Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2022
Vandaag is het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (het wetsvoorstel) door de Koning bij uw Kamer ingediend (Kamerstuk 36 151). Dit wetsvoorstel wordt ingediend mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De problemen bij de kinderopvangtoeslag hebben veel mensen groot onrecht aangedaan. Door harde regelgeving, vooringenomen handelen en door geen gehoor te geven aan noodsignalen zijn tienduizenden ouders en kinderen in de problemen gekomen.
Met de hersteloperatie probeert de overheid de gedupeerden recht te doen en hen te helpen om een nieuwe start te maken. De overheid biedt gedupeerden breed en samenhangend herstel, onder andere door erkenning van de gemaakte fouten en van het leed, een forfaitaire regeling, compensatie van onterecht teruggevorderde bedragen, vergoeding van materiële en immateriële schade, kwijtschelden van publieke schulden, het oplossen van betalingsachterstanden bij private schulden en brede ondersteuning die gedupeerden moet helpen om de draad van het leven weer op te pakken. Het wetsvoorstel heeft tot doel om de basis onder de hersteloperatie te versterken en te verbreden.
Het wetsvoorstel voorziet in één wet waarin de wettelijke bepalingen inzake de hersteloperatie toeslagen zijn opgenomen. Om hiertoe te komen zijn bepalingen uit de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen naar dit wetsvoorstel verplaatst, zijn de beleidsbesluiten die in de hersteloperatie vooruitlopend op wetgeving zijn getroffen gecodificeerd en zijn twee nieuwe regelingen in het wetsvoorstel opgenomen. Het betreft de regeling voor kinderen van gedupeerden in de kinderopvangtoeslag en voor gedupeerden van problemen rondom de uitvoering van de huurtoeslag, de zorgtoeslag en het kindgebonden budget. Ook wordt via het wetsvoorstel de ondersteuning voor ouders in het buitenland geregeld en wordt onder meer de voor het herstelproces benodigde gegevensdeling geborgd.
In het wetsvoorstel wordt eveneens een oplossing geboden voor de situatie waarin twee voormalig toeslagpartners, die elk voor een deel van de periode aanvrager van de kinderopvangtoeslag zijn geweest, beiden als gedupeerd aanvrager zijn erkend (de zogenaamde dubbele aanvragers). Momenteel wordt bij de integrale beoordeling van de aanvrager die zich als tweede bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) heeft gemeld een deel van het forfaitaire bedrag van de eerste aanvrager in mindering gebracht. Dit leidt bij een beperkte groep gedupeerden tot zeer schrijnende situaties. Zij wachten al lang. Om voor hen een oplossing te bieden heb ik de uitvoeringsorganisatie gevraagd alvast gedeeltelijk vooruit te lopen op de in de wet voorgestelde uitvoering. In de elfde voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt uw Kamer hierover uitgebreider geïnformeerd.
In procedure brengen wetsvoorstel met ex-partnerregeling
Zoals ik uw Kamer al bij het aanbieden van de tiende voortgangsrapportage heb laten weten is de ex-partnerregeling nog niet in het wetsvoorstel opgenomen. Ik verwacht de complexe beleidsmatige uitwerking op korte termijn af te ronden. De ex-partnerregeling zal zo spoedig mogelijk bij (nieuw) wetsvoorstel worden geregeld. Ook onderzoek ik de mogelijkheden om in dit wetsvoorstel beleid op te nemen ten aanzien de situatie waarin gedupeerden reeds zijn overleden. Ik wil deze regeling vanzelfsprekend zo spoedig mogelijk in uitvoering brengen. Tegelijkertijd heeft een zorgvuldig (wetgevings)proces tijd nodig. Ook is het moment van inwerkingtreding afhankelijk van het moment waarop de verschillende uitvoerders van de regeling kunnen starten. Ik wil proberen om in het wetgevingsproces zoveel mogelijk de stappen te verkorten. Hoewel ik alle betrokken (advies)instanties zal vragen met spoed te adviseren vind ik het echter ook van belang dat zij voldoende tijd krijgen om hun werkzaamheden te verrichten. Het voorziene tijdpad leidt ertoe dat de ex-partnerregeling naar verwachting in april 2023 bij uw Kamer kan worden ingediend. Het streven is inwerkingtreding per 1 juli 2023. Dat vergt spoedige behandeling door het parlement.
Uitvoering van de nieuwe regelingen
De voorbereidingen voor de uitvoering van de nieuwe regelingen worden al zo veel mogelijk getroffen. Zoals eerder aangegeven, worden de nieuwe regelingen uit deze wet en het aanvullende wetsvoorstel gefaseerd tot uitvoering gebracht. Hiermee wordt voorkomen dat de nieuwe regelingen ten koste gaan van de uitvoering van de andere herstelregelingen en dat de uitvoering tegelijkertijd met verschillende nieuwe regelingen moet starten.
Bij het in uitvoering brengen van de nieuwe regelingen geldt een aantal randvoorwaarden. Vanzelfsprekend dient de parlementaire behandeling van beide wetsvoorstellen tijdig te leiden tot een wettelijke basis. Om de uitvoering goed voor te bereiden, is zo’n zes tot negen maanden voor de start zekerheid nodig over de startdatum en de inhoud van een regeling. Om de piekbelasting voor de uitvoering beheersbaar te houden, zitten er minimaal drie maanden tussen de start van een nieuwe regeling. Ook zal, bij de regelingen waar UHT de gedupeerden ambtshalve aanschrijft, groepsgewijs gewerkt worden. Gestart wordt dan met een beperkte groep waarna, rekening houdend met belasting en bereikbaarheid van onder andere serviceteam en gemeentelijke loketten, de groepsgrootte zo snel mogelijk wordt opgeschaald.
Onder voorbehoud van bovenstaande randvoorwaarden, zou dan vanaf november en als voorzien is in een wettelijke basis, gestart kunnen worden met de uitvoering van de Kindregeling voor kinderen die al bij UHT bekend zijn. De aanschrijving en uitbetaling van de groep meerderjarige gedupeerde kinderen wiens gegevens en rekeningnummer al bekend zijn, zal dan met voorrang worden uitgevoerd. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan motie Kat c.s.1 Daarnaast wordt begonnen met het aanschrijven van de eerste groepen ouders met het verzoek om de rekeningnummers van hun minderjarige kinderen op te geven. Dit is conform het advies van het kindpanel om kinderen zoveel als mogelijk op eigen rekeningen uit te betalen. Het streven is om hiermee al aan een deel van de gedupeerde kinderen voor het einde van dit jaar een bedrag uit te keren. Daarnaast is het streven om het grootste deel van de ouders en kinderen in het eerste half jaar van 2023 bereikt te hebben en uit te betalen. Dit is afhankelijk van (de opschaling) van de groepsgrootte, de snelheid waarmee ouders reageren en hun eventuele vervolgvragen en de mate waarin er nieuwe gedupeerden in beeld komen via de KOT-regeling. De uitvoering ten behoeve de kinderen van overleden gedupeerden en de kinderen waarvoor de regeling niet ambtshalve kan worden toegepast wordt naar verwachting in het vierde kwartaal van 2023 gestart.
Vervolgens kan begin tweede kwartaal van 2023 (per april) naar verwachting worden gestart met de uitvoering van de regeling voor gedupeerden van huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget. Zoals toegelicht in het wetsvoorstel zijn deze gedupeerden al in beeld. Zij zullen groepsgewijs worden aangeschreven en ambtshalve gecompenseerd.
Begin derde kwartaal van 2023 (per juli) kan naar verwachting worden gestart met de uitvoering van de regeling voor ex-partners. Dit moment is afhankelijk van de behandeling van het aanvullende wetsvoorstel dat naar verwachting in april 2023 bij uw Kamer kan worden ingediend. Ik streef ernaar uw Kamer op kort termijn nader te informeren over de inhoud van de ex-partnerregeling. Dit is op het moment dat de besluitvorming binnen het kabinet over de ex-partnerregeling is afgerond.
De vaste commissie voor Financiën heeft tijdens de procedurevergadering van woensdag 25 mei jl. verzocht om een tijdpad voor het wetsvoorstel hersteloperatie toeslagen en de hoofdlijnen- en contourenbrief FSV. Met bovenstaande heb ik voldaan aan het verzoek voor wat betreft het wetsvoorstel hersteloperatie toeslagen. De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst zal u separaat informeren.
Nota van wijziging bij het wetsvoorstel
Op dit moment komen kinderen van een gedupeerde aanvrager die jonger zijn dan 18 jaar in aanmerking voor brede ondersteuning door de gemeente. Ik wil echter brede ondersteuning bieden aan zoveel mogelijk kinderen en (jong)volwassenen die de toeslagenproblematiek als kind aan den lijve hebben ondervonden en behoefte hebben aan die ondersteuning. Dit betreft uitwonende en meerderjarige kinderen en voormalige pleegkinderen. Voor de doelgroep wil ik aansluiten bij het kindbegrip uit de kindregeling. Ik heb het voornemen om deze uitbreiding van de groep kinderen die in aanmerking komt voor brede ondersteuning bij nota van wijziging bij het wetsvoorstel te treffen. Op dit moment worden door de VNG en UHT uitvoeringstoetsen gedaan. Ik verwacht deze nota van wijziging begin september bij uw Kamer te kunnen indienen.
Tot slot
Het kabinet beseft ten zeerste dat het herstel niet snel genoeg kan gaan. Tegelijkertijd is het vanwege de omvang van de hersteloperatie noodzakelijk om realistisch te blijven over tijd die nodig is voor de (voorbereiding van de) uitvoering. Er is nog veel werk te verzetten voor het herstel van ouders, kinderen en andere gedupeerden. Ik blijf mij daarvoor inspannen. Met dit wetsvoorstel wordt de basis onder het herstel versterkt. Ook uw Kamer heeft dit belang benadrukt.
Om in november te kunnen starten met de uitvoering van de kindregeling, verzoek ik uw Kamer het wetsvoorstel spoedig te behandelen. Indien uw Kamer voor het zomerreces de inbreng voor het verslag kan vaststellen, dan zal ik de nota naar aanleiding van het verslag inclusief een nota van wijziging voor het einde van het zomerreces aan u doen toekomen. Hierdoor zou uw Kamer het wetsvoorstel in de eerste weken van het nieuwe parlementaire jaar (plenair) kunnen behandelen, om zo de parlementaire behandeling door beide Kamers mogelijk te maken voor uiterlijk half oktober.
De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries