Kamerstuk 36169-36

Motie van het lid Stoffer c.s. over onderzoeken hoe een indringender toets op de representativiteit van belangenorganisaties binnen artikel 3:305a BW gerealiseerd kan worden

Dossier: Wijziging van de Klimaatwet (implementatie Europese klimaatwet)


Nr. 36 MOTIE VAN HET LID STOFFER C.S.

Voorgesteld 8 februari 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het ondernemen van juridische acties door belangenorganisaties op grond van artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek mogelijk is vanuit specifieke belangen, met grote consequenties voor het algemeen belang, terwijl de representativiteit van deze organisaties buitengewoon gering kan zijn;

overwegende dat voor het vereiste van representativiteit van de belangenclub het van belang is dat een financiële bijdrage wordt gevraagd van de personen tot bescherming van wier belangen de rechtsvordering strekt;

constaterende dat er onder de huidige regeling geen indringende toets op de representativiteit door de rechter lijkt te worden toegepast;

constaterende dat belangenorganisaties die rechtszaken tegen de Staat aanspannen op grond van artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek overwegend door anderen dan de direct belanghebbenden, mogelijk zelfs met subsidie, kunnen worden gefinancierd;

verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze een indringender toets op de representativiteit van belangenorganisaties binnen het huidige artikel 3:305a BW gerealiseerd kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Stoffer,

Van der Plas en

Eerdmans