Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2023
Op 7 december jl. heeft de Kamer de motie van de leden Gündogan en Valstar (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 91) aangenomen, waarin de regering verzocht is om in kaart te brengen in welke mate en op welke wijze de ontwikkeling van precisiefermentatie in Nederland wordt gestimuleerd. Hierbij bied ik u de resultaten van het onderzoek aan.
Het onderzoek
Het Ministerie van LNV heeft het verzoek bij Wageningen Economic Research neergelegd en daar is de volgende onderzoeksvraag uit voortgekomen: «Op welke manier en in welke mate stimuleren de nationale overheid (het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland), NWO, provincies, en regionale ontwikkelingsmaatschappijen precisiefermentatie?»1 Daarbij komen de volgende subvragen aan bod: Wat is de omvang van de nationale subsidiëring van precisiefermentatie? Aan welke projecten met betrekking tot precisiefermentatie zijn subsidies toegekend?2 Voor precisiefermentatie is de volgende definitie gehanteerd:
Precisiefermentatie creëert biologisch identieke melk, kaas, eiwit en andere dierlijke eiwitten met behulp van genetisch gemanipuleerde micro-organismen die in tanks worden gefermenteerd.
Uit het onderzoek, waarbij 25 actoren telefonisch zijn geïnterviewd, komt naar voren dat het lastig is om inzicht te krijgen in welke mate nationale subsidies zijn verstrekt met betrekking tot precisiefermentatie in Nederland. Een van de redenen is dat er bij een aantal projecten, waaronder het project binnen het Groeifonds op cellulaire agricultuur, dat in oktober door de regering is gekeurd, precisiefermentatie een onderdeel is van een groter project met bijbehorende subsidies. Het is dan niet mogelijk om aan te geven welk onderdeel specifiek bestemd is voor precisiefermentatie. Daarnaast betreft het een relatief nieuwe toepassing van een bestaande techniek, waar nog geen concreet beleid op wordt gevoerd, waardoor het minder eenvoudig terug te vinden is in de subsidieoverzichten. Tenslotte is uit de interviews naar voren gekomen dat vooral regionale ontwikkelingsmaatschappijen ondersteuning bieden op gebied van advies en startersleningen en minder in de vorm van subsidies. Daarbij gaat het veelal om projecten die nog in het voortraject van ontwikkeling staan.
Toekomstig beleid
De uitkomsten van het rapport laten zien dat een nieuwe techniek als precisiefermentatie nog in het beginstadium van ontwikkeling staat en dat overheden een start maken met het ondersteunen ervan. De sector van cellulaire agricultuur is flink in beweging en biedt veel kansen voor de toekomst op een dier- en milieuvriendelijke manier vlees en zuivel te kunnen produceren. Het te ontwikkelen beleid moet daaraan faciliterend zijn. Zo laat ik op dit moment uitzoeken wat de perspectieven van cellulaire agricultuur3 voor bijvoorbeeld de agrarische sector kunnen zijn. Ook worden de belemmeringen voor productie en marktintroductie van producten op basis van cellulaire agricultuur in kaart gebracht, zowel wettelijk als beleidsmatig. Deze onderzoeken dienen als basis voor te ontwikkelen beleid.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema