Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
Vanwege de spoedeisende maatregelen zijn in de periode december 2021 tot en met 25 mei 2022 zes incidentele suppletoire begrotingen en een Nota van wijziging zesde incidentele suppletoire begroting over het begrotingsjaar 2022 naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling van de derde tot en met zesde incidentele suppletoire begrotingen (inclusief de Nota van wijziging zesde incidentele suppletoire begroting) in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begrotingen zijn opgenomen.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Mede namens de Minister voor Klimaat en Energie,
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,M.A.M.Adriaansens
Opbouw 1e suppletoire begroting 2022
Deze 1e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2022. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:
1. Leeswijzer met onder andere een overzicht van de coronamaatregelen die op de begroting van het Ministerie van EZK zijn opgenomen.
2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
3. De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.
4. De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
5. De agentschappen. In deze 1e suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagrafen van de Agentschap Telecom (AT), de Dienst ICT Uitvoering (DICTU) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.
Herverkaveling Groningen
Bij het aantreden van het kabinet is besloten om de uitgaven en ontvangsten voor de schadeafhandeling en versterkingsoperatie in Groningen onder te brengen op één begroting. De middelen die voor de versterkingsoperatie op de BZK-begroting stonden (inclusief middelen voor apparaat) zijn overgeheveld naar EZK naar beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief en naar artikel 40 Apparaat Kerndepartement.
Was | Wordt | |||
---|---|---|---|---|
Artikel begroting 2022 | Detail | Artikel begroting 2022 | Detail | Toelichting wijziging |
Uitgaven | ||||
Subsidies | ||||
Artikel 5 | Woonbedrijf | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Artikel 5 | Diverse subsidies versterken | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Artikel 5 | Bestuursakkoord | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Inkomensoverdrachten | ||||
Artikel 5 | Tegemoetkoming aan huurders | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Schades | ||||
Artikel 5 | Vastgelopen dossiers | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Opdrachten | ||||
Artikel 5 | Werkbudget | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Artikel 5 | Versterkingsoperatie | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Artikel 5 | Bestuursakkoord | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Artikel 5 | Versterken Industrie | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Bijdrage aan medeoverheden | ||||
Artikel 5 | Nationaal Programma Groningen | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Artikel 5 | Compensatie gemeenten en provincie | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Artikel 5 | Bestuursakkoord | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Artikel 5 | Integrale programma's Bestuursakkoord | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Materiële uitgaven | ||||
Artikel 40 | Overige materiële uitgaven | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 11 van BZK. | ||
Ontvangsten | ||||
Artikel 5 | Ontvangsten NAM Versterkingskosten NCG | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. | ||
Artikel 5 | Ontvangsten Nationaal Programma Groningen (NAM) | Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 10 van BZK. |
Ondergrenzen toelichtingen
Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.
Overzicht coronamaatregelen
Hieronder een overzicht van de coronamaatregelen met daarin de coronagerelateerde uitgaven vanuit de begroting van het Ministerie van EZK. Een uitgebreid overzicht is te vinden op Overheidsfinancien in coronatijd op Rijksfinancien.nl.
Artikel | Naam maatregel/regeling | Bedrag verplichtingen 2022 | Bedrag uitgaven 2022 | Bedrag ontvangsten 2022 | Relevante Kamerstukken |
---|---|---|---|---|---|
2 | Mentale steun ondernemers | 2 | 3 | Kamerstuk 25 295, nr. 988 | |
2 | Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) | 5.739 | 4.409 | 465 | Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479 |
2 | Tegemoetkoming vaste lasten starters | 50 | 35 | Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479 | |
2 | Omscholing naar tekortsectoren | 40 | 40 | Kamerstuk 35 420, nr. 105 | |
2 | Herstructurering winkelgebieden en binnensteden | 21 | 10 | Kamerstuk 31 757, nr. 105 | |
2 | Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren | 0 | 38 | Kamerstuk 35 420, nr. 248 | |
2 | Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) | 505 | 525 | Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354 | |
2 | Aanvullende tegemoetkoming evenementen | 120 | 120 | Kamerstuk 35 420, nr 454, Kamerstuk 35 420, nr 462 | |
2 | Omzetderving Limburg | 24 | 24 | Kamerstuk 32 698, nr. 63 | |
2 | Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector | 4 | 4 | 28 | Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252 |
2 | Qredits | 23 | 103 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 277 | |
2 | Begrotingsreserve BMKB-Corona | 10 | Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16 | ||
2 | Klein Krediet Corona | 100 | 0 | Kamerstuk 35 420, nr. 31, Kamerstuk 35 420, nr. 462 | |
2 | Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (KKC) | 5 | Kamerstuk 35 420, nr. 31 | ||
2 | GO-Corona | 300 | 50 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462 | |
2 | Begrotingsreserve GO-Corona | 0 | 0 | 35 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16 |
2 | Bijdrage RVO.nl | 60 | 60 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248 | |
3 | Corona Overbruggingslening (COL) | 0 | 0 | 30 | Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42 |
3 | Dutch Future Fund | 25 | 10 | Kamerstuk 33 009, nr. 96 | |
3 | Deep Tech Fund | 175 | 35 | Kamerstuk 33 009, nr. 96 | |
3 | Fonds Alternatieve Financiering | 0 | 20 | Kamerstuk 33 009, nr. 96 | |
4 | Verlaging netbeheertarief Caribisch Nederland | 0 | 0 | Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105 | |
Totaal | 7.187 | 5.485 | 573 |
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022
Artikelnummer | Uitgaven 2022 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2022 na ISB's | 13.599.967 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
Nationaal Groeifonds | 2 | 52.065 |
Brexit Adjustment Reserve | 2 | 187.800 |
Fund to fund | 3 | 45.763 |
SDE++ | 4 | 585.504 |
Opschalingsinstrument waterstof | 4 | 134.600 |
Kasschuif vulmaatregelen gasopslag | 4 | ‒ 623.250 |
Herverkaveling Groningen | 5 | 1.520.608 |
Raming schade en versterken | 5 | ‒ 339.778 |
Vergoeding Norg akkoord | 5 | 7.018.000 |
Apparaatsmiddelen NCG | 40 | 132.380 |
Loon- en prijsbijstelling | 41 | 82.460 |
Overige mutaties | 442.149 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 22.838.268 |
Toelichting
Nationaal Groeifonds
In april 2022 heeft de adviescommissie van het NGF ingestemd met verschillende toekenningen en omzettingen van investeringsvoorstellen. Voor artikel 2 heeft dat geleid tot meerjarige budgetmutaties op zes projecten van in totaal € 917,3 mln. De projecten en het effect op kasjaar 2022 zijn AINed (€ 4,8 mln), Groenvermogen van de Nederlandse economie (€ -11,1 mln), Health-RI (€ 5,6 mln), RegMed XB (€ 8,1 mln), QuantumDeltaNL (€ 34,7 mln) en Oncode-PACT (€ 10 mln).
Brexit Adjustment Reserve
De EU heeft geld beschikbaar gesteld om organisaties die op een negatieve manier geraakt zijn door Brexit te ondersteunen. Dit budget betreft het bedrijfslevenregeling spoor van de Brexit Adjustment Reserve. Hier voor is in 2022 (€ 188 mln) en 2023 (€ 62 mln) budget beschikbaar.
Fund to fund
Er is in totaal € 45,7 mln toegevoegd ten behoeve van DVI en DVI II als gevolg van de eindejaarsmarge 2021 en het doorschuiven van de ontvangstentaakstelling uit 2021 naar 2022.
SDE++
Aan het SDE++-budget 2022 wordt per saldo € 585,5 mln toegevoegd, met name ter financiering van de kolenmaatregelen in 2022. Het grootste deel hiervan (€ 532 mln) is afkomstig van de totale onttrekking en toevoeging aan het SDE++-budget van € 1.572 mln waartoe in de Startnota van het nieuwe kabinet besloten is. De overige € 1.040 mln van de onttrekking is naar de jaren 2026 en verder geschoven.
Opschalingsinstrument waterstof
In 2022 is € 134,6 mln is van de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van EZK voor de kasuitgaven in 2022 voor het Waterstoftransportnet ('Hyway27'). Tevens is € 0,4 mln toegevoegd aan het RVO-uitvoeringsbudget om de uitvoeringskosten van de nog te publiceren regeling te financieren.
Kasschuif vulmaatregelen gasopslag
Omdat de tender voor de vulmaatregelen voor gasoplsag pas in 2023 tot betalingen zal leiden, is een kasschuif van het voor deze tender beschikbare kasbudget van 2022 naar 2023 noodzakelijk.
Herverkaveling Groningen
Bij het aantreden van het kabinet is besloten om de uitgaven en ontvangsten voor de schadeafhandeling en versterkingsoperatie in Groningen onder te brengen op één begroting. De middelen die voor de versterkingsoperatie op de BZK-begroting stonden zijn overgeheveld naar EZK.
Raming schade en versterken
De ramingen voor schade en versterken worden in het voorjaar geactualiseerd. De mutaties die daaruit voortvloeien worden bij Voorjaarsnota verwerkt.
Vergoeding Norg akkoord
Conform de afspraken in het Norg akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM. De berekeningswijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage, de hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de gasprijs. Over de vergoeding moet btw worden betaald (Kamerstuk 33 529, nr. 997).
Apparaatsmiddelen NCG
Vanuit BZK is er € 110,4 mln toegevoegd aan de apparaatsmiddelen in het kader van de herverkaveling van de Nationaal Coördinator Groningen. Daarnaast is er € 22 mln toegevoegd aan de middelen in het kader van de bijstelling van de uitgavenraming voor de uitvoeringskosten van de versterkingsoperatie Groningen.
Loon- en prijsbijstelling
Bij Voorjaarsnota 2022 is loon- en prijsbijstellingstranche 2022 voor EZK uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten en pensioenpremies voor de overheidswerkgevers. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen.
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022
Artikelnummer | Ontvangsten 2022 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2022 na ISB's | 5.559.237 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
Brexit Adjustment Reserve | 2 | 485.000 |
Fund to fund | 3 | 30.700 |
Onttrekking reserve Duurzame Energie | 4 | 1.572.000 |
Opbrengst heffing ODE | 4 | 214.000 |
ETS-ontvangsten | 4 | 400.000 |
Herverkaveling Groningen | 5 | 490.000 |
Dividenduitkering EBN | 5 | 2.800.000 |
Mijnbouwwet. | 5 | 2.196.500 |
Raming schade en versterken | 5 | ‒ 78.221 |
Eindejaarsmarge Groningen | 5 | 1.160.096 |
Apparaatsmiddelen NCG | 40 | 130.875 |
Overige mutaties | ‒ 15.474 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 14.944.713 |
Toelichting
Brexit Adjustment Reserve
De EU heeft geld beschikbaar gesteld om organisaties die op een negatieve manier geraakt zijn door Brexit te ondersteunen. Het betreft in totaal € 886 mln waarvan € 485 mln in 2022. EZK is als Management Autoriteit verantwoordelijk voor het beheer en financiële verantwoording van de regeling aan de EU en ontvangt daardoor het volledige budget. Voor de bedrijfslevenregeling van de BAR die EZK uitvoert is in 2022 (€ 188 mln) en 2023 (€ 62 mln) budget beschikbaar. De overige onderdelen vallen onder de ministeries LNV en FIN.
Fund to fund
De ontvangstenraming van het Fund tot fund (Dutch Venture Initiative) van € 29,75 mln en DVI II van € 0,95 mln uit 2021 is doorgeschoven naar 2022 waardoor de ontvangstenraming in totaal met € 30,7 mln toeneemt.
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie
Aan de begrotingsreserve wordt op basis van wat in de Startnota van het nieuwe kabinet is afgesproken € 1.572 mln extra onttrokken, deels om de tekorten op de uitfinanciering van de lopende SDE+ subsidies te dekken en deels om middelen te reserveren voor de productiebeperking in kolencentrales, als onderdeel van het Urgenda-maatregelenpakket.
Opbrengst heffing ODE
In recente jaren werden er meer ODE-ontvangsten gerealiseerd dan er als ontvangsten in de EZK-begroting is opgenomen, omdat de verhoging van de belastingvermindering alleen ten laste van de Energiebelasting (EB) is gebracht en niet (ook) ten laste van de ODE. Daarom worden de huidige (netto) ontvangsten met € 214 mln opgehoogd naar de daadwerkelijk verwachte (bruto) ontvangsten.
ETS-ontvangsten
Door de gestegen prijzen voor emissierechten wordt de raming van de ETS-ontvangsten met € 400 mln opgehoogd.
Herverkaveling Groningen
Bij het aantreden van het kabinet is besloten om de uitgaven en ontvangsten voor de schadeafhandeling en versterkingsoperatie in Groningen onder te brengen op één begroting. De middelen die voor de versterkingsoperatie op de BZK-begroting stonden zijn overgeheveld naar EZK. De uitgaven die in rekening worden gebracht bij NAM leiden tot ontvangsten op de EZK-begroting.
Dividenduitkering EBN
Vanwege hogere opbrengsten uit de gaswinning en de vergoeding uit het Norg akkoord kan EBN dividend uitkeren.
Mijnbouwwet
Vanwege hogere opbrengsten uit de gaswinning en de vergoeding uit het Norg akkoord zijn er extra opbrengsten onder de Mijnbouwwet.
Raming schade en versterken
De ramingen voor schade en versterken worden in het voorjaar geactualiseerd. De mutaties die daaruit voortvloeien worden bij Voorjaarsnota verwerkt. Omdat de uitgaven bij NAM in rekening worden gebracht, leidt de actualisatie ook tot aanpassing van de geraamde ontvangsten.
Eindejaarsmarge Groningen
Een deel van de ontvangsten van de NAM die samenhangen met de uitgaven van het IMG en de NCG zijn in 2021 uitgesteld. De ontvangsten die worden verwacht in 2022 worden nu geboekt op de EZK-begroting. Hiermee vult EZK de negatieve eindejaarsmarge van vorig jaar in.
Apparaatsmiddelen NCG
Vanuit BZK is er € 70 mln toegevoegd aan de apparaatsmiddelen in het kader van de herverkaveling van de Nationaal Coördinator Groningen. Daarnaast is er € 60,9 mln toegevoegd aan de middelen in het kader van de bijstelling van de ontvangstenraming voor de uitvoeringskosten van de versterkingsoperatie Groningen.
Ontwerpbegroting 2022 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 267.372 | 0 | 267.372 | ‒ 7.245 | 260.127 | 25.460 | 5.151 | 3.591 | 2.978 |
Uitgaven | 249.968 | 0 | 249.968 | ‒ 95 | 249.873 | 17.347 | 5.738 | 3.778 | 3.167 |
Subsidies (regelingen) | 10.000 | 0 | 10.000 | ‒ 4.207 | 5.793 | 7.334 | 196 | 39 | 0 |
Cyber security | 0 | 0 | 832 | 832 | 534 | 196 | 39 | ||
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland | 0 | 0 | 1.600 | 1.600 | |||||
EU-cofinanciering Digital Europe | 10.000 | 10.000 | ‒ 7.143 | 2.857 | 6.800 | ||||
Beter aanbesteden | 0 | 0 | 504 | 504 | |||||
Opdrachten | 23.950 | 0 | 23.950 | ‒ 5.124 | 18.826 | ‒ 363 | 178 | 128 | 167 |
Onderzoek&opdrachten | 2.474 | 2.474 | 386 | 2.860 | 402 | 380 | 173 | 173 | |
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties | 4.408 | 4.408 | 62 | 4.470 | ‒ 231 | ‒ 6 | ‒ 6 | ‒ 6 | |
Digital trust centre | 1.432 | 1.432 | ‒ 996 | 436 | ‒ 534 | ‒ 196 | ‒ 39 | ||
Cyber security | 5.741 | 5.741 | ‒ 2.541 | 3.200 | |||||
ICT beleid | 7.378 | 7.378 | ‒ 843 | 6.535 | |||||
CSIRT - DSP | 1.017 | 1.017 | ‒ 38 | 979 | |||||
Vervolgprogramma beter aanbesteden | 1.500 | 1.500 | ‒ 1.154 | 346 | |||||
Bijdrage aan agentschappen | 41.199 | 0 | 41.199 | 7.425 | 48.624 | 6.226 | 1.106 | 6 | 6 |
Bijdrage RVO.nl | 10.375 | 10.375 | 2.114 | 12.489 | 6 | 6 | 6 | 6 | |
Bijdrage Agentschap Telecom | 30.824 | 30.824 | 5.311 | 36.135 | 6.220 | 1.100 | |||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 170.763 | 0 | 170.763 | 1.715 | 172.478 | 4.067 | 4.175 | 3.508 | 2.897 |
Bijdrage Metrologie | 11.146 | 11.146 | 11.146 | ||||||
Raad voor de Accreditatie | 277 | 277 | 500 | 777 | 600 | 700 | 700 | ||
Bijdrage ACM | 779 | 779 | 779 | ||||||
Bijdrage aan het CBS | 158.561 | 158.561 | 1.215 | 159.776 | 3.467 | 3.475 | 2.808 | 2.897 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 4.056 | 0 | 4.056 | 96 | 4.152 | 83 | 83 | 97 | 97 |
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut | 1.194 | 1.194 | 1.194 | ||||||
Bijdrage aan internationale organisaties | 2.862 | 2.862 | 96 | 2.958 | 83 | 83 | 97 | 97 | |
Ontvangsten | 31.934 | 0 | 31.934 | 17.516 | 49.450 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten ACM | 162 | 162 | 162 | ||||||
Ontvangsten High Trust | 30.200 | 30.200 | 17.516 | 47.716 | |||||
Diverse ontvangsten | 1572 | 1.572 | 1.572 |
Ontwerpbegroting 2022 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 267.372 | 0 | 267.372 | ‒ 7.245 | 260.127 | 25.460 | 5.151 | 3.591 | 2.978 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | ||||||
waarvan overige verplichtingen | 267.372 | 267.372 | ‒ 7.245 | 260.127 | 25.460 | 5.151 | 3.591 | 2.978 |
Budgetflexibiliteit
Het percentage juridisch verplicht is 96%, 6% hoger dan bij de ontwerpbegroting 2021. Dit heeft te maken met reeds aangegane verplichtingen bij onder andere de onderzoeksbudgetten.
Verplichtingen
De verlaging van het verplichtingbudget met € 7,2 mln wordt onder meer veroorzaakt door een verplichtingenschuif van € 15,5 mln bij de subsidieregeling EU-cofinanciering Digital Europa. De verplichtingenschuif is nodig door vertraging van de EU-commissie, waardoor de regeling (call1) later opengesteld wordt. Daarnaast wordt de bijdrage aan Agentschap Telecom voor het jaar 2022 met € 5,3 mln en voor het jaar 2023 met € 6,2 mln opgehoogd om het budget op het niveau te brengen van de jaarlijkse opdrachten.
Uitgaven
Subsidies
Bij de subsidieregeling EU-cofinanciering Digital Europa heeft een kasschuif plaatsgevonden van € 6,8 mln. Dit komt door vertraging van de EU-commissie, waardoor de regeling (call1) later opengesteld wordt. Daarnaast is € 0,3 mln beschikbaar gesteld voor de uitvoering door RVO.nl.
Bijdrage aan agentschappen
De verhoging van het kasbudget voor het jaar 2022 met € 5,3 mln en voor het jaar 2023 met € 6,2 mln is nodig om het budget op niveau te brengen van de jaarlijkse opdrachten, dit omdat het Agentschap Telecom de afgelopen jaren meer uitvoeringstaken en toezichtstaken heeft gekregen in het kader van onder andere het veiligheidsdomein, telekwetsbaarheid, digitale veiligheid van apparatuur (RED), veiligheid openbare netwerken en Cybersecurity act.
Ontvangsten
ACM ontvangt dit jaar naar verwachting meer boetes dan geraamd (jaarlijks ruim € 30 mln). Het ontvangstbudget wordt daarom opgehoogd met € 17,5 mln.
Ontwerpbegroting 2022 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3.023.527 | 6.618.162 | 9.641.689 | 1.496.861 | 11.138.550 | 179.532 | 93.215 | 140.292 | 91.372 |
Uitgaven | 2.209.546 | 4.581.960 | 6.791.506 | 289.580 | 7.081.086 | 558.537 | 228.361 | 230.177 | 140.898 |
Subsidies (regelingen) | 1.080.684 | 4.495.960 | 5.576.644 | 292.177 | 5.868.821 | 464.550 | 159.659 | 113.598 | 49.379 |
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) | 25.908 | 25.908 | 700 | 26.608 | 1.400 | 800 | |||
Eurostars | 19.583 | 19.583 | 19.583 | ||||||
Bevorderen ondernemerschap | 27.107 | 27.107 | ‒ 2.428 | 24.679 | ‒ 127 | ‒ 127 | ‒ 127 | ‒ 127 | |
Cofinanciering EFRO | 38.335 | 38.335 | ‒ 32 | 38.303 | |||||
Bijdrage aan ROM's | 8.477 | 8.477 | 8.477 | ||||||
Verduurzaming industrie | 23.936 | 23.936 | ‒ 7.076 | 16.860 | ‒ 12.760 | ‒ 6.515 | ‒ 6.675 | ‒ 2.225 | |
Startup beleid | 16.900 | 16.900 | ‒ 3.348 | 13.552 | |||||
Urgendamaatregelen Industrie | 35.300 | 35.300 | 1.443 | 36.743 | 2.175 | ‒ 1.135 | 6.525 | 6.525 | |
Invest-Nl | 10.802 | 10.802 | ‒ 446 | 10.356 | |||||
Tegemoetkoming vaste lasten | 600.000 | 3.808.500 | 4.408.500 | 4.408.500 | |||||
Europees Defensie Fonds cofinanciering | 5.000 | 5.000 | ‒ 620 | 4.380 | 620 | ||||
Omscholing naar tekortsectoren | 40.000 | 40.000 | 40.000 | ||||||
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling | 0 | 35.000 | 35.000 | 35.000 | |||||
Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) | 13.500 | 13.500 | ‒ 2.862 | 10.638 | ‒ 1.360 | ‒ 1.230 | ‒ 1.140 | ||
Herstructurering winkelgebieden | 11.200 | 11.200 | ‒ 1.263 | 9.937 | 8.000 | ||||
R&D mobiliteitssectoren | 37.500 | 37.500 | 37.500 | ||||||
TRSEC | 0 | 350.000 | 350.000 | 175.000 | 525.000 | ||||
NGF - project AiNed | 8.800 | 8.800 | 4.800 | 13.600 | 16.600 | 38.800 | 34.300 | 21.400 | |
NGF - project Groenvermogen van de Nederlandse economie | 21.530 | 21.530 | ‒ 11.135 | 10.395 | 234.839 | 5.552 | 7.402 | 14.142 | |
NGF - project Health-RI | 4.400 | 4.400 | 5.600 | 10.000 | 5.400 | ‒ 6.600 | ‒ 2.200 | ||
NGF - project RegMed XB | 12.800 | 12.800 | 8.100 | 20.900 | 9.783 | 6.634 | 5.533 | 1.584 | |
NGF - project QuantumDeltaNL | 33.100 | 33.100 | 34.700 | 67.800 | 77.800 | 73.500 | 29.000 | 8.100 | |
Indirecte Kosten Compensatie ETS | 81.600 | 81.600 | 6.264 | 87.864 | |||||
IPCEI Cloudinfrastuctuur en services | 0 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | |||||
IPCEI Micro electronica | 0 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | |||||
NGF - project Nationaal Onderwijslab | 0 | 5.460 | 5.460 | 5.460 | |||||
Aanvullende tegemoetkoming evenementen | 0 | 245.000 | 245.000 | ‒ 125.000 | 120.000 | ||||
Omzetderving Limburg | 0 | 12.000 | 12.000 | 12.000 | 24.000 | ||||
NGF - project Oncode-PACT | 0 | 0 | 10.000 | 10.000 | 60.000 | 50.000 | 41.000 | ||
Brexit Adjustment Reserve | 0 | 0 | 187.800 | 187.800 | 62.200 | ||||
Overig | 4.906 | 4.906 | ‒ 20 | 4.886 | ‒ 20 | ‒ 20 | ‒ 20 | ‒ 20 | |
Leningen | 80.000 | 27.000 | 107.000 | 0 | 107.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bedrijfssteun | 0 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | |||||
Qredits | 80.000 | 23.000 | 103.000 | 103.000 | |||||
Garanties | 157.541 | 0 | 157.541 | ‒ 50.000 | 107.541 | ‒ 50.000 | ‒ 25.000 | ‒ 25.000 | 0 |
BMKB | 37.624 | 37.624 | 37.624 | ||||||
Groeifaciliteit | 8.172 | 8.172 | 8.172 | ||||||
Garantie Ondernemersfinanciering | 11.745 | 11.745 | 11.745 | ||||||
Garantie Ondernemersfinanciering Corona | 100.000 | 100.000 | ‒ 50.000 | 50.000 | ‒ 50.000 | ‒ 25.000 | ‒ 25.000 | ||
Opdrachten | 11.939 | 0 | 11.939 | ‒ 1.179 | 10.760 | 1.822 | 1.824 | 1.826 | 1.828 |
Onderzoek en opdrachten | 4.455 | 4.455 | ‒ 117 | 4.338 | 22 | 24 | 26 | 28 | |
Caribisch Nederland | 1.083 | 1.083 | ‒ 89 | 994 | |||||
Regeldruk | 2.336 | 2.336 | 2.336 | 1.800 | 1.800 | 1.800 | 1.800 | ||
Budget Samenwerking Regio | 665 | 665 | ‒ 311 | 354 | |||||
Small Business Innovation Research | 3.400 | 3.400 | ‒ 662 | 2.738 | |||||
Bijdrage aan agentschappen | 92.678 | 59.000 | 151.678 | 18.330 | 170.008 | 1.265 | 1.200 | 775 | 775 |
Bijdrage RVO.nl | 92.135 | 59.000 | 151.135 | 18.330 | 169.465 | 1.265 | 1.200 | 775 | 775 |
Bijdrage Agentschap Telecom | 543 | 543 | 543 | ||||||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 340.286 | 0 | 340.286 | 11.982 | 352.268 | 6.454 | 4.572 | 4.572 | 450 |
Bijdrage aan TNO | 178.863 | 178.863 | 9.982 | 188.845 | 6.454 | 4.572 | 4.572 | 450 | |
Kamer van Koophandel | 135.958 | 135.958 | 2.000 | 137.958 | |||||
Bijdrage aan NWO-TTW | 25.465 | 25.465 | 25.465 | ||||||
Bijdrage aan medeoverheden | 13.998 | 0 | 13.998 | 0 | 13.998 | 0 | 0 | 0 | 0 |
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) | 13.998 | 13.998 | 13.998 | ||||||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 432.420 | 0 | 432.420 | 18.270 | 450.690 | 134.446 | 86.106 | 134.406 | 88.466 |
Internationaal Innoveren | 52.766 | 52.766 | 14.042 | 66.808 | 50.000 | 57.500 | 50.000 | 50.000 | |
PPS toeslag | 199.068 | 199.068 | 2.213 | 201.281 | 440 | ||||
TO2 (excl. TNO) | 55.880 | 55.880 | 740 | 56.620 | 200 | 200 | |||
Topsectoren overig | 10.749 | 10.749 | 4.166 | 14.915 | 86.294 | 30.294 | 85.494 | 39.554 | |
Ruimtevaart (ESA) | 72.726 | 72.726 | 72.726 | ||||||
Bijdrage NBTC | 9.425 | 9.425 | 9.425 | ||||||
Overige bijdragen aan organisaties | 5.806 | 5.806 | 159 | 5.965 | ‒ 1.088 | ‒ 1.088 | ‒ 1.088 | ‒ 1.088 | |
Economische ontwikkeling en technologie | 10.000 | 10.000 | ‒ 3.050 | 6.950 | ‒ 1.400 | ‒ 800 | |||
EU-cofinanciering JTF | 16.000 | 16.000 | 16.000 | ||||||
Ontvangsten | 267.151 | 405.000 | 672.151 | 473.205 | 1.145.356 | 153.092 | ‒ 61.906 | 124.096 | ‒ 61.902 |
Luchtvaartkredietfaciliteit | 1.712 | 1.712 | 1.712 | ||||||
Rijksoctrooiwet | 47.041 | 47.041 | 115 | 47.156 | |||||
Eurostars | 4.250 | 4.250 | 4.250 | ||||||
F-35 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | ||||||
Diverse ontvangsten | 1.648 | 1.648 | 90 | 1.738 | 92 | 94 | 96 | 98 | |
Bedrijfssteun | 89.500 | 89.500 | ‒ 62.000 | 27.500 | ‒ 62.000 | ‒ 62.000 | ‒ 62.000 | ‒ 62.000 | |
Tegemoetkoming vast lasten | 60.000 | 405.000 | 465.000 | 465.000 | |||||
BMKB | 33.000 | 33.000 | 33.000 | ||||||
Onttrekking reserve BMKB | 0 | 0 | 10.000 | 10.000 | |||||
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona | 0 | 0 | 5.000 | 5.000 | |||||
Groeifaciliteit | 8.000 | 8.000 | 8.000 | ||||||
Garantie Ondernemingsfinanciering | 13.000 | 13.000 | 13.000 | ||||||
Onttrekking reserve GO | 0 | 0 | 35.000 | 35.000 | |||||
Brexit Adjustment Reserve | 0 | 0 | 485.000 | 485.000 | 215.000 | 186.000 |
Ontwerpbegroting 2022 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3.023.527 | 6.618.162 | 9.641.689 | 1.496.861 | 11.138.550 | 179.532 | 93.215 | 140.292 | 91.372 |
waarvan garantieverplichtingen | 1.250.000 | 400.000 | 1.650.000 | 1.650.000 | |||||
waarvan overige verplichtingen | 1.773.527 | 6.218.162 | 7.991.689 | 1.496.861 | 9.488.550 | 179.532 | 93.215 | 140.292 | 91.372 |
Budgetflexibiliteit
Het percentage juridische verplichte deel is 76%. Dit is iets lager dan bij de ontwerpbegroting 2021 en heeft te maken met aanvullende budgetten die zijn toekend voor o.a. NGF-projecten en Brexit Adjustment Reserve waarvoor nog geen juridische verplichtingen zijn aangegaan.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget in 2022 is verhoogd met € 1,5 mld. Dit betreft onder meer de volgende mutaties:
– € 250 mln onvoorwaardelijke toekenning voor het project Groenvermogen II in het kader van de tweede ronde Nationaal Groeifonds.
– € 243,6 mln voor de bedrijfslevenregeling van de Brexit Adjustment Reserve.
– € 228 mln onvoorwaardelijke toekenning voor het project QuantumDeltaNL in het kader van de eerste ronde Nationaal Groeifonds.
– € 161 mln onvoorwaardelijke toekenning voor het project Oncode-PACT in het kader van de tweede ronde Nationaal Groeifonds.
– € 150 mln overheveling verplichtingenbudget van 2021 naar 2022 voor cofinanciering EFRO inclusief het INTERREG-programma.
– € 116,5 mln onvoorwaardelijke toekenning voor het project AINed in het kader van de eerste ronde Nationaal Groeifonds.
– € 73 mln overheveling van verplichtingenbudget van 2021 naar 2022 voor het NGF-project Groenvermogen I.
– € 60 mln verplichtingenbudget voor het programma Just Transition Fund (JTF) is doorgeschoven van 2021 naar 2022.
– € 49 mln ophoging verplichtingenbudget voor de regeling VEKI voor aanvragen die eind 2021 zijn ingediend en in 2022 zullen worden beschikt.
– € 44 mln overheveling van verplichtingenbudget van 2021 naar 2022 voor het NGF-project AiNed.
– € 33,3 mln onvoorwaardelijke toekenning voor het project Regmed XB fase 2 in het kader van de eerste ronde Nationaal Groeifonds.
– € 30 mln overheveling van verplichtingenbudget van 2021 naar 2022 voor de Tijdelijke Regeling Subsidie Evenementen COVID-19 (TRSEC).
– € 22 mln overheveling van verplichtingenbudget van 2021 naar 2022 voor het NGF-project HealthRI.
– € 14,5 mln overboeking voor Fonds Onderzoek en Wetenschap via OCW naar EZK.
– € 12 mln budgetverhoging voor de tegemoetkoming voor de omzetderving Limburg i.v.m. waterschade.
Uitgaven
Subsidies
Verduurzaming Industrie
De verlaging van kasbudget is voornamelijk het gevolg van overheveling van beleidsbudget voor de DEI+ regeling voor de industrie naar artikel 4 van de EZK-begroting (- € 9,5 mln), overheveling van de uitvoeringskosten voor de DEI+ naar uitvoeringsbudget RVO op artikel 4 (- € 1 mln), overheveling van uitvoeringsbudget voor beleids- en bedrijvenondersteuning en monitoring programma Verduurzaming Industrie en uitvoering van de TSE-regeling voor de industrie naar uitvoeringsbudget RVO op artikel 2 (- € 5,1 mln).
Urgendamaatregelen industrie
De verlaging van kasbudget is voornamelijk het gevolg van een aanvulling van het budget voor de openstelling van de VEKI-regeling in 2022 met middelen van de aanvullende post voor stikstofmaatregelen voor de industrie.
Tijdelijke Regeling Subsidie Evenementen COVID-19 (TRSEC)
Het budget van € 525 mln bevat € 50 mln voor betalingen voor de openstelling van de TRSEC in 2021 en € 475 mln voor de Subsidieregeling Evenementengarantie 2022 (SEG22). De SEG22 is de garantieregeling voor de evenementensector in 2022 en loopt van 1 januari tot en met 30 september 2022. Het budget van € 475 mln is een samenvoeging van de budgetten voor de TRSEC en de Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) voor evenementen in genoemde periode in 2022, van respectievelijk € 350 mln en € 125 mln. De SEG22 is nog onder voorbehoud van goedkeuring door de Europese Commissie.
NGF-project AiNed
In april 2022 heeft de adviescommissie van het NGF ingestemd met het omzetten van een reservering naar een definitieve toekenning van € 116,5 mln voor het NGF-project AiNed.
NGF project Groenvermogen van de Nederlandse economie
Dit betreft grotendeels de toekenning van een subsidie van € 250 mln door het Nationaal Groeifonds aan het project Groenvermogen II, zoals vermeld in de Kamerbrief Bekostiging investeringsvoorstellen tweede ronde Nationaal Groeifonds van 14 april 2022 (Kamerstuk 35 925-XIX, nr. 12).
NGF-project RegMed XB
In april 2022 heeft de adviescommissie van het NGF ingestemd met de omzetting van € 33 mln voor de tweede fase van het NGF-project Regmed XB van voorwaardelijk in onvoorwaardelijk. Daarnaast bevat deze mutatie een kasschuif voor de eerste fase van dit project.
NGF-project QuantumDeltaNL
In april 2022 heeft de adviescommissie van het NGF ingestemd met de omzetting van € 228 mln voor de tweede fase van het NGF-project QuantumDeltaNL van voorwaardelijk in onvoorwaardelijk. Daarnaast wordt het budget in 2022 verhoogd met € 14,2 mln aan in 2021 niet bestede middelen en verlaagd met € 7,0 mln in verband met actualisatie van het geraamde kasritme.
Aanvullende tegemoetkoming evenementen
Het budget voor de Aanvullende tegemoetkoming evenementen (ATE) wordt verlaagd met € 125 mln in verband met samenvoeging van deze regeling met de Tijdelijke Regeling Subsidie Evenementen COVID-19 (TRSEC) in de Subsidieregeling Evenementengarantie 2022 (SEG22). Deze samenvoeging heeft betrekking op evenementen in de periode 1 januari tot 1 oktober 2022.
Omzetderving Limburg
Het budget voor de tegemoetkoming in de omzetderving ten gevolge van de wateroverlast in Limburg in juli 2021 wordt verhoogd van € 12 mln naar € 24 mln.
NGF-project Oncode-PACT
Dit betreft de toekenning van subsidie door het Nationaal Groeifonds aan het project Oncode-PACT, zoals vermeld in de Kamerbrief Bekostiging investeringsvoorstellen tweede ronde Nationaal Groeifonds van 14 april 2022 (Kamerstuk 35 925-XIX, nr. 12).
Brexit Adjustment Reserve
De EU heeft geld beschikbaar gesteld om organisaties die op een negatieve manier zijn geraakt door de Brexit te ondersteunen door middel van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). De mutatie betreft het budget voor de bedrijfslevenregeling in het kader van de BAR. Hiervoor is in 2022 € 188 mln en in 2023 € 62 mln beschikbaar.
Garanties
Garantie Ondernemingsfinanciering - Corona (GO-C)
De kasbuffer van de GO-C is herijkt op basis van de benutting in 2020 en 2021 en het garantieplafond voor 2022. Als gevolg hiervan is de meerjarenraming van de kasreeks van de GO-C neerwaarts bijgesteld.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage RVO.nl
Betreft de overheveling van onder meer uitvoeringskosten voor de eerste aanvulling op de bestaande opdracht.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Bijdrage aan TNO
Het budget voor TNO wordt verhoogd met € 10,0 mln in verband met diverse overboekingen van andere departementen voor door TNO uit te voeren projecten.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Internationaal Innoveren
De mutatie betreft een overboeking voor het Fonds onderzoek en wetenschap van OCW naar EZK voor Europese Partnerschappen.
Topsectoren overig
De mutatie betreft een overboeking voor het Fonds onderzoek en wetenschap van OCW naar EZK voor Roadmap infrastructuur toegepast onderzoek. Daarnaast worden de middelen voor het werkbudget topsectoren beschikbaar gesteld.
Ontvangsten
Bedrijfssteun
In 2021 is € 372 mln minder uitgegeven dan geraamd. Uitgaande van een gemiddelde terugbetalingstermijn van 6 jaar, worden in de periode 2022 tot en met 2027 de geraamde ontvangsten met € 62 mln per jaar verlaagd.
Onttrekking reserve BMKB
De begrotingsreserve van de BMKB bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere BMKB en de BMKB-Corona (BMKB-C). De begrotingsreserve van de BMKB-C is herijkt op basis van de benutting van de regeling in 2020 en 2021 en het garantieplafond voor 2022. Op basis hiervan is er € 10 mln aan de reserve van de BMKB-C onttrokken.
Onttrekking reserve GO
De begrotingsreserve van de GO bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere GO en de GO-Corona (GO-C). De begrotingsreserve van de GO-C is herijkt op basis van de benutting van de regeling in 2020 en 2021 en het garantieplafond voor 2022. Op basis hiervan is er € 35 mln aan de reserve van de GO-C onttrokken.
Brexit Adjustment Reserve
De EU heeft geld beschikbaar gesteld om organisaties die op een negatieve manier geraakt zijn door Brexit te ondersteunen. Het betreft in totaal € 886 mln waarvan € 485 mln in 2022. EZK is als Management Autoriteit verantwoordelijk voor het beheer en financiële verantwoording van de regeling aan de EU. De ontvangsten van de BAR worden daarom volledig op de EZK-begroting geraamd. Voor de bedrijfslevenregeling van de BAR die EZK uitvoert is in 2022 (€ 188 mln) en 2023 (€ 62 mln) budget beschikbaar. De overige onderdelen van de BAR vallen onder de ministeries LNV en FIN.
