Voorgesteld 17 november 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er sinds enkele jaren een toename is van incidenten waarbij onder het mom van een niet-aangekondigde demonstratie sprake is geweest van vormen van intimidatie, bedreiging, vernieling, geweld en gevaar voor de veiligheid van de luchtvaart;
overwegende dat iedere vorm van intimidatie, vernieling, bedreiging en geweld bij demonstraties onaanvaardbaar is;
overwegende dat een burgemeester op grond van de Wet openbare manifestaties een demonstratie slechts mag beperken ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden, en dat bij concrete signalen hiervan de lokale driehoek hard moet optreden;
overwegende dat een burgemeester op dit moment niet beperkend kan optreden om de enkele reden dat demonstranten niet hebben voldaan aan hun kennisgevingsplicht;
overwegende dat er aanvullende maatregelen nodig zijn om demonstraties in goede banen te leiden wanneer niet is voldaan aan de kennisgevingsplicht;
van mening dat de inhoud van de demonstratie geen enkele rol speelt bij het inkaderen van het recht op demonstratie;
verzoekt de regering te onderzoeken in het licht van bovengenoemde ontwikkelingen of het huidige instrumentarium van de Wet openbare manifestaties om demonstraties te beperken voldoende aansluit bij de verantwoordelijkheid van burgemeesters, en de Kamer hierover te informeren in de eerste helft van 2023,
en gaat over tot de orde van de dag.
Michon-Derkzen