Voorgesteld 11 april 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat, zoals te lezen is in een artikel in NRC van 8 februari 2024, na kennelijk een intensieve lobby van belangenbehartigers een amendement (36 421, nr. 11) is ingediend en aangenomen;
overwegende dat dat amendement evident ingaat tegen de geest van de toen voorgenomen versobering van de bedrijfsopvolgingsregeling;
overwegende dat dat amendement voor slechts een kleine groep nazaten van oude, grote en winstgevende familiebedrijven aanzienlijke belastingvoordelen oplevert die zij voorheen niet hebben genoten en waarbij de continuïteit van de onderneming zonder deze voordelen niet in gevaar is;
constaterende dat deze selecte groep daarmee ten laste van de belastingbetaler een jaarlijks voordeel zou genieten van ongeveer 21 miljoen euro;
constaterende dat dit voordeel wordt gedekt door nota bene een versobering van vrijstellingen in de spaartaks;
verder constaterende dat een en ander mogelijkerwijs niet voldoet aan de staatssteunregels en in strijd is met het gelijkheidsbeginsel;
verzoekt de regering, bijvoorbeeld als onderdeel van de aanstaande fiscale verzamelwet en/of uiterlijk bij het Belastingplan 2025, de ongewenste gevolgen van dit amendement terug te draaien,
en gaat over tot de orde van de dag.
Idsinga
Omtzigt
Sneller
Stultiens