Toelichting op de Begrotingsreserves
De begrotingsreserves zijn bedoeld om inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve dient als buffer voor uitgaven door EZK in geval bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven.
Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB (inclusief BMKB-C), de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO, inclusief de GO-C), de Groeifaciliteit (GF), de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering en Klein Krediet Corona. De GO, GF en de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten naar verwachting toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.
Stand 1/1/2022 | 214.657 |
---|---|
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | ‒ 10.000 |
Stand (raming) per 31/12/2022 | 204.657 |
De begrotingsreserve van de BMKB bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere BMKB en de BMKB-C. De begrotingsreserve van de BMKB-C is herijkt op basis van de benutting van de regeling in 2020 en 2021 en het garantieplafond voor 2022. Op basis hiervan is € 10 mln aan de reserve van de BMKB-C onttrokken. Naar verwachting blijft de begrotingsreserve toereikend om eventuele schades te kunnen opvangen.
Stand 1/1/2022 | 289.636 |
---|---|
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | ‒ 35.000 |
Stand (raming) per 31/12/2022 | 254.636 |
De begrotingsreserve van de GO bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere GO en de GO-C. De begrotingsreserve van de GO-C is herijkt op basis van de benutting van de regeling in 2020 en 2021 en het garantieplafond voor 2022. Op basis hiervan is € 35 mln aan de reserve van de GO-C onttrokken. Naar verwachting blijft de begrotingsreserve toereikend om eventuele schades te kunnen opvangen.
Stand 1/1/2022 | 67.646 |
---|---|
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | |
Stand (raming) per 31/12/2022 | 67.646 |
Vooralsnog is geen storting in de reserve Groeifaciliteit geraamd. Aan het eind van 2022 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Groeifaciliteit worden vastgesteld.
Stand 1/1/2022 | 20.932 |
---|---|
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | |
Stand (raming) per 31/12/2022 | 20.932 |
Vooralsnog is geen storting in de reserve Garantie MKB-financiering geraamd. Aan het eind van 2022 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Garantie MKB-financiering worden vastgesteld.
Stand 1/1/2022 | 24.702 |
---|---|
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | ‒ 5.000 |
Stand (raming) per 31/12/2022 | 19.702 |
De kasbuffer van de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC) is herijkt op basis van de benutting van de regeling in 2020 en 2021 en het garantieplafond voor 2022. Als gevolg daarvan wordt € 5 mln onttrokken aan de reserve van de KKC. Naar verwachting blijft de kasbuffer toereikend om eventuele schades te kunnen opvangen.
Ontwerpbegroting 2022 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 169.513 | 0 | 169.513 | 291.082 | 460.595 | ‒ 5.000 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 245.374 | 0 | 245.374 | 147.824 | 393.198 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | 3.162 | 0 | 3.162 | 1.989 | 5.151 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Smart Industry (subsidie) | 184 | 184 | 609 | 793 | |||||
Haalbaarheidsstudies NWO-TTW | 0 | 19 | 19 | ||||||
Thematisch Technology Transfer | 2.978 | 2.978 | 1.361 | 4.339 | |||||
Leningen | 233.474 | 0 | 233.474 | 138.833 | 372.307 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Startups / MKB financiering | |||||||||
Volledig revolverend | |||||||||
Fund to Fund | 27.292 | 27.292 | 45.763 | 73.055 | |||||
ROM's | 17.000 | 17.000 | 1.913 | 18.913 | |||||
Dutch Future Fund | 6.000 | 6.000 | 4.000 | 10.000 | |||||
Deep Tech Fund | 25.000 | 25.000 | 10.000 | 35.000 | |||||
Fonds Alternatieve Financiering | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 20.000 | |||||
Deels revolverend | |||||||||
Innovatiekrediet | 56.999 | 56.999 | 21.987 | 78.986 | |||||
Risicokapitaal SEED | 53.559 | 53.559 | 23.134 | 76.693 | |||||
Vroege fase / informal investors | 20.514 | 20.514 | 11.512 | 32.026 | |||||
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek | |||||||||
Met vermogensbehoud | |||||||||
Fundamenteel en toegepast onderzoek | 2.500 | 2.500 | 1.069 | 3.569 | |||||
Onco research | 2.431 | 2.431 | 2.199 | 4.630 | |||||
Smart Industry (leningen) | 315 | 315 | 57 | 372 | |||||
Thematische Technology Transfer | 7.364 | 7.364 | 5.699 | 13.063 | |||||
RegMed XB | 4.500 | 4.500 | 1.500 | 6.000 | |||||
Bijdrage aan agentschappen | 8.738 | 0 | 8.738 | 7.002 | 15.740 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage RVO.nl | 8.738 | 8.738 | 7.002 | 15.740 | |||||
Ontvangsten | 75.300 | 0 | 75.300 | 30.700 | 106.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
ROM's | 30.000 | 30.000 | 30.000 | ||||||
Fund to Fund | 17.900 | 17.900 | 29.750 | 47.650 | |||||
DVI II | 1.100 | 1.100 | 950 | 2.050 | |||||
Innovatiekredieten | 16.000 | 16.000 | 16.000 | ||||||
SEED | 10.300 | 10.300 | 10.300 |
Ontwerpbegroting 2022(1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 169.513 | 0 | 169.513 | 291.082 | 460.595 | ‒ 5.000 | 0 | 0 | 0 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | ||||||
waarvan overige verplichtingen | 169.513 | 169.513 | 291.082 | 460.595 | ‒ 5.000 |
Budgetflexibiliteit
Het juridisch verplichte deel van de uitgaven betreft 64%. Van dit percentage is ca. 70% bestemd voor Fund to Fund, de SEED regeling, Innovatiekrediet en de Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's). De budgetflexibele ruimte bestaat voor € 35 mln uit het budget voor Deep Tech Fund, dat in de loop van 2022 verder wordt vormgegeven. Daarnaast is op de SEED-regeling door het revolverend karakter circa € 41 mln aan extra ruimte ontstaan onder andere door meevallende ontvangsten/lagere uitgaven uit 2021. Er wordt gekeken hoe deze ingezet gaan worden.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 291 mln verhoogd. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
– Als gevolg van de 100% eindejaarsmarge van het Toekomstfonds wordt de eindejaarsmarge 2021 van € 65,4 mln toegevoegd aan de begroting 2022. Dit betreft onder meer het Innovatiekrediet (€ 31,8 mln), Vroegefasefinanciering (€ 12,7 mln), RegMed XB (€ 11,5 mln), Seed Capital regeling (€ 24,7 mln) en fundamenteel en toegepast onderzoek (€ 7,3 mln).
– Het niet benutte budget van de regelingen die in 2021 vanwege de coronacrisis zijn opengesteld, wordt toegevoegd aan de begroting van 2022. Het gaat hierbij om Dutch Future Fund (€ 25 mln) en Deep Tech Fund (€ 175 mln).
– Voor het compensatieprogramma Wind in de Zeilen (ROM's) is € 5 mln naar voren gehaald van 2022 naar 2021.
Uitgaven
Leningen
Fund to fund
Er is in totaal € 45,8 mln toegevoegd ten behoeve van DVI en DVI II als gevolg van de eindejaarsmarge 2021 en het verschuiven van de ontvangstenraming uit 2021 naar 2022 vanwege niet gerealiseerde ontvangsten.
Dutch Future Fund
Voor het Dutch Future Fund is € 4 mln aan de begroting 2022 toegevoegd. Het gaat hierbij om middelen uit het coronasteunpakket die in 2021 niet zijn besteed en doorschuiven naar 2022.
Deep Tech Fund
Voor het Deep Tech Fund is € 10 mln aan de begroting 2022 toegevoegd. Het gaat hierbij om middelen uit het coronasteunpakket die in 2021 niet zijn besteed en doorschuiven naar 2022.
Fonds Alternatieve Financiering
Voor het Fonds Alternatieve Financiering is € 10 mln aan de begroting 2022 toegevoegd. Het gaat hierbij om middelen uit het coronasteunpakket die in 2021 niet zijn besteed en doorschuiven naar 2022.
Innovatiekrediet
Op het budget van het Innovatiekrediet is € 22 mln eindejaarsmarge 2021 toegevoegd. Dit komt voornamelijk door extra ontvangsten van technische projecten.
Seed Capital
Voor de regeling Seed Capital is € 23,2 mln eindejaarsmarge 2021 aan de begroting 2022 toegevoegd.
Vroegefasefinanciering
Voor de regeling Vroegefasefinanciering is € 12 mln eindejaarsmarge 2021 aan de begroting 2022 toegevoegd.
Thematische Technology Transfer
Voor de Thematische Technology Transfer regeling is € 5,7 mln eindejaarsmarge 2021 aan de begroting van 2022 toegevoegd. Dit komt door uitgestelde betalingen aan projecten.
Bijdrage aan RVO
Van de bijdrage aan RVO voor de uitvoering van regelingen is € 6,4 mln eindejaarsmarge 2021 aan de begroting 2022 toegevoegd.
Ontvangsten
Fund to Fund
De ontvangstenramingen voor 2021 van het Dutch Venture Initiative (DVI) van € 29,8 mln en DVI II van € 1 mln zijn doorgeschoven naar 2022, waardoor de ontvangstenraming in 2022 met € 30,8 mln toeneemt.
Ontwerpbegroting 2022 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 6.148.822 | 6.927.150 | 13.075.972 | 1.595.993 | 14.671.965 | 62.835 | 101.551 | 95.766 | 150.270 |
Uitgaven | 4.160.218 | 823.005 | 4.983.223 | 46.387 | 5.029.610 | 279.760 | ‒ 88.610 | 77.974 | 235.112 |
Subsidies (regelingen) | 3.785.347 | 797.105 | 4.582.452 | 74.269 | 4.656.721 | 314.183 | ‒ 59.391 | 111.693 | 271.761 |
Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) | 60.135 | 60.135 | 1.145 | 61.280 | 5.810 | 7.025 | 5.375 | 3.775 | |
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) | 42.140 | 42.140 | 42.140 | ||||||
Energie-efficiëntie | 2.368 | 2.368 | ‒ 181 | 2.187 | |||||
Green Deals | 500 | 500 | 500 | ||||||
Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+) | 75.963 | 75.963 | 24.335 | 100.298 | 32.885 | 8.640 | 6.546 | ‒ 13.547 | |
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) | 7.075 | 7.075 | ‒ 4.600 | 2.475 | |||||
Projecten Klimaat en Energieakkoord | 3.981 | 3.981 | ‒ 1.750 | 2.231 | 5.700 | 5.700 | 5.700 | ||
SDE | 687.400 | 687.400 | ‒ 89.400 | 598.000 | ‒ 57.200 | 19.200 | 41.500 | 37.500 | |
SDE+ | 2.585.508 | 2.585.508 | 66.275 | 2.651.783 | ‒ 192.366 | ‒ 105.171 | 133.300 | 182.710 | |
SDE++ | 68.000 | 8.855 | 76.855 | 585.504 | 662.359 | ‒ 197.000 | ‒ 86.000 | ‒ 173.000 | ‒ 31.000 |
Aardwarmte | 17.500 | 17.500 | 17.500 | ||||||
ISDE-regeling | 130.000 | 128.000 | 258.000 | ‒ 1.300 | 256.700 | ‒ 1.300 | ‒ 1.300 | ‒ 1.300 | ‒ 1.300 |
Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS) | 0 | 0 | 0 | ||||||
Carbon Capture and Storage (CCS) | 4.080 | 4.080 | ‒ 1.300 | 2.780 | ‒ 100 | ‒ 100 | ‒ 100 | ‒ 100 | |
Hoge Flux Reactor | 6.401 | 6.401 | 6.401 | ||||||
Caribisch Nederland | 4.144 | 2.000 | 6.144 | 4.260 | 10.404 | ||||
Overige subsidies | 50.000 | 50.000 | 21.600 | 71.600 | 4.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |
Opschalingsinstrument waterstof | 4.000 | 4.000 | 134.600 | 138.600 | 99.600 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | |
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) | 10.519 | 32.000 | 42.519 | ‒ 40.319 | 2.200 | ‒ 9.096 | ‒ 8.385 | ‒ 7.328 | ‒ 7.277 |
Subsidie ondersteuning verduurzaming MKB | 25.633 | 25.633 | ‒ 1.350 | 24.283 | |||||
IPCEI waterstof | 0 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | |||||
Vulmaatregelen gasopslag | 0 | 623.250 | 623.250 | ‒ 623.250 | 0 | 623.250 | |||
Leningen | 61.400 | 0 | 61.400 | 0 | 61.400 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Lening EBN | 61.400 | 61.400 | 61.400 | ||||||
Lening Gasunie | 0 | 0 | |||||||
Garanties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verliesdeclaratie aardwarmte | 0 | 0 | 0 | ||||||
Opdrachten | 17.753 | 19.200 | 36.953 | ‒ 100 | 36.853 | 3.189 | 7.077 | 2.577 | 377 |
Onderzoek mijnbouwbodembeweging | 1.986 | 1.986 | ‒ 339 | 1.647 | ‒ 160 | ‒ 160 | ‒ 160 | ‒ 160 | |
SodM onderzoek | 2.425 | 2.425 | ‒ 231 | 2.194 | |||||
Uitvoeringsagenda Klimaat | 623 | 623 | ‒ 150 | 473 | ‒ 150 | ‒ 150 | ‒ 150 | ‒ 150 | |
Klimaat mondiaal | 335 | 335 | 555 | 890 | 12 | 12 | 12 | 12 | |
Onderzoek en opdrachten | 12.384 | 19.200 | 31.584 | 65 | 31.649 | 3.487 | 7.375 | 2.875 | 675 |
Bijdrage aan agentschappen | 74.735 | 6.700 | 81.435 | 33.197 | 114.632 | 25.664 | 26.980 | 26.980 | 26.250 |
Bijdrage aan RVO.nl | 58.046 | 6.700 | 64.746 | 27.296 | 92.042 | 19.035 | 18.635 | 18.635 | 18.635 |
Bijdrage aan Agentschap Telecom | 4.103 | 4.103 | 4.103 | ||||||
Bijdrage aan NEa | 7.536 | 7.536 | 4.164 | 11.700 | 5.614 | 5.730 | 5.730 | 5.000 | |
Bijdrage aan KNMI | 1.264 | 1.264 | 661 | 1.925 | 115 | 115 | 115 | 115 | |
Bijdrage aan NVWA | 886 | 886 | 886 | ||||||
Bijdrage aan RIVM | 1.600 | 1.600 | ‒ 599 | 1.001 | ‒ 600 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |
Bijdrage aan RWS | 1.300 | 1.300 | 1.675 | 2.975 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | |
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s | 142.417 | 0 | 142.417 | 3.490 | 145.907 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 |
Doorsluis COVA-heffing | 111.000 | 111.000 | 111.000 | ||||||
TNO kerndepartement | 29.690 | 29.690 | 3.490 | 33.180 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | |
TNO-SodM | 1.727 | 1.727 | 1.727 | ||||||
Bijdrage aan medeoverheden | 1.340 | 0 | 1.340 | 0 | 1.340 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitkoopregeling | 1.340 | 1.340 | 1.340 | ||||||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 10.893 | 0 | 10.893 | 1.307 | 12.200 | 57 | 57 | 57 | 57 |
Bijdrage aan Nuclear Research Group (NRG) | 8.259 | 8.259 | 8.259 | ||||||
Internationale contributies | 1.624 | 1.624 | 426 | 2.050 | 57 | 57 | 57 | 57 | |
PBL Rekenmeesterfunctie | 1.010 | 1.010 | 881 | 1.891 | |||||
Stortingen begrotingsreserve | 66.333 | 0 | 66.333 | ‒ 65.776 | 557 | ‒ 66.333 | ‒ 66.333 | ‒ 66.333 | ‒ 66.333 |
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie | 66.333 | 66.333 | ‒ 66.333 | 0 | ‒ 66.333 | ‒ 66.333 | ‒ 66.333 | ‒ 66.333 | |
Storting in begrotingsreserve aardwarmte | 0 | 0 | 557 | 557 | |||||
Ontvangsten | 3.720.277 | 0 | 3.720.277 | 2.191.142 | 5.911.419 | 770.000 | 489.000 | 454.000 | 1.154.000 |
Ontvangsten COVA | 111.000 | 111.000 | 111.000 | ||||||
Opbrengst heffing ODE (SDE++) | 2.692.000 | 2.692.000 | 214.000 | 2.906.000 | 230.000 | 59.000 | 84.000 | 44.000 | |
Ontvangsten zoutwinning | 2.511 | 2.511 | 2.511 | ||||||
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie | 4.186 | 4.186 | 1.572.000 | 1.576.186 | |||||
ETS-ontvangsten | 900.000 | 900.000 | 400.000 | 1.300.000 | 540.000 | 430.000 | 370.000 | 1.110.000 | |
Diverse ontvangsten | 10.580 | 10.580 | 5.142 | 15.722 | |||||
Heffing gasleveringszekerheid | 0 | 0 | 0 |
Ontwerpbegroting 2022 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 6.148.822 | 6.927.150 | 13.075.972 | 1.595.993 | 14.671.965 | 62.835 | 101.551 | 95.766 | 150.270 |
waarvan garantieverplichtingen | 44.200 | 44.200 | 44.200 | ||||||
waarvan overige verplichtingen | 6.104.622 | 6.927.150 | 13.031.772 | 1.595.993 | 14.627.765 | 62.835 | 101.551 | 95.766 | 150.270 |
Budgetflexibiliteit
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2022 was ongeveer 15%, ofwel 85% van het beschikbare kasbudget was al juridisch verplicht. Na de Ontwerpbegroting is via de 6e Incidentele Suppletoire begroting en de 1e suppletoire begroting in totaal ruim € 869,4 mln aan artikel 4 toegevoegd. Hiervan zijn met name de middelen die toegevoegd zijn voor de SDE+ (€ 66,3 mln), de SDE++ (waar de kolenmaatregelen uit gefinancierd worden, € 585,5 mln) en de bijdrage aan RVO.nl (€ 27,3 mln) juridisch verplicht: samen is dit € 679,1 mln. Het restant van het toegevoegde bedrag (€ 190,3 mln) is daarmee nog niet juridisch verplicht. Daar staat tegenover dat naar schatting tot 1 mei 2022 voor ongeveer € 80 mln aan nieuwe verplichtingen zijn aangegaan die ten laste van het kasbudget 2022 komen. Daarmee is per saldo zo'n € 110,3 mln toegevoegd die niet juridisch verplicht is, waardoor het percentage juridisch verplicht met 2% daalt naar circa 83%.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget 2022 wordt per saldo met € 1.596 mln opgehoogd. Dit heeft een groot aantal oorzaken. De belangrijkste ophogingen zijn de volgende:
– € 750 mln is van de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van EZK voor de realisatie van het Waterstoftransportnet ('Hyway27') door GasUnie,
– € 582,6 mln is toegevoegd aan het SDE++-budget 2022, voor het grootste deel ter financiering van de kolenmaatregelen die vanuit het SDE+-budget gefinancierd worden. Deze ophoging is onderdeel van de totale onttrekking en toevoeging aan het SDE++-budget van € 1.572 mln waar in de Startnota van het nieuwe kabinet besloten is het restant is naar de jaren 2026 e.v. geschoven.
– € 50,6 mln is toegevoegd aan het MOOI-budget door bijdragen vanuit de BZK-begroting aan de MOOI-Gebouwde Omgeving (€ 27,2 mln) en de openstelling van de Positive Energy Districts (€ 1 mln), een bijdrage vanuit artikel 2 aan de TSE-Industrie (€ 1,9 mln) en een verplichtingenschuif uit 2023 naar 2022 (€ 24,6 mln). Hier tegenover staat een verschuiving naar het DEI+-budget (€ 3,4 mln).
– € 125,4 mln is toegevoegd aan het DEI+-budget door overheveling van bijdragen vanuit artikel 2 van de EZK-begroting aan de DEI+-Industrie (€ 42,6 mln) en vanuit de BZK-begroting aan de DEI+-Aardgasvrije wijken (€ 9 mln). Ook is € 61,7 mln toegevoegd omdat een groot deel van de verplichtingen op basis van de DEI+-openstelling 2021 pas in 2022 worden aangegaan. € 8,6 mln is uit de jaren 2023 tot en met 2026 naar 2022 geschoven. Tenslotte wordt vanuit het MOOI-budget € 3,4 mln verplichtingenbudget naar het DEI+-budget geschoven.
– € 37,5 mln is toegevoegd aan het budget voor de WarmtelinQ-lening, omdat de lening aan Gasunie niet meer in 2021 is verstrekt, maar dit zal alsnog in 2022 gebeuren.
– € 70 mln is toegevoegd aan het subsidiebudget voor de WarmtelinQ (onder 'overige subsidies'), omdat de subsidie aan Gasunie pas in 2022 verstrekt zal worden.
– € 27,3 mln is toegevoegd aan het RVO-uitvoeringsbudget ter financiering van de tekorten ontstaan door de intensievere inzet van RVO op het gebied van de uitvoering van klimaat- en energieregelingen. Zie voor een uitgebreide toelichting bij Uitgaven.
– Tegenover deze verhogingen staat het verlagen van het budget voor de geplande storting in de reserve duurzame energie en klimaattransitie met € 66,3 mln: deze middelen zijn toegevoegd aan de SDE++-middelen.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt per saldo met € 46,4 mln opgehoogd.
Subsidies
Demonstratieregeling Klimaat en Energie-Innovatie (DEI+)
Het uitgavenbudget van de DEI+ wordt in totaal met € 24,3 mln opgehoogd. Hiervan heeft € 8,5 mln betrekking op de bijdrage vanuit artikel 2 aan de DEI+-Industrie en € 0,45 mln op de bijdrage vanuit de BZK-begroting aan de openstelling van de DEI+-Aardgasvrije wijken in 2022 (zie ook de toelichting bij de verplichtingen). Daarnaast heeft een kasschuif plaatsgevonden van € 15,4 mln naar 2022 en € 15,7 mln naar 2023 uit de jaren 2025, 2026 en 2027.
SDE
Het voor 2022 en 2023 beschikbare kasbudget wordt met respectievelijk € 89,4 mln en € 57,2 mln verlaagd en doorgeschoven naar de jaren 2024 en verder om de in deze jaren verwachte hogere uitgaven te kunnen financieren.
SDE+
Het beschikbare kasbudget 2022 wordt per saldo met € 66,3 mln verhoogd. Enerzijds vindt er een ophoging plaats door een kasschuif van € 67,8 mln uit 2023 naar 2022 ter financiering van de hogere uitgaven in 2022. Anderzijds wordt het budget juist verlaagd door de overheveling van een bedrag van € 1,8 mln naar het Gemeentefonds als bijdrage aan het gebiedsfonds N33. Naast de genoemde kasschuif worden er ook budgetten van 2023 en 2024 naar 2025 en verder geschoven ter financiering van de SDE+-uitgaven in die jaren. Voor al het flankerend beleid rond de aanleg van windparken op zee (locatieonderzoeken, wind op zee ecologisch programma, beheerskosten RWS) wordt in de periode 2023-2030 bijna € 260 mln vanuit de voor het Klimaatfonds beschikbare middelen toegevoegd aan het SDE+-budget.
SDE++
Aan het SDE++-budget 2022 wordt per saldo € 585,5 mln toegevoegd, met name ter financiering van de kolenmaatregelen in 2022. Het grootste deel hiervan (€ 532 mln) is afkomstig van de totale onttrekking en toevoeging aan het SDE++-budget van € 1.572 mln waartoe in de Startnota van het nieuwe kabinet besloten is: de overige € 1.040 mln is naar de jaren 2026 e.v. geschoven. Het overige deel van de ophoging heeft betrekking op het budget voor de geplande storting in de reserve duurzame energie en klimaattransitie: dit budget wordt niet in de reserve gestort, maar toegevoegd aan het SDE++-budget. Zie ook bij Storting/onttrekking begrotingsreserves.
Opschalingsinstrument waterstof
€ 134,6 mln is van de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van EZK voor de kasuitgaven in 2022 voor het Waterstoftransportnet ('Hyway27').
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)
Van het voor de SCE beschikbare kasbudget 2022 wordt € 40,3 mln naar latere jaren geschoven, omdat de SCE een lange uitfinancieringstermijn kent en de kasuitgaven voor deze regeling vooral in deze jaren zullen plaatsvinden.
Overige subsidies
Omdat de subsidie aan Gasunie voor de investering in het warmtetransportnetwerk tussen Rotterdam en Den Haag (WarmtelinQ) niet meer in 2021 verstrekt kon worden, wordt € 20 mln die hiervoor in 2021 was gereserveerd maar niet is uitbetaald, toegevoegd aan het kasbudget 2022. Ook wordt € 1,6 mln toegevoegd aan het budget voor het Expertisecentrum Warmte.
Vulmaatregelen gasopslag
Omdat voor de vulmaatregelen gasopslag Bergermeer gewerkt zal worden met betaling achteraf, wordt het volledige kasbudget (€ 623,25 mln) van 2022 naar 2023 geschoven. Deze kasschuif geldt voor zowel het gedeelte van de gasopslag dat door marktpartijen gevuld wordt als voor het gedeelte dat door EBN gevuld wordt.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan RVO.nl
Aan het uitvoeringsbudget van RVO.nl wordt in totaal € 27,3 mln toegevoegd. Er wordt € 6,2 mln toegevoegd voor de uitvoeringskosten van de beleidsmiddelen die het Ministerie van BZK overhevelt voor de regelingen MOOI-Gebouwde Omgeving en DEI+-Aardgasvrije wijken en voor het Expertisecentrum Warmte. Vanuit beleidsartikel 2 wordt € 2,5 mln beschikbaar gesteld voor de uitvoeringskosten van de DEI+-Industrie en de TSE-Industrie. Voor de uitvoeringskosten in 2021 heeft RVO € 3,3 mln te veel aan voorschot ontvangen: dit bedrag wordt ingezet om de tekorten op de uitvoeringskosten in 2022 te financieren. € 5 mln is afkomstig van de onttrekking van in totaal € 1.572 mln waartoe in de Startnota van het nieuwe kabinet is besloten (zie ook bij Ontvangsten) en wordt structureel aan het RVO-budget toegevoegd. Vanuit de middelen die vor het Klimaatfonds beschikbaar zijn wordt eveneensin 2022 € 5 mln aan het RVO-budget toegevoegd: vanaf 2023 is dit structureel € 10 mln. Tenslotte wordt in 2022 € 5,3 mln uit de beschikbare subsidiemiddelen overgeheveld ter dekking van de hogere uitvoeringskosten van verschillende subsidieregelingen, zoals de SDE++, de ISDE, de MOOI/TSE, het opschalingsinstrument waterstof, de Subsdieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) en de Subsidieregeling Verduurzaming MKB (SVM). Ook in de jaren 2023 e.v. wordt structureel uit de in die jaren beschikbare subsidiemiddelen budget toegevoegd aan het RVO-budget.
