Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 mei 2022
Op 17 mei 2022 heeft het kabinet uw Kamer vertrouwelijk geïnformeerd over een mogelijke aandelenemissie van Air France – KLM op korte termijn1. Het kabinet gaf aan zich te beraden op deelname aan deze aandelenemissie.2 In deze brief wordt u geïnformeerd over de stand van zaken rond de mogelijke versterking van het eigen vermogen van KLM, het plan dat Air France – KLM op 24 mei 2022 heeft gepresenteerd en de voorkeur van het kabinet om deel te nemen aan de aandelenemissie. De voorwaarde die het kabinet hieraan stelt is dat het parlement de deelname van de Nederlandse staat vooraf goedgekeurd moet hebben. Door deelname kan het belang van de Nederlandse staat in Air France – KLM op 9,3% blijven.
Bij de vorige aandelenemissie van Air France – KLM in april 2021 deed de Nederlandse staat niet mee, omdat het vorige kabinet allereerst de kapitaalbehoefte van KLM verder wilde onderzoeken.3 KLM had aangegeven dat er op korte termijn geen acute noodzaak was voor het versterken van het eigen vermogen. Het kabinet wilde daarom de tijd gebruiken om een betere inschatting te maken van de kapitaalbehoefte van KLM, de noodzaak van een bijdrage van de Nederlandse staat en om meer inzicht te krijgen in het verwachte herstel van de sector.
Geen kapitaalsteun voor KLM
Het kabinet heeft in de afgelopen periode de vermogenspositie als gevolg van de impact van de COVID-crisis samen met KLM onderzocht en ook met behulp van onafhankelijke financiële en juridische adviseurs getoetst. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met de Europese Commissie, Air France – KLM, KLM en de Franse staat over de noodzaak van een herkapitalisatie, de mogelijke vormgeving van een dergelijke herkapitalisatie en de eventuele Nederlandse bijdrage hieraan. Door de onzekerheden die de COVID-crisis met zich mee brengt en de inzet van het kabinet om alleen steun te verstrekken die noodzakelijk is, is kritisch gekeken naar het verzoek tot steun dat KLM heeft gedaan en ook de hoogte van de toen gevraagde steun. Wij hebben het parlement hier eerder vertrouwelijk over geïnformeerd.
In het eerste kwartaal van 2022 is het kapitaaltekort van KLM aanzienlijk afgenomen. De financiële situatie en vooruitzichten van KLM zijn verbeterd doordat onder andere de effecten van de omikronvariant op de bedrijfsvoering minder ernstig bleken te zijn dan verwacht en het aantal boekingen sneller is toegenomen dan eerder ingecalculeerd. Ook de verlenging van de NOW-steun in het eerste kwartaal van 2022 heeft een positief effect gehad op de financiële positie van KLM. De afname van het kapitaaltekort en de verbeterde vooruitzichten hebben ertoe geleid dat KLM inmiddels van mening is dat het zelfstandig het nog resterende tekort kan oplossen en zonder steun van de Nederlandse staat de balans kan versterken. Het kabinet is positief over het feit dat de onderneming het kapitaaltekort zelfstandig kan oplossen en geen verdere steun van de Nederlandse staat nodig is. Het herstel heeft er ook toe geleid dat KLM EUR 311 miljoen heeft kunnen aflossen op de leningsfaciliteit van de banken waarop de staatsgarantie rust. Zodoende is het directe risico dat de staat loopt op de garantie die is gegeven voor deze leningsfaciliteit van EUR 2,4 miljard euro afgenomen. Vanzelfsprekend zal het kabinet de ontwikkelingen blijven monitoren en met de onderneming in overleg blijven over de financiële gezondheid van de onderneming.
Aandelenemissie Air France – KLM
De positieve ontwikkelingen hebben ook effect op het niveau van de financiële positie van Air France – KLM. Normaal gesproken is het eerste kwartaal voor luchtvaartmaatschappijen een moeilijker kwartaal, dit was ook te zien voor de COVID-crisis. Het eerste kwartaal van 2022 was echter ook voor Air France – KLM een beter kwartaal door onder andere een sterk herstel in het aantal boekingen.
Desalniettemin blijft op holdingniveau een kapitaaltekort bestaan dat op termijn moet worden opgelost. Air France – KLM is voornemens om een deel van dit tekort zelfstandig op te lossen door weer winstgevend te worden. Daarnaast heeft Air France – KLM vandaag aangekondigd om aandelen uit te geven. In ieder geval zal 75% van de opbrengsten van deze aandelenemissie gebruikt worden om kapitaalsteun van de Franse staat terug te betalen, wat gunstig is voor de onderneming omdat deze schuld relatief hoge rentelasten met zich meebrengt. Daarnaast worden de opbrengsten gebruikt voor het versterken van het eigen vermogen.
Als bestaande aandeelhouder in Air France – KLM heeft de Nederlandse staat het recht om pro-rata mee te doen aan de aandelenemissie. Door deelname kan de Nederlandse staat verwatering van het aandeel voorkomen en het aandeel op 9,3% houden. Op basis van de huidige verwachting bedragen de kosten voor deelname circa EUR 220 miljoen. De kosten van deelname zijn ook afhankelijk van de koers van het aandeel op het moment van de daadwerkelijke uitgifte. Als de Nederlandse staat niet meedoet, is de verwachting dat het belang verwatert naar circa 2%. Indien de Nederlandse staat meedoet aan deze aandelenemissie, is het niet mogelijk om voorwaarden te stellen ten aanzien van het gebruik door Air France – KLM van de opbrengst van de Nederlandse deelname. De Nederlandse staat doet aan deze emissie immers mee als bestaande aandeelhouder en «normale» investeerder. Daarmee is er geen sprake van het verlenen van staatssteun en dus ook niet van voorwaarden van de Europese Commissie, waaronder slotremedies. De voorgenomen transactie is marktconform en daarom is de verwachting dat deze uitgave wordt gekenmerkt als financiële transactie. Dat betekent dat het EMU-saldo niet belast wordt maar de overheidsschuld wel toeneemt. De beoordeling of dit als financiële transactie wordt aangemerkt is uiteindelijk aan Eurostat.
De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA in de Eerste Kamer hebben gevraagd of hun aanname klopt dat deelname aan de aandelenemissie op geen enkele wijze afbreuk zal doen aan de bij de steunoperatie door het kabinet gestelde voorwaarden en afspraken. Het kabinet kan bevestigen dat de afspraken en voorwaarden die door het kabinet zijn gesteld aan het steunpakket van 26 juni 2020 volledig van kracht blijven zolang dit steunpakket niet volledig is terugbetaald.
Overwegingen met betrekking tot het op peil houden Nederlands aandelenbelang
Het kabinet is van mening dat het op peil houden van het aandelenbelang in de holding bijdraagt aan het borgen van het publieke belang. Met een belang van 9,3% kan de Nederlandse staat geen besluiten doordrukken of blokkeren. De Nederlandse staat heeft echter wel het stemrecht dat met dit belang gemoeid is. Daarnaast is ook van belang dat de informatiepositie van de Nederlandse staat beter geregeld is en de Nederlandse staat meer betrokken wordt bij strategische beslissingen van de onderneming dan het geval zou zijn als de Nederlandse staat niet meedoet en het belang afneemt tot circa 2%. Met een belang van 9,3% blijft de Nederlandse staat één van de grootste aandeelhouders van de onderneming. Door deze positie kan de Nederlandse staat beter zicht houden op de koers van Air France-KLM ten aanzien van de voor de Nederlandse staat belangrijke onderwerpen als duurzaamheid en een gelijkwaardige hub-ontwikkeling.
Het op peil houden van het Nederlandse belang is onderdeel van het beleid van de Nederlandse staat om het Nederlandse publieke belang te borgen binnen Air France – KLM. Ook de bij de steunverlening van KLM in 2020 overeengekomen verlenging van de opzegtermijn van de staatsgaranties van 9 maanden naar 5 jaar draagt hieraan bij. De staatsgaranties zijn afspraken tussen de Nederlandse staat en Air France – KLM over onder meer de mate van gebruik van Schiphol als internationale hub en blijvende vestiging van KLM in Nederland, opererend onder Nederlandse vergunningen en verkeersrechten. De verlenging van de opzegtermijn heeft een grote bijdrage geleverd aan het borgen van het publieke belang.
Parlementair proces
Het kabinet vindt het van belang dat er een ordentelijk proces met het parlement wordt doorlopen en dat uw Kamer en Eerste Kamer zich kunnen uitspreken over deelname van de Nederlandse staat aan de aandelenemissie en niet voor voldongen feiten worden geplaatst. Zoals ook in het verleden is geconstateerd, is deelname aan een aandelenemissie van een beursgenoteerd bedrijf lastig in te passen in een regulier parlementair proces. Dit komt onder andere doordat het proces van een aandelenemissie een relatief korte doorlooptijd heeft en de start van het parlementaire proces afhankelijk is van de aankondiging van de emissie door de onderneming. De Nederlandse staat moet naast een zorgvuldig proces met uw Kamer en de Eerste Kamer ook zorgvuldig omgaan met het openbaar maken van informatie, omdat bepaalde informatie koersgevoelig is en door de onderneming zelf openbaar moet worden gemaakt. We hebben bij Air France – KLM aangedrongen om in de timing rekening te houden met het proces met uw Kamer en de Eerste Kamer, maar het is voor de onderneming niet haalbaar gebleken om het proces van de emissie verder aan te passen aan het Nederlandse parlementaire proces. Het (ver) van tevoren vaststellen van de timing van de aankondiging van de emissie is voor Air France – KLM uitdagend, omdat de onderneming het meest optimale (markt)moment wil gebruiken voor een uitgifte, zodat de emissie het beste resultaat oplevert. De onderneming heeft hierdoor dus een bepaalde mate van flexibiliteit nodig in de keuze van de datum voor de emissie.
Om over te kunnen gaan tot deelname aan de emissie en hiermee het aandelenbelang in Air France – KLM op 9,3% te houden, is op zeer korte termijn een besluit van beide Kamers nodig. Het kabinet is in gesprek met de voorzitters en griffiers van de commissie Financiën van uw Kamer en de Eerste Kamer. Daarbij beseft het kabinet zich ten zeerste dat dit verzoek ongebruikelijk is en veel flexibiliteit van uw Kamer vraagt. Indien het parlement een dergelijk besluit op korte termijn niet kan nemen dan zal het kabinet bij Air France-KLM aangeven niet deel te nemen aan de aandelenemissie, omdat voorafgaande goedkeuring van beide Kamers ontbreekt.
In het huidige proces is er nog steeds bepaalde informatie die het kabinet niet in de openbaarheid met uw Kamer kan delen, omdat die informatie de belangen van de staat kan schaden, koersgevoelig en/of bedrijfsvertrouwelijk is. Ondanks dat we begrijpen dat het een ingewikkeld proces is voor uw Kamer en de Eerste Kamer als bepaalde informatie vertrouwelijk wordt gedeeld, vinden we het van een groter belang dat het parlement wel kan beschikken over alle informatie.
We hebben daarom een vertrouwelijke bijlage bij deze openbare brief gevoegd4. Indien wenselijk, kan over de vertrouwelijke informatie vertrouwelijk verder worden gesproken.
In bijgevoegde incidentele suppletoire begroting (Kamerstuk 36 108, nrs. 1 en 2) treft u de budgettaire verwerking van deelname aan de aandelenemissie. Pas nadat het parlement heeft ingestemd met de incidentele suppletoire begroting zal het kabinet definitief instemmen met een participatie van de Nederlandse staat in de emissie.
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers