Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De begrotingsstaat van het gemeentefonds (B) voor het jaar 2022 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.
Het verplichtingenbedrag bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) ter zake van de algemene uitkeringen en de aanvullende uitkeringen wordt voor het uitkeringsjaar 2022 gewijzigd in € 33.697.562.000. Het verplichtingenbedrag ter zake van de decentralisatie-uitkeringen wordt voor het uitkeringsjaar 2022 gewijzigd in € 1.611.305.000.
Deze wet treedt in werking met ingang van 20 september van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 20 september 2022, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 20 september 2022.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Financiën,
Art. |
Omschrijving |
Vastgestelde begroting na 1e suppletoire begroting1 |
Mutaties 2e Incidentele Suppletoire Begroting |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
1 |
Gemeentefonds |
39.099.270 |
39.360.718 |
39.360.718 |
520.000 |
520.000 |
520.000 |
Stand is inclusief de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35 925 B, nr. 1), drie NvW's op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35 925 B, nr. 6, Kamerstukken II 2021/22, 35 925 B, nr. 13 en Kamerstukken II 2021/22, 35 925 B, nr. 15), de incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2021/22, 36 065, nr. 2), eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2021/22, 36 120 B, nr. 1) en twee NvW's op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2021/22, 36 120 B, nr. 5 en Kamerstukken II 2021/22, 36 120 B, nr. 6).