Gepubliceerd: 25 mei 2022
Indiener(s): Sigrid Kaag (viceminister-president , minister financiën) (D66)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36120-IX-2.html
ID: 36120-IX-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2021‒2022

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);

  • 2. de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Vanwege de spoedeisende maatregelen zijn op respectievelijk 1 maart 2022 en 26 april 2022 de eerste en tweede incidentele suppletoire begroting (ISB) naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling van de ISB's in de Eerste Kamer heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting (inclusief nota's van wijziging) als de mutaties die bij ISB's zijn opgenomen.

De Minister van Financiën,S.A.M. Kaag

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting IX 2022 inclusief de nota's van wijziging en ISB's van het ministerie van Financiën (IXB) en Nationale schuld (IXA).

In hoofdstuk 2 zijn de overzichten opgenomen met de belangrijkste mutaties: in paragraaf 2.1 voor artikel 1 t/m 13 van IXB en in paragraaf 2.2 voor artikel 11 en 12 van IXA.

Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 bevatten per beleidsartikel een budgettaire tabel. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in de onderstaande staffel (tabel 1) toegelicht. Vanwege de staffel kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutatie op het artikel.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Beleidsmatige mutaties zijn het gevolg van nieuw beleid. Technische mutaties zijn het gevolg van bestaand beleid (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen).

De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB

In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven- (tabel 2) en ontvangstenmutaties (tabel 3) weergegeven.

Tabel 2 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2022

Vastgestelde begroting 2022 na NvW en ISB's

 

11.183.192

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Aanpassing BIR-verdeelsleutelsystematiek

1

‒ 20.000

2) Tegemoetkoming MSNP (saldopost)

1

4.873

3) Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

2

23.700

4) Lening KLM

3

722.917

5) Btw-compensatiefonds

6

14.757

6) Eindejaarsmarge

10

44.524

7) Loon- en prijsbijstelling

10

194.646

8) Coalitieakkoord - Uitvoeringskosten Belastingdienst

10

14.000

9) Coalitieakkoord - Toeslagen

13

150.000

10) Toeslagenherstel

13

137.900

11) Kasschuif Toeslagenherstel

13

‒ 324.900

12) Overige kasschuiven

div

‒ 79.839

13) Knelpunten Financiën (saldopost)

div

‒ 38.500

14) Desalderingen

div

18.341

15) Overige mutaties

 

16.773

Stand 1e suppletoire begroting 2022

 

12.062.384

Toelichting

  • 1. Aanpassing BIR-verdeelsleutelsystematiek: De raming van de renteuitgaven, de renteontvangsten en de boeteontvangsten wordt verlaagd met respectievelijk € 20 mln., € 236 mln. en € 36 mln. vanwege een aangepaste verdeelsleutelsystematiek per 1 januari 2022 (zie voor de rente- en de boeteontvangsten ook de toelichting onder ontvangstenmutaties 2. Aanpassing verdeelsystematiek op pagina 8). Deze aanpassing is aangekondigd bij de startnota1 en is budgetneutraal aangezien er een verhoging van de raming plaatsvindt bij de Sociale Fondsen met dezelfde bedragen. De uitgaven en ontvangsten van de belasting- en invorderingsrente en de boeteontvangsten hangen samen met de heffing van diverse belastingen. Voor de loon- en inkomstenheffing geldt dat deze gecombineerd wordt geheven met premies volksverzekeringen (AOW, Anw en Wlz). Dat betekent dat het totaal van de ontvangsten en uitgaven van de belasting- en invorderingsrente en de boeteontvangsten verdeeld worden tussen de begroting van het ministerie van Financiën en die van de Sociale Fondsen.

  • 2. Tegemoetkoming MSNP (saldopost): De Belastingdienst heeft onterecht verzoeken tot minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (MSNP) afgewezen op grond van alleen een registratie in de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV), de kwalificatie Opzet/Grove Schuld of de hoogte van iemands schulden. Mensen die in grote financiële problemen zaten, zijn hierdoor ten onrechte niet geholpen en kunnen zelfs in grotere (financiële) problemen zijn geraakt. De Tweede Kamer is eind maart reeds geïnformeerd over de vormgeving en opties voor uitvoering van de tegemoetkoming2. In juni 2022 wordt uw Kamer per brief nader geïnformeerd over de verdere contouren van een tegemoetkomingsregeling. De € 4,8 mln. in bovenstaande tabel betreft extra verwachte uitgaven op artikel 1 Belastingen in 2022. De overige verwachte uitgaven in 2022 (€ 25 mln.) worden binnen artikel 1 Belastingen opgevangen.

  • 3. Convertibiliteit Oekraïense hryvnia: Conform de raadsaanbeveling van de Europese Commissie wordt er een regeling opgezet voor Oekraïense ontheemden om contante Oekraïense valuta (hryvnia's) om te kunnen wisselen voor euro's3. Om de regeling in Nederland in werking te kunnen laten treden is naar verwachting een bedrag oplopend tot maximaal € 23,3 mln. nodig om de valuta te kunnen opkopen. Hier staat tegenover dat deze valuta verkocht zullen worden (zie de toelichting onder ontvangstenmutaties 7. Convertibiliteit Oekraïense hryvnia op pagina 8). Volgens de raadsaanbeveling dienen geen transactiekosten in rekening te worden gebracht. De uitvoeringskosten, onder andere transactiekosten en verwerkingskosten, worden geschat op € 0,4 mln. De uitgaven worden generaal gedekt.

  • 4. Lening KLM: Als onderdeel van het pakket aan steunmaatregelen van de Nederlandse Staat aan KLM in 2020, is een directe lening verstrekt met een omvang van maximaal € 1 mld. KLM heeft in 2020 € 277,1 mln. getrokken op deze lening. In 2021 heeft KLM niet getrokken op de lening. Het resterende bedrag op de lening (€ 722,9 mln.) wordt overgeheveld naar 2022.

  • 5. Btw-compensatiefonds: Als gevolg van een overheveling van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag zonder btw toegevoegd aan het Gemeente- of Provinciefonds. Het geraamde btw-deel (€ 14,8 mln.) wordt in het Btw-compensatiefonds (BCF) gestort. Gemeenten en provincies kunnen de betaalde btw terugvragen uit het Btw-compensatiefonds.

  • 6. Eindejaarsmarge: De eindejaarsmarge van € 44,5 mln. wordt toegevoegd aan de begroting van het ministerie van Financiën.

  • 7. Loon- en prijsbijstelling: De loon- en prijsbijstelling wordt voor het jaar 2022 toegevoegd aan de begroting van het ministerie van Financiën.

  • 8. Coalitieakkoord - Uitvoeringskosten Belastingdienst: In 2022-2025 is er € 290 mln. op de Aanvullende Post (AP) gereserveerd voor de uitvoering van het coalitieakkoord, Europese wetgeving en nieuwe fiscale maatregelen door de Belastingdienst. Op basis van de op dit moment vastgestelde uitvoeringstoetsen, wordt € 14 mln. in 2022 en € 85,8 mln. cumulatief in 2023-2025 overgeheveld van de AP naar de begroting van het ministerie van Financiën.

  • 9. Coalitieakkoord - Toeslagen: Zoals gemeld in de startnota van kabinet-Rutte IV, worden de programmamiddelen voor Toeslagenherstel voor € 150 mln. doorgeschoven van 2021 naar 2022. Hiervan komt € 120 mln. toe aan de forfaitaire compensatie en de integrale beoordeling en € 30 mln. aan de private schuldenoplossing.

  • 10. Toeslagenherstel: Ten behoeve van onder andere extra uitvoeringskosten van de uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) doet het ministerie van Financiën voor € 409,3 mln. (waarvan € 87,8 mln. in 2022) een beroep op de reservering op de AP. Daarnaast leiden verschillende begrotingsmutaties de komende jaren naar verwachting tot een budgettair tekort. Financiën kan dit grotendeels inpassen binnen reeds toegekende middelen en met de inzet van bestaande AP-reserveringen voor Toeslagenherstel. Voor het resterende tekort wordt € 218 mln. (waarvan € 50,1 mln. in 2022) aan generale middelen beschikbaar gesteld. Dit totaal aan extra middelen (€ 137,9 mln. in 2022; € 627,3 cumulatief) komt ten goede aan het apparaatsbudget voor het programma-DG Herstel, de uitwerking van de herijking van de aanpak van het Toeslagenherstel, uitgaven aan toegezegd beleid voor emotioneel herstel (o.a. leven op de rit en niet-financiële hulp aan kinderen) en apparaatskosten.

  • 11. Kasschuif Toeslagenherstel: Om het geheel van meerjarige budgetten voor het herstel van Toeslagen aan te laten sluiten op het ritme van uitbetaling, is een kasschuif nodig.

  • 12. Overige kasschuiven: Dit betreft een aantal kasschuiven, waaronder voor de Belastingdienst, het Ultimate Beneficial Owners (UBO) Register en het programma Informatiehuishouding op Orde.

  • 13. Knelpunten Financiën (saldopost): Binnen de Financiënbegroting worden diverse budgetten herschikt en doorgeschoven naar latere jaren om problematiek binnen de begroting op te lossen en de beleidsplannen van het nieuwe kabinet uit te voeren. Zo worden onder meer middelen overgeheveld van artikel 10 Nog Onverdeeld voor diverse bedrijfsvoeringsknelpunten en organisatorische veranderingen bij het beleidsdepartement van Financiën. Ook worden middelen overgeheveld vanuit de voorziening voor de uitvoeringskosten van fiscale wet- en regelgeving door de Belastingdienst naar artikel 1 Belastingen. Het saldo van de uitgaven en inkomsten op deze reeks is over de jaren heen sluitend.

  • 14. Desalderingen: De mutaties betreffen voornamelijk de desalderingen van uitgaven voor diensten door de Belastingdienst aan andere (overheids)partijen op basis van afgesloten contracten.

Tabel 3 Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2022

Vastgestelde begroting 2022 na NvW en ISB's

 

187.834.085

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Belastingontvangsten

1

‒ 4.619.977

2) Aanpassing BIR-verdeelsleutelsystematiek

1

‒ 272.000

3) Belasting- en invorderingsrente (BIR)

1

‒ 36.000

4) Boetes en schikkingen

1

‒ 70.000

5) Doorbelasten kosten vervolging

1

‒ 65.000

6) Tegemoetkoming MSNP (saldopost)

1

17.500

7) Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

2

23.250

8) Verkoop vermogenstitels: ABN Amro aandeleninkoop

3

281.300

9) Dividenden staatsdeelnemingen

3

32.358

10) Vervroegde aflossing lening Griekenland

4

159.919

11) Btw-compensatiefonds

6

14.757

12) Knelpunten Financiën (saldopost)

div

‒ 2.353

13) Desalderingen

div

18.341

14) Overige mutaties

 

792

Stand 1e suppletoire begroting 2022

 

183.316.972

Toelichting

  • 1. Belastingontvangsten: In de Voorjaarsnota 2022 worden de mutaties van de Belastingontvangsten toegelicht.

  • 2. Aanpassing BIR-verdeelsleutelsystematiek: Naar aanleiding van een aangepaste verdeelsleutelsystematiek worden de ontvangsten met € 272 mln. verlaagd. Het betreft € 236 mln. minder ontvangsten belasting- en invorderingsrente en € 36 mln. minder boeteontvangsten. Zie ook de toelichting onder uitgavenmutaties 1. Aanpassing verdeelsleutelsystematiek op pagina 5.

  • 3. Belasting- en invorderingsrente (BIR): De coronamaatregel4 over het verlaagde invorderingsrentepercentage van 0,01% is verlengd van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022. Daarna wordt het percentage per half jaar stapsgewijs teruggebracht naar het oude niveau van 4% voor belastingen. Dit resulteert in een verlaging van geraamde renteontvangsten van € 36 mln.

  • 4. Boetes en schikkingen: Betreft € 70 mln. lagere verwachte ontvangsten van verzuimboetes in 2022 naar aanleiding van de aanvullende coronamaatregelen56. Om de liquiditeitsproblemen van ondernemers te verlichten heeft het kabinet het uitstel van betaling van belastingen verlengd tot en met 31 maart 2022. Dit geldt voor de ondernemers die nog openstaande belastingschulden hebben onder het bijzonder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis.

  • 5. Doorbelasten kosten vervolging: Betreft € 65 mln. lagere verwachte ontvangsten in 2022 naar aanleiding van de aanvullende coronamaatregelen. Zie de toelichting onder 4. Boetes en schikkingen.

  • 6. Tegemoetkoming MSNP (saldopost): De € 17,5 mln. in bovenstaande tabel betreft de extra niet-belastingontvangsten op artikel 1 Belastingen in 2022 die ten goede komen aan het budget voor de tegemoetkoming MSNP. Zie ook de toelichting onder uitgavenmutaties 2. Tegemoetkoming MSNP (saldopost) op pagina 5.

  • 7. Convertibiliteit Oekraïense hryvnia: Er wordt een regeling opgezet voor Oekraïense ontheemden om Oekraïense bankbiljetten (hryvnia's) om te kunnen wisselen voor euro's. Na omwisseling van de hryvnia's zal, zodra de situatie dit toelaat, de valuta worden omgewisseld door DNB bij de nationale centrale bank van Oekraïne. Naar verwachting vloeit dan een bedrag oplopend tot maximaal € 23,3 mln. terug naar de Staat, afhankelijk van de afspraken die worden gemaakt met de Oekraïense centrale bank.

  • 8. Verkoop vermogenstitels: ABN Amro aandeleninkoop: ABN Amro voert in 2022 een inkoopprogramma uit. De staat ontvangt op basis van het huidige aandelenbelang naar verwachting € 281,3 mln 7.

  • 9. Dividenden staatsdeelnemingen: De dividendontvangsten in 2022 vallen € 32,4 mln. hoger uit. Met name door een dividendbelastingteruggave die eerder was begroot in 2021, maar in 2022 zal worden ontvangen.

  • 10. Vervroegde aflossing lening Griekenland: De ontvangsten voor de aflossing van de lening aan Griekenland zijn met circa € 160 mln. naar boven bijgesteld. Griekenland heeft een aanvraag gedaan om een deel van de lening onder de Greek Loan Facility (GLF) vervroegd af te lossen. Hierdoor verschuift de aflossing die voor 2023 was voorzien naar 2022.

  • 11. Btw-compensatiefonds: Zie de toelichting onder uitgavenmutaties 5. Btw-compensatiefonds op pagina 6.

  • 12. Knelpunten Financiën: Zie de toelichting onder uitgavenmutaties 13. Knelpunten Financiën op pagina 7.

  • 13. Desalderingen: Zie de toelichting onder uitgavenmutaties 14. Desalderingen op pagina 7.

2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA

In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven- (tabel 4) en ontvangstenmutaties (tabel 5) weergegeven.

Tabel 4 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2022

Vastgestelde begroting 2022 na NvW en ISB's

 

36.145.806

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Rente vaste schuld

11

194.000

2) Verstrekte leningen

12

300.000

3) Overige mutaties

 

6.679

Stand 1e suppletoire begroting 2022

 

36.646.485

Toelichting

1. Rente vaste schuld: De rentelasten vaste schuld vallen in 2022 naar verwachting hoger uit. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. De rentetarieven zijn nu hoger dan geraamd in de ontwerpbegroting 2022. Hierdoor ontstaat een tegenvaller van € 194 mln.2. Verstrekte leningen: Naar verwachting worden er meer leningen verstrekt aan de deelnemers van het schatkistbankieren dan eerder geraamd. De raming wordt daardoor met € 300 mln. naar boven bijgesteld.

Tabel 5 Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2022

Vastgestelde begroting 2022 na NvW en ISB's

 

62.666.360

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Rente vlottende schuld

11

‒ 235.000

2) Rente derivaten

11

‒ 294.000

3) Uitgifte vaste schuld

11

‒ 9.016.000

4) Mutatie vlottende schuld

11

22.744.000

5) Mutatie in rekening courant en deposito

12

2.961.720

6) Aflossingen op leningen

12

‒ 87.504

7) Overige mutaties

 

5.642

Stand 1e suppletoire begroting 2022

 

78.745.218

Toelichting

1. Rente vlottende schuld: De raming van de rentebaten op de vlottende schuld valt € 235 mln. lager uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De korte rente is minder negatief dan de rente waarmee in de ontwerpbegroting 2022 rekening is gehouden. De lagere rentebaten zijn het saldo van meerdere mutaties die uit deze wijzigingen volgen.

2. Rente derivaten: Er worden in 2022 € 294 mln. minder rentebaten op derivaten verwacht dan eerder geraamd. Dit komt met name door de voortijdige beëindiging van rentederivaten waardoor meerjarig geraamde rentebaten al in 2021 zijn ontvangen.

3. Uitgifte vaste schuld: De raming voor de uitgifte van de vaste schuld is met € 9,0 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het financieringsplan 20228. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat voor 2022 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen.

4. Mutatie vlottende schuld: De vlottende schuld stijgt met € 22,7 mld. Dit is het gevolg van een hogere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is toegenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt. 

5. Mutatie in rekening courant en deposito: Uit een actualisatie van de raming van uitgaven en inkomsten van Sociale Fondsen blijkt dat deze fondsen naar verwachting meer geld gaan storten in de schatkist (€ 3,0 mld.). Dit betekent dat de geraamde mutatie in het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s stijgt. De mutaties worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren. Als een deelnemer een uitgave doet zal het aangehouden saldo op de rekening-courant dalen en dit betekent een uitgave op artikel 12 Kasbeheer. Een ontvangst van een deelnemer wordt gestort op de rekening-courant en dit zorgt voor een ontvangst op artikel 12 Kasbeheer.

6. Aflossingen op leningen: Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen die door de Agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van schatkistbankieren zijn afgesloten € 87,5 mln. lager zullen uitvallen dan geraamd in de ontwerpbegroting 2022.

2.3 Overzicht Coronamaatregelen

In onderstaande tabel worden de coronagerelateerde uitgaven- en ontvangsten weergegeven per begrotingsartikel. In onderstaande tabel zijn bijbehorende kamerstukken opgenomen voor verdere toelichting. Ook is een uitgebreid overzicht terug te vinden op de pagina «Overheidsfinanciën in coronatijd» op www.Rijksfinanciën.nl.

Tabel 6 Overzicht coronamaatregelen (bedragen x € 1 mln.)

Art.

Naam maatregel/regeling

Bedrag verplichtingen 2022

Bedrag uitgaven 2022

Bedrag ontvangsten 2022

Relevante Kamerstukken

1

Belasting- en invorderingsrente

‒ 16,0

‒ 16,0

‒ 229,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 412, nr. 1, 35 466, nr. 1 en 35 540, nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 35 850 nr. 1 en 35 420, nr. 348

1

Boetes en schikkingen

0,0

0,0

‒ 90,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 412, nr. 1, 35 466, nr. 1 en 35 540, nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 35 850 nr. 1 en 35 420, nr. 348

1

Kosten vervolging

0,0

0,0

‒ 85,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 412, nr. 1, 35 466, nr. 1 en 35 540, nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 35 850 nr. 1 en 35 420, nr. 348

3

Steunmaatregelen KLM

0,0

722,9

65,5

Kamerstukken II 2019-2020, 35 505, nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 29 232, nr. 41

4

EIB pan-Europees Garantiefonds

0,0

96,4

0,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 492, nr. 1 en 35 492, nr. 2

5

Herverzekering leverancierskredieten

0,7

20,7

20,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 433, nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 35 420, nr. 314

3 Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)

3.1 Artikel 1 Belastingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

3.288.160

0

3.288.160

‒ 13.629

3.274.531

76.349

101.018

37.564

1.491

          

Uitgaven (1) + (2)

3.098.706

0

3.098.706

‒ 13.629

3.085.077

76.349

101.018

37.564

1.491

          

(1) Apparaatsuitgaven

2.850.155

0

2.850.155

8.363

2.858.518

69.992

70.516

24.141

‒ 475

          

Personele uitgaven

2.392.398

0

2.392.398

51.002

2.443.400

87.409

74.939

57.183

27.250

Eigen personeel

2.010.149

0

2.010.149

342

2.010.491

53.293

45.073

46.221

18.963

Inhuur externen

374.109

0

374.109

51.240

425.349

34.546

30.296

11.392

8.717

Overig personeel

8.140

0

8.140

‒ 580

7.560

‒ 430

‒ 430

‒ 430

‒ 430

          

Materiële uitgaven

457.757

0

457.757

‒ 42.639

415.118

‒ 17.417

‒ 4.423

‒ 33.042

‒ 27.725

ICT

31.591

0

31.591

‒ 6.000

25.591

‒ 6.000

‒ 6.000

‒ 6.000

‒ 6.000

Bijdrage aan SSO's

322.432

0

322.432

‒ 25.609

296.823

10.325

19.195

‒ 9.452

‒ 14.598

Overig materieel

103.734

0

103.734

‒ 11.030

92.704

‒ 21.742

‒ 17.618

‒ 17.590

‒ 7.127

          

(2) Programma-uitgaven

248.551

0

248.551

‒ 21.992

226.559

6.357

30.502

13.423

1.966

          

Bekostiging

1.250

0

1.250

1.950

3.200

1.950

1.950

1.950

1.950

Vergoeding proceskosten

1.250

0

1.250

1.950

3.200

1.950

1.950

1.950

1.950

          

Garanties

250

0

250

‒ 89

161

‒ 89

‒ 89

‒ 89

‒ 89

Garantie procesrisico's

250

0

250

‒ 89

161

‒ 89

‒ 89

‒ 89

‒ 89

          

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

12.089

0

12.089

2.387

14.476

2.407

2.407

2.407

2.407

Waarderingskamer

2.381

0

2.381

‒ 32

2.349

‒ 32

‒ 32

‒ 32

‒ 32

Kadaster

2.045

0

2.045

720

2.765

720

720

720

720

Kamer van Koophandel

430

0

430

‒ 109

321

‒ 109

‒ 109

‒ 109

‒ 109

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

7.233

0

7.233

1.808

9.041

1.828

1.828

1.828

1.828

          

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

453

0

453

7

460

7

7

7

7

Internationale Douaneraad

178

0

178

0

178

0

0

0

0

Overige internationale organisaties

275

0

275

7

282

7

7

7

7

          

Opdrachten

374.126

0

374.126

‒ 22.066

352.060

1.895

20.241

22.658

14.376

ICT opdrachten

318.910

0

318.910

‒ 24.883

294.027

‒ 4.653

13.693

16.110

7.828

Overige opdrachten

55.216

0

55.216

2.817

58.033

6.548

6.548

6.548

6.548

          

Bijdrage aan agentschappen

77.667

0

77.667

2.012

79.679

‒ 1.060

‒ 910

‒ 910

‒ 1.110

Bijdrage Logius

75.257

0

75.257

3.122

78.379

50

200

200

0

Bijdrage overige agentschappen

2.410

0

2.410

‒ 1.110

1.300

‒ 1.110

‒ 1.110

‒ 1.110

‒ 1.110

          

(Schade)vergoeding

5.163

0

5.163

13.538

18.701

23.525

23.525

‒ 2.413

‒ 2.413

(Schade)vergoedingen

5.163

0

5.163

13.538

18.701

23.525

23.525

‒ 2.413

‒ 2.413

          

Rente

141.000

0

141.000

‒ 19.731

121.269

‒ 22.278

‒ 16.629

‒ 10.187

‒ 13.162

Belasting- en invorderingsrente

141.000

0

141.000

‒ 19.731

121.269

‒ 22.278

‒ 16.629

‒ 10.187

‒ 13.162

          

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

‒ 363.447

0

‒ 363.447

0

‒ 363.447

0

0

0

0

Toerekening uitgaven aan Douane

‒ 171.745

0

‒ 171.745

0

‒ 171.745

0

0

0

0

Toerekening uitgaven aan Toeslagen

‒ 191.702

0

‒ 191.702

0

‒ 191.702

0

0

0

0

          

Ontvangsten (3) + (4)

182.389.112

‒ 80.000

182.309.112

‒ 5.029.198

177.279.914

17.444.306

18.109.328

22.594.637

26.009.771

          

Programma-ontvangsten (3)

182.296.879

‒ 80.000

182.216.879

‒ 5.052.708

177.164.171

17.428.130

18.094.645

22.579.930

26.000.064

          

waarvan: Belastingontvangsten

181.282.055

‒ 80.000

181.202.055

‒ 4.619.977

176.582.078

17.688.408

18.215.274

22.631.117

26.079.226

          

Bekostiging

135.644

0

135.644

‒ 128.644

7.000

‒ 75.051

‒ 46.310

‒ 17.335

‒ 17.335

Doorbelasten kosten vervolging

135.644

0

135.644

‒ 128.644

7.000

‒ 75.051

‒ 46.310

‒ 17.335

‒ 17.335

          

Rente

665.616

0

665.616

‒ 242.545

423.071

‒ 121.642

‒ 25.000

‒ 1.421

‒ 29.422

Belasting- en invorderingsrente

665.616

0

665.616

‒ 242.545

423.071

‒ 121.642

‒ 25.000

‒ 1.421

‒ 29.422

          

Boetes en schikkingen

213.564

0

213.564

‒ 61.542

152.022

‒ 63.585

‒ 49.319

‒ 32.431

‒ 32.405

Ontvangsten boetes en schikkingen

213.564

0

213.564

‒ 61.542

152.022

‒ 63.585

‒ 49.319

‒ 32.431

‒ 32.405

          

Apparaatsontvangsten (4)

92.233

0

92.233

23.510

115.743

16.176

14.683

14.707

9.707

Tabel 8 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

3.288.160

0

3.288.160

‒ 13.629

3.274.531

76.349

101.018

37.564

1.491

waarvan garantieverplichtingen

405

0

405

‒ 89

316

‒ 89

‒ 89

‒ 89

‒ 89

waarvan overige verplichtingen

3.287.755

0

3.287.755

‒ 13.540

3.274.215

76.438

101.107

37.653

1.580

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De raming voor de personele uitgaven wordt met € 51 mln. verhoogd. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

  • € 13 mln. hogere verwachte uitgaven aan externe inhuur in verband met de later dit jaar uit te voeren tegemoetkomingsregeling MSNP. De Tweede Kamer is in maart geïnformeerd over de vormgeving en opties voor uitvoering van de tegemoetkoming9. In juni wordt de Kamer per brief nader geïnformeerd over de verdere contouren van een tegemoetkomingsregeling.

  • € 23 mln. hogere personele uitgaven als gevolg van een verschuiving van materieel budget naar personeel budget. Dit betreft kosten voor personele ondersteuning op het domein van de bedrijfsvoering om de sturing en beheersing van de Belastingdienst te verbeteren en voor de wervingscapaciteit en dienstverlening door SSO O&P.

  • € 22 mln. hogere personele uitgaven ten behoeve van de uitvoering van fiscale wet- en regelgeving door de Belastingdienst. Hiervoor staan middelen gereserveerd op artikel 10 Nog Onverdeeld, die nu worden overgeheveld naar artikel 1 Belastingen.

  • Daarnaast worden een aantal overboekingen gedaan tussen andere artikelen en begrotingen voor de diensten die de Belastingdienst levert en worden enkele herschikkingen gedaan om de uitvoeringskosten MSNP in te kunnen passen.

Materiële uitgaven

De raming voor materiële uitgaven wordt met € 43 mln. verlaagd, met name als gevolg van:

  • Een verschuiving van € 23 mln. van materieel naar personeel budget. Dit betreft bedrijfsvoeringskosten die niet onder materiële maar onder personele uitgaven vallen.

  • Een verschuiving van € 10 mln. van materieel budget naar personeel budget voor de benodigde extra capaciteit om adequate dienstverlening te kunnen bieden aan ondernemers met betalingsproblemen nadat de invordering na corona weer wordt opgestart.

  • Een aantal technische verschuivingen van materieel budget naar andere budgetten op artikel 1 Belastingen naar aanleiding van een herijking.

Opdrachten

De lagere uitgaven van € 22 mln. aan ICT- en overige opdrachten worden met name verklaard door:

  • Een kasschuif van € 27 mln. naar latere jaren op ICT-opdrachten naar aanleiding van een herijking van de verwachten uitgaven.

  • € 6,5 mln. in te zetten voor het verhogen van de cyberweerbaarheid, dat deels op andere budgetten op artikel 1 Belastingen landt. Het kabinet heeft in het coalitieakkoord doelen gesteld op het terrein van cybersecurity. De Belastingdienst geeft - in lijn met het coalitieakkoord - de noodzakelijke uitwerking om de cyberweerbaarheid te versterken.

  • Een aantal technische verschuivingen van budget dat eerder verantwoord werd onder materiële uitgaven.

(Schade)vergoeding

Dit budget wordt met € 14 mln. verhoogd in verband met de verwachte uitgaven in 2022 voor de tegemoetkomingsrgeling MSNP.

Rente

De raming van de renteuitgaven, de renteontvangsten en de boeteontvangsten wordt verlaagd met respectievelijk € 20 mln., € 236 mln. en € 36 mln. vanwege een aangepaste verdeelsleutelsystematiek per 1 januari 2022. Deze aanpassing is aangekondigd bij de startnota10 en is budgetneutraal aangezien er een verhoging van de raming plaatsvindt bij de Sociale Fondsen met dezelfde bedragen. De uitgaven en ontvangsten van de belasting- en invorderingsrente en de boeteontvangsten hangen samen met de heffing van diverse belastingen. Voor de loon- en inkomstenheffing geldt dat deze gecombineerd wordt geheven met premies volksverzekeringen (AOW, Anw en Wlz). Dat betekent dat het totaal van de ontvangsten en uitgaven van de belasting- en invorderingsrente en de boeteontvangsten verdeeld worden tussen de begroting van het ministerie van Financiën en die van de Sociale Fondsen.

Ontvangsten

Bekostiging

De ontvangsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten worden € 129 mln. lager geraamd. De belangrijkste oorzaken:

  • € 65 mln. lagere verwachte ontvangsten in 2022 naar aanleiding van de aanvullende coronamaatregelen. Om de liquiditeitsproblemen van ondernemers te verlichten, heeft het kabinet het uitstel van betaling van belastingen verlengd tot en met maart 202211. Dit geldt voor de ondernemers die nog openstaande belastingschulden hebben onder het bijzonder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis.

  • € 86 mln. lagere ontvangsten in verband met het project Vervolgingskosten12. Dit project is opgestart omdat belastingplichtigen mogelijk teveel vervolgingskosten hebben betaald, doordat na vermindering van een aanslag de daarbij behorende vervolgingskosten niet altijd zijn verminderd. Om vast te stellen of er sprake is van onterechte vervolgingskosten en om welke bedragen het gaat, moeten de aanslagen opnieuw worden beoordeeld.

Rente

De ontvangstenraming van de belasting- en invorderingsrente is € 243 mln. lager. Dit heeft de volgende oorzaken:

  • Een verlaging van € 236 mln. in 2022 vanwege een aangepaste verdeelsleutelsystematiek: zie de toelichting onder 'Verplichtingen en uitgaven'.

  • De coronamaatregel13over het verlaagde invorderingsrentepercentage van 0,01% is verlengd van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022. Daarna wordt het percentage per half jaar stapsgewijs teruggebracht naar het oude niveau van 4% voor belastingen. Dit resulteert in een verlaging van geraamde renteontvangsten van € 36 mln.

  • Een positieve ramingsbijstelling van € 29 mln. op basis van de realisatiecijfers.

Boetes en schikkingen

De raming van de boeteontvangsten is € 62 mln. lager. Dit heeft de volgende oorzaken:

  • Een verlaging van € 36 mln. in 2022 vanwege een aangepaste verdeelsleutelsystematiek: zie de toelichting onder 'Verplichtingen en uitgaven'.

  • € 70 mln. lagere verwachte ontvangsten van verzuimboetes in 2022 naar aanleiding van de aanvullende coronamaatregelen. Om de liquiditeitsproblemen van ondernemers te verlichten, heeft het kabinet het uitstel van betaling van belastingen verlengd tot en met 31 maart 2022. Dit geldt voor de ondernemers die nog openstaande belastingschulden hebben onder het bijzonder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis.

  • Een positieve ramingsbijstelling van € 44 mln. op basis van de realisatiecijfers.

Apparaatsontvangsten

De raming van de apparaatsontvangsten is € 24 mln. hoger. als gevolg van aanvullende diensten die de Belastingdienst levert aan andere overheidspartijen waarbij zij de kosten doorberekent. Het gaat met name om diensten op het gebied van huisvesting (zoals voor Domeinen Roerende Zaken) en ICT (zoals videoconferencing en Logius).

Belastingontvangsten

In de Voorjaarsnota 2022 worden de mutaties van de Belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de Voorjaarsnota en de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:

Tabel 9 Belastingontvangsten (Bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022

Nvw en ISB's

Vastgestelde begroting 2022 na NvW en ISB's (1)

Mutatie 1e suppletoire begroting (2)

Stand 1e suppletoire begroting 2022 (3) = (1+2)

Totaal belastingontvangsten

223.125.918

0

223.125.918

‒ 1.384.261

221.741.657

– /– Afdracht Gemeentefonds

35.597.115

80.000

35.677.115

2.959.036

38.636.151

– /– Afdracht Provinciefonds

2.540.680

0

2.540.680

256.295

2.796.975

– /– Afdracht BES-fonds

42.390

0

42.390

4.926

47.316

– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds

3.663.678

0

3.663.678

15.459

3.679.137

Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen

181.282.055

‒ 80.000

181.202.055

‒ 4.619.977

176.582.078

3.2 Artikel 2 Financiële markten

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Financiële markten (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

‒ 540.904

0

‒ 540.904

25.351

‒ 515.553

7.646

2.916

2.285

830

          

Uitgaven

27.997

0

27.997

25.551

53.548

7.646

2.916

2.285

830

          

Bekostiging

5.462

0

5.462

2.746

8.208

1.440

1.560

1.230

1.230

Accountantskamer

1.376

0

1.376

0

1.376

0

0

0

0

Muntcirculatie

3.787

0

3.787

746

4.533

0

0

0

0

IMVO convenanten

57

0

57

0

57

0

0

0

0

Overig

242

0

242

2.000

2.242

1.440

1.560

1.230

1.230

          

Opdrachten

9.421

0

9.421

25.780

35.201

3.336

1.586

1.285

‒ 170

Wijzer in geldzaken

1.698

0

1.698

0

1.698

1.455

1.455

1.455

0

Vakbekwaamheid

4.600

0

4.600

400

5.000

301

301

0

0

Uitvoeringskosten SRH

1.500

0

1.500

‒ 500

1.000

1.000

0

0

0

Schadeloosstelling SRH

0

0

0

650

650

750

0

0

0

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0

0

0

23.250

23.250

0

0

0

0

Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia

0

0

0

450

450

0

0

0

0

Overig

1.623

0

1.623

1.530

3.153

‒ 170

‒ 170

‒ 170

‒ 170

          

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

10.935

0

10.935

‒ 2.975

7.960

3.870

770

770

770

Bijdrage AFM BES-toezicht

705

0

705

0

705

0

0

0

0

Bijdrage DNB toezicht en DGS BES

2.003

0

2.003

0

2.003

0

0

0

0

Bijdrage toezicht en handhaving MIF

460

0

460

‒ 450

10

0

0

0

0

Bijdrage PSD II

558

0

558

‒ 195

363

0

0

0

0

Bijdrage FEC

2.954

0

2.954

770

3.724

770

770

770

770

Overig

4.255

0

4.255

‒ 3.100

1.155

3.100

0

0

0

          

Storting/onttrekking begrotingsreserve

1.625

0

1.625

0

1.625

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

Dotatie begrotingsreserve DGS BES

1.000

0

1.000

0

1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

Dotatie begrotingsreserve NHT

625

0

625

0

625

0

0

0

0

          

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

554

0

554

0

554

0

0

0

0

IASB

420

0

420

0

420

0

0

0

0

(Caribean) Financial Action Task Force

134

0

134

0

134

0

0

0

0

          

Ontvangsten

9.705

0

9.705

24.440

34.145

1.009

2.759

1.455

0

          

Bekostiging

2.000

0

2.000

746

2.746

0

0

0

0

Ontvangsten muntwezen

2.000

0

2.000

746

2.746

0

0

0

0

          

Opdrachten

1.455

0

1.455

23.250

24.705

1.455

1.455

1.455

0

Wijzer in geldzaken

1.455

0

1.455

0

1.455

1.455

1.455

1.455

0

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0

0

0

23.250

23.250

0

0

0

0

          

Ontvangsten

6.250

0

6.250

444

6.694

‒ 446

1.304

0

0

Overig

6.250

0

6.250

444

6.694

‒ 446

1304

0

0

Tabel 11 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

‒ 540.904

0

‒ 540.904

25.351

‒ 515.553

7.646

2.916

2.285

830

waarvan garantieverplichtingen

‒ 568.901

0

‒ 568.901

‒ 200

‒ 569.101

0

0

0

0

Garantie WAKO (kernongevallen)

‒ 568.901

0

‒ 568.901

0

‒ 568.901

0

0

0

0

Garantie DGS BES

0

0

0

‒ 200

‒ 200

0

0

0

0

          

waarvan overige verplichtingen

27.997

0

27.997

25.551

53.548

7.646

2.916

2.285

830

Muntcirculatie

3.787

0

3.787

746

4.533

0

0

0

0

Vakbekwaamheid

4.600

0

4.600

400

5.000

301

301

0

0

Bijdrage DNB toezicht en DGS BES

2.003

0

2.003

0

2.003

0

0

0

0

Bijdrage FEC

2.954

0

2.954

770

3.724

770

770

770

770

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0

0

0

23.250

23.250

0

0

0

0

Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia

0

0

0

450

450

0

0

0

0

Overige betalingsverplichtingen

14.653

0

14.653

‒ 65

14.588

6.575

1.845

1.515

60

Toelichting

Verplichtingen

Overige verplichtingen

Conform de raadsaanbeveling van de Europese Commissie wordt er een regeling opgezet voor Oekraïense ontheemden om contante Oekraïense valuta (hryvnia's) om te kunnen wisselen voor euro's. Om de regeling in Nederland in werking te kunnen laten treden is naar verwachting een bedrag oplopend tot maximaal € 23,3 mln. nodig om de valuta te kunnen opkopen. Hier staat tegenover dat deze valuta verkocht zullen worden (zie 'Ontvangsten').

Volgens de raadsaanbeveling dienen geen transactiekosten in rekening te worden gebracht. De uitvoeringskosten, onder andere transactiekosten en verwerkingskosten, worden geschat op € 0,4 mln. De uitgaven worden generaal gedekt.

Uitgaven

Bekostiging

De raming van de uitgaven stijgt in 2022 met € 2 mln., met name vanwege een herijking van de uitvoeringstoets 'verbod op cashbetalingen boven € 3.000'. Uit de herijking blijkt dat er extra toezichtscapaciteit en daarmee extra budget nodig is om het huidige rakingspercentage van het toezicht (0,93%) te realiseren. Het verbod op contante betalingen vloeit voort uit het plan van aanpak witwassen dat het kabinet op 30 juni 2019 aan de Tweede Kamer heeft gezonden14. Deze middelen worden beschikbaar gesteld aan de Belastingdienst, die het toezicht uitvoert.

Opdrachten

De raming van de uitgaven voor opdrachten stijgt, met name door de oprichting van een projectteam in het kader van mogelijke kandidatuur voor de Anti-Money Laundering Authority (AMLA, € 1,7 mln.). Op 20 juli 2021 heeft de Europese Commissie een wetgevingspakket met anti-witwasmaatregelen gepubliceerd, onderdeel hiervan is de oprichting van AMLA. De helft van de uitgaven worden gedekt vanuit de Financiënbegroting, de andere helft vanuit de HGIS-middelen (Homogene Groep Internationale Samenwerking).

Naar verwachting is een bedrag oplopend tot maximaal € 23,7 mln. nodig om een regeling op te zetten voor Oekraïense ontheemden om contante Oekraïense valuta (hryvnia's) om te kunnen wisselen voor euro's. Zie ook de toelichting onder 'Verplichtingen'.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

De initiële vulling van het Ultimate Beneficial Owners (UBO) register kost meer tijd dan aanvankelijk verwacht. Hierdoor vallen kosten later en worden middelen vanuit 2022 via een kasschuif (€ 3,1 mln.) doorgeschoven naar 2023.

Ontvangsten

Opdrachten

Na omwisseling van de contante Oekraïense valuta (hryvnia's) zal, zodra de situatie dit toelaat, de valuta worden omgewisseld door DNB bij de nationale centrale bank van Oekraïne. Naar verwachting vloeit een bedrag oplopend tot maximaal € 23,3 mln. terug naar de Staat, afhankelijk van de afspraken die worden gemaakt met de Oekraïense centrale bank.

3.3 Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

4.868.425

160.000

5.028.425

‒ 974

5.027.451

0

0

33.000

232.837

          

Uitgaven

618.425

0

618.425

721.943

1.340.368

0

0

33.000

232.837

          

Garanties

20

0

20

0

20

0

0

0

0

Regeling Bijzondere Financieringen

20

0

20

0

20

0

0

0

0

          

Leningen

0

0

0

722.917

722.917

0

0

0

0

Lening KLM

0

0

0

722.917

722.917

0

0

0

0

          

Opdrachten

6.309

0

6.309

0

6.309

0

0

0

0

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

3.678

0

3.678

0

3.678

0

0

0

0

Opstart Invest International

2.631

0

2.631

0

2.631

0

0

0

0

          

Vermogensverschaffing/-onttrekking

607.000

0

607.000

0

607.000

0

0

33.000

232.837

Afdrachten Staatsloterij

100.000

0

100.000

0

100.000

0

0

0

0

Kapitaalinjectie Invest-NL

330.000

0

330.000

0

330.000

0

0

33.000

172.000

Kapitaalinjectie Invest International

177.000

0

177.000

0

177.000

0

0

0

60.837

          

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

5.096

0

5.096

‒ 974

4.122

0

0

0

0

NLFI

5.096

0

5.096

‒ 974

4.122

0

0

0

0

          

Ontvangsten

1.499.963

0

1.499.963

313.220

1.813.183

‒ 416.000

‒ 503.000

‒ 376.000

‒ 357.000

          

Garanties

24.000

0

24.000

0

24.000

0

0

0

0

Premieontvangsten garantie KLM

24.000

0

24.000

0

24.000

0

0

0

0

          

Leningen

41.463

0

41.463

0

41.463

0

0

0

0

Renteontvangsten lening KLM

41.463

0

41.463

0

41.463

0

0

0

0

          

Vermogensverschaffing/-onttrekking

1.430.000

0

1.430.000

313.658

1.743.658

‒ 416.000

‒ 503.000

‒ 376.000

‒ 357.000

Aan-/verkoop vermogenstitels

0

0

0

281.300

281.300

0

0

0

0

Afdrachten Staatsloterij

100.000

0

100.000

0

100.000

0

0

0

0

Dividenden staatsdeelnemingen

1.315.000

0

1.315.000

32.358

1.347.358

‒ 415.000

‒ 490.000

‒ 365.000

‒ 350.000

Winstafdracht DNB

15.000

0

15.000

0

15.000

0

0

0

0

waarvan: Griekse inkomsten SMP

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan: rente-inkomsten ESM

15.000

0

15.000

0

15.000

‒ 1.000

‒ 13.000

‒ 11.000

‒ 7.000

          

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

4.500

0

4.500

‒ 438

4.062

0

0

0

0

NLFI

4.500

0

4.500

‒ 438

4.062

0

0

0

0

Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

4.868.425

160.000

5.028.425

‒ 974

5.027.451

0

0

33.000

232.837

waarvan garantieverplichtingen

0

160.000

160.000

0

160.000

0

0

0

0

Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen

0

160.000

160.000

0

160.000

0

0

0

0

          

waarvan overige verplichtingen

4.868.425

0

4.868.425

‒ 974

4.867.451

0

0

33.000

232.837

Kapitaalinjectie Invest-NL

330.000

0

330.000

0

330.000

0

0

33.000

172.000

Kapitaalinjectie Invest International

177.000

0

177.000

0

177.000

0

0

0

60.837

Afdrachten Staatsloterij

100.000

0

100.000

0

100.000

0

0

0

0

Kapitaalinjectie TenneT

4.250.000

0

4.250.000

0

4.250.000

0

0

0

0

Overige betalingsverplichtingen

11.425

0

11.425

‒ 974

10.451

0

0

0

0

Toelichting

Uitgaven

Leningen

Als onderdeel van het pakket aan steunmaatregelen van de Nederlandse Staat aan KLM in 2020, is een directe lening verstrekt met een omvang van maximaal € 1 mld. KLM heeft in 2020 € 277,1 mln. getrokken op deze lening. In 2021 heeft KLM niet getrokken op de lening. Het resterende bedrag op de lening (€ 722,9 mln.) wordt overgeheveld naar 2022.

Ontvangsten

Vermogensverschaffing /- onttrekking

De verwachte ontvangsten nemen in 2022 met € 313,7 mln. toe. Dit komt met name doordat ABN Amro in 2022 een inkoopprogramma uitvoert. De staat ontvangt op basis van het huidige aandelenbelang naar verwachting € 281,3 mln.

Daarnaast vallen de dividendontvangsten in 2022 € 32,4 mln. hoger uit, met name door een dividendbelastingteruggave die eerder was begroot in 2021, maar in 2022 zal worden ontvangen. De meest recente informatie over het verwachte dividend van de staatsdeelnemingen laat een structurele tegenvaller zien als gevolg van de huidige marktomstandigheden. Enkele deelnemingen hebben te leiden onder de coronacrisis, waardoor hier voorlopig nog geen dividendafdracht verwacht kan worden en de raming naar beneden moet worden bijgesteld.

3.4 Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Internationale financiële betrekkingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

943.419

100.000

1.043.419

502.724

1.546.143

‒ 1.000

‒ 13.000

‒ 11.000

‒ 7.000

          

Uitgaven

402.972

0

402.972

‒ 129

402.843

‒ 1.129

‒ 22.224

‒ 26.606

‒ 24.248

          

Garanties

96.352

0

96.352

0

96.352

0

0

0

0

EIB pan-Europees garantiefonds

96.352

0

96.352

0

96.352

0

0

0

0

          

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

276.883

0

276.883

‒ 129

276.754

‒ 1.129

‒ 22.224

‒ 26.606

‒ 24.248

Rentecompensatie ESM

15.000

0

15.000

0

15.000

‒ 1.000

‒ 13.000

‒ 11.000

‒ 7.000

Wereldbank

261.883

0

261.883

‒ 129

261.754

‒ 129

‒ 9.224

‒ 15.606

‒ 17.248

          

Leningen

27.920

0

27.920

0

27.920

0

0

0

0

Teruggave winsten

27.920

0

27.920

0

27.920

0

0

0

0

          

Opdrachten

1.817

0

1.817

0

1.817

0

0

0

0

Technische assistentie

1.817

0

1.817

0

1.817

0

0

0

0

          

Ontvangsten

165.107

0

165.107

159.919

325.026

‒ 150.343

13.977

11.919

11.112

          

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

5.188

0

5.188

0

5.188

0

0

0

0

Ontvangsten IFI's

1.998

0

1.998

0

1.998

0

0

0

0

Ontvangsten ESM Kapitaal

3.190

0

3.190

0

3.190

0

0

0

0

          

Leningen

159.919

0

159.919

159.919

319.838

‒ 150.343

13.977

11.919

11.112

Aflossing lening Griekenland

159.919

0

159.919

159.919

319.838

‒ 159.919

0

0

0

Renteontvangsten lening Griekenland

0

0

0

0

0

9.576

13.977

11.919

11.112

Tabel 15 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

943.419

100.000

1.043.419

502.724

1.546.143

‒ 1.000

‒ 13.000

‒ 11.000

‒ 7.000

waarvan garantieverplichtingen

‒ 24.710

100.000

75.290

596.852

672.142

0

0

0

0

Garantie aan DNB inzake IMF

0

0

0

614.568

614.568

0

0

0

0

AIIB

0

0

0

‒ 2.226

‒ 2.226

0

0

0

0

Wereldbank

0

100.000

100.000

‒ 15.490

84.510

0

0

0

0

ESM

‒ 24.710

0

‒ 24.710

0

‒ 24.710

0

0

0

0

          

waarvan overige verplichtingen

968.129

0

968.129

‒ 94.128

874.001

‒ 1.000

‒ 13.000

‒ 11.000

‒ 7.000

Rentecompensatie ESM

15.000

0

15.000

0

15.000

‒ 1.000

‒ 13.000

‒ 11.000

‒ 7.000

Wereldbank

923.392

0

923.392

‒ 94.128

829.264

0

0

0

0

Teruggave winsten SMP/ANFA

27.920

0

27.920

0

27.920

0

0

0

0

Technische assistentie kiesgroeplanden

1.817

0

1.817

0

1.817

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Garanties

De garantie aan DNB inzake IMF wordt met circa € 615 mln. opwaarts bijgesteld. Deze mutatie bestaat uit een ophoging van de IMF garantie als gevolg van het doorlenen van 300 mln. SDR's aan de PRGT-faciliteit door DNB15 en een wisselkoerscorrectie op de SDR-onderdelen van de totale garantie aan de hand van de EUR-SDR wisselkoers van 1 maart. De waarde van de SDR is daarbij gestegen ten opzichte van de euro.

Ook de garanties van de AIIB en de Wereldbank worden bijgesteld aan de hand van de meest recente wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar. De dollarkoers is daarbij gedaald ten opzichte van de euro. Deze garanties worden naar beneden bijgesteld met respectievelijk € 2,2 mln. en € 15,5 mln.

Overige verplichtingen

Nederland heeft in 2021 ingestemd om de twintigste middelenaanvulling van de International Development Association (IDA20) een jaar naar voren te halen om het financieringstekort van IDA als gevolg van de COVID-19 respons op te vangen. Inmiddels zijn de onderhandelingen over het IDA20 pakket afgerond door donoren en is de financieringshoogte en daarmee de bijdrage van Nederland aan IDA20 bepaald. De opgenomen stelpost in de begroting voor de betalingsverplichtingen dient op basis van het voorgaande met € 94 mln. naar beneden te worden bijgesteld.

Ontvangsten

Leningen

De ontvangsten voor de aflossing van de lening aan Griekenland is met circa € 160 mln. naar boven bijgesteld. Griekenland heeft een aanvraag gedaan om een deel van de lening onder de Greek Loan Facility (GLF) vervroegd af te lossen. Hierdoor verschuift de aflossing die voor 2023 was voorzien naar 2022.

3.5 Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

10.089.941

0

10.089.941

‒ 15

10.089.926

75

75

75

75

          

Uitgaven

221.941

0

221.941

‒ 15

221.926

75

75

75

75

          

Opdrachten

19.697

0

19.697

‒ 15

19.682

75

75

75

75

Kostenvergoeding Atradius DSB

18.900

0

18.900

0

18.900

0

0

0

0

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

650

0

650

0

650

0

0

0

0

Overige uitgaven

147

0

147

‒ 15

132

75

75

75

75

          

Garanties

132.000

0

132.000

0

132.000

0

0

0

0

Schade-uitkering EKV

112.000

0

112.000

0

112.000

0

0

0

0

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

20.000

0

20.000

0

20.000

0

0

0

0

          

Storting/onttrekking begrotingsreserve

70.244

0

70.244

0

70.244

0

0

0

0

Mutatie begrotingsreserve EKV

70.244

0

70.244

0

70.244

0

0

0

0

          

Ontvangsten

131.076

0

131.076

‒ 1.685

129.391

‒ 1.993

‒ 3.157

‒ 3.156

‒ 3.139

          

Garanties

107.119

0

107.119

‒ 1.760

105.359

‒ 2.068

‒ 3.232

‒ 3.231

‒ 3.214

Premies EKV

70.244

0

70.244

0

70.244

0

0

0

0

Schaderestituties EKV

16.875

0

16.875

‒ 1.760

15.115

‒ 2.068

‒ 3.232

‒ 3.231

‒ 3.214

Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten

20.000

0

20.000

0

20.000

0

0

0

0

          

Storting/onttrekking begrotingsreserve

23.957

0

23.957

75

24.032

75

75

75

75

Mutatie begrotingsreserve EKV

23.957

0

23.957

75

24.032

75

75

75

75

Tabel 17 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

10.089.941

0

10.089.941

‒ 15

10.089.926

75

75

75

75

waarvan garantieverplichtingen

10.000.000

0

10.000.000

0

10.000.000

0

0

0

0

Exportkredietverzekeringen

10.000.000

0

10.000.000

0

10.000.000

0

0

0

0

waarvan: aangegane garantieverplichtingen

10.000.000

0

10.000.000

0

10.000.000

0

0

0

0

waarvan: vervallen garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

waarvan overige verplichtingen

89.941

0

89.941

‒ 15

89.926

75

75

75

75

Kostenvergoeding Atradius DSB

18.900

0

18.900

0

18.900

0

0

0

0

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

650

0

650

0

650

0

0

0

0

Storting begrotingsreserve EKV

70.244

0

70.244

0

70.244

0

0

0

0

Overige betalingsverplichtingen

147

0

147

‒ 15

132

75

75

75

75

Toelichting

De mutaties op het niveau van de financiële instrumenten komen niet boven de ondergrenzen uit binnen de staffel (conform de RBV, zie ook de Leeswijzer op pagina 4). Toelichting van deze mutaties blijft derhalve achterwege.

3.6 Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

3.663.678

702

3.664.380

14.757

3.679.137

1.491

‒ 1.612

‒ 1.623

‒ 1.897

          

Uitgaven

3.663.678

702

3.664.380

14.757

3.679.137

1.491

‒ 1.612

‒ 1.623

‒ 1.897

          

Bijdrage aan medeoverheden

3.663.678

702

3.664.380

14.757

3.679.137

1.491

‒ 1.612

‒ 1.623

‒ 1.897

Bijdragen aan gemeenten

3.253.916

702

3.254.618

9.386

3.264.004

‒ 1.692

‒ 1.886

‒ 1.897

‒ 1.897

Bijdragen aan provincies

409.762

0

409.762

5.371

415.133

3.183

274

274

0

          

Ontvangsten

3.663.678

702

3.664.380

14.757

3.679.137

1.491

‒ 1.612

‒ 1.623

‒ 1.897

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Bijdrage aan medeoverheden

Als gevolg van een overheveling van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag zonder btw toegevoegd aan het Gemeente- of Provinciefonds. Het geraamde btw-deel (€ 14,8 mln.) wordt in het Btw-compensatiefonds (BCF) gestort. Gemeenten en provincies kunnen de betaalde btw terugvragen uit het Btw-compensatiefonds.

3.7 Artikel 9 Douane

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Douane (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

670.411

0

670.411

4.701

675.112

7.939

7.939

7.974

8.093

          

Uitgaven (1) + (2)

670.411

0

670.411

4.701

675.112

7.939

7.939

7.974

8.093

          

(1) Apparaatsuitgaven

466.201

0

466.201

7.169

473.370

8.163

8.163

8.163

8.163

          

Personele uitgaven

443.947

0

443.947

4.074

448.021

8.163

8.163

8.163

8.163

Eigen personeel

430.136

0

430.136

‒ 1.845

428.291

5.008

5.008

5.008

5.008

Inhuur externen

13.599

0

13.599

5.869

19.468

3.155

3.155

3.155

3.155

Overig personeel

212

0

212

50

262

0

0

0

0

          

Materiële uitgaven

22.254

0

22.254

3.095

25.349

0

0

0

0

ICT

1.510

0

1.510

0

1.510

0

0

0

0

Bijdrage aan SSO's

150

0

150

0

150

0

0

0

0

Overig materieel

20.594

0

20.594

3.095

23.689

0

0

0

0

          

(2) Programma-uitgaven

204.210

0

204.210

‒ 2.468

201.742

‒ 224

‒ 224

‒ 189

‒ 70

          

Bekostiging

50

0

50

0

50

0

0

0

0

Overige bekostiging

50

0

50

0

50

0

0

0

0

          

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.350

0

1.350

0

1.350

0

0

0

0

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

1.350

0

1.350

0

1.350

0

0

0

0

          

Opdrachten

27.878

0

27.878

‒ 2.468

25.410

‒ 224

‒ 224

‒ 189

‒ 70

ICT opdrachten

6.035

0

6.035

‒ 1.014

5.021

‒ 119

‒ 119

‒ 119

‒ 90

Overige opdrachten

21.843

0

21.843

‒ 1.454

20.389

‒ 105

‒ 105

‒ 70

20

          

Bijdrage aan agentschappen

3.187

0

3.187

0

3.187

0

0

0

0

Bijdrage overige agentschappen

3.187

0

3.187

0

3.187

0

0

0

0

          

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

171.745

0

171.745

0

171.745

0

0

0

0

Toegerekende uitgaven van Belastingen

171.745

0

171.745

0

171.745

0

0

0

0

          

Ontvangsten

605

0

605

0

605

0

0

0

0

Apparaatontvangsten

605

0

605

0

605

0

0

0

0

Toelichting

De mutaties op het niveau van de financiële instrumenten komen niet boven de ondergrenzen uit binnen de staffel (conform de RBV, zie ook de Leeswijzer op pagina 4). Toelichting van deze mutaties blijft derhalve achterwege.

3.8 Artikel 13 Toeslagen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid artikel13 Toeslagen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

1.142.099

147.140

1.289.239

533.534

1.822.773

140.862

344.283

61.068

6.013

          

Uitgaven (1) + (2)

1.149.099

857.445

2.006.544

‒ 44.359

1.962.185

360.135

352.483

61.568

6.013

          

(1) Apparaatsuitgaven

285.864

50.000

335.864

18.191

354.055

163.735

222.583

43.268

6.013

          

Personele uitgaven

276.123

50.000

326.123

17.053

343.176

162.618

222.070

43.118

5.988

Eigen personeel

148.438

15.000

163.438

6.307

169.745

44.548

71.255

16.691

4.877

Inhuur externen

126.685

35.000

161.685

10.696

172.381

118.070

150.815

26.427

1.111

Overig personeel

1.000

0

1.000

50

1.050

0

0

0

0

          

Materiële uitgaven

9.741

0

9.741

1.138

10.879

1.117

513

150

25

ICT

213

0

213

0

213

0

0

0

0

Bijdrage aan SSO's

0

0

0

628

628

231

25

25

25

Overige materiële uitgaven

9.528

0

9.528

510

10.038

886

488

125

0

          

(2) Programma-uitgaven

863.235

807.445

1.670.680

‒ 62.550

1.608.130

196.400

129.900

18.300

0

          

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

102

0

102

0

102

0

0

0

0

Bijdrage overige ZBO's/RWT's

102

0

102

0

102

0

0

0

0

          

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

3.300

3.300

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

3.300

3.300

0

0

0

0

          

Opdrachten

19.526

20.000

39.526

5.500

45.026

10.600

2.200

0

0

ICT opdrachten

26

0

26

0

26

0

0

0

0

Overige opdrachten

19.500

20.000

39.500

5.500

45.000

10.600

2.200

0

0

          

Bijdrage aan medeoverheden

0

52.445

52.445

32.000

84.445

83.000

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

0

52.445

52.445

32.000

84.445

83.000

0

0

0

          

(Schade)vergoeding

651.905

735.000

1.386.905

‒ 103.350

1.283.555

102.800

127.700

18.300

0

Compensatie toeslagengedupeerden

437.705

118.000

555.705

‒ 172.100

383.605

50.900

127.700

18.300

0

Kwijtschelden private schulden

214.200

90.000

304.200

4.500

308.700

48.900

0

0

0

Herstelprogramma voor kinderen

0

420.000

420.000

0

420.000

0

0

0

0

Herstelregeling voor ex-partners

0

60.000

60.000

0

60.000

0

0

0

0

Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen

0

47.000

47.000

0

47.000

0

0

0

0

Overige (schade)vergoedingen

0

0

0

64.250

64.250

3.000

0

0

0

          

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

191.702

0

191.702

0

191.702

0

0

0

0

Toegerekende uitgaven van Belastingen

191.702

0

191.702

0

191.702

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt in 2022 per saldo verhoogd met € 533,5 mln. Dit heeft verschillende redenen, de belangrijkste zijn:

  • Naar aanleiding van de controles van de Auditdienst Rijk (ADR) op het jaarverslag 2021 worden er om twee redenen wijzigingen doorgevoerd. Ten eerste is gebleken dat, vanwege een vertraging in de benodigde wetgeving, naar verwachting pas in 2022 verplichtingen voor de kindregeling (€ 630 mln.), voor de forfaitaire compensatie voor ex-partners (€ 98 mln.) en voor de compensatie van Opzet/Grove Schuld-gedupeerden binnen de herstelregeling voor gedupeerden van andere toeslagen (€ 23,3 mln.) worden aangegaan. Ten tweede heeft de ADR geoordeeld dat de verplichting voor de kwijtschelding van private schulden (inclusief uitvoering) al in 2021 is aangegaan. Het oorspronkelijke verplichtingenbudget in 2022 wordt op basis van dat oordeel neerwaarts gecorrigeerd (€ 223,7 mln.)

  • Kinderen van gedupeerden van de problemen met de kinderopvangtoeslag krijgen toegang tot niet-financiële hulp via gemeenten. De hiertoe behorende verwachte verplichting zal geheel in 2022 worden aangegaan. Hier is additioneel verplichtingenbudget voor nodig (€ 67 mln.). Omdat in 2022 ook verplichtingen worden aangegaan voor de uitgaven in de jaren na 2022, is de verplichting groter dan de uitgavenmutatie.

  • Voor de herijking van de aanpak van het Toeslagenherstel is in 2022 additioneel verplichtingenbudget benodigd. De gemeenten zijn op verschillende stromen betrokken bij de herijking, waaronder de coördinatie van het eerste aanspreekpunt voor de gedupeerden. Dit verplichtingenbudget is groter dan de uitgavenmutatie (in 2022), omdat in 2022 ook verplichtingen worden aangegaan voor de uitgaven in de jaren na 2022 (€ 68,2 mln.).

  • Voor de uitvoering van hulp aan ouders in het buitenland wordt het verplichtingenbudget middels een kasschuif in het juiste ritme geplaatst (in 2022 met € 6,6 mln. opwaarts bijgesteld).

  • De overige verplichtingenmutaties (- € 135,9 mln.) zijn gelijk aan de uitgavenmutaties. Ter toelichting wordt derhalve verwezen naar de toelichting onder 'uitgaven', uitgezonderd de kasschuiven voor de forfaitaire compensatie waarvoor in 2022 geen additioneel verplichtingenbudget nodig is.

Uitgaven

Personele uitgaven

Dit budget wordt in 2022 verhoogd met € 17,1 mln. Dit heeft verschillende redenen, de belangrijkste zijn:

  • Op 1 januari 2022 is het programma directoraat-generaal Herstel Toeslagen formeel gestart16. Dit programma directoraat-generaal stuurt vanuit een coördinerende rol de opgavegerichte en domeinoverstijgende aanpak van de hersteloperatie aan. Hiervoor zullen personele uitgaven gedaan moeten worden (circa € 11 mln.).

  • Voor voortzetting van de werkzaamheden (ketenpartners) die de Belastingdienst uitvoert voor de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) wordt budget overgeheveld van artikel 13 Toeslagen naar artikel 1 Belastingen (circa € 12 mln.).

  • Om gedupeerden zo snel mogelijk te kunnen helpen wordt het apparaat van UHT versterkt. Dit wordt gefinancierd uit een reeds bestaande reservering op de aanvullende post voor Toeslagenherstel (€ 82 mln., waarvan circa € 4 mln. t.b.v. overheadkosten wordt overgeheveld naar artikel 1 Belastingen). Daarnaast wordt het benodigde budget middels een kasschuif in het juiste ritme geplaatst (- € 52,2 mln. in 2022).

  • Ook de uitvoeringskosten van de kindregeling en herstelregeling voor andere toeslagen dan de kinderopvangtoeslag worden middels een kasschuif in het juiste ritme geplaatst (- € 30 mln.).

  • Tot slot wordt € 5,1 mln. herschikt uit (schade)vergoeding en is er € 4,5 mln. nodig voor de herstart van de (dwang)invordering van toeslagschulden. De overige mutaties betreffen kleinere mutaties (cumulatief € 12,6 mln.).

Opdrachten

Voor uitvoering van hulp aan ouders in het buitenland door een nog te bepalen derde partij (n.a.v. een aanbestedingstraject) wordt € 4,5 mln. herschikt van compensatie toeslagengedupeerden. Daarnaast wordt er ten behoeve van opdrachten gerelateerd aan de herijking van de aanpak van het Toeslagenherstel € 1 mln. beschikbaar gesteld.

Bijdrage aan medeoverheden

Kinderen van gedupeerden van de problemen met de kinderopvangtoeslag krijgen toegang tot niet-financiële hulp via gemeenten. Hiervoor wordt in 2022 € 17 mln. beschikbaar gesteld. Daarnaast wordt er € 15 mln. beschikbaar gesteld voor de verwachte kosten van medeoverheden t.b.v. de herijking van de aanpak van het Toeslagenherstel.

(Schade)vergoeding

Dit budget wordt in 2022 met circa € 103,4 mln. naar beneden bijgesteld. Dit heeft verschillende redenen, de belangrijkste zijn:

  • Zoals gemeld in de startnota van kabinet-Rutte IV17, worden de beschikbare programmamiddelen voor Toeslagenherstel middels een kasschuif uit 2021 opgehoogd met € 150 mln. in 2022. Hiervan komt € 120 mln. toe aan de forfaitaire compensatie en de integrale beoordeling en € 30 mln. aan de private schuldenoplossing.

  • Uit de nieuwe ramingen voor de forfaitaire compensatie en de integrale beoordeling blijkt dat er kasschuiven nodig zijn om de budgetten in het juiste ritme te zetten (- € 221,5 mln.).

  • Om het budget voor de private schuldenoplossing aan te laten sluiten op de raming is tevens een kasschuif nodig (- € 24,5 mln.).

  • Van het bestaande compensatiebudget wordt € 8,5 mln. beschikbaar gesteld voor hulp aan ouders in het buitenland. Hiervan gaat € 4,5 mln. naar overige opdrachten (uitvoering). De resterende € 4 mln. blijft beschikbaar onder (schade)vergoeding (programma).

4 Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)

4.1 Artikel 11 Financiering staatsschuld

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Financiering staatsschuld (bedragen x € 1 mln.)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

34.615

0

34.615

198

34.812

515

2.981

3.226

6.840

          

Uitgaven

34.615

0

34.615

198

34.812

515

2.981

3.226

6.840

          

Opdrachten

17

0

17

5

21

1

1

1

1

Overige kosten

17

0

17

5

21

1

1

1

1

          

Rente

3.887

0

3.887

194

4.081

514

878

1.223

1.427

Rente vaste schuld

3.887

0

3.887

194

4.081

514

800

1.080

1.245

Rente vlottende schuld

0

0

0

0

0

0

78

143

182

          

Leningen

30.711

0

30.711

‒ 1

30.710

0

2.102

2.002

5.412

Aflossing vaste schuld

30.711

0

30.711

‒ 1

30.710

0

2.102

2.002

5.412

          

Ontvangsten

55.418

0

55.418

13.199

68.617

16.150

23.986

29.379

30.987

          

Rente

1.402

0

1.402

‒ 529

873

‒ 492

‒ 444

‒ 319

‒ 314

Rente vlottende schuld

481

0

481

‒ 235

246

‒ 312

‒ 316

‒ 223

‒ 222

Rente derivaten lang

921

0

921

‒ 294

627

‒ 180

‒ 128

‒ 96

‒ 92

          

Leningen

54.016

0

54.016

13.728

67.744

16.642

24.430

29.698

31.301

Uitgifte vaste schuld

54.016

0

54.016

‒ 9.016

45.000

16.642

24.430

29.698

31.301

Mutatie vlottende schuld

0

0

0

22.744

22.744

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Rente

De rentelasten vaste schuld vallen in 2022 naar verwachting hoger uit. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. De rentetarieven zijn nu hoger dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2022. Hierdoor ontstaat een tegenvaller van € 194 mln.

Ontvangsten

Rente

De raming van de rentebaten op de vlottende schuld valt € 235 mln. lager uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De korte rente is minder negatief dan de rente waarmee in de ontwerpbegroting 2022 rekening is gehouden. De lagere rentebaten zijn het saldo van meerdere mutaties die uit deze wijzigingen volgen.

Er worden in 2022 € 294 mln. minder rentebaten op derivaten verwacht dan eerder geraamd. Dit komt met name door de voortijdige beëindiging van rentederivaten waardoor meerjarig geraamde rentebaten al in 2021 zijn ontvangen.

Leningen

De raming voor de uitgifte van de vaste schuld is met € 9,0 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het financieringsplan 2022. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat voor 2022 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen.

De vlottende schuld stijgt met € 22,7 mld. Dit is het gevolg van een hogere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is toegenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt. 

4.2 Artikel 12 Kasbeheer

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (bedragen x € 1 mln.)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

1.531

0

1.531

303

1.834

303

397

459

504

          

Uitgaven

1.531

0

1.531

303

1.834

303

397

459

504

          

Rente

31

0

31

3

34

3

97

159

204

Rente kasbeheer

31

0

31

3

34

3

97

159

204

          

Leningen

1.500

0

1.500

300

1.800

300

300

300

300

Verstrekte leningen

1.500

0

1.500

300

1.800

300

300

300

300

          

Ontvangsten

7.248

0

7.248

2.880

10.128

1.209

‒ 2.113

‒ 1.340

‒ 1.964

          

Rente

87

0

87

6

93

4

5

8

11

Rente kasbeheer

87

0

87

6

93

4

5

8

11

          

Leningen

1.206

0

1.206

‒ 88

1.119

‒ 4

11

14

18

Ontvangen aflossingen

1.206

0

1.206

‒ 88

1.119

‒ 4

11

14

18

          

Mutaties in rekening-courant en deposito's

5.955

0

5.955

2.962

8.916

1.209

‒ 2.130

‒ 1.362

‒ 1.993

Mutaties in rekening courant en deposito's

5.955

0

5.955

2.962

8.916

1.209

‒ 2.130

‒ 1.362

‒ 1.993

Toelichting

Uitgaven

Leningen

Naar verwachting worden er meer leningen verstrekt aan de deelnemers van het schatkistbankieren dan eerder geraamd. De raming wordt daardoor met € 300 mln. naar boven bijgesteld.

Ontvangsten

Leningen

Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen die door de Agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van schatkistbankieren zijn afgesloten, € 88 mln. lager zullen uitvallen dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2022.

Mutaties in rekening-courant en deposito's

Uit een actualisatie van de raming van uitgaven en inkomsten van Sociale Fondsen blijkt dat deze fondsen naar verwachting meer geld gaan storten in de schatkist (€ 3,0 mld.). Dit betekent dat de geraamde mutatie in het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s stijgt. De mutaties worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren. Als een deelnemer een uitgave doet zal het aangehouden saldo op de rekening-courant dalen en dit betekent een uitgave op artikel 12 Kasbeheer. Een ontvangst van een deelnemer wordt gestort op de rekening-courant en dit zorgt voor een ontvangst op artikel 12 Kasbeheer.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 8 Apparaat Kerndepartement

Tabel 23 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

332.766

0

332.766

40.592

373.358

50.310

43.311

37.835

24.782

          

Uitgaven

332.766

0

332.766

40.592

373.358

50.310

43.311

37.835

24.782

          

Personele uitgaven

213.422

0

213.422

20.039

233.461

21.748

21.504

18.723

17.655

Eigen personeel

205.067

0

205.067

14.627

219.694

20.343

20.224

17.463

16.395

Inhuur externen

7.820

0

7.820

5.524

13.344

1.455

1.330

1.310

1.310

Overig personeel

535

0

535

‒ 112

423

‒ 50

‒ 50

‒ 50

‒ 50

          

Materiële uitgaven

119.344

0

119.344

20.553

139.897

28.562

21.807

19.112

7.127

ICT

16.688

0

16.688

29.749

46.437

22.833

20.510

19.620

18.515

Bijdrage aan SSO's

44.623

0

44.623

10.027

54.650

8.870

8.870

7.017

6.572

Overig materieel

58.033

0

58.033

‒ 19.223

38.810

‒ 3.141

‒ 7.573

‒ 7.525

‒ 17.960

          

Ontvangsten

54.137

0

54.137

1.434

55.571

577

874

2.324

1.524

Apparaatontvangsten

54.137

0

54.137

1.434

55.571

577

874

2.324

1.524

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

Er vinden meerdere, vooral relatief kleine begrotingsmutaties plaats. De meest in het oog springende zijn:

  • Vanwege een lagere reguliere bezetting bij diverse directies vindt er meer externe inhuur plaats (€ 5,5 mln.).

  • Voor het programma Informatiehuishouding op Orde wordt er budget vrijgegeven aan het SG-cluster. De middelen worden gefinancierd uit de beschikbaar gestelde middelen (€ 4,9 mln.) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK).

  • Er wordt aanvullend budget beschikbaar gesteld ter dekking van de apparaatskosten samenhangend met de komst van de nieuwe bewindslieden (€ 3,6 mln.). Eerder waren deze uitgaven (met name de overgang van twee naar drie bewindspersonen) incidenteel gedekt tot en met 2021.

  • Op 1 januari 2022 is het programma Directoraat-Generaal Herstel Toeslagen formeel gestart. De middelen ten behoeve van de overhead worden hiervoor overgeboekt naar het Kerndepartement (€ 1,3 mln.).

  • Een programmadirectie is opgericht om het Nederlandse Recovery and Resilience Plan (RRP) te coördineren (€ 1,1 mln.). Het primaire doel van deze directie is het schrijven en uitwerken van het Nederlandse RRP om aanspraak te maken op middelen vanuit het EU-herstelfonds voor Nederland.

Materiële uitgaven

De raming voor de materiële uitgaven wordt per saldo met € 20,5 mln. verhoogd. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

  • Er is extra budget voor bijdrage aan de Shared Servics organisaties (SSO's) om de stijgende kosten bij SSO's op te vangen. Door de uitbreiding van capaciteit bij het Kerndepartement worden er meer producten en diensten afgenomen bij SSO's, zoals SSC-ICT en de HIS (€ 5,4 mln.).

  • De stijgende kosten voor ICT (€ 2,3 mln.). Er wordt budget beschikbaar gesteld vanwege ICT-projecten. Ook zorgen zowel een aantal reguliere ICT-projecten als projecten op het gebied van informatiebeveiliging voor een toename in beheer- en exploitatiekosten.

  • Overboekingen naar andere departementen van circa € 1 mln. voor onder andere bijdragen van het ministerie van Financiën aan de Shared Services Organisaties (SSO's) voor facturen en onderzoeken.

  • Er wordt onderzoeksgeld beschikbaar gesteld aan DGFZ om de motorrijtuigenbelasting te kunnen invoeren18. Het onderzoeksgeld wordt in 2022 ingezet voor onderzoek naar de beleidseffecten en aanpassingen van de systemen van de Belastingdienst en RDW (€ 1,5 mln.).

  • Er is extra budget voor het project digitalisering Schatkistbankieren. Door de ontstane vertraging van het project zijn de bouwkosten gestegen met € 2,3 mln.

5.2 Artikel 10 Nog onverdeeld

Tabel 24 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

 

Verplichtingen

147.901

0

147.901

129.780

151.777

115.048

106.981

115.693

113.605

          

Uitgaven

375.197

‒ 236.147

139.050

129.780

268.830

115.048

106.981

115.693

113.605

          

Nog te verdelen

375.197

‒ 236.147

139.050

129.780

268.830

115.048

106.981

115.693

113.605

Loonbijstelling-programma

2.340

0

2.340

0

2.340

0

0

0

0

Loonbijstelling-apparaat

11.459

0

11.459

102.263

113.722

92.247

87.865

86.290

86.128

Prijsbijstelling-apparaat

11.383

0

11.383

92.383

103.766

50.903

47.143

46.461

46.079

Onvoorzien-programma

276.761

‒ 236.147

40.614

‒ 4.525

36.089

‒ 8.312

‒ 6.868

7.100

2.867

Onvoorzien-apparaat

73.254

0

73.254

‒ 60.341

12.913

‒ 19.790

‒ 21.159

‒ 24.158

‒ 21.469

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Loonbijstelling-apparaat

De loonbijstelling 2022 wordt toegevoegd aan de Financiënbegroting (€ 102,3 mln.).

Prijsbijstelling-apparaat

De prijsbijstelling 2022 wordt toegevoegd aan de Financiënbegroting (€ 92,4 mln.).

Onvoorzien programma

De raming voor het onvoorzien programma wordt per saldo met € 4,5 mln. verlaagd. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

  • De eindejaarsmarge 2021 van € 44,5 mln. wordt toegevoegd aan de Financiënbegroting.

  • Er wordt € 35 mln. doorgeschoven naar latere jaren om beter aan te sluiten bij het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.

  • Er wordt circa € 17 mln. overgeboekt naar artikel 1 Belastingen inzake uitvoeringskosten voor fiscale wet- en regelgeving. Voor de uitvoering van de wet DBA wordt er tevens 5 mln. overgeboekt naar artikel 1 Belastingen.

  • Er is € 5,5 mln. structureel overgeboekt naar artikel 8 Apparaat Kerndepartement inzake SSO's. Door de uitbreiding van capaciteit bij het Kerndepartement worden er namelijk meer producten en diensten afgenomen bij de SSO's.

  • De gereserveerde middelen voor Digitale Snelweg Douane voor 2022 (€ 0,6 mln.) worden overgeboekt van artikel 10 Nog onverdeeld naar artikel 9 Douane.

  • Tot slot vinden enkele kleinere overboekingen plaats. Onder andere het overboeken van middelen naar artikel 8 Apparaat Kerndepartement inzake ICT-kosten. Bovendien zijn naar aanleiding van de kabinetsreactie POK, middelen beschikbaar gesteld voor de DNB voor het op orde brengen van de informatiehuishouding.

Onvoorzien apparaat

De raming voor het onvoorzien programma wordt per saldo met € 60,3 mln. verlaagd. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

  • Voor het programma Informatiehuishouding op Orde worden budgetten vrijgegeven aan Toeslagen (€ 3,0 mln.), Douane (€ 3,8 mln.), de Belastingdienst (€ 6,6 mln.) en het kerndepartement (€ 4,9 mln.). Deze middelen worden gefinancierd uit de door BZK beschikbaar gestelde basisreeks van € 4,5 mln. per jaar en de gereserveerde middelen hiervoor op artikel 10 Nog onverdeeld.

  • Er is € 10,1 mln. overgeboekt naar artikel 13 Toeslagen (€ 4,5 mln.) en artikel 1 Belastingen (€ 5,6 mln.) voor uitvoeringskosten herstarten invorderingen toeslagenschulden19.

  • Op basis van de uitkomsten van de besluitvorming in het ICBR van 19 april (2022) is een deel van de middelen voor informatiehuishouding op orde niet nodig in 2022, maar in 2023 en 2024. Dit naar aanleiding van de uitgewerkte plannen en besluitvorming vanuit BZK. Er is daarom € 14,7 mln. geschoven naar 2023 en 2024.

  • Tot slot vinden enkele kleinere overboekingen plaats. Ondere andere middelen voor personeel voor de Inspectie der Rijksfinanciën en het opzetten van een programmadirectie voor de uitvoering van het Nederlandse Recovery and Resilience Plan (RRP).