Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 11 mei 2022 en het nader rapport d.d. 18 mei 2022, aangeboden aan de Koning door de staatsecretaris van Financiën. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 april 2022, no. 2022000992, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 11 mei 2022, no. W06.22.0072/III, bied ik U hierbij aan.
Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies over het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.
De tekst van het advies treft u hieronder cursief aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 29 april 2022, no. 2022000992, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met het tijdelijk achterwege laten van de rente bij de hervatting van de invordering van toeslagschulden (Wet geen rente bij hervatting invordering toeslagschulden), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij het voorstel.
De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
De vice-president van de Raad van State,
Th. C. de Graaf
Het voorstel geeft de Afdeling geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
De redactionele kanttekeningen van de Afdeling zijn verwerkt. Daarnaast zijn in de memorie van toelichting enkele verduidelijkingen aangebracht in de toelichting op de aanpak van de hervatting van de invorderingsactiviteiten met betrekking tot toeslagschulden en de budgettaire paragraaf. Verder is een aantal redactionele en technische verbeteringen in de memorie van toelichting aangebracht.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries
– In het in artikel I voorgestelde artikel 29a, tweede lid, Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) «indien» vervangen door «voor zover», dan wel de toelichting in overeenstemming brengen met de wettekst.
– In het in artikel I voorgestelde artikel 29a, tweede lid, Awir «binnen de termijnen, bedoeld in het eerste lid» verduidelijken. Dit onder meer met het oog op de situatie dat een belanghebbende terugbetaalt na 1 juli 2022, nadat de Belastingdienst/Toeslagen die belanghebbende schriftelijk heeft geïnformeerd over de nog niet betaalde terugvorderingen, maar vóór de dagtekening van de in artikel 29a, eerste lid, bedoelde brief waarmee de termijn van vier weken uitstel van betaling aanvangt.