Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 14 november 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) essentieel is voor de wijze waarop mensen op een veilige en goede manier digitaal met de overheid kunnen communiceren en dat hiervoor 300 miljoen beschikbaar is;
constaterende dat onder deze GDI ook de Autoriteit Persoonsgegevens en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens vallen, waarbij tekorten in financiering van deze diensten grote gevolgen hebben voor het functioneren van de infrastructuur;
verzoekt de regering de gehele GDI te financieren vanuit de algemene rijksmiddelen en hierover de Kamer bij de begroting van 2024 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Leijten