Kamerstuk 36200-VII-115

Verslag van een schriftelijk overleg over de zichtbaarheidsakkoord Friese taal (Kamerstuk 35925-VII-163)

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023

Gepubliceerd: 22 november 2022
Indiener(s): Kiki Hagen (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36200-VII-115.html
ID: 36200-VII-115

Nr. 115 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 22 november 2022

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 17 mei 2022 inzake het Zichtbaarheidsakkoord Friese taal (Kamerstuk 35 925 VII, nr. 163).

De vragen en opmerkingen zijn op 8 juli 2022 aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 21 november 2022 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Hagen

Adjunct-griffier van de commissie, Honsbeek

Onderwijs

Antwoord op de vraag van de VVD-fractie op wat voor manier het Rijk invulling geeft aan haar wettelijke én financiële verantwoordelijkheid, en het extra vak dat de scholen in Fryslân geven.

De provincie Fryslân ontvangt via het provinciefonds een budget voor Materiële Instandhouding Fries (MIF). De hoogte van dit budget voor 2022 bedraagt voor het primair onderwijs € 415.000 en voor het voortgezet onderwijs € 70.000. De provincie bepaalt hoe dit budget wordt ingezet. Voor het schooljaar 2022–2023 krijgen alle scholen uit dit budget gratis lesmateriaal in het Fries aangeboden. Daarnaast draagt het Rijk met 1 miljoen euro jaarlijks via het provinciefonds ook bij aan de instandhouding van de basisinfrastructuur voor een doorgaande leerlijn Fries.

Antwoord op de vraag van de D66-fractie of het kabinet bereid is de bekostiging van het Friese taalonderwijs opnieuw in overweging te nemen bij het opstellen van de nieuwe BFTK.

Antwoord op de vraag van de leden van de CDA-fractie wat het standpunt van het kabinet is inzake de financiering van het vak Fries op scholen voor basis- en voortgezet onderwijs.

Zoals bij de beantwoording op vraag van de VVD-fractie is aangegeven loopt de financiering voor het instandhouden van het vak Fries op scholen via het provinciefonds. Het kabinet is bereid om met de provincie Fryslân in het kader van een nieuw BFTK in gesprek te gaan over de middelen die zij ontvangen vanuit de rijksoverheid voor het Fries via het budget voor Materiële Instandhouding Fries.

Antwoord op de vragen van de leden van de CDA-fractie of het kabinet erkent dat het aanbieden van een extra schoolvak zonder aanvullende bijdrage voor scholen financiële consequenties heeft en dat dit ontmoedigend kan werken, terwijl het doel van de Wet gebruik Friese taal juist is: het bevorderen van de beheersing en het gebruik van de Friese taal? Heeft de provincie Fryslân aangegeven welk bedrag benodigd zou zijn? Zo nee, is de Minister bereid dit bij de provincie Fryslân na te vragen? Ziet de Minister aanknopingspunten in de ruim beschikbare aanvullende middelen voor de kwaliteit van het onderwijs om iets aan de concrete situatie te doen?

Alle scholen in Nederland ontvangen een basisbekostiging (lumpsum). Deze lumpsum is bedoeld voor het totaalpakket van het onderwijs zoals een school dat wil aanbieden en gaat op aan lerarensalarissen, meubilair, schoonmaak enz. Scholen in de provincie Fryslân ontvangen daar bovenop vanuit de rijksoverheid budgetten voor het Fries. De hoogte van het budget Materiële Instandhouding Fries (MIF) voor 2022 bedraagt voor het primair onderwijs € 415.000 en voor het voortgezet onderwijs € 70.000. Daarnaast draagt het Rijk met 1 miljoen euro jaarlijks via het provinciefonds ook bij aan de instandhouding van de basisinfrastructuur voor een doorgaande leerlijn Fries.

Het Ministerie van OCW gaat in aanloop naar een nieuwe Bestuursafspraak met de provincie in gesprek over ambities voor het Fries en zal vragen en bezien wat er nodig is om ervoor te zorgen dat scholen zich niet ontmoedigd voelen om het Fries aan te bieden.

Antwoord op de vraag van de VVD-fractie of de Minister bereid is de conclusies van de onderwijsinspectie op te pakken en hierover nieuwe afspraken met de provincie te maken in de BFTK 2024 – 2028.

Ja, het Ministerie van OCW gaat met de provincie in gesprek over de conclusies van de onderwijsinspectie met het oog op de BFTK 2024 – 2028. In de onderhandelingen voor dit bestuursakkoord zal bekeken worden welke ambities en uitdagingen er zijn op het Fries en wat dit betekent voor de benodigde middelen.

Antwoord op de vraag van de CDA-fractie wat het actuele standpunt van het kabinet is aangaande de wens van de provincie Fryslân om het toezicht op de kwaliteit van het aanbod van het schoolvak Fries uit te voeren, in plaats van de Onderwijsinspectie.

De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op het onderwijsaanbod, zo ook op het aanbod van het schoolvak Fries. De verantwoordelijkheid voor goed onderwijs ligt bij de schoolbesturen. Dit geldt ook voor het onderwijsaanbod Fries en de kwaliteit daarvan. In het toezicht sluit de inspectie aan bij deze verantwoordelijkheid, zo ook voor het Fries bij de schoolbesturen die scholen in Friesland hebben en die het Fries moeten aanbieden. Bij elk vierjaarlijks onderzoek is de stand van zaken voor het Fries één van de te onderzoeken thema’s en dit komt bij alle startgesprekken aan bod. Ook kan Fries onderdeel uitmaken van verificatie-activiteiten op de scholen. Als besturen en/of scholen zich niet aan de wettelijke vereisten houden heeft de inspectie de bevoegdheid tot ingrijpen en kan zij waar nodig een herstelopdracht geven. De inspectie heeft de kennis en expertise voor het uitvoeren van dit toezicht in huis, waarbij Fries net zo belangrijk is als andere vakken. Van een overdracht van bevoegdheden of taken van de inspectie naar de provincie Fryslân is dan ook geen sprake.

Antwoord op de vraag van de CDA-fractie over de positie van de studie naar de Friese taal en cultuur en of deze een plek kregen in de sectorplannen.

Het kabinet investeert structureel 200 miljoen euro in het instrument sectorplannen. In lijn met het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) is hierbij aandacht gevraagd voor de kleine studies in de geesteswetenschappen, in het bijzonder voor de moderne vreemde talen en de studie Nederlandse taal en cultuur (inclusief Fries). Deze middelen zijn bestemd voor alle vier de wetenschapsdomeinen: sociale en geesteswetenschappen, bèta, techniek en medisch.

Het domein sociale en geesteswetenschappen is verantwoordelijk voor het schrijven en implementeren van een sectorplan en heeft al een sectorplan ingediend bij de Nationale Commissie Sectorplannen. Deze commissie maakt een inhoudelijke en onafhankelijke weging in de prioritering van betreffende sectoren die in aanmerking komen voor de financiering van een sectorplan. Het komende jaar zal de commissie hierover advies uitbrengen aan de Minister van OCW.

Antwoord op de vraag van de CU-fractie of het klopt dat scholen geen middelen krijgen voor het aanbieden van het Fries.

Zoals uit bovenstaande beantwoording van andere vragen blijkt, klopt dit niet.

Antwoord op de vraag van de CU-fractie welke maatregelen het kabinet kan nemen om het tekort aan docenten op te lossen, juist vanwege het belang van goed taalonderwijs voor de toekomstbestendigheid van het Fries.

We beschikken niet over exacte cijfers ten aanzien van tekorten voor het schoolvak Fries, maar ontvangen wel signalen die erop wijzen dat het lastig is om docenten Fries te werven. Om de tekorten – die in het gehele voortgezet onderwijs een probleem zijn – aan te pakken moeten alle registers open. Er wordt een pakket aan maatregelen genomen, dat ook ten goede komt aan de tekorten voor het schoolvak Fries. Zo wordt samenwerking op (onderdelen van) de onderwijsarbeidsmarkt via verschillende regelingen gestimuleerd, waaronder de Regionale Aanpak Personeelstekort. Via deze regeling hebben schoolbesturen en lerarenopleidingen in de regio Friesland gezamenlijk subsidie aangevraagd en zij zijn aan de slag om het personeelstekort in de regio aan te pakken. Daarnaast is er onder andere de succesvolle regeling zij-instroom: een tegemoetkoming aan scholen voor begeleiding en opleiding van zij-instromers, die werken combineren met leren. Het subsidiebedrag van deze regeling wordt per volgend jaar verhoogd van € 20.000 naar € 25.000 per zij-instromer. Naar verwachting zullen hierdoor meer schoolbesturen een zij-instromer in beroep in dienst nemen. Ook wordt ingezet op het vergroten van de aantrekkelijkheid van het beroep. Zo is in het recente Onderwijsakkoord een structurele investering in vermindering werkdruk in het voortgezet onderwijs afgesproken. Een verdere toelichting op de bredere aanpak van de tekorten is te vinden in de Kamerbrief1 Lerarenstrategie van juli jl. en de Kamerbrief2 update Lerarenstrategie van oktober jl. In deze Kamerbrieven beschrijft het kabinet onze inzet om te komen tot een effectief pakket aan maatregelen en schetsen wij de dilemma’s die wij zien voor meer structurele en verdergaande aanpassingen in het stelsel.

Antwoord op de vragen van de SGP-fractie waarom de herziening van het curriculum inzake de Friese taal afhankelijk zou zijn van het landelijke proces van curriculumherziening. Is de Friese taal niet een dermate specifieke en exclusieve aangelegenheid dat deze ook afzonderlijk kan worden doorgezet?

De inhoud van het vak Fries staat omschreven in de kerndoelen (primair onderwijs en onderbouw voortgezet onderwijs) en de examenprogramma’s (bovenbouw voortgezet onderwijs). De herziening van de kerndoelen en examenprogramma’s voor de Friese taal kan inderdaad relatief onafhankelijk van andere vakken of leergebieden plaatsvinden. Fries heeft zijn eigen commissies en eigen doorlooptijden. Vanwege de samenhang met andere verwante vakken (de talen) is afstemming met die vakken wel belangrijk. Daarom overlapt de ontwikkeltijd van Fries met Nederlands en de moderne vreemde talen (MVT), die al deels van start zijn gegaan. De bijstelling van de kerndoelen Fries valt onder de verantwoordelijkheid van de provincie Fryslân met technische ondersteuning van SLO. Zij zijn inmiddels gestart met dit traject. De bijstelling van de examenprogramma’s Fries valt onder de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid en wordt uitgevoerd door SLO. In september zijn de voorbereidingen getroffen zodat in januari 2023 de vakvernieuwingscommissie van start kan gaan.

Tresoar

Antwoord op de vragen van de VVD-fractie of het kabinet inderdaad voornemens is zich uit de organisatiestructuur terug te trekken en of het kabinet daarmee niet de gemaakte afspraken in de BFTK? Antwoord op de vragen van de CU-fractie of het kabinet vasthoudt aan de eerder gemaakte afspraak om het Rijk onderdeel te laten blijven van de organisatiestructuur van het Fries historisch en letterkundig centrum Tresoar. Daarnaast vraagt de fractie wat het bredere toekomstperspectief voor Tresoar is.

De Kamer is over dit voornemen tot uittreden uit de gemeenschappelijke regeling op 25 juni 2020 geïnformeerd naar aanleiding van gestelde Kamervragen (Geluk-Poortvliet en Van der Molen, CDA, Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3298)). Tevens is de Kamer op 9 februari jl. bij afschrift geïnformeerd over de brief van de voormalig Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 15 december 2021 aan de besturen van de Regionale Historische Centra over de transitie van de RHC’s en de bestuurlijke afspraken in deze3. Het Rijk is voornemens om per 1 januari 2025 uit de gemeenschappelijke regelingen van de Regionale Historische Centra (RHC’s) te treden. Deze datum is door het Ministerie van OCW gedeeld met de besturen van de RHC’s, zodat zij hiermee bij hun voorbereidingen rekening kunnen houden.

In de beantwoording van genoemde Kamervragen is aangegeven dat ook andere vormen van bestuurlijke samenwerking geschikt kunnen zijn om vorm te geven aan deze gezamenlijke verantwoordelijkheid. Er is dus geen sprake van het schenden van gemaakte afspraken in de huidige BFTK.

Antwoord op de vraag van de D66-fractie of het kabinet nader kan toelichten of zij van mening is dat het Rijk niet zonder wederzijdse instemming van deze afspraak kan afstappen in de nieuwe BFTK.

Antwoord op de vraag van de CDA-fractie naar een stand van zaken van de uitvoering van de motie van de leden 4 Van der Molen en Aukje de Vries over het voortzetten van de deelname aan de Regeling Letterhoeke.

Momenteel vindt nog overleg plaats met de provincie Fryslân over het voorgenomen uittreden van het Rijk uit de gemeenschappelijke regeling Tresoar en de toekomst van de gemeenschappelijke regeling. Ook het toekomstperspectief voor Tresoar wordt in deze gesprekken met de provincie meegenomen. Uitkomsten wat betreft de Friese taal zijn niet later dan in het jaar 2023 te verwachten.

Antwoord op de vraag van de CDA-fractie of de Minister kan ingaan op de aard en inhoud van het besluit tot het treffen van een gemeenschappelijke regeling en heeft dit besluit verband met de aangenomen motie.

De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) waarop de samenwerking binnen het RHC is gebaseerd is bij Wet van 9 juli 20145 gewijzigd, hetgeen aanleiding heeft gegeven tot het technisch aanpassen van de gemeenschappelijke regeling. Zo is tevens de naam Tresoar van het openbaar lichaam vastgelegd. Inhoudelijk zijn er geen zaken gewijzigd. Het besluit heeft geen verband met de aangenomen motie.

Nieuwe Bestuursafspraak Friese taal en cultuur

Antwoord op de vraag van de fracties van de VVD en D66 of het kabinet de mening deelt dat het ambitieniveau voor de impact op het Friese taalbeleid omhoog moet.

De ambitie in de huidige BFTK is dat in 2030 het aantal personen in de provincie Fryslân dat de Friese taal schrijft, leest en spreekt is toegenomen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen moedertaalsprekers en personen voor wie het Fries een tweede of derde taal is. De afspraken in de BFTK beogen dit speerpunt in 2030 te behalen. Het proces om tot de nieuwe BFTK te komen is van start gegaan. De planning is de nieuwe Bestuursafspraak na het zomerreces van 2023 met de betrokken partijen te ondertekenen en aan de Kamer te sturen.

Antwoord op de vragen van de CDA-fractie over de betrokkenheid van maatschappelijke partners en hun ambities bij de nieuwe BFTK en op welke wijze de aanbevelingen van DINGtiid een plek in de nieuwe BFTK krijgen.

Bij de totstandkoming van de nieuwe BFTK worden relevante partners betrokken. Bij het advies van DINGtiid hebben verschillende partners uit het taalveld al inbreng geleverd. Onder meer op basis van deze inbreng heeft DINGtiid aanbevelingen gedaan voor de nieuwe BFTK. In de besprekingen voor de nieuwe BFTK worden deze aanbevelingen meegenomen. Het is op dit moment te vroeg om per aanbeveling aan te geven of en welke plek deze aanbeveling heeft gekregen in de nieuwe BFTK.

Antwoord op de vragen van de VVD-fractie over waarom de aanbevelingen van het Europese Committee of Experts niet worden meegenomen in de BFTK-structuur en of het kabinet voornemens is daar verandering in aan te brengen.

Eind juni heeft het Europese Comité van Experts van de Raad van Europa een bezoek aan Nederland gebracht. Zij onderzoeken hoe de overheid omgaat met de doelstellingen zoals deze in het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden zijn opgesteld. Op dit moment ben ik in afwachting van het evaluatierapport naar aanleiding van deze visitatie. Het evaluatierapport zal ik aan uw Kamer sturen, waarbij ik in een brief in zal gaan op de aanbevelingen van het Comité. De aanbevelingen zal ik betrekken bij de nieuwe BFTK.

Antwoord op de vragen van de D66-fractie hoe het kabinet de wisselwerking tussen enerzijds de aanbevelingen en rapportage van de expertcommissie en anderzijds het opstellen van een nieuwe BFTK ziet. Deelt het kabinet de visie dat deze twee zaken met elkaar verbonden zouden moeten zijn?

Door de ratificatie van het Europees Handvest voor regionale talen en talen van minderheden heeft Nederland zich verplicht de Friese taal en cultuur te beschermen en te bevorderen. De BFTK wordt gezien als de uitwerking van de maatregelen voor de Friese die Nederland onder dit Handvest hebben geratificeerd. De aanbevelingen en rapportages van de expertcommissie van de Raad van Europa en de BFTK zijn verbonden met elkaar.

Antwoord op de vraag van de D66-fractie of het kabinet in de besprekingen voor een nieuwe BFTK het gesprek aan wil gaan met vertegenwoordigers van de verschillende opleidingen Journalistiek, waaronder Hogeschool Windesheim en de RUG, over het opnemen van Fries (taallessen en eventueel ook cultuur) in het onderwijsaanbod?

Er gebeurt al veel bij diverse hogescholen om het Fries goed in te bedden. Bij NHL Stenden Hogeschool heeft men een zogenaamde combistudie Nederlands-Fries in het leven geroepen: studenten kunnen daardoor zonder roosterproblemen tegelijk een lerarenopleiding Fries en een lerarenopleiding Nederlands volgen. Ook biedt deze hogeschool in Groningen een eerstegraadslerarenopleiding Fries op masterniveau aan. Op de Friese Pabo’s is het vak Frysk verplicht in het eerste en tweede jaar. Studenten kunnen daarnaast it Frysk foech (certificaat Fries) halen.

Alhoewel het kabinet groot belang hecht aan de Friese taal is het aan de instellingen zelf om invulling te geven aan hun curriculum.

