Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om een grondslag in te voeren in de Invorderingswet 1990 op grond waarvan bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in specifieke gevallen geen invorderingsrente in rekening wordt gebracht in verband met uitzonderlijke omstandigheden;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt aan artikel 29 toegevoegd «en de daarop berustende bepalingen».
In de Invorderingswet 1990 wordt aan artikel 28 een lid toegevoegd, luidende:
5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen gevallen waarop het derde lid niet van toepassing is worden aangewezen in welke gevallen, onder daarbij te stellen voorwaarden, geen invorderingsrente in rekening wordt gebracht omdat het in rekening brengen van invorderingsrente door uitzonderlijke omstandigheden niet redelijk wordt geacht.
In de Mijnbouwwet wordt in artikel 100 na «de Invorderingswet 1990» ingevoegd «en de daarop berustende bepalingen,».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,