Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2023
Naar aanleiding van uw verzoek van 5 april jl. om nadere informatie over de uitvoering van het amendement van lid Becker over het geven van een impuls aan de mentaliteitsverandering omtrent de zelfredzaamheid van vrouwen binnen gesloten gemeenschappen (Kamerstuk 36 200 XV, nr. 26) bericht ik u als volgt.
U heeft op dinsdag 4 april jl. (Kamerstukken 35 341 en 35 175, nr. 18) de beantwoording ontvangen op de 69 verdiepende vragen naar aanleiding van het Meerjarenplan Zelfbeschikking dat ik op 4 november 2022 naar Uw Kamer heb gestuurd (Kamerstukken 35 341 en 32 175, nr. 17). Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 wordt het vanuit het beoogde Fonds op Naam ook mogelijk om initiatieven te ondersteunen gericht op het bevorderen van mentaliteitsverandering met het oog op financiële zelfredzaamheid en zeggenschap.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 56 is de verkenning naar de mogelijkheid van een Fonds op Naam inmiddels afgerond. De subsidie om een Fonds op Naam in te richten, is verstrekt aan het Oranjefonds. Het Oranjefonds is nu bezig met de inrichting van dit Fonds. Het budget voor een Fonds op Naam was beoogd € 300.000. Ter uitvoering van het amendement van lid Becker uit 2022 is er € 150.000 extra beschikbaar gekomen in 2023. Dit incidentele bedrag is toegevoegd aan het budget voor het Fonds op Naam. Het totaal budget komt hiermee op € 450.000.
Binnenkort kunnen zelforganisaties bij het Oranjefonds daarmee ook een aanvraag indienen die gericht is op het bevorderen van mentaliteitsverandering met het oog op financiële zelfredzaamheid. Ik hoop u met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip