Voorgesteld 11 oktober 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Koning, de vermoedelijke opvolger en de Koning die afstand heeft gedaan van het koningschap alsmede hun echtgenoten op grond van artikel 40 van de Grondwet geen loon- of inkomstenbelasting betalen over de aan hun overgemaakte rijksuitkeringen;
verzoekt de regering om een grondwetswijziging voor te stellen waarin de vrijstelling van belastingen voor de relevante leden van het Koninklijk Huis wordt afgeschaft,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Baarle