Voorgesteld 7 december 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Dolfinarium voornemens is om acht dolfijnen, twee walrussen en twee zeeleeuwen te verkopen aan een Chinees pretpark;
constaterende dat in het Besluit houders van dieren in artikel 4.11 is opgenomen dat de vergunninghouder, in dit geval het Dolfinarium, zich bij de verkoop van een dier ervan moet verzekeren dat de ontvangende partij, dus het pretpark in China, de dieren houdt, huisvest en verzorgt op een manier die overeenkomt met de Nederlandse regelgeving;
constaterende dat de Minister erkent dat de dieren in het Chinese pretpark moeten deelnemen aan shows die in Nederland verboden zijn;
spreekt uit dat het onwenselijk is dat het Dolfinarium overgaat tot de verkoop van deze zeezoogdieren aan een Chinees pretpark,
en gaat over tot de orde van de dag.
Wassenberg
Boswijk
Tjeerd de Groot
Graus
Bromet
Thijssen
Eerdmans