Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is een nieuwe uitvoeringswet vast te stellen en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te wijzigen ter uitvoering van de verordening betreffende de betekening en kennisgeving van stukken.
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet wordt verstaan onder:
verordening (EU) nr. 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (PbEU 2020, L 405/40);
verzendende instanties als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening;
ontvangende instanties als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de verordening.
1. Als verzendende instanties worden voor Nederland aangewezen de gerechtsdeurwaarders.
2. Als ontvangende instanties worden aangewezen de gerechtsdeurwaarders.
3. Ten aanzien van de kennisgeving en betekening van gerechtelijke stukken door een gerecht of de griffier van een gerecht worden mede als verzendende instantie aangewezen de gerechten.
4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld voor een verzending als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de verordening.
1. Als centraal orgaan als bedoeld in artikel 4 van de verordening wordt voor Nederland aangewezen de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders.
2. Onze Minister voor Rechtsbescherming kan nadere regels stellen met betrekking tot de wijze waarop het centraal orgaan de taken, bedoeld in artikel 4 van de verordening, uitvoert.
1. Een aan een ontvangende instantie in Nederland verzonden formulier als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de verordening kan in de Engelse of de Duitse taal worden ingevuld.
2. Een aan een verzendende instantie in Nederland verzonden certificaat als bedoeld in artikel 14 van de verordening kan in de Engelse of de Duitse taal worden ingevuld.
1. De gerechtsdeurwaarder aan wie de gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken ter betekening of kennisgeving worden verzonden, wordt aangewezen als de autoriteit waarbij verzendende instanties als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening verzoeken kunnen indienen overeenkomstig artikel 7 van de verordening tot het achterhalen van het adres van de persoon aan wie betekening of kennisgeving in Nederland moet worden gedaan. De deurwaarder kan een voorschot in rekening brengen voor de kosten van de betekening, alvorens de bijstand te verlenen.
2. Indien het de rechtstreekse betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken betreft overeenkomstig artikel 18 van de verordening wordt de rechtbank Den Haag aangewezen als de in het eerste lid bedoelde autoriteit.
Een aanvraag aan een ontvangende instantie in Nederland voor betekening of kennisgeving wordt uitgevoerd door middel van een exploot, tenzij uit de aanvraag voortvloeit dat zij op andere wijze moet worden uitgevoerd en het Nederlandse recht die andere wijze toestaat.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld waaronder elektronische betekening of kennisgeving per e-mail wordt aanvaard, een en ander als bedoeld in artikel 19, eerste lid, onder b, van de verordening.
1. De vergoeding voor bijstand door een gerechtsdeurwaarder inzake de betekening of kennisgeving van uit een andere lidstaat afkomstige gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken als bedoeld in artikel 15 van de verordening bedraagt € 125.
2. Onze Minister voor Rechtsbescherming kan het in het eerste lid bedoelde bedrag eenmaal per vijf jaar, te rekenen vanaf 1 juli 2022, wijzigen, indien daartoe gronden zijn.
1. In afwijking van artikel 22, eerste lid, van de verordening kan de rechter een beslissing geven, ook als geen certificaat van betekening, kennisgeving of afgifte is ontvangen, indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
a. het stuk is op één van de in de verordening geregelde wijzen toegezonden;
b. sedert het tijdstip van toezending van het stuk is een termijn verlopen die door de rechter voor elk afzonderlijk geval wordt vastgesteld, doch die ten minste zes maanden zal bedragen;
c. in weerwil van alle redelijke inspanningen die daartoe bij de bevoegde autoriteiten of organen van de aangezochte staat zijn aangewend, kon geen bewijs worden verkregen.
2. Is in een geval waarin geen certificaat als bedoeld in het eerste lid is ontvangen, niet voldaan aan de in dat lid gestelde voorwaarden, dan kan de rechter, al of niet na verloop van een door hem vast te stellen termijn, zo hij daartoe gronden aanwezig acht, het verlenen van verstek tegen de verweerder weigeren.
3. Een verzoek om verlening van een nieuwe termijn als bedoeld in artikel 22, vierde lid, van de verordening is slechts ontvankelijk indien het is ingediend binnen één jaar, te rekenen van de dag waarop de beslissing is gegeven.
Een ieder mag de betekening of kennisgeving van stukken afkomstig uit een Staat waar de verordening van toepassing is, rechtstreeks door een gerechtsdeurwaarder doen verrichten aan in Nederland verblijvende personen.
Artikel 56 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering komt te luiden:
1. Voorzover nodig in afwijking van hetgeen elders in deze afdeling is bepaald, geschiedt de betekening ten aanzien van hen die geen bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf in Nederland hebben, maar wel een bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf hebben in een Staat waar de verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en kennisgeving van stukken) van toepassing is, met inachtneming van het tweede tot en met vijfde lid.
2. Een deurwaarder die is aangewezen als verzendende instantie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening, verzendt een afschrift van het te betekenen stuk aan een ontvangende instantie als bedoeld in artikel 3, tweede lid van de verordening ter betekening aan degene voor wie het stuk bestemd is via het IT-systeem zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de verordening of via alternatieve middelen van verzending in het geval van artikel 5, vierde lid, van de verordening. Indien het stuk niet is opgesteld in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen, verzendt de deurwaarder ook een vertaling in een taal als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening.
De gerechtsdeurwaarder maakt in het stuk melding van de verzending, alsmede van de volgende gegevens:
a. de datum van verzending;
b. de naam en het adres van de ontvangende instantie;
c. de wijze van verzending;
d. in het geval van artikel 5 lid 4 van de verordening, de reden van de verzending met alternatieve middelen;
e. of een vertaling is verzonden en, zo ja, in welke taal;
f. de taal waarin het formulier als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de verordening is ingevuld;
g. de gevraagde wijze van betekening.
3. Een deurwaarder die is aangewezen als verzendende instantie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening, mag een afschrift van het te betekenen stuk en de vertaling van het stuk als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening, ook rechtstreeks verzenden aan degene voor wie het stuk bestemd is, overeenkomstig artikel 18 van de verordening. De gerechtsdeurwaarder maakt in het stuk melding van de verzending, alsmede van het volgende:
a. de datum van verzending;
b. de wijze van verzending;
c. of een vertaling is verzonden en zo ja, in welke taal;
d. de mededeling in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen, dat degene voor wie het stuk bestemd is, dit mag weigeren als het niet gesteld is in of niet vergezeld gaat van een vertaling in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen en dat formulier L bij de verordening of een schriftelijke verklaring dat degene voor wie het stuk bestemd is de betekening of kennisgeving weigert te aanvaarden vanwege de taal waarin het is gesteld, naar de deurwaarder moet worden gezonden.
Artikel 277 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering komt te luiden:
1. De oproeping bij brief van verzoekers of belanghebbenden die geen bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf in Nederland hebben, maar wel een bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf in een Staat waar de verordening EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en kennisgeving van stukken) van toepassing is, geschiedt door rechtstreekse verzending overeenkomstig artikel 18 van de verordening. In plaats daarvan mag het gerecht ook een vertaling van de oproeping verzenden in een taal als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening. Het gerecht maakt in de oproeping melding van de verzending, alsmede van het volgende:
a. de datum van verzending;
b. de wijze van verzending;
c. of een vertaling is verzonden en zo ja, in welke taal;
d. de mededeling in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen, dat degene voor wie het stuk bestemd is, dit mag weigeren als het niet gesteld is in of niet vergezeld gaat van een vertaling in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen en dat geweigerde stukken naar hem moeten worden gezonden.
2. Het gerecht mag de oproeping ook verrichten door verzending daarvan aan een ontvangende instantie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de verordening, ter betekening aan degene voor wie de oproeping bestemd is, via het IT-systeem zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de verordening of via alternatieve middelen van verzending in het geval van artikel 5, vierde lid, van de verordening. Indien de oproeping niet is opgesteld in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen, verzendt het gerecht ook een vertaling in een taal als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening.
Het gerecht maakt in de oproeping melding van de verzending, alsmede van volgende gegevens:
a. de datum van verzending;
b. de naam en het adres van de ontvangende instantie;
c. de wijze van verzending;
d. in het geval van artikel 5 lid 4 van de verordening, de reden van de verzending met alternatieve middelen;
e. of een vertaling is meegezonden en, zo ja, in welke taal;
f. de taal waarin het formulier als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de verordening is ingevuld;
g. de gevraagde wijze van betekening.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Rechtsbescherming,