42,7 %
57,3 %

SP

D66

PvdD

PVV

JA21

GL

DENK

CDA

Omtzigt

Groep Van Haga

BBB

CU

Volt

PvdA

SGP

BIJ1

FVD

Fractie Den Haan

VVD


Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID MICHON-DERKZEN

Ontvangen 16 mei 2023

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel 4, vervalt «, eerste zin,» en wordt toegevoegd «en wordt na «indien» ingevoegd «het besluit is genomen op grond van het eerste lid, onderdeel b of c, of».

II

In artikel II, onderdeel 4, vervalt «, eerste zin,» en wordt toegevoegd «en wordt na «indien» ingevoegd «het besluit is genomen op grond van het eerste lid, onderdeel b of c, of».

Toelichting

In het wetsvoorstel is bepaald dat betrokkenen bij de bekendmaking van het besluit tot sluiting op basis van de voorgestelde b- en c-grond de gelegenheid krijgen binnen een te stellen termijn maatregelen te treffen die verstoring van de openbare orde beëindigen of voorkomen. De korpschef, de VNG en een aantal gemeenten, waaronder Rotterdam, Amsterdam, Leeuwarden en Nijmegen hebben aangegeven dat het wat hen betreft, gelet op de aard van de situaties, onwenselijk is dat de begunstigingstermijn ook zal gelden voor de voorgestelde b- en c-grond van artikel 174a, eerste lid, van de Gemeentewet. Indiener stelt in navolging van deze adviezen dat deze begunstigingstermijn in de b- en c-grond de effectiviteit van de bevoegdheid van de burgemeester te zeer ondergraaft en in de praktijk tot veel onduidelijkheden zal leiden. Daarom stelt de indiener voor deze termijn te schrappen. Aangezien het wenselijk is dat de burgemeester en de gezaghebber in dezelfde situaties dezelfde maatregel kunnen treffen, wordt ook voorgesteld de vergelijkbare begunstigingstermijn in de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba te schrappen.

Schrappen van deze termijn doet geen afbreuk aan het ultimum remedium-karakter van het instrument van artikel 174a, eerste lid, van de Gemeentewet. Indiener meent dat het ruim voldoende wettelijk verankerd is dat sluiting van een woning pas in beeld komt om een definitieve oplossing te bewerkstelligen als voorgaande stappen onvoldoende blijken uit te halen. Hierbij is van belang dat de openbare orde rond een woning in ernstige mate in het geding moet zijn in de situaties waarop de voorgestelde b- en c-grond zien. Het gaat om (ernstige gevreesde) verstoring door ernstig geweld (of bedreiging daarmee) of het aantreffen van een wapen. Indiener stelt dat in deze gevallen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van omwonenden en voorbijgangers zwaarder weegt dan de proportionele inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene. Naar aanleiding van een eerdere waarschuwing kan een betrokkene uiteraard wel nog maatregelen treffen die er toe zouden kunnen leiden dat er geen noodzaak meer is tot sluiting, omdat er als gevolg van de getroffen maatregelen geen sprake meer is van verstoring van de openbare orde. Ook kan de sluiting van een woning snel en eenvoudig worden opgeheven indien de verstoring van de openbare orde zich niet meer voordoet.

Michon-Derkzen