Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2023
In juni 2021 is de Wet erkenning Nederlandse Gebarentaal in werking getreden. Daaruit voortkomend is op 1 januari 2022 het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal (hierna: Adviescollege) ingesteld. Ik ben verheugd om te melden dat er inmiddels twee adviezen door het Adviescollege zijn gegeven. Ik wil het Adviescollege hartelijk danken voor hun eerste gevraagde en eerste ongevraagde advies. In deze brief ga ik op deze adviezen in, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister voor Langdurige Zorg en Sport en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. De adviezen zijn als bijlage bij deze brief gevoegd.
Adviezen van het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal
Op 12 oktober jl. heeft het Adviescollege ongevraagd geadviseerd om het lesaanbod Nederlandse gebarentaal (NGT) aan horende ouders van dove of slechthorende kinderen te verbeteren en een leerlijn te ontwikkelen voor dove en slechthorende kinderen. Zoals verzocht door het Adviescollege is het Ministerie van BZK op 16 maart samen met de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) met het Adviescollege in gesprek gegaan over het ongevraagde advies. OCW heeft tijdens het gesprek aangegeven met de sector in gesprek te gaan over het advies en de genoemde problemen te bespreken voor de zomer. VWS organiseert een vervolgoverleg om verder te praten over wat mogelijk is om het aanbod in NGT-onderwijs voor ouders van doven en slechthorenden te verbeteren.
Artikel 3, lid 2 van de Wet erkenning Nederlandse gebarentaal bepaalt dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in overleg met provincies, gemeenten en waterschappen en de Raad voor de Rechtspraak beleidsregels vaststelt over de wijze waarop het gebruik van de NGT wordt bevorderd. Op mijn verzoek is er op 28 oktober 2022 door het Adviescollege advies gegeven over deze op te stellen beleidsregels met betrekking tot het bevorderen van de Nederlandse Gebarentaal.1 Daarmee geef ik invulling aan de motie van de leden Van den Hul (PvdA) en Van der Graaf (ChristenUnie). Dit advies is een eerste stap waarbij gebarentaligen uit de gemeenschap betrokken worden en om advies worden gevraagd.2
Reactie op het gevraagde advies (Artikel 3)
In het advies over de invulling van artikel 3 van de Wet erkenning Nederlandse gebarentaal gaat het Adviescollege breed in op de behoeften van gebarentaligen, op goede voorbeelden zoals het tolken van de troonrede en crisiscommunicatie, de belangrijkste lacunes, knelpunten, beleidsadviezen en het bereiken van toegankelijkheid voor gebarentaligen. Ik ga hieronder nader in op de analyse en adviezen die het Adviescollege geeft. Deze adviezen vormen op zichzelf nog geen beleidsregels, maar geven daarvoor wel mede de bouwstenen. Ik zal bij de reactie op het advies eerst ingaan op de vraagstukken en voorgestelde adviezen die te maken hebben met toegankelijke informatie. Daarna zal ik ingaan op vragen rond tolken en contact. Tot slot zal ik het vervolgproces rondom het opstellen van beleidsregels toelichten.
Ik vind het met het Adviescollege van belang dat overheidsinformatie voor gebarentaligen toegankelijk en beschikbaar is. Binnen de Rijksoverheid bestaan verschillende initiatieven gericht op de bewustwording en het wegnemen van de belemmeringen in het dagelijkse leven voor gebarentaligen. Voorbeelden zijn de Gebarenchallenges bij het Ministerie van OCW en de pilot «loket Arbo Hulpmiddelen» binnen mijn ministerie, waarbij collega’s met een auditieve beperking terecht kunnen voor benodigde hulpmiddelen en advies. Ook heeft de inzet van tolken de aandacht binnen overheidsinstanties. Met de ratificatie van het VN-verdrag Handicap en de uitwerking daarvan in het programma «Onbeperkt Meedoen»3 en het vervolg daarop4 wil het kabinet de positie van mensen met een beperking verbeteren. Een toegankelijke overheid is daarbij essentieel.
Toegankelijke overheidsinformatie
Het is belangrijk dat overheidsinformatie toegankelijk en beschikbaar is via de bestaande kanalen van de Rijksoverheid en bijbehorende uitvoeringsorganisaties. De Rijksoverheid moet voldoen aan de toegankelijkheidseisen zoals vastgelegd in het «Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid». Alle platformwebsites van Rijksoverheid.nl voldoen aan deze norm. De Rijksoverheid zorgt voor een goede toegankelijkheid van de websites door diverse maatregelen binnen (dagelijkse) processen te nemen. Voor een uitgebreid overzicht van de toegankelijkheidsvoorwaarden verwijs ik u naar Rijksoverheid.nl.5 Een deel van de informatie wordt daarnaast in overleg met o.a. belangenorganisaties aangeboden in NGT. Dit gaat om maatwerk. Dat betekent dat de Dienst Publiek en Communicatie (DPC) per onderwerp kijkt wat er in NGT vertaald wordt op Rijksoverheid.nl. Aangewezen dossiers worden geschreven vanuit het perspectief van dove en slechthorende mensen en dan vertaald in NGT, zoals over de Wet maatschappelijke ondersteuning, zorgverzekering, euthanasie en verkiezingen. Dat gebeurt in samenspraak met de belangenorganisaties en het verantwoordelijke beleidsdepartement. Het is daarnaast bij verschillende overheidsinstanties mogelijk om bemiddeling bij het telefoneren in te zetten door middel van een videotolk NGT.
Verkiezingen
Het Adviescollege wijst op het belang van beter geïnformeerde deelname van gebarentalige burgers aan verkiezingen. Door informatie in NGT beschikbaar te maken wordt de uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht6 van gebarentaligen beter gewaarborgd. Ik onderschrijf deze aanbeveling. In de aanloop naar een verkiezing voert mijn ministerie landelijk campagne om kiezers te attenderen op de verkiezingen en hen te motiveren om te gaan stemmen. De bijbehorende tv-commercial wordt aangeboden in NGT op o.a. YouTube en op de website www.elkestemtelt.nl. Daarnaast worden alle video’s over verkiezingen standaard ondertiteld. Door ProDemos en belangenorganisaties zoals Dovenschap worden aanvullend diverse video’s over verkiezingen in NGT aangeboden.
Crisiscommunicatie
Het Adviescollege adviseert, in lijn met Artikel 4 van de Wet erkenning Nederlandse gebarentaal, dat in crisissituaties informatie vanaf het eerste moment ook in NGT beschikbaar is en dat bij grote publiekgerichte communicatie in NGT getolkt wordt. Ter implementatie van Artikel 7, eerste lid, Wet veiligheidsregio’s legt het Ministerie van Justitie en Veiligheid momenteel de laatste hand aan een structurele basisvoorziening voor een gegarandeerde inzetbaarheid van een tolk NGT wanneer een gezagsdrager de bevolking in het kader van een crisis toespreekt in een georganiseerd persmoment. Ook de Veiligheidsregio’s kunnen hiervan gebruikmaken. Voor de totstandkoming van deze voorziening is breed geïnventariseerd bij en samengewerkt met belangenorganisaties en andere ministeries.
Toegang tot tolken en contact met overheidsinstanties
Net als het Adviescollege onderschrijf ik het belang van gebarentaligen om toegang te hebben tot tolken in contact met overheidsinstanties. Tolken zijn een belangrijke manier om contact met, onder andere, overheidsinstanties voor gebarentaligen mogelijk te maken.
Inzet van tolken bij overheidsinstanties
Er zijn op dit moment bij de overheidsinstanties zowel centraal als decentraal verschillende mogelijkheden voor persoonlijk contact in NGT. Zo wordt in de Wet beëdigde tolken en vertalers bepaald dat organisaties in de straf- en vreemdelingenketen gebruik maken van beëdigde tolken en vertalers, tenzij de wet een uitzonderingssituatie beschrijft.7 Bij het UWV wordt bij belangrijke processen, zoals een bezwaarprocedure, op verzoek van belanghebbenden of op aanwijzing van het UWV een tolk beschikbaar gesteld zonder dat dit van de persoonlijke tolkuren8 van mensen met een auditieve beperking afgaat. Verschillende decentrale overheden hebben aangegeven positief tegenover informatieverzoeken in NGT te staan en op verzoek maatwerk te kunnen leveren.
