Vastgesteld 5 juli 2022
De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 14 juni 2022 voorgelegd aan de Minister van Defensie. Bij brief van 29 juni 2022 zijn ze door de Minister van Defensie beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, De Roon
De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
1.
Kunt u toelichten waar u de 335 miljoen euro aan middelen voor intensivering in 2022 in het coalitieakkoord aan gaat besteden, aangezien deze op het artikel 12 (Nog Onverdeeld) gezet zijn?
Deze middelen zullen worden besteed aan het recent met de vakbonden bereikte onderhandelaarsresultaat mits dit op 7 juli aanstaande tijdens het Sectoroverleg Defensie leidt tot een arbeidsvoorwaardenakkoord.
2.
Tot welke datum zijn de uitgaven voor ondersteuning van Oekraïne nu generaal vergoed met de 73 miljoen euro uit de suppletoire begroting? Verwacht u nog een verdere toename van de uitgaven op het budget Internationale Veiligheid?
Dit betreft de uitgaven tot 22 april van dit jaar. Nederland blijft Oekraïne ondersteunen. Daarom zullen deze uitgaven verder toenemen en blijf ik u hierover informeren per (vertrouwelijke) Kamerbrief, in de tweede suppletoire begrotingswet 2022 en in de begroting van 2023. Op 9 juni jongstleden heb ik in mijn Kamerbrief betreffende Update levering militaire goederen Oekraïne (Kamerstuk 2021/2022 22 054, nr. 366) aangegeven dat Defensie voor € 130,4 miljoen aan militaire steun heeft verleend.
3.
Hoe worden de vergoedingen van de declaraties bij de Europese Vredesfaciliteit verwerkt op de begroting?
Lidstaten is verzocht om aan te geven wanneer ze de vergoedingen van de Europese Vredes Faciliteit (EPF) willen ontvangen, met daarbij het verzoek de vergoeding te spreiden over de komende jaren om binnen het totaalplafond van het EPF te blijven. Lidstaten is verzocht geen opgave te doen voor 2022 omdat dit jaar het EPF-plafond bereikt is. Defensie heeft verzocht om de vergoeding vanuit het EPF in 2026 te ontvangen, omdat in dat jaar de meeste vervangingen gepland staan. Voorgaand verzoek is afgestemd met het Ministerie van Financiën. Deze vergoeding zal in het Defensiematerieelbegrotingsfonds verwerkt worden.
4.
Waarom is bij artikel 7 DMO het budget voor gereedstelling met 7,1 miljoen euro gedaald? Hoe draagt dit bij aan het herstel van de gereedheid?
Op artikel 7 DMO budgettaire post gereedstelling is alleen nog budget voor brandstof beschikbaar sinds de komst van het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Doordat Defensie de Multi Role Tanker Transportvliegtuig (MRTT) in gebruik heeft genomen ter vervanging van het KDC-10 tanker- en transportvliegtuig is er minder brandstof nodig omdat de MRTT zuiniger is in brandstofverbruik dan de KDC-10. Hiermee bespaart Defensie in 2022 structureel op het brandstofbudget € 7,1 miljoen. Het vrijvallende budget zal worden gebruikt voor financiering van (toekomstige) verwervingen.
5.
Voor welke projecten worden de aanvullende verplichtingen in het jaar 2022 aangegaan?
Sinds 2021 wordt er over de defensieprojecten gerapporteerd in het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF). Artikel 6 uit de defensiebegroting X wordt nu verder gespecificeerd in het DMF, artikel 1 tot en met 6. In 2022 wordt er in elk artikel van het DMF budget toegevoegd middels de eerste suppletoire begroting. De budgettaire post verplichtingen bevat budget voor zowel instandhoudings- als verwervingsprojecten. Voorbeelden hiervan zijn het Infanterie Gevechtsvoertuig CV90, het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) en de incidentele suppletoire begroting (Kamerstuk 36 092) voor munitie. Het toegevoegde budget bestaat voornamelijk uit de prijsbijstelling, eindejaarsmarge en een correctie op recente valutakoersverschillen.
6.
Over welk deel van de aanvullende verplichtingen in 2022 is de Kamer al geïnformeerd door middel van DMP-brieven? Wanneer kan de Kamer de ontbrekende DMP-brieven verwachten?
Het aanvullende verplichtingenbudget is voornamelijk toegevoegd aan projecten in realisatie. Voor projecten in realisatie zijn de DMP-brieven reeds verstuurd aan de Kamer. Voorbeelden hiervan zijn het project Infanterie Gevechtsvoertuig CV90, het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) en de incidentele suppletoire begroting (Kamerstuk 36 092) voor munitie. De Kamer wordt over de voortgang en aanpassingen op lopende projecten geïnformeerd via het Defensie Projectenoverzicht (Kamerstuk 27 830, nr. 344 van 23 september 2021). In zowel de Defensienota 2022 als in het Defensie Projectenoverzicht is als bijlage een «indicatieve vooruitblik investeringsprogramma» opgenomen. In dit overzicht staat per project het verwachte moment van de eerstvolgende DMP-brief vermeld.