Ontvangen 7 oktober 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel 99 Nog onverdeeld van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 8.000.000 (x € 1.000).
Dit amendement maakt middelen vrij voor de verhoging van het minimumloon naar 14 euro per uur, op basis van een 36-urige werkweek, en de daarbij horende stijging van onderliggende regelingen. Dit amendement is op deze manier vorm gegeven omdat de minimumloonverhoging per AMvB loopt en de Kamer een AMvB niet kan amenderen. De verhoging van de middelen wordt gedekt door het verhogen van de belastingen op vermogen en winst. De indieners van het amendement zullen hiervoor separate amendementen indienen.
De indieners van dit amendement roepen het kabinet op om het minimumloon derhalve met 12,5% aanvullend te verhogen (op de reeds voorgenomen verhoging van het kabinet). Hiertoe zal in de tweede termijn van de Algemene Financiële beschouwingen een motie worden ingediend.
De 8 miljard euro komt voort uit de doorrekening van de tegenbegroting van de PvdA en GroenLinks waarin deze maatregel stond. De verhoging van het minimumloon leidt tot een aanzienlijke koopkrachtverbetering voor personen met een loon op en boven het minimumloon en voor uitkeringsgerechtigden waaronder ontvangers van de AOW, bijstand en loongerelateerde uitkeringen zoals de WW en de WIA. Ook leidt de verhoging van het minimumloon tot hogere uitgaven aan toeslagen.
Om precies te zijn betekent een verhoging van het minimumloon met 12,5% een stijging van de uitgaven aan de AOW en Anw (3,7 miljard euro), aan de WIA en WAO (1,2 miljard euro), aan de bijstand (0,6 miljard euro), aan de Wajong en TW (0,6 miljard euro), aan de zorgtoeslag en het WKB (0,6 miljard euro), aan de huurtoeslag (0,4 miljard euro) aan de WW en ZW (0,3 miljard euro) en aan het LIV (0,3 miljard euro). Tevens stijgen de uitgaven aan lonen in de publieke sector (0,3 miljard euro).
Nijboer Maatoug