Gepubliceerd: 3 oktober 2022
Indiener(s): Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: bestuur gemeenten openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36217-2.html
ID: 36217-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat voor sluiting van woningen een specifieke wettelijke grondslag essentieel is en het wenselijk is de bevoegdheid van de burgemeester en de gezaghebber uit te breiden om woningen, niet voor het publiek toegankelijke lokalen of bij die woningen of lokalen behorende erven te sluiten ter handhaving van de openbare orde, en in verband hiermee en ter wegneming van enkele omissies in Europees Nederland de bevoegdheid van verhuurders te wijzigen om een huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden en de bevoegdheid tot onteigening te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 174a van de Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De burgemeester kan besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien:

    • a. door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord;

    • b. door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring;

    • c. door het aantreffen in de woning of het lokaal of op het erf van een wapen als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.

2. In het tweede lid wordt «De in het eerste lid genoemde bevoegdheid» vervangen door «De in het eerste lid, aanhef, genoemde bevoegdheid» en wordt «op grond van het eerste lid is gesloten» vervangen door «op grond van het eerste lid, onderdeel a, is gesloten».

3. In het derde lid, tweede zin, wordt «ernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare orde» vervangen door «ernstige vrees voor herhaling of het ontstaan van de verstoring van de openbare orde».

4. In het vierde lid, eerste zin, wordt «beëindigd» vervangen door «beëindigd of voorkomen».

ARTIKEL II

Artikel 177 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De gezaghebber kan besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien:

    • a. door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord;

    • b. door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring;

    • c. door het aantreffen in de woning of het lokaal of op het erf van een wapen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenwet BES de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.

2. In het tweede lid wordt «De bevoegdheid, genoemd in het eerste lid,» vervangen door «De in het eerste lid, aanhef, genoemde bevoegdheid» en wordt «op grond van het eerste lid is gesloten» vervangen door «op grond van het eerste lid, onderdeel a, is gesloten».

3. In het derde lid, tweede zin, wordt «ernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare orde» vervangen door «ernstige vrees voor herhaling of het ontstaan van de verstoring van de openbare orde».

4. In het vierde lid, eerste zin, wordt «beëindigd» vervangen door «beëindigd of voorkomen».

ARTIKEL III

Artikel 231, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

1. «gedragingen in het gehuurde» wordt vervangen door «gedragingen in of in de onmiddellijke nabijheid van het gehuurde» en «de openbare orde is verstoord» wordt vervangen door «de openbare orde is verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring»;

2. «artikel 2 of 3 van de Opiumwet» wordt vervangen door «artikel 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, of 11a van de Opiumwet».

ARTIKEL IV

Artikel 77, eerste lid, onder 7°, van de onteigeningswet wordt als volgt gewijzigd:

1. «duurzaam herstel van de openbare orde» wordt vervangen door «duurzaam herstel van of duurzame voorkoming van verstoring van de openbare orde» en «gedragingen in het gebouw» wordt vervangen door «gedragingen in of in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw»;

2. «artikelen 2 en 3 van de Opiumwet» wordt vervangen door «artikelen 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, en 11a van de Opiumwet» en «artikel 2 of 3 van de Opiumwet» wordt vervangen door «artikel 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, of 11a van de Opiumwet».

ARTIKEL V

Indien artikel 1.1, onderdeel G, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet:

  • a. voor zover het artikel 11.8 van de Omgevingswet betreft eerder in werking treedt of is getreden dan artikel IV, onder 1, van deze wet, vervalt artikel IV, onder 1, van deze wet en wordt in artikel 11.8 van de Omgevingswet «gedragingen in dat gebouw» vervangen door «gedragingen in of in de onmiddellijke nabijheid van dat gebouw» en wordt «duurzaam herstel van de openbare orde» vervangen door «duurzaam herstel van of duurzame voorkoming van verstoring van de openbare orde»;

  • b. voor zover het artikel 11.9 van de Omgevingswet betreft eerder in werking treedt of is getreden dan artikel IV, onder 2, van deze wet, vervalt artikel IV, onder 2, van deze wet en wordt in artikel 11.9 van de Omgevingswet «artikelen 2 en 3 van de Opiumwet» vervangen door «artikelen 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, en 11a van de Opiumwet» en wordt «artikel 2 of artikel 3 van de Opiumwet» vervangen door «artikel 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, of 11a van de Opiumwet»;

  • c. voor zover het artikel 11.8 van de Omgevingswet betreft later in werking treedt dan artikel IV, onder 1, van deze wet, wordt in artikel 1.1, onderdeel G, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet in artikel 11.8 «gedragingen in dat gebouw» vervangen door «gedragingen in of in de onmiddellijke nabijheid van dat gebouw» en wordt «duurzaam herstel van de openbare orde» vervangen door «duurzaam herstel van of duurzame voorkoming van verstoring van de openbare orde»;

  • d. voor zover het artikel 11.9 van de Omgevingswet betreft later in werking treedt dan artikel IV, onder 2, van deze wet, wordt in artikel 1.1, onderdeel G, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet in artikel 11.9 «artikelen 2 en 3 van de Opiumwet» vervangen door «artikelen 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, en 11a van de Opiumwet» en wordt «artikel 2 of artikel 3 van de Opiumwet» vervangen door «artikel 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, of 11a van de Opiumwet».

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie en Veiligheid,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,