Storting/onttrekking begrotingsreserves
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie
De geplande meerjarige terugstorting van de tijdelijke onttrekking aan de reserve duurzame energie en klimaattransitie die tussen 2015-2020 heeft plaatsgevonden (€ 66,3 mln per jaar) wordt vervangen door een toevoeging aan het SDE++-budget. De storting wordt daarom in de jaren 2022 tot en met 2026 jaarlijks met € 66,3 mln verlaagd, het gehele budget wordt toegevoegd aan het SDE++-budget.
Ontvangsten
Opbrengst heffing ODE
In recente jaren werden er meer ODE-ontvangsten gerealiseerd dan er als ontvangsten in de EZK-begroting is opgenomen, omdat de verhoging van de belastingvermindering alleen ten laste van de Energiebelasting (EB) is gebracht en niet (ook) ten laste van de ODE. Daarom worden de huidige (netto) ontvangsten met € 214 mln opgehoogd naar de daadwerkelijk verwachte (bruto) ontvangsten.
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie
In de Startnota van het nieuwe kabinet is opgenomen dat de reserve duurzame energie en klimaattransitie deels «leeggeboekt» zou worden, dat wil zeggen dat een deel € 1.572 mln van het in de reserve beschikbare saldo in 2022 aan de reserve wordt onttrokken en toegevoegd aan het SDE++-budget. Zie ook de toelichting op de reserves.
ETS-ontvangsten
Door de gestegen prijzen voor emissierechten wordt de raming van de ETS-ontvangsten met € 400 mln opgehoogd.
Diverse ontvangsten
In 2022 wordt circa € 5,1 mln aan extra ontvangsten verwacht, deels door terugbetaling door RVO.nl van te veel ontvangen voorschotten op de uitvoeringskosten in 2021 (€ 3,3 mln), deels door storting door de NEa van boete-inkomsten die in 2021 ontvangen zijn.
Toelichting op de Begrotingsreserves
Stand 1/1/2022 | 3.979.230 |
---|---|
+ Storting | |
– Onttrekking | ‒ 1.572.000 |
Stand per 31/12/2022 | 2.407.230 |
De begrotingsreserve voor duurzame energie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie. Bij de Startnota van het huidige kabinet is besloten € 1.572 mln aan de reserve te onttrekken en toe te voegen aan het meerjarig voor de SDE++ beschikbare budget. Gelet op de sterk gestegen energieprijzen is de verwachting dat in 2022 een aanzienlijke storting in de reserve zal plaatsvinden. In de Ontwerpbegroting 2023 zal hiervan een eerste inschatting worden gemaakt.
Stand 1/1/2022 | 18.056 |
---|---|
+ Storting | 557 |
– Onttrekking | |
Stand per 31/12/2022 | 18.613 |
De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. De uit te betalen verliesdeclaraties worden onttrokken aan de reserve.
Stand 1/1/2022 | 6.600 |
---|---|
+ Storting | |
– Onttrekking | |
Stand per 31/12/2022 | 6.600 |
De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.
Ontwerpbegroting 2022 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 945.961 | 80.500 | 1.026.461 | 8.460.847 | 9.487.308 | 2.299.815 | 1.658.896 | 929.404 | 631.032 |
Uitgaven | 947.011 | 80.500 | 1.027.511 | 8.463.047 | 9.490.558 | 2.302.015 | 1.661.096 | 931.604 | 631.032 |
Subsidies (regelingen) | 0 | 75.000 | 75.000 | 687.428 | 762.428 | 282.499 | 143.550 | 98.550 | 8.000 |
Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten | 0 | 75.000 | 75.000 | 32.000 | 107.000 | 73.000 | 13.000 | 8.000 | 8.000 |
Geestelijke bijstand/overige | 0 | 0 | 550 | 550 | 550 | 550 | 550 | ||
Duurzaam herstel | 0 | 0 | 10.000 | 10.000 | 125.000 | 125.000 | 90.000 | ||
Woonbedrijf | 0 | 0 | 3.028 | 3.028 | 1.949 | ||||
Diverse subsidies versterken | 0 | 0 | 9.050 | 9.050 | |||||
Bestuursakkoord | 0 | 0 | 632.800 | 632.800 | 82.000 | 5.000 | |||
Inkomensoverdrachten | 0 | 0 | 0 | 1.544 | 1.544 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tegemoetkoming aan huurders | 1.544 | 1.544 | |||||||
(Schade)vergoeding | 698.750 | 5.500 | 704.250 | ‒ 6.250 | 698.000 | 147.426 | 221.092 | 299.404 | 206.800 |
Schadevergoedingen | 500.000 | 500.000 | ‒ 24.000 | 476.000 | 64.926 | 211.092 | 289.404 | 206.800 | |
Vergoeding waardedaling Groningen | 116.000 | 116.000 | ‒ 16.000 | 100.000 | 10.000 | ||||
Vergoeding immateriële schade Groningen | 75.000 | 75.000 | 0 | 75.000 | 60.000 | ||||
Bijdrage Commissie Bijzondere Situaties | 1.500 | 1.500 | 0 | 1.500 | |||||
Herbeoordeling waardedaling | 0 | 0 | 25.000 | 25.000 | |||||
Vastgelopen dossiers | 6.250 | 6.250 | 8.750 | 15.000 | 12.500 | 10.000 | 10.000 | ||
Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen | 0 | 5.500 | 5.500 | 5.500 | |||||
Opdrachten | 2.380 | 0 | 2.380 | 7.519.658 | 7.522.038 | 1.972.510 | 1.350.202 | 603.144 | 594.962 |
Werkbudget | 2.380 | 2.380 | 13.070 | 15.450 | 14000 | 13000 | 9775 | 6500 | |
Versterkingsoperatie | 0 | 0 | 460.176 | 460.176 | 720.098 | 706.290 | 567.457 | 578.462 | |
Bestuursakkoord | 0 | 0 | 22.500 | 22.500 | 22.500 | 20.000 | 20.000 | 10.000 | |
Versterken industrie | 0 | 0 | 982 | 982 | 982 | 982 | 982 | ||
Nieuwbouwregeling | 0 | 0 | 4.930 | 4.930 | 4.930 | 4.930 | 4.930 | ||
Vergoeding Norg akkoord | 0 | 0 | 7.018.000 | 7.018.000 | 1.210.000 | 605.000 | |||
Vermogensverschaffing/-onttrekking | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ 397.264 | ‒ 387.880 | ‒ 317.930 | ‒ 317.530 |
Kapitaalinjectie EBN | 0 | 0 | 0 | ‒ 397.264 | ‒ 387.880 | ‒ 317.930 | ‒ 317.530 | ||
Bijdrage aan agentschappen | 239.631 | 0 | 239.631 | ‒ 2.450 | 237.181 | 98.024 | 138.257 | 135.206 | 71.500 |
Bijdrage RVO.nl | 237.631 | 237.631 | ‒ 2.450 | 235.181 | 98.024 | 138.257 | 135.206 | 71.500 | |
Bijdrage aan Instituut Mijnbouwschade Groningen | 2.000 | 2.000 | 2.000 | ||||||
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s | 1.050 | 0 | 1.050 | 500 | 1.550 | 350 | 350 | 350 | 0 |
TNO publieke SDRA | 1.050 | 1.050 | 500 | 1.550 | 350 | 350 | 350 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 2.200 | 0 | 2.200 | 258.117 | 260.317 | 192.470 | 190.025 | 107.880 | 62.300 |
Versterken | 2.200 | 2.200 | 0 | 2.200 | |||||
Nationaal Programma Groningen | 0 | 0 | 105.000 | 105.000 | 65.000 | 64.000 | 63.000 | 61.000 | |
Compensatie gemeenten en provincie | 0 | 0 | 15.195 | 15.195 | 11.595 | 7.440 | |||
Bestuursakkoord | 0 | 0 | 135.922 | 135.922 | 112.475 | 116.185 | 42.480 | ||
Integrale programma's Bestuursakkoord | 0 | 0 | 2.000 | 2.000 | 3.400 | 2.400 | 2.400 | 1.300 | |
Bijdrage aan (internationale) organisaties | 3.000 | 0 | 3.000 | 4.500 | 7.500 | 6.000 | 5.500 | 5.000 | 5.000 |
Organisatie- en programmabudget ACVG | 3.000 | 3.000 | 3.000 | ||||||
Bijdrage Commissie Bijzondere Situaties | 0 | 0 | 1.500 | 1.500 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | |
Raad voor Rechtspraak | 0 | 0 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 2.500 | 2.000 | 2.000 | |
Ontvangsten | 1.034.281 | 0 | 1.034.281 | 6.518.735 | 7.553.016 | 4.618.857 | 2.424.727 | 1.211.321 | 893.756 |
Schadevergoedingen | 490.625 | 490.625 | 297.819 | 788.444 | 42.053 | 173.695 | 268.971 | 226.596 | |
Uitvoeringskosten Schade | 226.356 | 226.356 | 216.947 | 443.303 | 67.109 | 115.520 | 122.593 | 79.418 | |
Dividenduitkering EBN | 0 | 0 | 2.800.000 | 2.800.000 | 2.650.000 | 1.200.000 | 200.000 | ||
Dividenduitkering GasTerra | 4.000 | 4.000 | 0 | 4.000 | |||||
Mijnbouwwet | 55.000 | 55.000 | 2.141.500 | 2.196.500 | 1.219.500 | 263.000 | 65.000 | 65.000 | |
Vergoeding waardedaling Groningen | 190.750 | 190.750 | 358.262 | 549.012 | 3.500 | 2.500 | |||
Vergoeding immateriële schade Groningen | 65.000 | 65.000 | ‒ 8.244 | 56.756 | 45.000 | 15.000 | |||
Ontvangsten publieke SDRA | 1.050 | 1.050 | 859 | 1.909 | 350 | 350 | 350 | ||
Versterken | 1.500 | 1.500 | 151 | 1.651 | ‒ 70 | ‒ 70 | ‒ 70 | ||
Diverse ontvangsten | 0 | 0 | 990 | 990 | |||||
Ontvangsten NAM Versterkingskosten NCG | 0 | 0 | 680.521 | 680.521 | 561.485 | 624.802 | 524.547 | 497.742 | |
Ontvangsten Nationaal Programma Groningen (NAM) | 0 | 0 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | |
Ontvangsten Nieuwbouwregeling | 0 | 0 | 4.930 | 4.930 | 4.930 | 4.930 | 4.930 |
Ontwerpbegroting 2022 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 945.961 | 80.500 | 1.026.461 | 8.460.847 | 9.487.308 | 2.299.815 | 1.658.896 | 929.404 | 631.032 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | ||||||
waarvan overige verplichtingen | 945.961 | 80.500 | 1.026.461 | 8.460.847 | 9.487.308 | 2.299.815 | 1.658.896 | 929.404 | 631.032 |
Budgetflexibiliteit
Na overheveling van de BZK-middelen is van het totale uitgavenbudget in 2022 op artikel 5 bijna 100% juridisch verplicht. Dit is het geval omdat de meeste uitgaven op artikel 5 een verplichting zijn op basis van wettelijke en ministeriële regelingen. Daarbij is eveneens de grootste uitgavenpost in 2022 (Norg akkoord) juridisch verplicht.
Bij het aantreden van het kabinet is besloten om de uitgaven en ontvangsten voor de schadeafhandeling en versterkingsoperatie in Groningen onder te brengen op één begroting. De middelen die voor de versterkingsoperatie op de BZK-begroting stonden zijn overgeheveld naar de EZK-begroting.
Tabel 24 maakt inzichtelijk welk deel van de uitgavenmutaties van de eerste suppletoire begroting samenhangen met de herverkaveling van budget van BZK naar EZK. Tabel 25 maakt dit inzichtelijk voor de ontvangstenmutaties. Het ‘herverkaveling budget’ van tabel 24 bevat eveneens de € 250 mln voor de woningverbeteringssubsidie in 2022. De vastgestelde begroting betreft de stand ontwerpbegroting EZK 2022 inclusief de mutaties van de zesde incidentele suppletoire begroting 2022 en de Nota van Wijziging hierop. Van de overige mutaties eerste suppletoire begroting wordt een aanzienlijk bedrag verklaard door de vergoeding Norg akkoord, zowel voor wat betreft de uitgaven- als de ontvangstenmutaties.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting 2022 na ISB's (uitgaven) | 1.027.511 | 796.700 | 647.416 | 397.616 | 392.466 |
Herverkaveling budget Groningen van BZK naar EZK | 1.520.608 | 831.919 | 778.271 | 760.737 | 758.580 |
Overige mutaties 1e suppletoire | 6.942.439 | 1.470.096 | 882.825 | 170.867 | ‒ 127.548 |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 9.490.558 | 3.098.715 | 2.308.512 | 1.329.220 | 1.023.498 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Vastgestelde begroting 2022 na ISB's (ontvangsten) | 1.034.281 | 550.958 | 318.575 | 154.093 | 103.075 |
Herverkaveling budget Groningen van BZK naar EZK | 490.000 | 661.000 | 661.000 | 661.000 | 661.000 |
Overige mutaties 1e suppletoire | 6.028.735 | 3.957.857 | 1.763.727 | 550.321 | 232.756 |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 7.553.016 | 5.169.815 | 2.743.302 | 1.365.414 | 996.831 |
Verplichtingen
Voor een toelichting op de verplichtingen wordt verwezen naar de toelichting op de uitgaven.
Uitgaven
Subsidies
Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten
Recentelijk is de tijdelijke verlenging van de waardevermeerderingsregeling aangekondigd (Kamerstuk 33 529, nr. 1003). Bij de VJN worden middelen overgeheveld voor de aangepaste voortzetting van de regeling na 1 oktober. In tegenstelling tot de naam van het instrument wordt dit niet gedekt uit aardgasbaten, maar uit bestaande (risico)reserveringen voor Groningen op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën.
Duurzaam herstel
Op basis van een amendement op de Tijdelijke wet Groningen (onderdeel versterken) krijgt het IMG de taak om schade duurzaam te herstellen. Medio 2022 wordt meer duidelijkheid verwacht hoe het IMG invulling geeft aan de uitvoering van deze taak en het daarvoor benodigde budget. Hiervoor wordt nu € 350 mln gereserveerd. Dit jaar is er enkel sprake van aanloopkosten (€ 10 mln).
Bestuursakkoord
Middelen voor het bestuursakkoord worden overgeboekt vanuit het Ministerie van BZK (totaal circa € 610 mln), waaronder € 250 mln voor de woningverbeteringssubsidie. Ook worden middelen voor het bestuursakkoord opgevraagd die op de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën staan (totaal circa € 104 mln). Tot slot vallen hier ook de extra impassingskosten onder die een waterbedrijf moet maken door het verplaatsen van een woonwijk (€ 5 mln).
Schade (vergoedingen)
Schadevergoedingen
De ramingen voor schade worden ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de fysieke schadebetalingen bijgesteld. Ook worden middelen toegevoegd voor de kosten voor bijstand bij bezwaar en beroep (o.b.v. novelle versterken).
Vergoeding waardedaling Groningen
De raming voor schade wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de vergoedingen voor waardedaling bijgesteld.
Vergoeding immateriële schade Groningen
De ramingen voor schade worden ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de immateriële schadebetalingen bijgesteld.
Herbeoordeling waardedaling
Vanuit de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën wordt € 25 mln opgevraagd voor de tegemoetkoming voor bewoners die een lagere schadevergoeding voor waardedaling hebben ontvangen van de NAM, dan nu zou worden toegekend door IMG.
Opdrachten
Werkbudget
Vanuit het Ministerie van BZK worden middelen overgeboekt voor het werk- en onderzoeksbudget. Ook worden middelen opgevraagd vanuit de Aanvullende Post bij het Ministerie van FIN.
Versterkingsoperatie
Vanuit het Ministerie van BZK worden middelen overgeboekt voor de versterkingsoperatie. Ook wordt de raming van deze versterkingsoperatie geactualiseerd. Tot slot worden middelen overgeboekt vanuit de Aanvullende Post van het Ministerie van FIN (ca. € 34 mln over 2022 en 2023).
Bestuursakkoord
De knelpuntenpot van het NCG wordt overgeboekt vanuit het Ministerie van BZK. Ook worden middelen toegevoegd vanuit de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën.
Vergoeding Norg akkoord
Conform de afspraken in het Norg akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM. De berekeningswijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage, de hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de gasprijs. Over de vergoeding moet btw worden betaald (Kamerstuk 33 529, nr. 997).
Vermogensverschaffing/-onttrekking
Kapitaalinjectie EBN
Door de hogere gasbaten is de financiële positie van EBN verbeterd ten opzichte van vorig jaar. Daarom wordt de vorig jaar geraamde kapitaalstorting naar beneden bijgesteld.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan RVO.nl
RVO levert het personeel en de ondersteuning voor het IMG. De ramingen voor schade worden ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt ook het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de uitvoeringskosten van het IMG bijgesteld.
Bijdrage aan medeoverheden
Nationaal Programma Groningen
Middelen voor het Nationaal Programma Groningen (NPG) worden overgeboekt vanuit het Ministerie van BZK (totaal ca. € 125 mln). Ook worden middelen toegevoegd vanuit de Aanvullende Post van het Ministerie van FIN (totaal ca. € 233 mln).
Compensatie gemeenten en provincies
Middelen voor compensatie aan gemeenten en provincies worden overgeboekt vanuit het Ministerie van BZK.
Bestuursakkoord
Vanuit het Ministerie van BZK en de Aanvullende Post bij het Ministerie van BZK worden middelen overgeboekt voor het gebiedsfonds deelclustering (blok B van de bestuurlijke afspraken, totaal ca. € 248 mln) en het gebiedsfonds (blok D van de bestuurlijke afspraken, totaal ca. € 160 mln).
Ontvangsten
Schadevergoedingen
De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor fysieke schade worden ook de ontvangsten van NAM bijgesteld. Daarnaast is in 2021 ook een deel van de ontvangsten van de NAM die samenhangen met de uitgaven voor fysieke schade uitgesteld. De ontvangsten die worden verwacht in 2022 worden nu geboekt op de EZK-begroting.
Uitvoeringskosten schade
De uitgaven voor uitvoeringskosten van de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven worden ook de ontvangsten van NAM bijgesteld. Daarnaast is in 2021 ook een deel van de ontvangsten van de NAM die samenhangen met de uitgaven voor fysieke schade uitgesteld. De ontvangsten die worden verwacht in 2022 worden nu geboekt op de EZK-begroting.
Dividenduitkering EBN
Vanwege hogere opbrengsten uit de gaswinning en de vergoeding uit het Norg akkoord kan EBN dividend uitkeren.
Mijnbouwwet
Vanwege hogere opbrengsten uit de gaswinning en de vergoeding uit het Norg akkoord zijn er extra opbrengsten onder de Mijnbouwwet.
Vergoeding waardedaling Groningen
De uitgaven voor de vergoeding voor waardedaling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven worden ook de ontvangsten van NAM bijgesteld. Daarnaast is in 2021 ook een deel van de ontvangsten van de NAM die samenhangen met de uitgaven voor waardedaling uitgesteld. De ontvangsten die worden verwacht in 2022 worden nu geboekt op de EZK-begroting.
Vergoeding immateriële schade
De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor immateriële schade worden ook de ontvangsten van NAM bijgesteld. Daarnaast is in 2021 ook een deel van de ontvangsten van de NAM die samenhangen met de uitgaven voor immateriële schade uitgesteld. De ontvangsten die worden verwacht in 2022 worden nu geboekt op de EZK-begroting.
Ontvangsten NAM versterkingskosten NCG
Naast de uitgaven worden ook de ontvangsten van de versterkingsoperatie overgeboekt vanuit het Ministerie van BZK. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor deze versterkingsoperatieworden ook de ontvangsten van NAM bijgesteld. Daarnaast is in 2021 ook een deel van de ontvangsten van de NAM die samenhangen met de uitgaven voor de versterkingsoperatie uitgesteld. De ontvangsten die worden verwacht in 2022 worden nu geboekt op de EZK-begroting.
Ontvangsten Nationaal Programma Groningen (NAM)
De ontvangsten die samenhangen met het NPG worden overgeboekt vanuit het Ministerie van BZK.
Ontwerpbegroting 2022(1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 302.285 | 100 | 302.385 | 209.098 | 511.483 | 185.981 | 184.430 | 171.816 | 153.156 |
Uitgaven | 302.285 | 100 | 302.385 | 209.098 | 511.483 | 185.981 | 184.430 | 171.816 | 153.156 |
Personele uitgaven | |||||||||
eigen personeel | 192.163 | 192.163 | 11.230 | 203.393 | 10.695 | 10.494 | 8.997 | 3.949 | |
inhuur externen | 10.048 | 10.048 | 2.599 | 12.647 | 570 | ||||
overige personele uitgaven | 8.164 | 8.164 | ‒ 1.186 | 6.978 | ‒ 1.164 | ‒ 1.092 | ‒ 1.060 | ‒ 1.055 | |
Materiële uitgaven | |||||||||
ICT | 18.829 | 18.829 | 7.207 | 26.036 | 3.898 | 3.843 | 4.570 | 6.000 | |
bijdrage aan SSO's | 13.382 | 13.382 | 13.382 | ||||||
DICTU | 20.200 | 20.200 | 20.200 | ||||||
overige materiële uitgaven | 39.499 | 100 | 39.599 | 189.248 | 228.847 | 171.982 | 171.185 | 159.309 | 144.262 |
Ontvangsten | 25.294 | 0 | 25.294 | 154.178 | 179.472 | 112.254 | 108.298 | 102.698 | 94.033 |
ACM | 17.902 | 17.902 | 17.902 | ||||||
SoDM | 3.150 | 3.150 | 3.150 | ||||||
CPB | 1.643 | 1.643 | 1.643 | ||||||
kerndepartement | 2.599 | 2.599 | 23.303 | 25.902 | |||||
NCG | 130.875 | 130.875 | 112.254 | 108.298 | 102.698 | 94.033 |
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
Er is € 12,6 mln toegevoegd aan de personeelsbudgetten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Deze toevoeging aan budgetten komt onder andere door de verhoging van het personeelsbudget voor beleidsdirecties (€ 2,4 mln), het langer actief houden van de Corona-unit (€ 0,9 mln). Tevens is er budget toegevoegd aan de personele budgetten van directie communicatie (€ 0,7 mln), Bureau Bestuursraad (€ 0,6 mln) en directie Europese en Internationale zaken (€ 0,6 mln).
Materiële uitgaven
Er is € 196 mln toegevoegd aan de materiële budgetten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Deze toevoeging van budgetten komt voornamelijk door ‘door te verdelen’ uitvoeringsbudgetten (€ 182 mln) vanuit onder andere het klimaatfonds, Groningendossier en herverkaveling van het Nationaal Coördinator Groningen (NCG) vanuit BZK. Tevens zijn er naar aanleiding van de kabinetsreactie Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK), middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding (€ 9,1 mln).
Ontvangsten
Aan de ontvangst budgetten van het kerndepartement is € 154 mln toegevoegd. Deze toevoeging van budgetten is met name veroorzaakt doordat het Nationaal Coördinator Groningen (NCG) als nieuw onderdeel is toegevoegd (€ 131 mln). Verder komt de verhoging van de ontvangsten door de verplichte afromingen van het eigen vermogen van DICTU (€ 15,6 mln), RVO (€ 6,6 mln) en NEa (€ 1 mln).
Ontwerpbegroting 2022 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 82.460 | 82.460 | 78.622 | 76.321 | 71.152 | 69.983 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 82.460 | 82.460 | 78.622 | 76.321 | 71.152 | 69.983 |
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 28.660 | 28.660 | 28.443 | 27.791 | 27.373 | 27.217 |
programma | 28.660 | 28.660 | 28.443 | 27.791 | 27.373 | 27.217 | |||
apparaat | |||||||||
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 53.800 | 53.800 | 50.179 | 48.530 | 43.779 | 42.766 |
programma | 53.800 | 53.800 | 50.179 | 48.530 | 43.779 | 42.766 | |||
apparaat | |||||||||
Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Loon- en prijsbijstelling
Bij Voorjaarsnota 2022 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2022 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingstranche 2022 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3)=(1)+(2) Totaal geraamd |
---|---|---|---|
Baten | |||
Omzet | 63.706 | 9.750 | 73.456 |
waarvan omzet moederdepartement | 34.299 | 8.702 | 43.001 |
waarvan omzet overige departementen | 4.579 | 1.048 | 5.627 |
waarvan omzet derden | 24.828 | 0 | 24.828 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 63.706 | 9.750 | 73.456 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 59.931 | 9.750 | 69.681 |
Personele kosten | 38.022 | 6.229 | 44.251 |
waarvan eigen personeel | 28.973 | 5.108 | 34.080 |
waarvan inhuur externen | 6.567 | 1.121 | 7.688 |
waarvan overige personele kosten | 2.483 | 0 | 2.483 |
Materiële kosten | 21.909 | 3.522 | 25.430 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 13.273 | 0 | 13.273 |
waarvan overige materiële kosten | 8.636 | 3.522 | 12.157 |
Rentelasten | 100 | 0 | 100 |
Afschrijvingskosten | 3.600 | 0 | 3.600 |
Materieel | 2.000 | 0 | 2.000 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiele afschrijvingskosten | 2.000 | 0 | 2.000 |
Immaterieel | 1.600 | 0 | 1.600 |
Overige lasten | 75 | 0 | 75 |
waarvan dotaties voorzieningen | 75 | 0 | 75 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 63.706 | 9.750 | 73.456 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
In maart 2022 zijn de uitvoeringsofferte en toezichtofferte goedgekeurd. De offertes omvatten een hogere omzet dan begroot. Dat komt vanwege beoogde intensiveringen op bestaande taken. Dit houdt in dat er € 8,7 mln extra omzet is vastgesteld. Dit bestaat uit: € 0,5 mln Vergunningvrij, € 0,7 mln Artificial Intelligence, € 55.000 beveiliging Repressief, € 36.000 Toezicht ruimtevaart, € 1,1 mln beleidsondersteuning uitvoering, € 82.000 uitvoering ruimtevaart, € 0,3 mln Dynamisch Spectrum Management & Sharing, € 1,2 mln Veilingprojecten en € 4 mln voor Afbouw Salderingsregeling.
Omzet overige departementen
In 2022 is de offerte (voorbereiding) Wet Digitale Overheid goedgekeurd met BZK als opdrachtgever. De totale omzet bedraagt € 1 mln.
Toelichting op de lasten
Personele kosten
De totale personele kosten zijn conform offertes en liggen in lijn met de opbouw zoals bekend vanuit de begroting. De totale personele kosten bestaan uit ambtelijk personeel (82%) en extern personeel (18%), eveneens conform begroting 2022.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn één op één afgeleid van de offerte en de beoogde materiële lasten benodigd om de taak ten uitvoer te brengen.
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3)=(1)+(2) Totaal geraamd | |
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2022 + depositorekeningen | 10.639 | 3.319 | 13.958 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 63.706 | 9.750 | 73.456 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 60.106 | ‒ 9.750 | ‒ 69.857 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 3.600 | 0 | 3.600 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 5.750 | 0 | ‒ 5.750 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringkasstroom | ‒ 5.750 | 0 | ‒ 5.750 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 4.101 | 0 | ‒ 4.101 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 5.750 | 0 | 5.750 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 1.649 | 0 | 1.649 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2022 (=1+2+3+4) | 10.137 | 3.319 | 13.457 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
De suppletoire begroting heeft geen effect op het saldo van het kasstroomoverzicht. De mutaties bevinden zich binnen de operationele kasstroom met een saldo van nul.
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3)=(1)+(2) Totaal geraamd |
---|---|---|---|
Baten | |||
Omzet | 320.162 | 34.137 | 354.300 |
waarvan omzet moederdepartement | 212.582 | 24.168 | 236.750 |
waarvan omzet overige departementen | 105.725 | 9.969 | 115.695 |
waarvan omzet derden | 1.855 | 0 | 1.855 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 320.162 | 34.137 | 354.300 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 296.507 | 35.787 | 332.295 |
Personele kosten | 193.450 | 35.787 | 229.237 |
waarvan eigen personeel | 89.900 | 6.404 | 96.304 |
waarvan inhuur externen | 99.600 | 29.383 | 128.983 |
waarvan overige personele kosten | 3.950 | 0 | 3.950 |
Materiële kosten | 103.057 | 0 | 103.057 |
waarvan apparaat ICT | 29.494 | 0 | 29.494 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 21.100 | 0 | 21.100 |
waarvan overige materiële kosten | 52.463 | 0 | 52.463 |
Rentelasten | 5 | 0 | 5 |
Afschrijvingskosten | 23.150 | ‒ 1.650 | 21.500 |
Materieel | 12.000 | 3.000 | 15.000 |
waarvan apparaat ICT | 12.000 | 3.000 | 15.000 |
waarvan overige materiele afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 |
Immaterieel | 11.150 | ‒ 4.650 | 6.500 |
Overige lasten | 500 | 0 | 500 |
waarvan dotaties voorzieningen | 500 | 0 | 500 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 320.162 | 34.137 | 354.300 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
In de ontwerpbegroting 2022 werd er van uit gegaan dat de hogere omzet in 2021 incidenteel van aard was. Inmiddels is duidelijk dat deze stijging structureel van aard is en vraag naar ICT diensten van DICTU blijft toenemen. De stijging van de omzet moederdepartement van 24,2 mln komt voort uit groeiende vraag naar werkplekdiensten door Corona gerelateerde groei bij afnemers en meer ontwikkelopdrachten (o.a. door rijksdigitalisering en overheid op orde). In de ontwerpbegroting 2022 werd een daling verwacht van de omzet als gevolg van de implementatie van de bedrijfsstrategie. Het outsourcen van ontwikkeltrajecten van Rijkszaak is ingezet, maar de sterk stijgende vraag naar dienstverlening maakt dat deze daling niet zichtbaar is.
De stijging bij de omzet bij overige departementen met 10 mln wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijgende vraag naar het product Applicatiediensten bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Toelichting op de lasten
Om aan de gestegen vraag naar ICT-dienstverlening te kunnen voldoen nemen de personele kosten toe met € 35,8 mln ten opzichte van de ontwerpbegroting. Door de toename van de opdrachtenportefeuille door nieuwe opdrachten met specifieke ICT-expertise vangt DICTU de benodigde extra capaciteit in eerste instantie op door de benodigde ICT expertise extern in te huren (€ 29,4 mln). Voor de toekomst wordt gekeken naar het in de markt zetten van aanbestedingen die de reguliere beheer- en ontwikkeltaken kunnen opvangen als een belangrijke maatregel om de externe inhuur te beperken.
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3)=(1)+(2) Totaal geraamd | |
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2022 + depositorekeningen | 23.980 | 7.127 | 31.107 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 320.162 | 34.137 | 354.300 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 297.012 | ‒ 35.787 | ‒ 332.800 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 23.150 | ‒ 1.650 | 21.500 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 30.000 | 4.500 | ‒ 25.500 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringkasstroom | ‒ 30.000 | 4.500 | ‒ 25.500 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | ‒ 15.700 | ‒ 15.700 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 23.150 | 1.650 | ‒ 21.500 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 30.000 | ‒ 4.500 | 25.500 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 6.850 | ‒ 18.550 | ‒ 11.700 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2022 (=1+2+3+4) | 23.980 | ‒ 8.573 | 15.407 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
De eenmalige uitkering aan het moederdepartement van € 15,7 mln betreft een afroming van het Eigen Vermogen in verband met overschrijding van de toegestane maximale omvang van 5%.
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3)=(1)+(2) Totaal geraamd |
---|---|---|---|
Baten | |||
Omzet | 841.437 | 208.326 | 1.049.763 |
waarvan omzet moederdepartement | 413.763 | 140.910 | 554.673 |
waarvan omzet overige departementen | 394.382 | 67.416 | 461.798 |
waarvan omzet derden | 33.292 | 0 | 33.292 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 841.437 | 208.326 | 1.049.763 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 831.337 | 208.326 | 1.039.663 |
Personele kosten | 461.393 | 95.733 | 557.127 |
waarvan eigen personeel | 361.805 | 29.577 | 391.382 |
waarvan inhuur externen | 85.672 | 64.211 | 149.883 |
waarvan overige personele kosten | 13.916 | 1.945 | 15.862 |
Materiële kosten | 369.944 | 112.592 | 482.536 |
waarvan apparaat ICT | 5.609 | 0 | 5.609 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 169.752 | 22.028 | 191.779 |
waarvan overige materiële kosten | 194.583 | 90.565 | 285.147 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 10.100 | 0 | 10.100 |
Materieel | 100 | 0 | 100 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiele afschrijvingskosten | 100 | 0 | 100 |
Immaterieel | 10.000 | 0 | 10.000 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 841.437 | 208.326 | 1.049.763 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 140,9 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
– De omzet vanuit het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) stijgt met € 89,5 mln. Het overgrote deel hiervan is te herleiden naar de in mei 2021 reeds bestaande Coronaregelingen die uiteindelijk in 2022 nog zijn gecontinueerd of die pas half 2021 zijn ingevoerd en doorlopen in 2022. Ook is er middels de veegbrieven in 2021 nog een groot aantal «reguliere» opdrachten toegevoegd aan de bundel, die uiteindelijk in 2022 ook tot de opdracht zijn gaan behoren. De BAR en impulsaanpak Winkelgebieden zijn hiervan de belangrijkste voorbeelden.
– De omzet vanuit het DG Klimaat en Energie (K&E) stijgt met € 37,1 mln. De toename komt voornamelijk door intensivering bij Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE), Waterstof, Bureau Energieprojecten en Commissie mijnbouwschade. Daarnaast zijn Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) en Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) overgeheveld naar K&E. Verder hebben wij een opdracht gekregen voor Programma Energiesysteem (PES).
– De omzet aan de Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is gelijk aan de raming van de ontwerpbegroting.
– De toename van de opdracht Chief Economist (€ 3,2 mln) komt voornamelijk door de aanvullende opdrachten Beter Aanbesteden en het Nationaal Groeifonds.
– De omzet Overig is € 11,1 mln hoger dan begroot. Deze omzet bestaat voornamelijk uit de opdracht voor het Inkoop Uitvoeringscentrum, de opdracht Unit omgevingskennis en Concordaat/END.
Omzet overige departementen
De totale mutatie in de omzet van overige departementen bedraagt € 67,4 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
– De opdracht vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is € 47,4 mln hoger dan geraamd. Deze stijging wordt veroorzaakt door de autonome groei van de reguliere opdracht vanuit 2021, daarnaast is er een aanvullende opdracht afgegeven voor Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 23 van € 7,3 mln. Verder zijn er vooralsnog in 2022 geen grote nieuwe opdrachten bij gekomen. Diverse bestaande regelingen hebben een groter budget gekregen.
– De omzet van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is gelijk aan de raming in de ontwerpbegroting.
– De opdracht vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is uitgebreid met € 4,5 mln, wat met name te verklaren is door de opdrachten voor het klimaatakkoord
– De opdracht vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stijgt met € 7,7 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door aanpassing aan de definitieve opdracht 2022 (€ 5,0 mln), waaronder het programma Partners voor Water 5. Daarnaast is sprake van een aanvullende opdracht voor de Tijdelijke Subsidieregeling Vuurwerkverbod COVID-19 2021 (€ 0,3 mln), de Subsidieregeling Walstroom Zeeschepen (€ 0,3 mln) en verschillende andere opdrachten (€ 2 mln).
– De omzet van de andere departementen stijgt met € 7,8 mln door bijstelling aan de definitieve opdrachten. De grootste mutatie vindt plaats bij het Ministerie Justitie en Veiligheid. Dit bestaat uit de Waterschade Limburg (€3,4 mln). Andere stijgingen vinden plaats bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wat voortkomt uit meerwerk dat grotendeels ligt bij de Subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging (€ 1,8 mln), en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wat grotendeels bestaat uit de Subsidieregeling Praktijkleren (€ 1,1 mln). Ten slotte is de definitieve opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hoger dan begroot (€ 1,1 mln), en diverse overige opdrachten € 0,4 mln hoger dan begroot.
Omzet derden
De totale omzet derden is gelijk aan de raming in de ontwerpbegroting.
Bijzondere baten
Zoals ook het geval ten tijde van de ontwerpbegroting 2022 verwacht RVO geen ontvangsten in het kader van bijzondere baten.
Toelichting op de lasten
De baten en lasten stijgen beide met € 208,3 mln. De toename van het opdrachtvolume zoals hierboven toegelicht leidt tot hogere uitvoeringskosten. Dit vertaalt zich in een stijging van de personele lasten (€ 95,7 mln), waarbij zowel hogere kosten voor ambtelijk personeel (€ 29,6 mln) als hogere kosten voor externe inhuur (€ 64,2 mln) zijn geraamd. De materiële kosten nemen toe met € 112,6 mln. De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte kosten, waarbij de directe materiële kosten verband houden met de uitvoering van opdrachten. De toename van het opdrachtenpakket leidt tot een stijging van € 90,6 mln aan overige materiële kosten. Dit geldt in mindere mate voor de toename in de bijdrage aan Shared Service Organisaties (€ 22,0 mln).
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3)=(1)+(2) Totaal geraamd | |
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2022 + depositorekeningen | 111.896 | 82.752 | 194.648 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 841.437 | 208.326 | 1.049.763 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 831.337 | ‒ 208.326 | ‒ 1.039.663 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 10.100 | 0 | 10.100 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 25.900 | ‒ 2.600 | ‒ 28.500 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringkasstroom | ‒ 25.900 | ‒ 2.600 | ‒ 28.500 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | ‒ 6.600 | ‒ 6.600 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 22.660 | 12.360 | ‒ 10.300 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 25.900 | 2.600 | 28.500 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 3.240 | 8.360 | 11.600 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2022 (=1+2+3+4) | 99.336 | 88.512 | 187.848 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
In het kasstroomoverzicht is zichtbaar dat het grotere opdrachtpakket zorgt voor hogere operationele ontvangsten en uitgaven. De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft de afdracht van Eigen Vermogen volgens afspraak met de eigenaar van RVO. Ook de investeringen zijn in beperkte mate toegenomen en betreft met name de ontwikkeling van software.