Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2022
Hierbij bied ik u een nota van wijziging aan op de tweede suppletoire begroting 2022 van het Ministerie van Financiën (IXB) (Kamerstuk 36 250 IX, nr. 4), inzake additionele steun van de Europese Commissie aan Oekraïne. Tevens bied ik u het bijbehorende toetsingskader risicoregeling «Headroomgarantie Macro-Financiële Bijstand Oekraïne» aan. De Europese Commissie stelt voor om Oekraïne in 2023 via macro-financiële bijstand (MFB) € 18 mld. aan concessionele leningen te verlenen. Nederland moet voor haar aandeel hierin een nieuwe garantie opnemen op de Rijksbegroting ter hoogte van € 1,062 mld. U bent hierover op 29 november jl. geïnformeerd in de Kamerbrief «Kabinetsappreciatie Commissievoorstel macro-financiële bijstand 2023 aan Oekraïne» (Kamerstukken 22 112 en 36 045, nr. 3557).
De Ecofinraad stemt op 6 december over het MFB-voorstel en tevens over twee hiermee samenhangende voorstellen voor technische wijzigingen van de verordening betreffende het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het Financieel Reglement. Voor de aanpassing van de MFK-verordening is eenparigheid van stemmen in de Raad vereist. Indien de Ecofinraad niet op 6 december met unanimiteit instemt, vindt besluitvorming mogelijk in een latere Ecofinraad plaats. Uw Kamer wordt zoals gebruikelijk over de uitkomst geïnformeerd via het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad.
Bij instemming in de Ecofinraad, zal de leenovereenkomst tussen de Europese Commissie en Oekraïne naar verwachting nog in december getekend worden. Op dat moment gaat Nederland de verplichting aan en moet rechtmatige budgettaire verwerking van deze verplichting geborgd zijn. Hiervoor wordt een beroep gedaan op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet (CW).
Beroep op CW 2.27, tweede lid
Normaliter wordt nieuw beleid met consequenties voor de begroting pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Het voorstel voor aanvullende maatregelen om Oekraïne te steunen heeft echter een spoedeisend belang gezien de huidige oorlogssituatie. Daarnaast is het steunen van Oekraïne bestaand kabinetsbeleid.
De leenovereenkomst tussen de Europese Commissie en Oekraïne wordt naar verwachting in december 2022 getekend, de partijen zetten daar expliciet op in. Op dat moment gaat Nederland een verplichting aan voor circa € 1,1 mld. en moet rechtmatige budgettaire verwerking van deze verplichting geborgd zijn (verdere uitgebreide informatie over de verplichting is opgenomen in bijgevoegd toetsingskader risicoregeling «Headroomgarantie Macro-Financiële Bijstand Oekraïne»). Uitstel tot een regulier moment om de begroting te wijzigen is geen alternatief. Immers, na akkoord van de Ecofinraad heeft Nederland geen verdere invloed op het moment van ondertekenen van de leenovereenkomst. De alternatieven middels een nota van wijziging (zonder beroep op CW 2.27, tweede lid) of Incidentele suppletoire begroting (ISB) met versnelde parlementaire behandeling zijn eveneens verkend. Deze opties vereisen dat beide Kamers uiterlijk voor het ondertekenen van de leenovereenkomst hebben ingestemd met de nota van wijziging of ISB. Een degelijk parlementair traject in zo’n kort tijdsbestek is niet haalbaar.
Vanwege het spoedeisend belang om Oekraïne te steunen in de huidige oorlogssituatie en omdat parlementaire besluitvorming over de budgettaire effecten via het reguliere proces niet tijdig kan worden afgerond, wordt een beroep gedaan op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet. Hiermee wordt, vooruitlopend op formele autorisatie door beide Kamers, uitvoering gegeven aan het besluit tot ophogen van het verplichtingenbudget met circa € 1,1 mld.
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag