Voorgesteld 1 december 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Rotterdam als voorloper in het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid reeds een uitgebreide infrastructuur heeft staan voor de sociale ontwikkeling van Rotterdam-Zuid;
overwegende dat zonder aanvullende bijdrage van het Rijk de bestaande infrastructuur afgebouwd dreigt te worden, bijvoorbeeld als het gaat om begeleiding naar werk, opleidingen naar tekortsectoren en loonkostensubsidies;
constaterende dat OCW, JenV en BZK al aanvullende financiering hebben toegezegd, maar dat er nog geen duidelijkheid is over de bijdrage van SZW voor de pijler Werk;
verzoekt de regering om voor de pijler Werk van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid middelen te vinden voor in ieder geval 2023;
en gaat over tot de orde van de dag.
Kathmann
Maatoug
Van Baarle
Van Kent