Zichtbaarheidsakkoord

Antwoord op de vragen van de VVD-fractie over het implementeren van de Friese taal in al haar facetten, waarbij het Fries in de toepassing door het Rijk en de provincie gelijkwaardig aan het Nederlands is. Hoe wil het kabinet hier verandering aan brengen?

In artikel 1.5 van de huidige BFTK is afgesproken dat de provincie Fryslân vanuit haar verantwoordelijkheid voor borging en bevordering van de Friese taal de functie heeft om in al haar facetten de Friese taal te gebruiken en uit de dragen. Verder is in de BFTK afgesproken dat de provincie en het Rijk zich daarnaast inzetten om het functioneel gebruik van het Fries, en daarmee de zichtbaarheid, in de openbare ruimte in de provincie Fryslân zoveel mogelijk te vergroten. Daar waar het Rijk het kan wordt gekeken naar het gebruik van de Friese taal en is dit vastgelegd in het Zichtbaarheidsakkoord. Ik ben voornemens deze afspraken in de nieuwe BFTK te continueren.

Antwoord op de vraag van de fractie van het CDA welke concrete afspraken inmiddels met de uitvoerende organisaties zijn gemaakt na het afsluiten van het Zichtbaarheidsakkoord.

Om de Friese taal in het openbare leven zichtbaarder te maken, starten het Rijk en de provincie een pilot met tijdelijke bewegwijzering rondom Rijkswegen in de provincie Fryslân. Deze bebording wordt in zowel de Nederlandse taal als in de Friese taal weergegeven. De start van deze pilot wordt in overleg met de provincie Fryslân uitgevoerd, omdat de tweetalige bebording dan ook doorloopt op provinciale wegen. Er is nog geen datum vastgesteld waarop de bebording wordt geplaatst.

Op dit moment wordt van drie Rijkskantoren in de provincie Fryslân de bewegwijzering in de openbare ruimten aangepast naar tweetalige borden. Ik bezie voor de nieuwe Bestuursafspraak met de partners welke ambities en afspraken voor het gebruik van het Fries in en om Rijkskantoren kunnen worden geformuleerd. In het Zichtbaarheidsakkoord is ook afgesproken dat bij renovatie of inrichting van een nieuw Rijkskantoor in de provincie Fryslân het Rijk zich inzet om kunst van Friese kunstenaar of kunst met een Fries karakter zichtbaar te maken.

Antwoord op de vraag van de SGP op de vraag in hoeverre ambities of verplichtingen bestaan ten aanzien van tweetalige bewegwijzering in gebouwen van instellingen die in de semipublieke sector opereren.

Er zijn op dit moment geen ambities en geen verplichtingen voor tweetalige bewegwijzering bij gebouwen van instellingen die in de semipublieke sector opereren.

Antwoord op de vraag van de fractie van de SGP waarom de keuze voor tweetalige bewegwijzering en informatievoorziening langs rijkswegen in de vorm van een pilot plaatsvindt. Welke onduidelijkheden en onzekerheden zijn er die ertoe nopen eerst een proef te doen? Waarom kan deze maatregel niet meteen definitief worden ingevoerd?

De reden voor een pilot is dat het nog niet duidelijk is wat de effecten zijn van tweetalige bebording langs de snelwegen. Van ervaring van andere landen is bekend dat aan tweetalige bebording langs wegen ook nadelen zijn verbonden. Denk daarbij aan verkeerde interpretatie van een boodschap door hen die de taal niet machtig zijn of dat een bestuurder toch probeert te interpreteren wat op het bord staat, wat ten koste kan gaan van de rijtaak en daarmee de verkeersveiligheid. Bij de pilot wordt gekozen voor het toevoegen van een extra informatiebord bij wegwerkzaamheden in de Friese taal, en niet voor tweetaligheid op één bord, om de kans op negatieve gevolgen voor de verkeersveiligheid zoveel mogelijk te beperken. Verder is op dit moment nog onvoldoende inzicht op de kosten van bebording in twee talen, waardoor het eveneens niet voor de hand ligt direct te kiezen voor definitieve invoering van tweetalige bebording langs wegen.

Fries in de media

Antwoord op de vraag van de D66-fractie of het kabinet het belang van Friestalige geschreven media Fries voor het bevorderen van de zichtbaarheid en het gebruik van de Friese taal onderschrijft.

Het kabinet onderschrijft het belang van Friestalige geschreven media voor het bevorderen van de zichtbaarheid en het gebruik van de Friese taal. Zoals vermeld in de huidige BFTK vervullen de Friestalige media, zowel traditionele mediavormen waar ook de geschreven pers onder valt, als ook digitale (sociale) en nieuwe vormen van media een belangrijke positie voor het gebruik, behoud en de status van de Friese taal.

Antwoord op de vraag van de D66-fractie of het kabinet bereid is in gesprek te gaan met andere geschreven Friese media in de aanloop naar de nieuwe BFTK.

De geschreven pers in Nederland zijn onafhankelijk en redactioneel autonoom in de keuzes die zij maken voor de inhoud van hun kranten. Dat laat onverlet dat ik, waar passend, het onderwerp onder de aandacht kan brengen bij de gesprekken in aanloop naar de nieuwe BFTK vanaf 2024.

Fries in de rechtspraak

Antwoord op de vraag van de VVD-fractie over de mogelijkheden om Fries te spreken in de rechtbank.

Het kabinet wil benadrukken dat het belangrijk is dat de Friese taal in de rechtspleging wordt gebruikt en daar wordt ook in voorzien. Bij de rechtbank Noord-Nederland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zijn in de zittingsplaats Leeuwarden rechters, raadsheren en griffiers werkzaam die de Friese taal passief beheersen. Bij het arrondissementsparket Noord-Nederland en de vestiging van het ressortsparket in Arnhem-Leeuwarden zijn officieren van justitie en advocaten-generaal werkzaam die het Fries passief beheersen. Bij de overige procesdeelnemers is het beeld zeer wisselend.

De rechter vraagt na of een procesdeelnemer gebruik wil maken van het recht om ter terechtzitting Fries te spreken, bedoeld in artikel 11 van de Wet gebruik Friese taal. Wanneer dit niet zonder tolk mogelijk is wordt er gebruik gemaakt van een Friese tolk.

In de overige zittingsplaatsen van de rechtbank Noord-Nederland (Assen en Groningen) en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Almelo, Arnhem, Assen, Groningen, Lelystad, Utrecht, Zutphen en Zwolle) wordt in de praktijk door personen, bedoeld in artikel 11 van de Wet Gebruik Friese taal, nauwelijks gebruik gemaakt van het ook daar geldende recht om Fries te spreken. In die overige zittingsplaatsen werken ook minder mensen bij de rechtspraak of het openbaar ministerie die het Fries passief beheersen.

Op 25 april jl. heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Tussenrapportage Friese taal en cultuur 2019–2023 naar uw Kamer gestuurd. Daarin is ten aanzien van de uitvoering van de motie Palland c.s. (Kamerstuk 29 279, nr. 680), waarin de regering wordt verzocht om in overleg met de provincie Fryslân tot een oplossing te komen waarbij het spreken van de Friese taal in de rechtbank door betrokkenen geborgd is, toegezegd uw Kamer voor de zomer te informeren over de uitkomsten van dat overleg. Daarbij zou ook het gebruik van het Fries in het proces-verbaal en de inwerkingtreding van artikel 14 van de Wet gebruik Friese taal aan de orde komen.

De Minister van Justitie en Veiligheid heeft eerder aan de Kamer laten weten (Verslag schriftelijk overleg dd. 24 juni 2022, Kamerstuk 29 936, nr. 64) dat de gesprekken gaande zijn en dat de uitkomsten van deze gesprekken langer op zich laten wachten. Daarnaast heeft de Minister uw Kamer laten weten dat de rechtbank Noord-Nederland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden meewerken aan een nulmeting van de provincie Fryslân om meer inzicht te krijgen in de mate waarin inwoners van Fryslân in de praktijk gebruikmaken van het recht om Fries te spreken in de rechtbank en/of het gerechtshof. Deze nulmeting richt zich ook op de zichtbaarheid en de passieve taalbeheersing Fries bij medewerkers van beide gerechten.

De nulmeting is inmiddels afgerond. De resultaten zijn recentelijk intern besproken binnen de rechtbank Noord-Nederland, het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de provincie Fryslân. Daarnaast wordt in de periode van 26 september 2022 tot en met 31 december 2022 in de rechtbank Noord-Nederland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een aanvullende nulmeting verricht. Daarbij zal worden gekeken in hoeveel zaken Fries wordt gesproken en of de verklaringen in het proces-verbaal in het Fries of in het Nederlands worden opgenomen. Als de resultaten van de beide onderzoeken zijn besproken met de rechtbank Noord-Nederland, het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de provincie Fryslân wordt uw Kamer geïnformeerd over de eventueel benodigde maatregelen om, ter uitvoering van de motie Palland c.s., het kunnen spreken van de Friese taal in de Friese gerechten door betrokkenen verder te borgen.

Antwoord op de vraag van de CU-fractie over de beschikbaarheid van tolken Fries.

Voorafgaand aan iedere zitting wordt schriftelijk aan partijen gevraagd of zij bij de zitting gebruik willen maken van het recht om Fries te spreken. Bij de planning van de zitting wordt hier dan rekening mee gehouden. Deze zittingen worden dan zoveel mogelijk ingepland bij een rechter of raadsheer en griffier die de Friese taal in ieder geval passief beheersen. Ook hier zullen de resultaten van de hiervoor genoemde onderzoeken worden betrokken. Mocht het onverhoopt toch nodig zijn om gebruik te maken van een Friese tolk, dan wordt in beginsel een beëdigde tolk van het C1-niveau gevraagd. Als er sprake is van spoed en/of er op dat moment geen beëdigde C1-tolk beschikbaar is, kan na goedkeuring van de opdrachtgever worden uitgeweken naar een beëdigde tolk uit het register van het B2-niveau of wanneer deze niet beschikbaar is een tolk die niet ingeschreven staat in het register.

Antwoord op de vragen van de fracties van D66, de CU en de SGP over de vergoeding voor tolken Fries en de gevolgen daarvan voor de mogelijkheden om Fries te kunnen spreken in de rechtbank.

Het is belangrijk dat de Friese taal in de rechtspleging bij de rechtbank Noord-Nederland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gelijkwaardig aan het Nederlands wordt gebruikt en dat wordt voorzien in wat daarvoor nodig is.

Bij de rechtbank Noord-Nederland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zijn rechters, raadsheren en griffiers werkzaam die de Friese taal passief beheersen. Bij het arrondissementsparket Noord-Nederland en de vestiging van het ressortsparket in Arnhem-Leeuwarden zijn officieren van justitie en advocaten-generaal werkzaam die het Fries passief beheersen. Daardoor is het in de dagelijkse praktijk veelal mogelijk dat de persoon, bedoeld in artikel 11 van de Wet gebruik Friese taal, zich op de zitting zonder tussenkomst van een tolk van de Friese taal kan bedienen. Pas wanneer dit niet mogelijk is, wordt er als second best optie gebruik gemaakt van een Friese tolk. Er zijn weliswaar tolken die hun werkzaamheden voor de overheid hebben neergelegd, maar het is niet zo dat de Friezen op dit moment geen gebruik kunnen maken van het wettelijk verankerd recht om Fries te spreken in de rechtspraak.

Daarnaast is er op 7 juli jl. een motie (Kamerstuk 29 936, nr. 69) aangenomen waarin de regering wordt verzocht bij het uitschrijven van de aanbesteding voor gerechtstolken het inschrijftarief zodanig te verhogen en de voorwaarden dusdanig aan te passen dat het schrappen van de voorrijkosten geen nadeel meer oplevert voor de gerechtstolken.6 Omdat bovendien alleen in uitzonderlijke gevallen de inzet van Friese tolken nodig is, ben ik van mening dat dit niet leidt tot een inbreuk op het recht om Fries te spreken in de rechtspraak.

De beschikbaarheid van een tolk is in iedere taal van belang. De rechtspraak is dan ook wettelijk verplicht om gebruik te maken van beëdigde tolken of vertalers.7 Voor het Fries geldt de situatie dat de rechtszitting in het Fries behandeld kan worden. Hierbij is de inzet van een Friese tolk in de rechtspraak een second best optie zoals eerder genoemd. Om deze redenen wordt bij het borgen van het Fries in het rechtsverkeer niet specifiek de tolkenvergoeding betrokken.

Het kabinet is van mening dat de vergoeding van tolken niet in de weg mag staan van de beschikbaarheid van tolken. De afgelopen periode hebben er dan ook diverse wijzigingen in het stelsel plaatsgevonden om onder andere de inzet van beëdigde tolken binnen de afnameplichtige organisaties te verhogen. Hierbij is de uitgangspositie van de zelfstandig werkende tolk een belangrijk aspect. Zo is er een minimumtarief ingevoerd, zodat tolken hun eigen tarief kunnen vragen op basis van vraag en aanbod en gevraagde expertise. Dit minimumtarief wordt met ingang van 1 januari 2023 verhoogd naar € 55,– per uur en zal met ingang van 2024 jaarlijks geïndexeerd worden. Daarnaast zal in de aanbesteding voor gerechtstolken ook rekening gehouden worden met de bijzondere positie van gerechtstolken in lijn met de genoemde motie bij de beantwoording van de vragen van D66. Deze aanbesteding zal in december gepubliceerd worden. Het is nu belangrijk om de resultaten van deze aanpassingen in de praktijk te bezien. Daarom worden de resultaten hiervan gemonitord.

Digitalisering en innovatie

Antwoord op de vragen van de D66-fractie of het kabinet van mening is dat het Friese taalbeleid van het Rijk en de provincie met de tijd mee moet gaan. Welke rol is voor het Rijk weggelegd in het stimuleren van innovaties aangaande het digitale gebruik van de Friese taal. Wordt het gebruik van sociale media, digitalisering en innovatie een onderdeel in de nieuwe BFTK?

Het kabinet is het met de leden van de fractie van D66 eens dat het Friese taalbeleid van het Rijk en de provincie met de tijd mee moet gaan. Voor het behoud van een taal is het van belang dat deze met de tijd mee ontwikkelt. Ook als een samenleving steeds meer gebruik maakt van digitale diensten, zoals social media. Onderzoek wijst uit dat Friese jongeren steeds meer gebruik maken van de Friese taal bij het gebruik van social media.

In de gesprekken over de afspraken voor de nieuwe Bestuursafspraak vanaf 2024 zet ik mij in om te bezien wat op het gebied van digitalisering en innovatie mogelijk is.

Taalbeleid rijksoverheid en Rijksdiensten

Antwoord op de vraag van de D66-fractie of het kabinet bereid is de richtlijn Vertaalbeleid rijksoverheid in samenwerking met de provincie Fryslân waar nodig aan te scherpen.

Ik ben bereid in overleg met de provincie Fryslân te bezien wat nodig is om het gebruik van de Friese taal bij overheidscommunicatie in de provincie Fryslân te bevorderen. De afspraken die hieruit voortvloeien wil ik opnemen in de nieuwe BFTK.

Antwoord op de vraag van de D66-fractie of de Minister van BZK bereid is de antwoorden in dit schriftelijk overleg in zowel het Fries als het Nederlands te geven.

De beantwoording van dit schriftelijk overleg zal ik, evenals mijn eerdere brieven over de Friese taal dit jaar, ook in het Fries geven.

Antwoord op de vraag van de D66-fractie of Minister van BZK bereid is om in de nieuwe BFTK een sterkere rol voor het Rijk op te nemen in het aanmoedigen van het opstellen van Fries taalbeleid door landelijke uitvoeringsorganisaties die actief zijn in het taalgebied. Antwoord op de vraag van de CU-fractie of bij het meertalig aanbieden van het Rijk ook het Fries als taaloptie meegenomen kan worden.

In de provincie Fryslân gevestigde ANBI-instellingen mogen in de Friese taal aan de Belastingdienst al verantwoording afleggen. In de gesprekken voor de nieuwe BFTK zal Fries taalbeleid door landelijke uitvoeringsorganisaties worden besproken.

Mei dizze brief bied ik jo, mei út namme fan de Minister fan Justysje en Feiligens, de Minister foar Rjochtsbeskerming, de Minister fan Ûnderwiis, Kultuer en Wittenskip, de Minister foar Primêr en Fuortset Ûnderwiis en de steatssekretaris fan Kultuer en Media, de antwurden oan yn reaksje op it Skriftlik Oerlis oer de Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer fan 8 july 2022.

Foar de lêsberens fan dizze reaksje binne de fragen fan de fraksjes per ûnderwerp byinoar brocht. Skeanprinte wurdt oanjûn hokker fraach dêrnei beäntwurde wurdt.

Ûnderwiis

Antwurd op de fraach fan de VVD-fraksje op hokker wize it Ryk ynfolling jout oan syn wetlike én finansjele ferantwurdlikheid, en it ekstra fak dat de skoallen yn Fryslân jouwe.

De provinsje Fryslân ûntfangt fia it provinsjefûns in budzjet foar Materiële Ynstânhâlding Frysk (MIF). De hichte fan dat budzjet foar 2022 is foar it primêr ûnderwiis € 415.000 en foar it fuortset ûnderwiis € 70.000. De provinsje bepaalt hoe't dat budzjet ynset wurdt. Foar it skoaljier 2022–2023 krije alle skoallen út dat budzjet fergees lesmateriaal yn it Frysk oanbean. Dêrneist draacht it Ryk mei 1 miljoen euro jierliks fia it provinsjefûns ek by oan de ynstânhâlding fan de basisynfrastruktuer foar in trochgeande learline Frysk.

Antwurd op de fraach fan de D66-fraksje oft it kabinet ree is om de bekostiging fan it Fryske taalûnderwiis op «e nij yn oerwaging te nimmen by it opstellen fan de nije BFTK.

Antwurd op de fraach fan de leden fan de CDA-fraksje wat it stânpunt fan it kabinet is oangeande de finansiering fan it fak Frysk op skoallen foar basis- en fuortset ûnderwiis.

Sa't by it beäntwurdzjen op de fraach fan de VVD-fraksje oanjûn is, rint de finansiering foar it yn stân hâlden fan it fak Frysk op skoallen fia it provinsjefûns. It kabinet is ree om mei de provinsje Fryslân yn it ramt fan in nije BFTK yn petear te gean oer de middels dy't se ûntfange fan de Ryksoerheid foar it Frysk fia it budzjet foar Materiële Ynstânhâlding Frysk.

Antwurd op de fragen fan de leden fan de CDA-fraksje oft it kabinet erkent dat it oanbieden fan in ekstra skoalfak sûnder oanfoljende bydrage foar skoallen finansjele konsekwinsjes hat en dat soks ûntmoedigjend wurkje kin, wylst it doel fan de Wet gebrûk Fryske taal krekt is: it befoarderjen fan it behearskjen en it brûken fan de Fryske taal? Hat de provinsje Fryslân oanjûn hokker bedrach nedich wêze soe? Sa nee, is de Minister ree dat by de provinsje Fryslân nei te freegjen? Sjocht de Minister oanknopingspunten yn de rom beskikbere middels foar de kwaliteit fan it ûnderwiis om wat oan de konkrete situaasje te dwaan?

Alle skoallen yn Nederlân ûntfange in basisbekostiging (lumpsum). Dy lumpsum is ornearre foar it totaalpakket fan it ûnderwiis sa't in skoalle dat oanbiede wol en giet op oan leararesalarissen, meubilêr, skjinmeitsjen ensfh. Skoallen yn de provinsje Fryslân ûntfange dêr boppe-op fan de Ryksoerheid budzjetten foar it Frysk. De hichte fan dat budzjet Materiële Ynstânhâlding Frysk (MIF) foar 2022 is foar it primêr ûnderwiis € 415.000 en foar it fuortset ûnderwiis € 70.000. Dêrneist draacht it Ryk mei 1 miljoen euro jierliks fia it provinsjefûns ek by oan it yn stân hâlden fan de basisynfrastruktuer foar in trochgeande learline Frysk.

It ministearje fan OCW giet yn oanrin nei in nije Bestjoersôfspraak mei de provinsje yn petear oer ambysjes foar it Frysk en sil freegje en besjen wat nedich is om derfoar te soargjen dat skoallen har net ûntmoedige fiele om it Frysk oan te bieden.

Antwurd op de fraach fan de VVD-fraksje oft de Minister ree is om de konklúzjes fan de ûnderwiisynspeksje op te pakken en dêr nije ôfspraken mei de provinsje oer te meitsjen yn de BFTK 2024 – 2028.

Ja, it ministearje fan OCW giet mei de provinsje yn petear oer de konklúzjes fan de ûnderwiisynspeksje mei it each op de BFTK 2024 – 2028. Yn de ûnderhannelingen foar dat bestjoersakkoart sil besjoen wurde hokker ambysjes en útdagingen der binne op it mêd fan it Frysk en wat dat betsjut foar de middels dy't nedich binne.

Antwurd op de fraach fan de CDA-fraksje wat it aktuele stânpunt fan it kabinet is oangeande de winsk fan de provinsje Fryslân om it tafersjoch op de kwaliteit fan it oanbod fan it skoalfak Frysk út te fieren, yn stee fan de Ûnderwiisynspeksje.

De Ynspeksje fan it Ûnderwiis hâldt tafersjoch op it ûnderwiisoanbod, sa ek op it oanbod fan it skoalfak Frysk. De ferantwurdlikens foar goed ûnderwiis leit by de skoalbestjoeren. Dat jildt ek foar it ûnderwiisoanbod Frysk en de kwaliteit dêrfan. Yn it tafersjoch slút de ynspeksje oan by dy ferantwurdlikens, sa ek foar it Frysk by de skoalbestjoeren dy't skoallen yn Fryslân hawwe en dy't it Frysk oanbiede moatte. By elk fjouwerjierliks ûndersyk is de stân fan saken foar it Frysk ien fan de te ûndersykjen tema's en dat komt by alle startpetearen oan bod. Ek kin Frysk ûnderdiel útmeitsje fan ferivikaasje-aktiviteiten op de skoallen. As bestjoeren en/of skoallen har net oan de wetlike easken hâlde, hat de ynspeksje it foech om yn te gripen en kinne se wêr't dat nedich is in herstelopdracht jaan. De ynspeksje hat de kennis en ekspertize foar it útfieren fan dat tafersjoch yn «e hûs, wêrby't Frysk like wichtich is as oare fakken. Fan in oerdracht fan foegen of taken fan de ynspeksje nei de provinsje Fryslân is dan ek gjin sprake.

Antwurd op de fraach fan de CDA-fraksje oer de posysje fan de stúdzje nei de Fryske taal en kultuer en oft dy in plak krigen hat yn de sektorplannen.

It kabinet ynvestearret struktureel 200 miljoen euro yn it ynstrumint sektorplannen. Yn line mei it koälysje-akkoart is dêrby omtinken frege foar de lytse stúdzjes yn de geasteswittenskippen, yn it bysûnder foar de moderne frjemde talen en de stúdzje Nederlânske taal en kultuer (ynklusyf Frysk). Dy middels binne ornearre foar alle fjouwer wittenskipsdomeinen: sosjale en geasteswittenskippen, bêta, technyk en medysk.

It domein sosjale en geasteswittenskippen is ferantwurdlik foar it skriuwen en ymplemintearjen fan in sektorplan en hat al in sektorplan yntsjinne by de Nasjonale Kommisje Sektorplannen. Dy kommisje makket in ynhâldlike en ûnôfhinklike oerwaging yn de prioritearring fan oanbelangjende sektoaren dy't yn de beneaming komme foar de finansiering fan in sektorplan. It kommende jier sil de kommisje dêr advys oer útbringe oan de Minister fan OCW.

Antwurd op de fraach fan de CU-fraksje oft it kloppet dat skoallen gjin middels krije foar it oanbieden fan it Frysk.

Sa't út boppesteande antwurden fan oare fragen bliken docht, kloppet dat net.

Antwurd op de fraach fan de CU-fraksje hokker maatregels it kabinet nimme kin om it tekoart oan dosinten op te lossen, krekt fanwege it belang fan goed taalûnderwiis foar de takomstbestindigens fan it Frysk.

Wy beskikke net oer eksakte sifers oangeande tekoarten foar it skoalfak Frysk, mar ûntfange wol sinjalen dy't derop wize dat it lestich is om dosinten Frysk te finen. Om de tekoarten – dy't yn it hiele fuortset ûnderwiis in probleem binne – oan te pakken, moatte alle registers iepen. Der wurdt in pakket oan maatregels nommen, dat ek te 'n goede komt oan de tekoarten foar it skoalfak Frysk. Sa wurdt gearwurking op (ûnderdielen fan) de ûnderwiisarbeidsmerk fia ferskate regelingen stimulearre, wêrûnder de Regionale Oanpak Personielstekoart. Fia dy regeling hawwe skoalbestjoeren en learare-opliedingen yn de regio Fryslân mienskiplik subsydzje oanfrege en se binne dwaande om it personielstekoart yn de regio oan te pakken. Dêrneist is der ûnder oaren de suksesfolle regeling sydynstream: in temjittekomming oan skoallen foar it begelieden en oplieden fan sydynstreamers, dy't wurkje kombinearje mei leare. It subsydzjebedrach fan dy regeling wurdt mei yngong fan takom jier ferhege fan € 20.000 nei € 25.000 de sydynstreamer. Nei ferwachting sille dêrtroch mear skoalbestjoeren in sydynstreamer yn berop yn tsjinst nimme. Ek wurdt ynset op it fergrutsjen fan de oantreklikens fan it berop. Sa is yn it Ûnderwiisakkoart fan okkerdeis in strukturele ynvestearring ôfpraat om de wurkdruk yn it fuortset ûnderwiis te ferminderjen. In fierdere taljochting op de bredere oanpak fan de tekoarten is te finen yn de Keamerbrief8 Leararestrategy fan july ll. en de Keamerbrief9 update Leararestrategy fan oktober ll. Yn dy Keamerbrieven beskriuwt it kabinet ús ynset om te kommen ta in effektyf pakket oan maatregels en sketse we de dilemma's dy't we sjogge foar mear strukturele en fierdergeande oanpassingen yn it stelsel.

Antwurd op de fragen fan de SGP-fraksje wêrom't it feroarjen fan it kurrikulum oangeande de Fryske taal ôfhinklik wêze soe fan it lanlike proses fan kurrikulumferoaring. Is de Fryske taal net in sadanige spesifike en eksklusive oangelegenheid dat dy ek ôfsûnderlik trochset wurde kin?

De ynhâld fan it fak Frysk stiet omskreaun yn de kearndoelen (primêr ûnderwiis en ûnderbou fuortset ûnderwiis) en de eksamenprogramma's (boppebou fuortset ûnderwiis). It feroarjen fan de kearndoelen en eksamenprogramma's foar de Fryske taal kin yndied relatyf ûnôfhinklik fan oare fakken of leargebieten plakhawwe. Frysk hat syn eigen kommisjes en eigen trochrintiden. Fanwege de gearhing mei oare besibbe fakken (de talen) is ôfstimming mei dy fakken wichtich. Dêrom oerlapet de ûntwikkeltiid fan Frysk mei Nederlânsk en de moderne frjemde talen (MVT), dy't foar in part al begûn binne. De bystelling fan de kearndoelen Frysk falt ûnder de ferantwurdlikens fan de provinsje Fryslân mei technyske stipe fan SLO. Sy binne yntusken begûn mei dat trajekt. It bystellen fan de eksamenprogramma's Frysk falt ûnder ferantwurdlikens fan de Ryksoerheid en wurdt útfierd troch SLO. Yn septimber binne de tariedings nommen sadat yn jannewaris 2023 de fakfernijingskommisje fan start gean kin.

Tresoar

Antwurd op de fragen fan de VVD-fraksje oft it kabinet yndied it foarnimmen hat om him út dy organisaasjestruktuer werom te lûken en oft it kabinet dêrmei net yngiet tsjin de makke ôfspraken yn de BFTK? Antwurd op de fragen fan de CU-fraksje oft it kabinet fêsthâldt oan de earder makke ôfspraak om it Ryk ûnderdiel bliuwe te litten fan de organisaasjestruktuer fan it Frysk histoarysk en letterkundich sintrum Tresoar. Dêrneist freget de fraksje wat it bredere takomstperspektyf foar Tresoar is.

De Keamer is oer dat foarnimmen om op 25 juny 2020 út de mienskiplike regeling te stappen, ynformearre nei oanlieding fan stelde Keamerfragen (Geluk-Poortvliet en Van der Molen, CDA, nr. 3298). Boppedat is de Keamer op 9 febrewaris ll. by ôfskrift ynformearre oer de brief fan de eardere Minister foar Basis- en Fuortset Ûnderwiis en Media fan 15 desimber 2021 oan de bestjoeren fan de Regionale Histoaryske Sintra oer de transysje fan de RHC's en de bestjoerlike ôfspraken dêroer10. It Ryk hat it foarnimmen om mei yngong fan 1 jannewaris 2025 út de mienskiplike regelingen fan de Regionale Histoaryske Sintra (RHC's) te treden. Dy datum is troch it ministearje fan OCW dield mei de bestjoeren fan de RHC's, sadat se dêr by harren tariedingen rekken mei hâlde kinne.

Yn it beäntwurdzjen fan de neamde Keamerfragen is oanjûn dat ek oare foarmen fan bestjoerlike gearwurking gaadlik wêze kinne om foarm te jaan oan dy mienskiplike ferantwurdlikens. Der is dus gjin sprake fan it skeinen fan makke ôfspraken yn de hjoeddeistige BFTK.

Antwurd op de fraach fan de D66-fraksje oft it kabinet neier taljochtsje kin oft it fan miening is dat it Ryk net sûnder ynstimming fan wjerskanten fan dy ôfspraak ôfstappe kin yn de nije BFTK.

Antwurd op de fraach fan de CDA-fraksje nei in stân fan saken fan de útfiering fan de moasje11 Van der Molen / Aukje de Vries oer it fuortsetten fan de dielname oan de Regeling Letterhoeke.

Op dit stuit is der noch oerlis mei de provinsje Fryslân oer it foarnimmen fan it Ryk om út de mienskiplike regeling Tresoar te stappen en oer de takomst fan de mienskiplike regeling. Ek it takomstperspektyf foar Tresoar wurdt yn dy petearen mei de provinsje meinommen. Útkomsten oangeande de Fryske taal binne net letter as yn it jier 2023 te ferwachtsjen.

Antwurd op de fraach fan de CDA-fraksje oft de Minister yngean kin op de aard en ynhâld fan it beslút om te soargjen foar in mienskiplike regeling en hat dat beslút ferbân mei de oannommen moasje.

De Wet mienskiplike regelingen (WGR) dêr't de gearwurking binnen it RHC op basearre is, is by Wet fan 9 july 201412 wizige, wat oanlieding jûn hat ta it technysk oanpassen fan de mienskiplike regeling. Sa is ek de namme Tresoar fan it iepenbier lichem fêstlein. Ynhâldlik binne der gjin saken wizige. It beslút hat gjin ferbân mei de oannommen moasje.

Nije Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer

Antwurd op de fraach fan de fraksjes fan de VVD en D66 oft it kabinet de miening dielt dat it ambysjenivo foar de ympakt op it Fryske taalbelied omheech moat.

De ambysje yn de hjoeddeistige BFTK is dat yn 2030 it tal persoanen yn de provinsje Fryslân dat de Fryske taal skriuwt, lêst en praat tanommen is. Dêrby wurdt ûnderskied makke tusken memmetaalsprekkers en persoanen foar wa't it Frysk in twadde of tredde taal is. Doel fan de ôfspraken yn de BFTK is om dat spearpunt yn 2030 te heljen. It proses om ta de nije BFTK te kommen is úteinset. De planning is om de nije Bestjoersôfspraak nei it simmerreses fan 2023 mei de oanbelangjende partijen te ûndertekenjen en oan de Keamer te stjoeren.

Antwurd op de fragen fan de CDA-fraksje oer de belutsenheid fan maatskiplike partners en harren ambysjes by de nije BFTK en op hokker wize de oanbefellingen fan DINGtiid in plak yn de nije BFTK krije.

By it ta stân kommen fan de nije BFTK wurde relevante partners behelle. By it advys fan DINGtiid hawwe ûnderskate partners út it taalfjild al ynbring levere. Ûnder mear op basis fan dy ynbring hat DINGtiid oanbefellingen dien foar de nije BFTK. Yn de besprekkingen foar de nije BFTK wurde dy oanbefellingen meinommen. It is op dit stuit te betiid om fan alle oanbefellingen oan te jaan oft en hokker plak dy oanbefellingen krigen hawwe yn de nije BFTK.

Antwurd op de fragen fan de VVD-fraksje oer wêrom't de oanbefellingen fan it Europeeske Committee of Experts net meinommen wurde yn de BFTK-struktuer en oft it kabinet it foarnimmen hat om dêr feroaring yn oan te bringen.

Ein juny hat it Europeeske Komitee fan Eksperts fan de Ried fan Europa in besite oan Nederlân brocht. Sy ûndersykje hoe't de oerheid omgiet mei de doelstellingen sa't dy yn it Europeesk Hânfêst foar regionale talen of talen fan minderheden opsteld binne. Op dit stuit bin ik yn ôfwachting fan it evaluaasjerapport nei oanlieding fan dy fisitaasje. It evaluaasjerapport sil ik oan jimme Keamer stjoere, wêrby't ik yn in brief yngean sil op de oanbefellingen fan it Komitee. De oanbefellingen sil ik behelje by de nije BFTK.

Antwurd op de fragen fan de D66-fraksje hoe't it kabinet de wikselwurking tusken oan «e iene kant de oanbefellingen en rapportaazje fan de ekspertkommisje en oan «e oare kant it opstellen fan in nije BFTK sjocht. Dielt it kabinet de fisy dat dy beide saken mei-inoar ferbûn wêze moatte soene?

Troch de ratifikaasje fan it Europeesk Hânfêst foar regionale talen en talen fan minderheden hat Nederlân him ferplichte de Fryske taal en kultuer te beskermjen en te befoarderjen. De BFTK wurdt sjoen as de útwurking fan de maatregels foar de Fryske taal dy't Nederlân ûnder dat Hânfêst ratifisearre hat. De oanbefellingen en rapportaazjes fan de ekspertkommisje fan de Ried fan Europa en de BFTK binne mei-inoar ferbûn.

Antwurd op de fraach fan de D66-fraksje oft it kabinet yn de besprekkingen foar in nije BFTK yn petear gean wol mei fertsjintwurdigers fan de ûnderskate opliedingen Sjoernalistyk, wêrûnder Hegeskoalle Windesheim en de RUG, oer it opnimmen fan Frysk (taallessen en eventueel ek kultuer) yn it ûnderwiisoanbod?

Der bart al in soad by ûnderskate hegeskoallen om it Frysk goed yn te bêdzjen. By NHL Stenden Hegeskoalle is in saneamde kombystúdzje Nederlânsk-Frysk yn it libben roppen: studinten kinne dêrtroch sûnder roasterproblemen tagelyk in learare-oplieding Frysk en in learare-oplieding Nederlânsk folgje. Ek biedt dy hegeskoalle yn Grins in earstegraadslearare-oplieding Frysk op masternivo oan. Op de Fryske Pabo's is it fak Frysk ferplichte yn it earste en twadde jier. Studinten kinne dêrneist it Frysk foech (sertifikaat Frysk) helje.

Alhoewol't it kabinet grut belang hechtet oan de Fryske taal is it oan de ynstellingen sels om ynfolling te jaan oan harren kurrikulum.

Sichtberensakkoart

Antwurd op de fragen fan de VVD-fraksje oer it ymplemintearjen fan de Fryske taal yn al syn fasetten, wêrby't it Frysk yn de tapassing troch it Ryk en de provinsje lykweardich is oan it Nederlânsk. Hoe wol it kabinet dêr feroaring yn bringe?

Yn kêst 1.5 fan de hjoeddeistige BFTK is ôfpraat dat de provinsje Fryslân út syn ferantwurdlikens wei fan boargjen en befoarderjen fan de Fryske taal de funksje hat om de Fryske taal yn al syn fasetten te brûken en út te dragen. Fierder is yn de BFTK ôfpraat dat de provinsje en it Ryk harren dêrneist ynsette om it funksjoneel brûken fan it Frysk, en dêrmei de sichtberens, yn de iepenbiere romte yn de provinsje Fryslân safolle mooglik te fergrutsjen. Dêr wêr't it Ryk it kin, wurdt sjoen nei it brûken fan de Fryske taal en is dat fêstlein yn it Sichtberensakkoart. Ik haw it foarnimmen om dy ôfspraken yn de nije BFTK te kontinuearjen.

Antwurd op de fraach fan de fraksje fan it CDA hokker konkrete ôfspraken yntusken makke binne mei de útfierende organisaasjes nei it ôfsluten fan it Sichtberensakkoart.

Om de Fryske taal yn it iepenbiere libben mear sichtber te meitsjen, starte it Ryk en de provinsje in pilot mei tydlike bebuording by Rykswegen yn de provinsje Fryslân. Dy bebuording wurdt yn sawol de Nederlânske taal as yn de Fryske taal werjûn. De start fan dy pilot wurdt yn oerlis mei de provinsje Fryslân útfierd, om't de twatalige bebuording dan ek trochrint op provinsjale diken. Der is noch gjin datum fêststeld wêrop't de buorden pleatst wurde.

Op dit stuit wurdt fan trije Rykskantoaren yn de provinsje Fryslân de bebuording yn de iepenbiere romten oanpast nei twatalige buorden. Ik besjoch foar de nije Bestjoersôfspraak mei de partners hokker ambysjes en ôfspraken foar it brûken fan it Frysk yn en om Rykskantoaren formulearre wurde kinne. Yn it Sichtberensakkoart is ek ôfpraat dat by renovaasje of ynrjochting fan in nij Rykskantoar yn de provinsje Fryslân it Ryk him ynset om keunst fan in Fryske keunstner of keunst mei in Frysk karakter sichtber te meitsjen.

Antwurd op de fraach fan de SGP yn hoefier't der ambysjes of ferplichtingen binne oangeande twatalige bebuording yn gebouwen fan ynstellingen dy't yn de semypublike sektor operearje.

Der binne op dit stuit gjin ambysjes en gjin ferplichtingen foar twatalige bebuording by gebouwen fan ynstellingen dy't yn de semypublike sektor operearje.

Antwurd op de fraach fan de fraksje fan de SGP wêrom't de kar foar twatalige bebuording en ynformaasjefoarsjenning by de rykswegen lâns yn de foarm fan in pilot plakhat. Hokker ûndúdlikheden en ûnwissichheden binne der dy't it needsaaklik meitsje om earst in proef te dwaan? Wêrom kin dy maatregel net fuortdaliks definityf ynfierd wurde?

De reden foar in pilot is dat it noch net dúdlik is wat de effekten binne fan twatalige bebuording by de snelwegen lâns. Fan ûnderfining fan oare lannen is bekend dat oan twatalige bebuording by wegen del ek neidielen ferbûn binne. Tink dêrby oan ferkearde ynterpretaasje fan in boadskip troch harren dy't de taal net machtich binne of dat in bestjoerder dochs besiket te ynterpretearjen wat op it boerd stiet, wat te 'n koste gean kin fan it riden en dêrmei fan de ferkearsfeiligens. By de pilot wurdt keazen foar it tafoegjen fan in ekstra ynformaasjeboerd by weiwurksumheden yn de Fryske taal, en net foar twatalichheid op ien boerd, om de kâns op negative gefolgen foar de ferkearsfeiligens safolle mooglik te beheinen. Fierder is der op dit stuit noch ûnfoldwaande sicht op de kosten fan bebuording yn twa talen, dat makket dat it lyksa net foar de hân leit om fuortdaliks te kiezen foar definitive ynfiering fan twatalige bebuording by de wegen del.

Frysk yn de media

Antwurd op de fraach fan de D66-fraksje oft it kabinet it belang fan Frysktalige skreaune media foar it befoarderjen fan de sichtberens en it gebrûk fan de Fryske taal ûnderskriuwt.

It kabinet ûnderskriuwt it belang fan Frysktalige skreaune media foar it befoarderjen fan de sichtberens en it gebrûk fan de Fryske taal. Lykas neamd yn de hjoeddeistige BFTK ferfolje de Frysktalige media, sawol tradisjonele mediafoarmen dêr't ek de skreaune parse ûnder falt, as ek digitale (sosjale) en nije foarmen fan media in wichtige posysje foar it gebrûk, behâld en de status fan de Fryske taal.

Antwurd op de fraach fan de D66-fraksje oft it kabinet ree is yn petear te gean mei oare Frysktalige skreaune media yn de oanrin nei de nije BFTK.

De skreaune parse yn Nederlân is ûnôfhinklik en redaksjoneel autonoom yn de kar dy't se meitsje foar de ynhâld fan harren kranten. Dat lit ûnferoare dat ik, wêr't dat past, it ûnderwerp yn omtinken bringe kin by de petearen yn oanrin nei de nije BFTK fan 2024 ôf.

Frysk yn de rjochtspraak

Antwurd op de fraach fan de VVD-fraksje oer de mooglikheden om Frysk te praten yn de rjochtbank.

It kabinet wol mei klam sizze dat it wichtich is dat de Fryske taal yn de rjochtspleging brûkt wurdt en dêr wurdt ek yn foarsjoen. By de rjochtbank Noard-Nederlân en it gerjochtshôf Arnhem-Ljouwert binne yn it sittingsplak Ljouwert rjochters, riedshearen en griffiers wurksum dy't de Fryske taal passyf behearskje. By it arrondissemintsparket Noard-Nederlân en de fêstiging fan it ressortsparket yn Arnhem-Ljouwert binne offisieren fan justysje en advokaten-generaal wurksum dy't it Frysk passyf behearskje. By de oare prosesdielnimmers is it byld tige wikseljend.

De rjochter freget nei oft in prosedueredielnimmer gebrûk meitsje wol fan it rjocht om op de rjochtsitting Frysk te praten, bedoeld yn kêst 11 fan de Wet gebrûk Fryske taal. Wannear't soks net sûnder tolk mooglik is, wurdt gebrûk makke fan in Fryske tolk.

Yn de oare sittingsplakken fan de rjochtbank Noard-Nederlân (Assen en Grins) en it Gerjochtshôf Arnhem-Ljouwert (Almelo, Arnhem, Grins, Lelystêd, Utrecht, Zutphen en Zwolle) wurdt yn de praktyk troch persoanen, bedoeld yn kêst 11 fan de Wet gebrûk Fryske taal, amper gebrûk makke fan it ek dêr jildende rjocht om Frysk te praten. Yn de oare sittingsplakken wurkje ek minder minsken by de rjochtspraak of it iepenbier ministearje dy't it Frysk passyf behearskje.

Op 25 april ll. hat de Minister fan Ynlânske Saken en Keninkryksrelaasjes de Tuskenrapportaazje Fryske taal en kultuer 2019–2023 nei jimme Keamer stjoerd. Dêryn is oangeande de útfiering fan de moasje Palland c.s., dêr't it regear yn fersocht wurdt om yn oerlis mei de provinsje Fryslân ta in oplossing te kommen wêryn't it rjocht om Frysk te praten yn de rjochtbank troch oanbelangjenden boarge is, tasein om jimme Keamer foar de simmer te ynformearjen oer de útkomsten fan dat oerlis. Dêrby soene ek it brûken fan it Frysk yn it proses-ferbaal en it fan krêft wurden fan kêst 14 fan de Wet gebrûk Fryske taal oan de oarder komme.

De Minister fan Justysje en Feiligens hat earder oan de Keamer witte litten (Ferslach skriftlik oerlis d.d. 24 juny 2022, TK 21/22, 29 936 nr. 64) dat de petearen geande binne en dat de útkomsten fan dy petearen langer op har wachtsje litte. Dêrneist hat de Minister jimme Keamer witte litten dat de rjochtbank Noard-Nederlân en it gerjochtshôf Arnhem-Ljouwert meiwurkje oan in nulmjitting fan de provinsje Fryslân om mear ynsjoch te krijen yn hoe faak ynwenners fan Fryslân yn de praktyk gebrûk meitsje fan it rjocht om Frysk te praten yn de rjochtbank en/of it gerjochtshôf. Dy nulmjitting rjochtet him ek op de sichtberens en de passive taalbehearsking Frysk by meiwurkers fan beide gerjochten.

De nulmjitting is yntusken ôfrûne. De resultaten binne okkerdeis yntern besprutsen binnen de rjochtbank Noard-Nederlân, it gerjochtshôf Arnhem-Ljouwert en de provinsje Fryslân. Dêrneist wurdt yn de perioade fan 26 septimber 2022 oant en mei 31 desimber 2022 yn de rjochtbank Noard-Nederlân en it gerjochtshôf Arnhem-Ljouwert in oanfoljende nulmjitting ferrjochte. Dêrby sil besjoen wurde yn hoefolle saken Frysk praat wurdt en of ferklearringen yn it proses-ferbaal yn it Frysk of yn it Nederlânsk opnommen wurde. As de resultaten fan de beide ûndersiken besprutsen binne mei de rjochtbank Noard-Nederlân, it gerjochtshôf Arnhem-Ljouwert en de provinsje Fryslân wurdt jimme Keamer ynformearre oer de maatregels dy’t eventueel nedich binne om, ta útfiering fan de moasje Palland c.s., it prate kinnen fan de Fryske taal troch oanbelangjenden yn de Fryske gerjochten fierder te boargjen.

Antwurd op de fraach fan de CU-fraksje oer de beskikberens fan tolken Frysk.

Foarôfgeand oan elke sitting wurdt skriftlik oan partijen frege oft se by de sitting gebrûk meitsje wolle fan it rjocht om Frysk te praten. By de planning fan de sitting wurdt dêr dan rekken mei holden. Dy sittingen wurde dan safolle mooglik ynpland by in rjochter of riedshear en griffier dy't de Fryske taal yn alle gefallen passyf behearskje. Ek dêr sille de resultaten fan de hjirfoar neamde ûndersiken by behelle wurde. Mocht it ûnferwachts dochs nedich wêze om gebrûk te meitsjen fan in Fryske tolk, dan wurdt yn begjinsel in beëdige tolk fan it C1-nivo frege. As der haast by is en/of der op dat momint gjin beëdige C1-tolk beskikber is, kin nei goedkarring fan de opdrachtjouwer útwykt wurde nei in beëdige tolk út it register fan it B2-nivo of, wannear't dy net beskikber is, in tolk dy't net ynskreaun stiet yn it register.

Antwurd op de fragen fan de fraksjes fan D66, de CU en de SGP oer de fergoeding foar de tolken Frysk en de gefolgen dêrfan foar de mooglikheden om Frysk prate te kinnen yn de rjochtbank.

It is wichtich dat de Fryske taal yn de rjochtspleging by de rjochtbank Noard-Nederlân en it gerjochtshôf Arnhem-Ljouwert lykweardich oan it Nederlânsk brûkt wurdt en dat foarsjoen wurdt yn wat dêrfoar nedich is.

By de rjochtbank Noard-Nederlân en it gerjochtshôf Arnhem-Ljouwert binne rjochters, riedshearen en griffiers wurksum dy't de Fryske taal passyf behearskje. By it arrondissemintsparket Noard-Nederlân en de fêstiging fan it ressortsparket yn Arnhem-Ljouwert binne offisieren fan justysje en advokaten-generaal wurksum dy't it Frysk passyf behearskje. Dêrtroch is it yn de deistige praktyk faak mooglik dat de persoan, bedoeld yn kêst 11 fan de Wet gebrûk Fryske taal, Sitting Fryske taal, him op de sitting sûnder tuskenkomst fan in tolk fan de Fryske taal betsjinje kin. Pas wannear dat net mooglik is, wurdt der as second best opsje gebrûk makke fan in Fryske tolk. Der meie dan tolken wêze dy't harren wurksumheden foar de oerheid dellein hawwe, mar it is net sa dat de Friezen op dit stuit gjin gebrûk meitsje kinne fan it wetlik ferankere rjocht om Frysk te praten yn de rjochtspraak.

Dêrneist is op 7 july in moasje oannommen dêr't it regear yn fersocht wurdt om by it útskriuwen fan de oanbesteging foar gerjochtstolken it ynskriuwtaryf sa te ferheegjen en de betingsten sa oan te passen dat it skrassen fan de foarrydkosten gjin neidiel mear opsmyt foar de gerjochtstolken.13 Om't boppedat allinnich yn útsûnderlike gefallen de ynset fan Fryske tolken nedich is, bin ik fan miening dat dat net liedt ta in ynbreuk op it rjocht om Frysk te praten yn de rjochtspraak.

De beskikberens fan in tolk is yn alle talen fan belang. De rjochtspraak is dan ek wetlik ferplichte om gebrûk te meitsjen fan beëdige tolken of fertalers.14 Foar it Frysk jildt de situaasje dat de rjochtssitting yn it Frysk behannele wurde kin. Dêrby is de ynset fan in Fryske tolk yn de rjochtspraak in second best opsje lykas earder neamd. Om dy redenen wurdt by it boargjen fan it Frysk yn it rjochtsferkear net spesifyk de tolkefergoeding behelle.

It kabinet is fan miening dat de fergoeding fan tolken net yn it paad stean mei fan de beskikberens fan tolken. De ôfrûne perioade hawwe der dan ek ferskate wizigingen yn it stelsel plakhân om ûnder oaren de ynset fan beëdige tolken binnen de ta ôfname ferplichte organisaasjes te ferheegjen. Dêrby is de útgongsposysje fan de selsstannich wurkjende tolk in wichtich aspekt. Sa is in minimum taryf ynfierd, sadat tolken harren eigen taryf freegje kinne op basis fan fraach en oanbod en frege ekspertize. Dat minimumtaryf wurdt mei yngong fan 1 jannewaris 2023 ferhege nei € 55,– de oere en sil mei yngong fan 2024 jierliks yndeksearre wurde. Dêrneist sil yn de oanbesteging foar gerjochtstolken ek rekken holden wurde mei de bysûndere posysje fan gerjochtstolken yn line mei de neamde moasje by de beäntwurding fan de fragen fan D66. Dy oanbesteging sil yn desimber publisearre wurde. It is no wichtich om de resultaten fan dy oanpassingen yn de praktyk te besjen. Dêrom wurde de resultaten dêrfan monitoare.

Digitalisearring en ynnovaasje

Antwurd op de fragen fan de D66-fraksje oft it kabinet fan miening is dat it Fryske taalbelied fan it Ryk en de provinsje mei de tiid meigean moatte. Hokker rol is foar it Ryk weilein yn it stimulearjen fan ynnovaasjes oangeande it digitale gebrûk fan de Fryske taal. Wurdt it gebrûk fan sosjale media, digitalisearring en ynnovaasje in ûnderdiel yn de nije BFTK?

It kabinet is it mei de leden fan de fraksje fan D66 iens dat it Fryske taalbelied fan it Ryk en de provinsje mei de tiid meigean moat. Foar it behâld fan in taal is it fan belang dat dy mei de tiid mei ûntwikkelet. Ek as in mienskip aloan mear gebrûk makket fan digitale tsjinsten, lykas sosjale media. Ûndersyk wiist út dat Fryske jongerein hieltyd mear gebrûk makket fan de Fryske taal by it brûken fan sosjale media.

Yn de petearen oer de ôfspraken foar de nije Bestjoersôfspraak fan 2024 ôf set ik my yn om te besjen wat op it mêd fan digitalisearring en ynnovaasje mooglik is.

Taalbelied Ryksoerheid en Rykstsjinsten

Antwurd op de fraach fan de D66-fraksje oft it kabinet ree is om de rjochtline Fertaalbelied Ryksoerheid yn gearwurking mei de provinsje Fryslân wêr nedich oan te skerpjen.

Ik bin ree om yn oerlis mei de provinsje Fryslân te besjen wat nedich is om it gebrûk fan de Fryske taal by oerheidskommunikaasje yn de provinsje Fryslân te befoarderjen. De ôfspraken dy't dêrút folgje wol ik opnimme yn de nije BFTK.

Antwurd op de fraach fan de D66-fraksje oft de Minister fan BZK ree is om de antwurden yn dit skriftlik oerlis yn sawol it Frysk as it Nederlânsk te jaan.

De beäntwurding fan dit skriftlik oerlis sil ik, lykas ek myn eardere brieven oer de Fryske taal dit jier, ek yn it Frysk jaan.

Antwurd op de fraach fan de D66-fraksje oft de Minister fan BZK ree is om yn de nije BFTK in sterkere rol foar it Ryk op te nimmen yn it oantrúnjen fan it opstellen fan Frysk taalbelied troch lanlike útfieringsorganisaasjes dy't aktyf binne yn it taalgebiet. Antwurd op de fraach fan de CU-fraksje oft by it meartalich oanbieden fan it Ryk ek it Frysk as taalopsje meinommen wurde kin.

ANBI-ynstellingen dy't yn de provinsje Fryslân fêstige binne, meie yn de Fryske taal oan de Belestingtsjinst al ferantwurding ôflizze. Yn de petearen foar de nije BFTK sil Frysk taalbelied troch lanlike útfieringsorganisaasjes besprutsen wurde.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, De Minister fan Ynlânske Saken en Keninkryksrelaasjes, H.G.J. Bruins Slot