Ik vind het van belang in de beleidsregels aandacht te hebben voor het gebruik van NGT bij overheidsinstanties, waarbij deze regels over de inzet van tolken ook daadwerkelijk in de praktijk kunnen worden toegepast. Daarom ga ik met de departementen en de koepels in gesprek op welke wijze dit zou kunnen met als doel dat er een reëel aanbod van tolken beschikbaar is voor gebarentaligen.
Geregistreerde tolken
De beschikbaarheid en inzet van tolken en vertalers NGT is voor gebarentalige mensen van groot belang om volwaardig mee te doen in de samenleving. Als eerste adviseert het Adviescollege een lijst op te stellen die door overheden te raadplegen is en waaraan erkende vertalers zich kunnen laten toevoegen. Op dit moment is er een kwaliteitsregister dat wordt beheerd door de Stichting Register Tolken Gebarentaal en Schrijftolken. Tolken kunnen zich hierbij inschrijven.Bij het Adviescollege is nagevraagd waar zij de lacunes zien ten opzichte van het bestaande kwaliteitsregister. Er is overigens ook een register beëdigde tolken en vertalers dat wordt beheerd door Bureau Wbtv in opdracht van de Minister van Justitie en Veiligheid. Dit register is zowel een kwaliteits- en integriteitsregister. Ik zie dan ook geen meerwaarde in het beheren door de overheid van een informele lijst van tolken en vertalers naast de bestaande registers. Ik ga wel met het adviescollege in gesprek om te kijken waar het verschil in perceptie zit, waar zij lacunes zien en hoe we die kunnen verhelpen.
Beschikbaarheid tolken bij contactbalies
Het Adviescollege adviseert daarnaast een continue beschikbaarheid van een tolk bij contactbalies van de overheid, eventueel op afstand via een videoverbinding. Ik ben het met het Adviescollege eens dat er ook voor gebarentalige burgers goed contact mogelijk moet zijn met de overheid. Overheidsorganisaties moeten daar een passende vorm voor vinden en bieden. We zien dat daar in de praktijk verschillende vormen voor worden gekozen. Denk hierbij aan het inzetten van een videotolk of het leveren van maatwerk op verzoek. Hoe dit het beste kan worden vormgegeven, en welke rol bijvoorbeeld de Informatiepunten Digitale Overheid daarin kunnen spelen, is een vraag voor verdere uitwerking. Deze voorstellen zal ik bespreken met de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal overleg en de Unie van Waterschappen bij het opstellen van beleidsregels.
Tarieven tolken
Het Adviescollege adviseert verder dat het nodig is om de tarieven van gerechtstolken en andere tolken gelijk te trekken. Ook geeft het Adviescollege aan dat het mogelijk zou moeten zijn om op basis van ervaringsjaren en specifieke vaardigheden een differentiatie in tarief aan te kunnen brengen. Hierbij merk ik op dat de beleidspraktijk veelvormig is. De door het UWV uitgevoerde tolkvoorzieningen vallen onder verantwoordelijkheid van de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Minister van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het vaststellen van tarieven van gerechtstolken. In 2020 heeft er een stelselherziening met betrekking tot de tolkeninzet plaatsgevonden, waarbij onder andere vanwege de zelfstandige positie van tolken en vertalers is gekozen voor een minimumtarief. Boven dit minimumtarief kunnen tolken een eigen tarief overeenkomen met de intermediairs o.a. op basis van vraag en aanbod. De tarieven die overeengekomen worden met zelfstandige werkende tolken gaan gemonitord worden vanuit de nieuwe contracten met de intermediairs. Wanneer hier inzicht in is informeert de Minister van Justitie en Veiligheid hierover de Kamer halfjaarlijks, tezamen met de overige monitoringsresultaten die al reeds door haar gedeeld worden met uw Kamer.
Bekendheid communicatiebehoeften bij politie en justitie
Als laatste pleit het Adviescollege ervoor om te zorgen dat politie en justitie beter bekend zijn met zowel de communicatiebehoeften van gebarentaligen als met de mogelijkheid om gediplomeerde tolken in gebarentaal in te zetten. Daarbij wijst het Adviescollege op het belang van bekendheid met de aanwezigheid van andere gebarentalen in Nederland bij bijvoorbeeld asielzoekers. De inzet van een beëdigde tolk van het C1-niveau is voor aangewezen werkprocessen binnen de straf- en vreemdelingenketen wettelijk verplicht. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) maakt een aantal keer per jaar gebruik van tolken gebarentaal bij asielprocedures. Complicerend hierbij is dat gebarentaal niet universeel is en de vreemdeling vaak ook geen officiële gebarentaal uit het land van herkomst spreekt. In veel gevallen wordt daarom gekozen voor een relaytolk die de Nederlandse gebarentaal omzet naar het Nederlands9 en van daaruit vertaalt naar de andere taal. Deze inzetten worden op maat ingeregeld door de tolkencoördinatoren van de IND.
Tolken opleiden
Het Adviescollege doet twee voorstellen met betrekking tot de opleiding van het Instituut voor Gebaren, Taal en Dovenstudies van de Hogeschool Utrecht. In Nederland staat het hoger onderwijsinstellingen echter vanuit de Grondwet vrij om het eigen aanbod te bepalen. We waarderen het dat het Adviescollege de instituten op de hoogte heeft gebracht van de adviezen en vertrouwen erop dat de instituten deze ter harte nemen.
Tekort tolken verkennen
Als laatste adviseert het Adviescollege te verkennen in hoeverre het nu al ervaren aanwezige tekort aan beschikbare tolken zich zal ontwikkelen als de Wet erkenning Nederlandse gebarentaal verder geïmplementeerd wordt. Ook het kabinet ziet het tolkentekort. Niet alle achterwachtfuncties (inzet tolk voor spoedopdrachten) kunnen bijvoorbeeld worden ingevuld. Ten tijde van de COVID19-pandemie, waar reguliere opdrachten beperkter aanwezig waren, kwam dit probleem minder voor. Het tolkentekort is een breder maatschappelijk probleem waar Rijksbreed naar gekeken dient te worden. Met betrokken ministeries (JenV, OCW, VWS, SZW en BZK) zal in een interdepartementaal overleg verkend worden hoe eventuele belemmeringen bij het beschikbaar krijgen en houden van tolken opgelost kunnen worden.
Beleidsregels
Naar aanleiding van het advies zal ik samen met de in de Wet erkenning Nederlandse gebarentaal genoemde organisaties beleidsregels gaan opstellen. Het advies bevat ingrediënten voor deze beleidsregels. Zo wordt in de adviezen door het Adviescollege aangegeven dat:
– er toegankelijke informatie voor gebarentalige burgers moet zijn bij overheden en overheidsdiensten;
– er toegang van gebarentaligen moet zijn tot tolken bij de politie en justitie;
– er toegang moet zijn van gebarentaligen tot tolken bij overheidsinstanties;
– overheidsmedewerkers beter op de hoogte moeten zijn van het belang en de aard van NGT (bewustwording).
Het kabinet zal gedurende het jaar de adviezen van het Adviescollege aan de uitvoering toetsen. Waar nodig zal het gesprek worden gevoerd met de VNG, IPO, UvW en de Raad voor de Rechtspraak. Ik streef ernaar om op basis van deze gesprekken een voorstel voor beleidsregels te doen en dit in 2023 af te ronden.
Tot slot
Ik wil het Adviescollege hartelijk danken voor het advies op mijn adviesaanvraag over het opstellen van beleidsregels gericht op het bevorderen van het gebruik van de NGT bij openbare toespraken van de leden van het kabinet, in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer. Ik zet mij graag in voor een goede verdere samenwerking met het Adviescollege, en daarmee voor het verder bevorderen van goed en passend gebruik van de Nederlandse Gebarentaal.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot