Ontvangen 21 maart 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, vervalt in voorgesteld artikel 3.29a in de begripsbepaling van «commerciële mediadienst op aanvraag», in de begripsaanduiding «op aanvraag» en wordt in de gegeven definitie na «mediadienst» ingevoegd «, al dan niet op aanvraag,».
II
In artikel I, onderdeel B, vervalt in het voorgestelde artikel 3.29e, eerste lid, «op aanvraag».
III
In artikel I, onderdeel B, vervalt in het voorgestelde artikel 3.29i, eerste lid, «op aanvraag».
IV
In artikel I, onderdeel C, vervalt in het voorgestelde titelopschrift «op aanvraag».
Het wetsvoorstel in haar huidige vorm legt alleen een investeringsverplichting op aan aanbieders van video on demand-diensten. In een eerdere fase was de geplande reikwijdte van het wetsvoorstel breder en zouden ook omroepen, zowel commercieel als publiek, deze investeringsverplichting opgelegd krijgen. Na verzet van de omroepen – ze zeggen zelf al genoeg te investeren in Nederlandse producties – is deze verplichting geschrapt. Echter, waar de publieke omroepen inzicht hebben gegeven in hoeveel ze daadwerkelijk investeren, hebben de commerciële omroepen met een beroep op concurrentiegevoelige informatie ervoor gekozen om dit niet te doen. Ze krijgen dus vrijstelling van een investering, maar hoeven hier geen bewijs voor aan te leveren. Indiener vindt dat slecht verklaarbaar en kiest er dus voor om ook voor het lineaire deel van hun programmering, commerciële omroepen deze investeringsverplichting op te leggen.
Kwint