van IenW. Onderdeel van deze omvorming betreft het opstellen van een slotbalans voor het agentschap. Na deze technische afwikkeling van deze transitie resteert een batig saldo van € 18,1 miljoen welke dit jaar wordt toegevoegd aan de begroting van IenW (HXII) (ontvangst op artikel 97).

Mobiliteitsfonds – artikel 15 Hoofdvaarwegennet (Kamerstuk 36 250 A, nr. 2)

Selectieve onttrekking Zeesluis IJmuiden

Het project Selectieve Onttrekking Zeesluis IJmuiden heeft sinds de aanbesteding in 2021 te maken gehad met sterk gestegen prijzen van staal en overige bouwstoffen. Dit heeft tot gevolg dat het projectbudget ontoereikend is om betaling aan te gaan voor de contractueel overeengekomen indexatie. In december 2022 heeft het project extra budgettaire ruimte nodig om de contractueel overeengekomen indexatie € 25,3 miljoen te kunnen verplichten en deels (€ 2,6 miljoen) in 2022 te kunnen betalen. In verband met onderhandelingspositie van het Rijk bij kon de noodzakelijke verhoging van het beschikbare verplichtingenbudget niet eerder in een begrotingswet worden opgenomen.

Mobiliteitsfonds – Artikel 19 Bijdragen investeringsfondsen2 (Kamerstuk 36 250 A, nr. 2)

Terugboeking overschotten

In de huidige systematiek vindt de verantwoording van bepaalde uitgaven voor de uitvoering van het programma ERTMS, Topsector Logistiek, maatregelen spoorgoederenvervoer en Vrachtwagenheffing plaats op de begroting Hoofdstuk XII Infrastructuur en Waterstaat (HXII). De budgetten hiervoor zijn vrijgemaakt op het Mobiliteitsfonds en worden overgeheveld naar HXII, zodat aldaar de uitgaven kunnen worden verantwoord. Op de naar de begroting van Hoofdstuk XII overgehevelde budgetten doen zich in 2022 lagere uitgaven voor dan van tevoren gepland. Voor de hiervoor genoemde posten geldt dat de dit jaar niet-bestede middelen (€ 6,7 miljoen) worden teruggeboekt van HXII (artikel 26 Bijdragen investeringsfondsen) naar het Mobiliteitsfonds.

Mobiliteitsfonds – Artikel 19 Bijdragen investeringsfondsen3 en artikel 12 Hoofdwegennet (Kamerstuk 36 250 A, nr. 2)

Overboeking vanuit BZK

Vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt er € 0,1 miljoen overgeboekt voor het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid.

Deltafonds – Artikel 3 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing (Kamerstuk 36 250 J, nr. 2)

Aanschaf pompen gemaal IJmuiden

De aanschaf van een nieuwe pomp moet de kwetsbaarheid van het gemaal en daarmee tevens het waterveiligheidsrisico verminderen door continu voldoende pompcapaciteit beschikbaar te hebben. Door de toenemende onderhoudsbehoefte van de pompen vanwege het naderen van einde levensduur, komt de beschikbare pompcapaciteit in het geding. Dat kan zowel door de toenemende kans op falen als door het uitvoeren van het onderhoud. Mede gelet op de hoge kosten van de inzet van tijdelijke pompcapaciteit en de komende vervangingsopgave voor de pompen, beschouw ik het als no-regret maatregel om nieuwe pompen aan te schaffen. In verband met onderhandelingspositie van het Rijk bij de aanbesteding kon de noodzakelijk verhoging van het beschikbare verplichtingenbudget met € 10,3 miljoen niet eerder in een begrotingswet, en dus openbaar worden gemaakt, worden opgenomen.

Deltafonds – Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en Overige uitgaven (Kamerstuk 36 250 J, nr. 2)

Bij 2e suppletoire wet 20224 is dit artikel op het onderdeel Investeringsruimte verlaagd. Daarmee werd het beschikbare kasbedrag voor 2022 op nihil gebracht. Abusievelijk is deze verlaging ook op het beschikbare bedrag voor de verplichtingen aangebracht waarmee het beschikbare bedrag voor het aangaan van verplichtingen op € 2 miljoen negatief uitkomt. Deze omissie zal bij Slotwet 2022 worden hersteld, hetgeen een overschrijding van het bij 2e suppletoire wet met € 2 miljoen betekent.

Overboekingen naar het BTW-compensatiefonds

Er vinden meerdere overboekingen plaats naar het BTW-compensatiefonds. Vanuit het Mobiliteitsfonds gaat het om € 0,21 miljoen voor Quick Win A27 Eemnes, € 2,09 miljoen voor een overwegenproject Apeldoorn, € 12,4 miljoen voor de Rijnlandroute en € 4,41 miljoen voor de investeringsimpuls verkeersveiligheid. Vanuit het Deltafonds worden middelen voor BTW verrekend van € 3,53 miljoen voor de Tijdelijke Impulsregeling Klimaatadaptatie 2021–2027 en voor het Zoetwaterprogramma € 1,21 miljoen voor het programma Zandgronden Noord-Nederland, € 0,38 miljoen voor Hoge Zandgronden Zuid Weerbaar aanvraag Noord-Brabant en € 1,68 miljoen voor Werkprogramma Zoetwatervoorziening Oost-Nederland. Ook op hoofdstuk XII vinden bij Slotwet afdrachten plaats van BTW aan het BCF voor specifieke uitkeringen ten behoeve van het Schone Lucht Akkoord. Op basis van huidige inzichten betreft het ca. € 1 miljoen. Door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland moet nog definitieve informatie verstrekt worden hoe de toekenning afgewikkeld wordt.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers