Kamerstuk 36137-9

Voorhang ontwerpbesluit tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15

Dossier: Wijziging van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 in verband met de Wet implementatie EETS-richtlijn en enkele technische aanpassingen

Gepubliceerd: 12 mei 2023
Indiener(s): Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: verkeer weg
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36137-9.html
ID: 36137-9

Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Ontvangen ter Griffie op 12 mei 2023.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 16 juni 2023.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 17 juni 2023.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2023

De Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 biedt het juridisch kader voor de tijdelijke tolheffing op de Blankenburgverbinding en de ViA15. Ingevolge artikelen 4a, zesde lid, 6, zesde lid, 10, eerste lid, en 10a, eerste lid, van de Wet kunnen bij algemene maatregel van bestuur nadere voorschriften worden gesteld voor de tijdelijke tolheffing. Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15. Met dit ontwerpbesluit is invulling gegeven aan de genoemde delegatiegrondslagen.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 10, zesde lid), voordat het ontwerpbesluit aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden gezonden voor advies. Dit biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit.

De voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit zal plaatsvinden na het verstrijken van de termijn van vier weken na het voorleggen van dit ontwerpbesluit aan uw Kamer. De termijn eindigt op 16 juni 2023.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers