Kamerstuk 36100-XIV-8

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds 2021

Gepubliceerd: 14 juni 2022
Indiener(s): Jaco Geurts (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36100-XIV-8.html
ID: 36100-XIV-8

Nr. 8 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 14 juni 2022

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 25 mei 2022 voorgelegd aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Natuur en Stikstof. Bij brief van 8 juni 2022 zijn ze door de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Natuur en Stikstof beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Geurts

De griffier van de commissie, Jansma

1

Waarom wordt er in de concept-toelichting voor de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijen (Lbv) op pagina 26 gesproken over een beschikbaar budget voor de eerste tranche van € 500 miljoen, terwijl op pagina 2 staat dat er € 700 miljoen is voor de eerste tranche? Kunt u aangeven wat de verdeling wordt voor de gehele regeling?

Antwoord

Bij openstelling van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties is er een budget beschikbaar van € 500 miljoen, verdeeld over budgetplafonds voor melkvee (€ 270 miljoen), varkens (€ 115 miljoen) en pluimvee (€ 115 miljoen). Daarnaast is er nog aanvullend budget van € 200 miljoen gereserveerd op de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën dat door de Minister voor Natuur en Stikstof ingezet kan worden als het aantal subsidieaanvragen het budget van € 500 miljoen overschrijdt. De verdeling van het aanvullende budget over de sectoren is mede afhankelijk van de mate van overschrijding van de individuele budgetplafonds. Het budget dat beschikbaar is voor de eerste tranche van de Lbv bedraagt daarmee in totaal € 700 miljoen.

2

Wordt het concept van de «early bird» (een hogere vergoeding voor snelle inschrijvers) toegepast in de conceptversies van de Lbv en de Maatregel Gerichte Aankoop (MGA)? Wat wordt de vergoeding voor snelle inschrijvers en hoe zal deze stapsgewijs afnemen?

Antwoord

De Lbv is een tenderregeling waarbij alle subsidieaanvragen die aan de voorwaarden voldoen op kosteneffectiviteit (euro’s per mol N reductie) worden gerangschikt binnen de onderscheiden budgetplafonds voor melkvee, varkens en pluimvee. De subsidieaanvraag met de hoogste kosteneffectiviteit komt als eerste in aanmerking voor een subsidie. Er worden in volgorde subsidies toegekend tot het betreffende budgetplafond is uitgeput.

De stikstofopgave is groot en urgent. Daarom is het noodzakelijk om op korte termijn een forse reductie van stikstofdepositie te realiseren. Om veehouders die overwegen te stoppen te bewegen hier niet mee te wachten kent de eerste openstelling van de Lbv de meest gunstige financiële voorwaarden, namelijk een subsidiepercentage van 100% voor het waardeverlies van de productiecapaciteit. Volgende openstellingen van de Lbv zullen een minder gunstig subsidiepercentage kennen. Het is nu nog te vroeg om aan te geven in welk tempo dit percentage afgebouwd zal worden.

De MGA voorziet in marktconforme vergoedingen voor het doorhalen van productierecht, de aankoop van bedrijfsgebouwen en/of landbouwgrond en de gehele of gedeeltelijke sloop van bedrijfsgebouwen. De vergoedingen worden bepaald op basis van taxaties door onafhankelijke taxateurs.

3

Hoeveel kilo snijbloemen, bloembollen en andere sierteeltproducten werden er in 2019, 2020, 2021 en tot op heden in 2022 geëxporteerd naar Rusland?

Antwoord

Voor 2022 zijn er nog geen jaardata beschikbaar. Voor 2019, 2020 en 2021 heeft CBS jaardata beschikbaar voor de gehele sierteeltsector op basis van data van de douane. De onderstaande tabel geeft de totale export van Nederlandse sierteeltproducten naar Rusland weer in zowel kilogram als in euro’s.

 

kg

euro

2019

82 mln.

324 mln.

2020

78 mln.

324 mln.

2021

82 mln.

344 mln.

4

Is het gebruik van glyfosaat op verhardingen door particulieren (buiten de landbouw) momenteel verboden? Zo ja, in welke wet of regeling is dat geregeld?

Antwoord

Er geldt geen algemeen verbod op het particulier gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw.

Het toepassen van glyfosaathoudende middelen is niet toegelaten op gesloten en half-open verhardingen in het Maasstroomgebied, binnen en buiten de landbouw, voor zowel particuliere als professionele gebruikers. Dit staat op het etiket van de betreffende middelen.

5

Hoeveel euro werd er in de sierteeltbranche verdiend aan de export van sierteeltproducten naar Rusland in 2019, 2020, 2021 en tot op heden in 2022?

Antwoord

Precieze exportverdiensten van de Nederlandse sierteeltbranche aan de export naar Rusland zijn niet bekend. Wel weten we op basis van de internationale handelspublicatie van de Nederlandse landbouw1 dat de Nederlandse economie aan de export van sierteelt van Nederlandse makelij over het algemeen 83 eurocent verdient per euro exportwaarde. Voor wederuitvoer is dit veel lager. Het CBS weet precies de herkomstverdeling binnen de sierteeltexport naar Rusland (overgrote deel Nederlandse makelij, klein gedeelte wederuitvoer). Op basis van deze gegevens maakt het CBS de schatting dat Nederland 80 eurocent per euro export aan de sierteelt naar Rusland verdient. De onderstaande tabel geeft aan hoeveel exportverdiensten2 dit in 2019, 2020 en 2021 naar schatting zijn geweest:

 

Exportverdiensten (in mln. euro)

2019

259

2020

259

2021

275

6

Hoeveel hectare landbouw-, akkerbouw en graslanden bevinden zich in retentiegebieden, uitgesplitst per provincie?

Antwoord

Op basis van de data van de Gecombineerde Opgave bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is het aantal hectares landbouw- en graslandarealen (inclusief natuurgrasland) in de uiterwaarden uit te splitsen per rivier. De uiterwaarden van de vier rivieren bevinden zich in de volgende provincies en hebben de volgende landbouw arealen:

  • 1. de uiterwaarde van de Maas (bedijkt) in Noord-Brabant en Gelderland heeft een grasland areaal van 3.571 hectare en een landbouw areaal van 1.586 hectare

  • 2. de uiterwaarde van Waal/Merwede in Gelderland en Zuid-Holland heeft een grasland areaal van 6.633 hectare en een landbouw areaal van 1.007 hectare

  • 3. de uiterwaarde van Nederrijn/Lek in Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland heeft een grasland areaal van 3.475 hectare en een landbouw areaal van 786 hectare

  • 4. de uiterwaarde van de IJssel in Gelderland en Overijsel heeft een grasland areaal van 6.930 hectare en een landbouw areaal van 861 hectare

Deze landbouw arealen zijn een combinatie van snijmais, aardappelen, suikerbieten, granen en overige gewassen.

7

Op hoeveel hectare in de retentiegebieden is er gebouwd en mag er gebouwd worden?

Antwoord

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) neemt aan dat de vraag doelt op gebieden die bij (extreem) hoog water onder kunnen lopen en nu nog achter een primaire kering liggen die niet aan de normen voldoet. Die gebieden komen voor in Limburg en maken onderdeel uit van het rivierbed.

In zijn algemeenheid geldt dat het verboden is om zonder vergunning van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in het rivierbed en dus in deze gebieden te bouwen. De voorwaarden waaronder vergunningverlening mogelijk is, zijn vastgelegd in de Beleidsregels grote rivieren (Bgr). Hoeveel hectare (ha) bebouwd mag worden hangt af van of aan deze voorwaarden wordt voldaan. Voor bouwen in het gedeelte van het rivierbed waarop het bergende regime van toepassing is, geldt bijvoorbeeld dat deze vergunning alleen onder strikte voorwaarden wordt verleent, zoals dat er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit en er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is.

Daarnaast geldt dat voor bouwactiviteiten nog andere juridische kaders kunnen gelden waar de rijksoverheid niet over gaat maar die wel mede bepalen op hoeveel ha er gebouwd mag worden. Een voorbeeld zijn bestemmingsplannen, waarvoor de gemeente in de regel het bevoegd gezag is. De voorwaarden van de Bgr gelden op grond van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening ook voor gemeentelijke bestemmingsplannen voor bedoelde gebieden.

De rijksoverheid houdt niet bij hoeveel hectare in deze gebieden bebouwd zijn.

Voor gebieden die momenteel achter een primaire kering liggen, welke nog niet aan de norm voldoet, lopen projecten om de waterkering te versterken (conform prioritering in het Hoogwaterbeschermingsprogramma, HWBP). Afgesproken is dat na versterking, als de kering aan de norm voldoet, de status rivierbed zal vervallen. De gebieden vallen dan niet langer onder de Bgr. Specifiek voor de gebieden tussen Mook en Gennep en tussen Thorn en Wessem geldt dat het van belang is dat deze na versterking hun waterbergende werking behouden in tijden van extreem hoogwater. Daarom is voor deze twee gebieden afgesproken dat op dat moment een «begrensde gebiedsontwikkelruimte» in werking treedt, welke in plaats komt van de huidige Bgr-regels. Daarmee wordt de afname van het waterbergende volume van deze gebieden door ruimtelijke ontwikkelingen beperkt, zodat het waterstandsverlagende effect bij extreem hoogwater behouden blijft. Uw Kamer is hierover nader geïnformeerd (Kamerstuk 27 625, nr. 528).

8

Hoeveel hectare van de veengebieden zijn afgelopen in 2021 vernat en in welke provincie, uitgesplitst per provincie en jaar? Hoeveel geld is hieraan uitgegeven?

Antwoord

De provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Overijssel, Fryslân, Groningen en Utrecht hebben in 2020 en 2021 in totaal € 100 mln. aan impulsgelden veenweide ontvangen voor het opstarten en in beweging brengen van de gebiedsprocessen en voor het kunnen nemen van eerste maatregelen voor de aanpak van de veenweideopgaven. De provincies kunnen deze middelen tot eind 2025 besteden. In het kader van het interbestuurlijk programma «Veenplan 1e fase» is begin van dit jaar een monitoringsystematiek vastgesteld aan de hand waarvan onder meer de uitvoering van maatregelen en kosten daarvan zal worden gevolgd. Het eerste beeld daarvan wordt dit najaar verwacht.

9

Kunt u de voortgang schetsen van het Bruinvisbeschermingsplan?

Antwoord

De acties en aanbevelingen uit het Bruinvisbeschermingsplan (2020) hebben op diverse vlakken opvolging gekregen. In het najaar 2022 zal de eerste tweejaarlijkse evaluatie van het plan, zoals afgesproken in het Noordzeeakkoord, worden uitgevoerd. Een korte weergave van een aantal belangrijkste acties volgt hier. Op het gebied van populatie-ecologie en abundantie wordt in de zomer van 2022 de volgende internationale survey, SCANS-IV, uitgevoerd, waar Nederland zich actief voor inzet. Tevens is in 2021 een start gemaakt met een pilot voor het zenderen van bruinvissen. Voor wat betreft strandingen heeft er, dankzij zowel het vrijwillige strandingsnetwerk en een adequate interdepartementale samenwerking, uitgebreid onderzoek kunnen plaatsvinden naar de massastranding van bruinvissen van augustus 2021. Deze stranding is waarschijnlijk door een bacterie veroorzaakt, waarvan de herkomst nog nader wordt onderzocht. Er zijn Nederlandse publicaties uitgebracht en in voorbereiding over respectievelijk de effecten van PCB’s en PFAS op bruinvissen die langs de Nederlandse kust stranden. Ten aanzien van bijvangst heeft Nederland eind november samen met 12 andere landen het CIBBRiNA project ingediend, waarin samen met vissers en vele andere stakeholders wordt samengewerkt om incidentele bijvangsten van onder andere zeezoogdieren te minimaliseren. Het project is in eerste instantie niet toegewezen, maar is er goede hoop dat dit met enige aanpassingen wel wordt gehonoreerd. In het Wind Op Zee Ecologisch Programma (WOZEP) wordt onder andere in het windpark Borssele gemeten of bruinvissen in het operationele windpark voorkomen en of er effecten van heien zijn (Bruinvis Netwerk Borssele project). Het Kader Ecologie en Cumulatie (KEC) is maatgevend voor de eisen die gesteld worden aan de maximale geluidsniveaus die tijdens de aanleg van nieuwe windparken optreden. Tenslotte is er onderzoek in voorbereiding naar de effecten van het geluid van seismisch bodemonderzoek op bruinvissen.

10

Hoeveel «begrazers» van natuurgebieden worden er jaarlijks in Nederland geschoten, uitgesplitst naar diersoort?

Antwoord

De NVWA houdt geen specifieke slachtaantallen bij van dieren uit natuurgebieden. De aantallen geslachte dieren uit natuurgebieden worden meegenomen bij de registratie per diersoort. Er vindt geen uitsplitsing plaats naar een specifieke herkomst.

11

Hoeveel hectare van het Natuurnetwerk Nederland is geen onderdeel van het Natura 2000-gebied, waar mogelijk graag uitgesplitst naar (binnen)water en land?

Antwoord

In de meest recente Voortgangsrapportage Natuur (VRN) staat op de kaarten in figuur 1 en 2 de respectievelijke ligging van de gebieden in het Natuurnetwerk Nederland en Natura 2000-gebieden, op het land respectievelijk het water (Kamerstuk 33 576, nr. 253). In paragraaf 2.3 is weergeven dat op land 36.792 hectare Natura 2000-gebied geen deel uitmaakt van het Natuurnetwerk Nederland. Samen met de provincies zoeken we op dit moment uit hoe dit is veroorzaakt; we komen hierop terug in de volgende Voortgangsrapportage Natuur, die in het najaar van 2022 verschijnt.

12

Hoe vaak zijn de provincies vorig jaar gecontroleerd op het goed naleven van bemaaiing in lijn met de Wet natuurbescherming? Hoeveel overtredingen zijn er geconstateerd?

Antwoord

In 2017 is de uitvoering van de Wet natuurbescherming grotendeels gedecentraliseerd naar de provincies. Uitvoering van provinciaal beleid wordt gecontroleerd door provinciale staten. Omdat provincies het bevoegd gezag zijn, beschikt LNV niet over informatie ten aanzien van overtredingen van de Wet natuurbescherming bij bemaaiing.

13

Hoeveel muskusratten werden er in 2021 gedood? Hoeveel bijvangst was daarbij, uitgesplitst naar soort?

Antwoord

De waterschappen gaan hier over. Deze informatie kunt u vinden in Muskusratten & beverratten, Jaarverslag 2021 van de Unie van Waterschappen in te zien via de volgende link https://unievanwaterschappen.nl/publicaties/jaarverslag-muskus-en-beverratten-2021/.

14

Over hoeveel vaartuigen is de Nederlandse staat een vlaggestaat en welke landen varen onder Nederlandse vlag?

Antwoord

Het aantal vissersvaartuigen waar Nederland onder het Gemeenschappelijk Visserijbeleid een vlaggestaat van is, dus het aantal inschrijvingen als zodanig in het Nederlands en communautair vlootregister, bedraagt ca. 720 vaartuigen. Dit betreft grote en kleine vaartuigen, waarbij enkele kleinere vaartuigen overigens nauwelijks actief zijn. Daarnaast zijn in het Nederlands vlootregister ook vaartuigen opgenomen die in de binnenwateren varen, bijvoorbeeld het IJsselmeer, of voor de mosselpercelen worden gebruikt; dit betreft ca. 185 vaartuigen.

Enkel de vaartuigen ingeschreven in de registers van het Koninkrijk der Nederlanden varen onder Nederlandse vlag.

15

Hoeveel hectare land moet nog worden ingericht als zijnde natuur maar staat wel al ingeboekt als natuur?

Antwoord

In de meest recente, zevende Voortgangsrapportage Natuur (VRN) staat de stand van zaken met betrekking tot de realisatie van de overeengekomen uitbreiding van 80.000 hectare in het Natuurnetwerk Nederland. Hierbij wordt u verwezen naar de kortheidshalve naar paragraaf 2.1, de cijfers in tabel 1 en de toelichting voor wat betreft de «onderhanden hectares» op pagina 16 van deze rapportage.

16

Wordt er ook geld gereserveerd uit het klimaatbudget voor innovaties in de landbouw buiten de glastuinbouw, en zo ja, hoeveel?

Antwoord

Ja, in de Klimaatakkoord middelen (totaal € 970 miljoen in de periode 2020 – 2030) is ook geld gereserveerd voor innovaties in de overige landbouwsectoren. Het betreft middelen voor de Subsidieregeling brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (€ 112 mln.), Brongerichte maatregelen pilots en demo’s (€ 44 mln.) en de Geïntegreerde aanpak methaan en ammoniak (€ 57 mln.). Ook voor innovaties in landgebruik, die relevant zijn voor de landbouw, zijn middelen gereserveerd. Dit betreft middelen voor onderzoek en pilots in veenweidegebieden (€ 76,5 mln.) en innovaties bodemkoolstof (€ 28 mln.).

17

Hoe groot was het totale gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw in 2021 (professioneel en particulier)? Hoe groot was het totale gebruik van bestrijdingsmiddelen buiten de landbouw in 2021?

Antwoord

De meest recente gegevens over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen binnen de landbouw dateren van 2020. Deze gegevens zijn gepubliceerd door het CBS3.

De meest recente gegevens over het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw dateren van 2018. Deze gegevens zijn gepubliceerd door het Compendium voor de Leefomgeving4.

De meest recente gegevens over het particulier gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw dateren van 2019. Deze gegevens zijn gepubliceerd door het RIVM5.

18

Kunt u een overzicht geven van het aantal geboortemeldingen van alle typen rundveebedrijven in 2021 en de kalversterfte, uitgesplitst naar het aantal doodgeboren kalveren, sterfte tot 14 dagen na geboorte, de sterfte tussen 14 en 56 dagen na geboorte, de sterfte tussen 56 en 180 dagen na geboorte en de sterfte tussen 180 en 365 dagen na geboorte?

Antwoord

RVO houdt in het I&R-systeem de registraties van runderen bij ongeacht het type bedrijf (melkvee-, rundvee- of vleeskalverbedrijf) waar runderen worden gehouden en met welk doel runderen worden gehouden.

In onderstaande tabel staan de aantallen geboorte- en doodmeldingen per leeftijdscategorie die zijn geregistreerd in het Identificatie & Registratie (I&R)-systeem van RVO voor het jaar 2021. Kalveren dienen binnen 3 werkdagen geoormerkt te worden. Als een kalf levend geboren is, maar sterft voor het geoormerkt is, wordt het tot de doodgeboren kalveren gerekend.

Leeftijdscategorie

Aantal doodmeldingen kalveren 2021

Geboortemeldingen (excl. doodgeboren kalveren)

1.541.342

Doodgeboren kalveren

108.267

Sterfte op dag 0

1.083

Sterfte tussen 1 en 7 dagen

15.222

Sterfte tussen 7 en 14 dagen

24.417

Sterfte tussen 14 en 28 dagen

21.671

Sterfte tussen 28 en 180 dagen

55.883

Sterfte tussen 180 en 365 dagen

14.022

   

Totaal overleden kalveren op alle rundveebedrijven (excl doodgeboren)

132.298

19

Hoeveel kalfjes zijn er in 2021 gedood en afgevoerd naar een destructiebedrijf (in plaats van vetgemest in kalverhouderij)?

Antwoord

RVO houdt de registraties bij van runderen ongeacht het type bedrijf (melkvee-, rundvee- of vleeskalverbedrijf) waar runderen worden gehouden en met welk doel runderen worden gehouden. De doodsoorzaak van runderen wordt niet geregistreerd in I&R. Voor de sterftecijfers van kalveren tot 1 jaar op rundveebedrijven in 2021, verwijst de Minister van LNV u naar het antwoord van vraag 18.

20

Hoeveel kalfjes zijn er in 2021 geïmporteerd en vanuit welke landen?

Antwoord

Import kalveren leeftijd tot 1 jaar

2021

BELGIË

31.575

DENEMARKEN

43.002

DUITSLAND

575.749

ESTLAND

23.949

FRANKRIJK

16.498

HONGARIJE

187

IERLAND

47.947

ITALIË

290

LETLAND

14.072

LITOUWEN

59

LUXEMBURG

19.655

NOORD-IERLAND

1

OOSTENRIJK

212

POLEN

538

ROEMENIË

21

SLOWAKIJE

1.555

SPANJE

336

TSJECHIË

3.528

Totaal

779.174

21

Hoeveel kalfjes zijn er geslacht in 2021?

Antwoord

Aantal geslachte kalveren leeftijd tot 1 jaar

2021

Aanvoer op slachthuis vanuit Nederland

1.422.182

Noodslacht

18

Combinatie Import-slachtmelding

225

Totaal

1.422.425

22

Hoeveel kalfjes zijn er in 2021 geëxporteerd, naar welke landen en met welk doel?

Antwoord

In 2021 zijn in totaal 210.570 kalveren in de leeftijd tot 1 jaar geëxporteerd. Het land van bestemming en met welk doel een dier wordt geëxporteerd wordt niet geregistreerd.

23

Hoeveel controles van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in het kader van dierenwelzijn hebben er in 2021 plaatsgevonden op primaire bedrijven in de kalverhouderij?

Antwoord

Er zijn 99 inspecties van het welzijn van kalveren op primaire bedrijven in de vleeskalverenhouderij uitgevoerd in 2021.

24

Hoeveel inspecties dierenwelzijn hebben er plaatsgevonden in vleeskalverstallen in 2021?

Antwoord

Er zijn 99 inspecties van het welzijn van kalveren op primaire bedrijven in de vleeskalverenhouderij uitgevoerd in 2021.

25

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden op primaire bedrijven in de kalverhouderij waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

Er zijn 4 inspecties bij vleeskalverenbedrijven uitgevoerd op basis van een melding en er zijn 95 inspecties uitgevoerd op basis van regulier toezicht.

26

Hoeveel kalfsvlees is er in 2021 geproduceerd in Nederland en welk deel van dit vlees is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over hoeveelheden in Nederland geproduceerd kalfsvlees anders dan de aantallen geslachte dieren. In 2021 zijn er volgens de gegevens van de NVWA 1,5 miljoen kalveren geslacht. In deze periode is er circa 516.000 kg. kalfsvlees geëxporteerd naar derde landen.

27

Hoeveel NVWA-controles hebben er in 2021 plaatsgevonden op primaire bedrijven in de melkveehouderij?

Antwoord

Er zijn 307 dierenwelzijnsinspecties op primaire bedrijven in de melkveehouderij uitgevoerd in 2021.

28

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden op primaire bedrijven in de melkveehouderij waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

Er zijn 186 dierenwelzijnsinspecties op primaire bedrijven in de melkveehouderij uitgevoerd op basis van een melding en er zijn 121 dierenwelzijnsinspecties uitgevoerd op basis van regulier toezicht.

29

Hoeveel NVWA-controles in het kader van dierenwelzijn hebben er in 2021 plaatsgevonden op primaire bedrijven met runderen in de vleesveehouderij?

Antwoord

Er zijn 227 welzijnsinspecties op primaire bedrijven in de vleesveehouderij uitgevoerd in 2021.

30

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden op primaire bedrijven met runderen in de vleesveehouderij waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

Er zijn 132 welzijnsinspecties op primaire bedrijven in de vleesveehouderij uitgevoerd op basis van een melding en er zijn 95 welzijnsinspecties uitgevoerd op basis van regulier toezicht.

31

Wat was in 2021 de sterfte (de «uitval» voordat de dieren naar de slacht gaan) bij primaire bedrijven met runderen in de vleesveehouderij, van geboorte tot aan de slachtleeftijd?

Antwoord

De gevraagde gegevens worden niet door LNV of de NVWA bijgehouden. RVO houdt in het I&R-systeem de registraties van runderen bij ongeacht het type bedrijf (melkvee-, rundvee- of vleeskalverbedrijf) waar runderen worden gehouden en met welk doel runderen worden gehouden. Het is niet mogelijk om de cijfers van de vleesveehouderij hieruit te filteren.

32

Hoe verklaart u de toename van het aantal volwassen runderen dat is geslacht in 2021?

Antwoord

Hier kunnen LNV en NVWA geen eenduidig antwoord op geven. Deze toename kan meerdere oorzaken hebben. Zo zijn er signalen dat een deel van de runderen dat voorheen voor export in aanmerking kwam wegens het van kracht worden van de sectorale richtsnoeren transportwaardigheid aangeboden zijn bij binnenlandse slachthuizen.

33

Hoeveel procent van de melkrundveehouderijen hield in 2021 de koeien het hele jaar op stal?

Antwoord

De gegevens over 2021 zijn nog niet bekend. Volgens de gegevens van de Gecombineerde opgave 2021 over het jaar 2020 hield in circa 17,7% van de melkrundveehouderijen de koeien het hele jaar op stal.

34

Hoeveel melkveebedrijven hielden in 2021 de koeien het hele jaar op stal?

Antwoord

De gegevens over 2021 zijn nog niet bekend. Volgens de gegevens van de Gecombineerde opgave 2021 over het jaar 2020 hielden circa 2700 melkveebedrijven koeien het hele jaar op stal.

35

Hoeveel melkkoeien werden in 2021 het hele jaar op stal gehouden?

Antwoord

Deze informatie wordt niet specifiek uitgevraagd bij de Gecombineerde opgaven. Wat wel uit de gegevens van de Gecombineerde opgave 2021 over het jaar 2020 (gegevens over 2021 zijn nog niet bekend) komt, is dat er circa 356.500 melkkoeien op melkveebedrijven gehouden worden die geen weidegang toepassen. Deze dieren worden binnen gehouden. Daarnaast past 6,2% van de melkveebedrijven deelweidegang toe, blijkt uit de gegevens van ZuivelNL. Hoeveel dieren van deze bedrijven niet buiten komen is niet in beeld.

36

Hoeveel noodslachtingen/euthanasie van melkkoeien vonden er plaats op melkveebedrijven (inclusief mobiele slacht) in 2021?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over de aantallen noodslachtingen op diertype of per bedrijfstype. In 2021 heeft de NVWA 9967 noodslachtingen rund ouder dan 1 jaar beoordeeld. Er zijn in 2021 geen dieren geslacht middels de Mobiele Dodingsunit (MDU).

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over de aantallen euthanasie van melkkoeien of runderen op melkveebedrijven. Natuurlijke dood op het bedrijf en euthanasie op het bedrijf worden in de systematiek van I&R rund onder dezelfde code genoteerd.

37

Welke gemiddelde leeftijd behaalden melkkoeien in Nederland voordat zij werden afgevoerd naar de slacht in 2021 en hoe verhoudt dat zich tot eerdere jaren?

Antwoord

Uit de rapportage basismonitoring diergezondheid rundvee, over het vierde kwartaal 2021, uitgevoerd in opdracht van LNV en de sector, blijkt dat de levensduur op melkveebedrijven in het derde kwartaal van 2021 op 6 jaar en 1 maand lag. In het derde kwartaal van 2020 was dit nog 6 jaar en het derde kwartaal van 2019 was dit nog 5 jaar en 8 maanden. De levensduur ligt hiermee nu op de hoogste waarde in de afgelopen vijf jaar. Verlengen van de levensduur maakt onderdeel uit van het verduurzamingsplan van de Duurzame Zuivelketen (DZK) dat de sector op verzoek van mijn voorganger heeft opgesteld.

38

Hoeveel runderen zijn er in 2021 geëxporteerd, naar welke landen en met welk doel?

Antwoord

In 2021 heeft Nederland ongeveer 248.000 levende runderen geëxporteerd. Ongeveer 5% hiervan betrof export naar landen buiten de EU. Binnen de EU ontvingen België, Polen en Spanje het grootste aantal. Buiten de EU waren dat Rusland, Groot Brittannië en Pakistan, hoofdzakelijk met de fokkerij als doel.

39

Hoeveel runderen zijn er in 2021 geïmporteerd en vanuit welke landen?

Antwoord

In 2021 heeft Nederland ruim 933.000 levende runderen geïmporteerd. Er zijn geen levende runderen geïmporteerd vanuit landen buiten de EU. Het grootste aantal was afkomstig uit Duitsland en België.

40

Hoeveel rundvlees is er in 2021 geproduceerd in Nederland en welk deel van dit vlees is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over hoeveelheden in Nederland geproduceerd rundvlees anders dan de aantallen geslachte dieren. In 2021 zijn er volgens de gegevens van de NVWA 524.998 runderen geslacht. In deze periode is er circa 45,5 miljoen kg. rundvlees geëxporteerd.

41

Hoeveel biggen zijn er geboren in 2021?

Antwoord

Voor de diersoort varken worden geen geboortemeldingen geregistreerd in de centrale I&R-database.

42

Wat was in 2021 de biggensterfte en hoe is deze sterfte gedefinieerd (bijvoorbeeld het aantal biggen dat binnen vier weken overlijdt, exclusief de doodgeboren biggen)?

Antwoord

De doodgeboortes van biggen worden niet geregistreerd. Een overzicht daarvan is dus niet te geven. Op basis van de RVO-rapportage Dierregistraties over 2021 kan de Minister van LNV uw Kamer informeren dat van 4.095.565 biggen de sterfte is gemeld in het I&R-systeem

43

Hoeveel varkens zijn er in 2021 vroegtijdig gestorven, onderverdeeld naar doodgeboren biggen, biggetjes bij de zeug, gespeende biggen, vleesvarkens, kraamzeugen, overige zeugen en fokberen?

Antwoord

Doodgeboren biggen worden niet geregistreerd. Ook wordt in de registratie gebruik gemaakt van andere diercategorieën. Op basis van de RVO-rapportage Dierregistraties over 2021 kan de Minister van LNV uw Kamer wel informeren over het aantal doodmeldingen per diercategorie geregistreerd in het I&R-systeem voor 2021.

Diercategorie

Aantal doodmeldingen

Biggen

4.095.565

Fokberen

173

Slachtzeugen & Slachtbiggen

14.485

Vleesvarkens

403.611

Zeugen en fokgelten

64.304

44

Hoeveel NVWA-controles in het kader van dierenwelzijn hebben er in 2021 plaatsgevonden op primaire bedrijven in de varkenshouderij?

Antwoord

Er zijn 94 inspecties van het welzijn van varkens op primaire bedrijven uitgevoerd in 2021.

45

Hoeveel inspecties dierenwelzijn hebben er plaatsgevonden in varkensstallen in 2021?

Antwoord

Er zijn 94 inspecties van het welzijn van varkens op primaire bedrijven uitgevoerd in 2021.

46

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden op primaire bedrijven in de varkenshouderij waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

Er zijn 38 inspecties bij varkenshouderijbedrijven uitgevoerd op basis van een melding en er zijn 56 inspecties uitgevoerd op basis van regulier toezicht.

47

Hoe verklaart u de sterke toename van het aantal varkens dat is geslacht in 2021?

Antwoord

Hier kunnen LNV en NVWA geen eenduidig antwoord op geven. Deze toename kan meerdere oorzaken hebben. Er zijn signalen dat een deel van de varkens dat voorheen voor export in aanmerking kwam wegens het van kracht worden van de sectorale richtsnoeren transportwaardigheid aangeboden zijn bij binnenlandse slachthuizen. Daarnaast zijn er in 2021 meer varkens geïmporteerd voor de slacht. Mogelijk heeft de uitbraak van Afrikaanse Varkenspest in Duitsland ervoor gezorgd dat er meer varkens vanuit de EU lidstaten in Nederland i.p.v. in Duitsland zijn geslacht.

48

Hoeveel varkens zijn er in 2021 geëxporteerd, naar welke landen en met welk doel?

Antwoord

In 2021 heeft Nederland ongeveer 7,8 miljoen levende varkens geëxporteerd. Ongeveer 0,4% hiervan betrof export naar landen buiten de EU. Binnen de EU ontvingen Duitsland en Spanje het grootste aantal. Buiten de EU waren dat Servië en Albanië. De in 2021 geëxporteerde varkens zijn geëxporteerd om te worden gehouden als fok- of gebruiksdier of voor de slacht.

49

Hoeveel varkens zijn er in 2021 geïmporteerd en vanuit welke landen?

Antwoord

In 2021 heeft Nederland ruim 99.000 levende varkens geïmporteerd. Het overgrote deel van de levende varkens had een herkomst binnen de Europese Unie (EU), waarvan het grootste aantal afkomstig uit Duitsland en België. Minder dan 0,1% was afkomstig uit landen buiten de EU.

50

Hoeveel varkens zijn er in 2021 geïmporteerd om in Nederland te slachten en vanuit welke landen?

Antwoord

In 2021 zijn er in Nederland ruim 41.000 levende varkens geïmporteerd om te slachten. Deze waren afkomstig uit Frankrijk, Duitsland en België.

51

Hoeveel varkens zijn in 2021 gestorven tijdens transport?

Antwoord

De gevraagde gegevens worden niet door LNV of de NVWA bijgehouden.

52

Hoeveel varkensvlees is er in 2021 geproduceerd in Nederland en welk deel van dit vlees is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over hoeveelheden in Nederland geproduceerd varkensvlees anders dan de aantallen geslachte dieren. In 2021 zijn er volgens de gegevens van de NVWA circa 16,3 miljoen varkens geslacht. In deze periode is er circa 814 miljoen kg. varkensvlees geëxporteerd.

53

Hoeveel NVWA-controles in het kader van dierenwelzijn hebben er in 2021 plaatsgevonden bij opfokbedrijven met leghennen?

Antwoord

De NVWA heeft in 2021 geen gerichte projecten uitgevoerd met betrekking tot het dierenwelzijn op opfokbedrijven met legkippen. Er zijn geen meldingen over deze bedrijven ontvangen die na risicobeoordeling aanleiding vormden voor een controle.

54

Hoeveel van de NVWA-controles in het kader van dierenwelzijn die in 2021 hebben plaatsgevonden op opfokbedrijven met leghennen waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

De NVWA heeft in 2021 geen gerichte projecten uitgevoerd met betrekking tot het dierenwelzijn op opfokbedrijven met legkippen. Er zijn geen meldingen over deze bedrijven ontvangen die na risicobeoordeling aanleiding vormden voor een controle.

55

Worden er afstandsnormen gehanteerd voor veehouderijbedrijven die zich willen vestigen nabij opfokpluimveebedrijven, gelet op de hoge bioveiligheidseisen bij dit soort bedrijven? Zo ja, welke?

Antwoord

Op grond van de Europese regelgeving over diergezondheid (verordening 2016/429) en de Wet dieren gelden voorschriften met het oog op de preventie en bestrijding van besmettelijke dierziekten, zowel in het belang van de volksgezondheid als van de diergezondheid. De Europese verordening en de Wet dieren voorzien niet in vestigingseisen voor veehouderijen, bijvoorbeeld ten aanzien van de onderlinge afstand tussen veehouderijen. Dergelijke eisen kunnen door gemeenten in het bestemmingplan – straks omgevingsplan – worden opgenomen als dat nodig is met het oog op een goede ruimtelijke ordening. Uit jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State volgt dat mogelijke gezondheidsrisico’s voor de omgeving bij moeten als belang moeten worden meegewogen in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Zo nodig kunnen provincies hierover instructieregels voor gemeenten stellen.

56

Hoeveel NVWA-controles in het kader van dierenwelzijn hebben er in 2021 plaatsgevonden op primaire bedrijven met leghennen?

Antwoord

De NVWA heeft in 2021 geen gerichte projecten uitgevoerd met betrekking tot het dierenwelzijn op bedrijven met legkippen. Er zijn zeven controles uitgevoerd bij deze bedrijven naar aanleiding van een melding.

57

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden op primaire bedrijven met leghennen waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

De NVWA heeft in 2021 geen gerichte projecten uitgevoerd met betrekking tot het dierenwelzijn op bedrijven met legkippen. Er zijn zeven controles uitgevoerd bij deze bedrijven naar aanleiding van een melding.

58

Hoeveel NVWA-controles hebben er in 2021 plaatsgevonden op primaire bedrijven met vleeskuikens?

Antwoord

In totaal zijn in 2021 34 fysieke welzijnscontroles uitgevoerd op bedrijven met vleeskuikens. Daarnaast hebben er 80 administratieve inspecties op afstand plaatsgevonden.

59

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden op primaire bedrijven met vleeskuikens waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

Van de 114 controles die in 2021 hebben plaatsgevonden, waren 23 controles gebaseerd op meldingen en vonden 91 controles plaats op basis van regulier toezicht.

60

Hoeveel NVWA-controles hebben er in 2021 plaatsgevonden bij primaire bedrijven met vleeskuikenouderdieren?

Antwoord

De NVWA heeft in 2021 geen gerichte projecten uitgevoerd met betrekking tot het dierenwelzijn op bedrijven vleeskuikenouderdieren. Er is één controle uitgevoerd bij deze bedrijven naar aanleiding van een melding.

61

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden bij primaire bedrijven met vleeskuikenouderdieren waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

De NVWA heeft in 2021 geen gerichte projecten uitgevoerd met betrekking tot het dierenwelzijn op bedrijven vleeskuikenouderdieren. Er is één controle uitgevoerd bij deze bedrijven naar aanleiding van een melding.

62

Hoeveel vleeskuikens werden er in totaal in Nederland in 2021 gehouden in stallen met de in de Europese Unie hoogst toegestane dichtheid van 42 kilogram per vierkante meter en bij hoeveel bedrijven?

Antwoord

Vleeskuikens worden in meerdere rondes per jaar opgelegd. In 2021 werden er totaal 257.000.446 vleeskuikens bij 490 bedrijven opgelegd in de hoogst toegestane dichtheid van 42 kilogram per vierkante meter.

63

Wat was in 2021 de mortaliteit bij pluimveebedrijven in de stallen met de in de Europese Unie hoogst toegestane dichtheid van 42 kilogram per vierkante meter?

Antwoord

Er is in de regelgeving geen verplichting tot centrale registratie van de sterfte van vleeskuikens bij pluimveebedrijven. Wel zijn pluimveehouders met een bezettingsdichtheid van meer dan 33 kg/m2 op grond van artikel 2.58, lid 1 Besluit houders van dieren, respectievelijk Richtlijn 2007/43/EG, verplicht om bij elk koppel gegevens aan te leveren aan het slachthuis over de mortaliteit. De slachthuisexploitant heeft de verplichting om de aannemelijkheid van de juistheid van deze gegevens te verifiëren en te registreren met vermelding van het pluimveebedrijf van herkomst en de stal van het pluimveebedrijf. De dierenarts verbonden aan de NVWA houdt hier toezicht op.

64

Hoeveel ééndagshaantjes zijn er in Nederland per jaar gedood in 2021 en hoeveel zijn daarvan gedood voor de «productie» van leghenkuikens voor de export?

Antwoord

De NVWA houdt hiervan geen registratie bij.

65

Hoeveel kippen zijn er in 2021 gestorven tijdens transport naar een Nederlands slachthuis?

Antwoord

De gevraagde gegevens worden niet bijgehouden. In 2021 zijn 439.504 vleeskuikens, vleeskuikenouderdieren en leghennen dood aangevoerd op slachthuizen (dead on arrival); dat is 0.8% van het totaal aantal geslachte vleeskuikens, vleeskuikenouderdieren en leghennen (601,6 miljoen) in 2021. Hierbij kan meestal geen onderscheid gemaakt worden in welke fase van het voorafgaande traject (vangen, laden, transport, wachttijd in de aanvoerhal) dieren doodgegaan zijn.

66

Hoeveel eendagskuikens zijn in 2021 gestorven tijdens transport?

Antwoord

De gevraagde gegevens worden niet door LNV of de NVWA bijgehouden.

67

Hoeveel (kippen)kuikens zijn er in 2021 vanuit Nederland geëxporteerd, naar welke landen en welk deel van deze kuikens is geëxporteerd per vliegtuig?

Antwoord

In 2020 zijn ongeveer 189 miljoen kuikens geëxporteerd vanuit Nederland. Ongeveer 5% hiervan betrof export naar landen buiten de Europese Unie. De grootste ontvangers zijn Ghana, Burkina Faso en Mali. Nagenoeg alle zendingen zijn per vliegtuig getransporteerd.

68

Hoeveel van deze eendagskuikens zijn geëxporteerd om te worden gehouden als leghen, als ouderdier in een fok- en vermeerderingsbedrijf voor leghennen of vleeskuikens en hoeveel als vleeskuiken?

Antwoord

De NVWA houdt geen informatie bij over het beoogde gebruiksdoel van de geëxporteerde eendagskuikens.

69

Hoeveel kippen zijn er in 2021 geëxporteerd, naar welke landen en met welk doel?

Antwoord

In 2021 heeft Nederland ongeveer 43 miljoen levende kippen geëxporteerd. Minder dan 0,1% hiervan betrof export naar landen buiten de EU (Groot Brittannië). Binnen de EU ontvingen België, Duitsland en Polen het grootste aantal. De in 2021 geëxporteerde kippen zijn geëxporteerd om te worden gehouden als fok- of gebruiksdier of voor de slacht.

70

Hoeveel kippen zijn er in 2021 geïmporteerd en vanuit welke landen?

Antwoord

In 2021 heeft Nederland ruim 208 miljoen levende kippen geïmporteerd. Het grootste aantal was afkomstig uit Duitsland en België. Er zijn in 2021 geen levende kippen geïmporteerd vanuit landen buiten de EU.

71

Hoeveel broedeieren van legkippen zijn er in 2021 geëxporteerd, naar welke landen?

Antwoord

In 2021 zijn ongeveer 854 miljoen broedeieren geëxporteerd vanuit Nederland. Binnen de EU zijn dat hoofdzakelijk Duitsland, België, Polen en Denemarken. 476 miljoen broedeieren zijn geëxporteerd naar landen buiten de EU. Saoedi-Arabië, Irak, Rusland en Oezbekistan zijn hierin de grootste ontvangers. De NVWA houdt geen informatie bij over het beoogde gebruiksdoel van de geëxporteerde eieren.

72

Hoeveel broedeieren van vleeskippen zijn er in 2021 geëxporteerd, naar welke landen?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 71.

73

Hoeveel broedeieren zijn er in 2021 geëxporteerd naar Rusland en Polen?

Antwoord

In 2021 zijn 35,4 miljoen broedeieren naar Rusland geëxporteerd. Naar Polen zijn dat 73,5 miljoen broedeieren.

74

Hoeveel broedeieren zijn er in 2022 geëxporteerd naar Rusland?

Antwoord

In 2022 (januari tot en met april) zijn 9,5 miljoen broedeieren naar Rusland geëxporteerd.

75

Hoeveel kippenvlees is er in 2021 geproduceerd in Nederland en welk deel van dit vlees is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over hoeveelheden in Nederland geproduceerd kippenvlees anders dan de aantallen geslachte dieren. In 2021 zijn er volgens gegevens van de NVWA in Nederland ca. 20 miljoen leghennen en vleeskuikenouderdieren geslacht. In deze periode is er circa 203 miljoen kg. kippenvlees (van leghennen en vleeskuikenouderdieren) geëxporteerd naar derde landen.

76

Hoeveel eieren zijn er in 2021 geproduceerd in Nederland en welk deel hiervan is geëxporteerd?

Antwoord

In 2022 (januari tot en met april) zijn 9,5 miljoen broedeieren naar Rusland geëxporteerd.

77

Hoeveel NVWA-controles hebben er in 2021 plaatsgevonden in de eendenhouderij?

Antwoord

De NVWA heeft in 2021 geen gerichte projecten uitgevoerd met betrekking tot het dierenwelzijn bij bedrijven met eenden. Er zijn geen meldingen over deze bedrijven ontvangen die na risicobeoordeling aanleiding vormden voor een controle.

78

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden in de eendenhouderij waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 77.

79

Hoeveel eenden in de eendenhouderij hadden in 2021 toegang tot «poetswater» en om hoeveel bedrijven gaat dit?

Antwoord

LNV heeft niet de beschikking over gegevens met betrekking tot het aantal eendenhouderijen waar de eenden in 2021 toegang hadden tot poetswater. Ook zijn er geen gegevens beschikbaar over het aantal eenden dat in 2021 toegang had tot poetswater.

80

Hoeveel eenden zijn er in 2021 gestorven op transport naar een Nederlands slachthuis?

Antwoord

De gevraagde gegevens worden niet bijgehouden. In 2021 zijn 11.075 eenden dood aangevoerd op slachthuizen (dead on arrival); dat is 0.17% van het totaal aantal geslachte eenden (6,6 miljoen) in 2021. Hierbij kan meestal geen onderscheid gemaakt worden in welke fase van het voorafgaande traject (vangen, laden, transport, wachttijd in de aanvoerhal) dieren doodgegaan zijn.

81

Hoeveel eenden liepen in 2021 ernstige bloedingen en/of botbreuken op tijdens het vangen in de stallen en tijdens het transport?

Antwoord

De NVWA controleert achteraf, aan de slachtlijn, steekproefsgewijs en bij vermoeden van verhoogd aandeel vangletsel en voert tellingen uit. Dit geeft, voor dat koppel, een bepaling van het aandeel vangletsel. In 2021 is een naleefmeting vangletsel bij pluimvee uitgevoerd door de NVWA (zie https://www.nvwa.nl/documenten/dier/dierenwelzijn/welzijn/inspectieresultaten/resultaten-naleefmeting-vangletsel-2021). Omdat deze controles steekproefsgewijs en bij een vermoeden worden gedaan zijn hier geen volledige aantallen te geven.

82

Hoeveel eenden zijn er in 2021 in Nederland geslacht?

Antwoord

Volgens gegevens van de NVWA zijn er in 2021 ca. 6,6 miljoen eenden geslacht (bron NVWA Pladmin).

83

Hoeveel eendenvlees is er in 2021 geproduceerd in Nederland en welk deel van dit vlees is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA houdt geen informatie bij over de totale productie van eendenvlees in Nederland. In 2021 is ongeveer 1 miljoen kg eendenvlees geëxporteerd naar derde landen.

84

Hoeveel NVWA-controles hebben er in 2021 plaatsgevonden op primaire bedrijven met melkgeiten?

Antwoord

Er zijn 97 welzijnsinspecties bij houders van geiten uitgevoerd in 2021. Een groot deel van deze inspecties vond plaats bij melkgeitenhouders, maar het is niet uit te sluiten dat ook andere type geitenhouders, zoals hobbyhouders, bij deze cijfers inbegrepen zijn.

85

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden op primaire bedrijven met melkgeiten waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

Er zijn 53 welzijnsinspecties bij houders van geiten uitgevoerd op basis van een melding en er zijn 44 welzijnsinspecties uitgevoerd op basis van regulier toezicht.

86

Hoeveel bokkenmesters waren er in 2021?

Antwoord

Bokkenmesters worden niet als zodanig geregistreerd. Vanuit de sector komen signalen dat het aantal bokkenmesters in de afgelopen jaren fors is afgenomen en dat er nog slechts enkele actief zijn.

87

Hoeveel NVWA-controles hebben er in 2021 plaatsgevonden op opfokbedrijven met geitenbokjes (bokkenmesters)?

Antwoord

Er is één welzijnsinspectie bij een bokkenmester uitgevoerd in 2021.

88

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden op opfokbedrijven met geitenbokjes waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

Er zijn geen welzijnsinspecties op basis van een melding uitgevoerd bij bokkenmesters en er is één welzijnsinspectie bij een bokkenmester uitgevoerd op basis van regulier toezicht.

89

Hoeveel geiten zijn er in 2021 geëxporteerd, naar welke landen en met welk doel?

Antwoord

In 2021 heeft Nederland ongeveer 13.000 levende geiten geëxporteerd. Ongeveer 26% hiervan betrof export naar landen buiten de EU. Binnen de EU ontvingen Duitsland en België het grootste aantal. Buiten de EU was dat Rusland. De in 2021 geëxporteerde geiten zijn geëxporteerd om te worden gehouden als fok- of gebruiksdier of voor de slacht.

90

Hoeveel geiten zijn er in 2021 geïmporteerd en vanuit welke landen?

Antwoord

In 2021 heeft Nederland ruim 2.300 levende geiten geïmporteerd. Het grootste aantal was afkomstig uit Duitsland en Luxemburg. In 2021 zijn er geen levende geiten geïmporteerd vanuit landen buiten de EU

91

Hoeveel geiten zijn er in 2021 geëxporteerd naar Rusland, met welk doel, op welke wijze en hoe lang duren deze transporten?

Antwoord

In 2021 zijn ongeveer 3400 geiten naar Rusland geëxporteerd voor fokdoeleinden. De geiten zijn per vrachtauto vervoerd. Met inachtneming van de vereiste rust- en verzorgingstijden is de totale reisduur afhankelijk van de bestemming in Rusland tussen de 60 en 140 uur.

92

Hoeveel geiten zijn in 2021 gestorven tijdens transport?

Antwoord

De gevraagde gegevens worden niet door LNV of de NVWA bijgehouden.

93

Hoeveel geitenvlees is er in 2021 geproduceerd in Nederland en welk deel van dit vlees is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over hoeveelheden in Nederland geproduceerd geitenvlees anders dan de aantallen geslachte dieren. In 2021 zijn er volgens gegevens van de NVWA in Nederland ca. 216.500 geiten geslacht. Gegevens over export van schapen- en geitenvlees worden in één categorie geregistreerd. In totaal is hiervan ongeveer 828.000 kg vlees en vleesproducten van schapen en geiten geëxporteerd.

94

Hoeveel geitenkaas en -melk is er in 2021 geproduceerd in Nederland en welk deel hiervan is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA houdt geen informatie bij over de totale productie van geitenkaas en -melk in Nederland. In 2021 is ongeveer 597.000 kg geitenkaas geëxporteerd (naar derde landen) en ongeveer 59 miljoen kg geitenmelk en/of melkpoeder (naar derde landen).

95

Hoeveel schapen zijn er in 2021 geëxporteerd, naar welke landen en met welk doel?

Antwoord

In 2021 heeft Nederland ruim 108.000 levende schapen geëxporteerd. Er was bijna geen export naar landen buiten de EU. Binnen de EU ontvingen België, Duitsland en Frankrijk het grootste aantal. Buiten de EU was dat Rusland. De in 2021 geëxporteerde schapen zijn geëxporteerd om te worden gehouden als fok- of gebruiksdier of voor de slacht.

96

Hoeveel schapen zijn er in 2021 geïmporteerd en vanuit welke landen?

Antwoord

In 2021 heeft Nederland ruim 69.000 levende schapen geïmporteerd. Het grootste aantal was afkomstig uit Duitsland, Estland en Tsjechië. In 2021 zijn er geen levende geiten geïmporteerd vanuit landen buiten de EU.

97

Hoeveel schapen zijn er in 2021 geëxporteerd naar Vietnam, met welk doel, op welke wijze en hoe lang duurden deze transporten?

Antwoord

In 2021 heeft Nederland 1 schaap voor fok- of gebruiksdoeleinden geëxporteerd naar Vietnam. Dergelijk transport gaat per vliegtuig. De totale reisduur vanuit Nederland tot aankomst op de luchthaven in Vietnam bedraagt circa 20 uren. Er zijn geen gegevens bekend over de duur van het transport in Vietnam zelf.

98

Hoeveel schapen zijn in 2021 gestorven tijdens transport?

Antwoord

De gevraagde gegevens worden niet door LNV of de NVWA bijgehouden.

99

Hoeveel schapenvlees is er in 2021 geproduceerd in Nederland en welk deel van dit vlees is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over hoeveelheden in Nederland geproduceerd schapenvlees anders dan de aantallen geslachte dieren. In 2021 zijn er volgens gegevens van de NVWA in Nederland ca. 646.000 schapen geslacht. Gegevens over export van schapen- en geitenvlees wordt in één categorie geregistreerd. In totaal is ongeveer 828.000 kg. vlees en vleesproducten van schapen en geiten geëxporteerd naar derde landen.

100

Hoeveel schapenkaas en -melk is er in 2021 geproduceerd in Nederland en welk deel hiervan is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA houdt geen informatie bij over de totale productie van schapenkaas en -melk in Nederland. In 2021 is ongeveer 6.000 kg schapenkaas geëxporteerd (naar derde landen) en ongeveer 522.000 kg schapenmelk en/of melkpoeder (naar derde landen).

101

Hoeveel NVWA-controles in het kader van dierenwelzijn hebben er in 2021 plaatsgevonden op primaire bedrijven met schapen? Hoeveel van deze controles waren aangekondigd?

Antwoord

Er zijn 255 dierenwelzijnsinspecties bij houders van schapen uitgevoerd in 2021. In principe worden dierenwelzijnsinspecties niet aangekondigd. In 2021 zijn enkele inspecties mogelijk aangekondigd in verband met COVID-19 maatregelen. Er zijn geen exacte gegevens beschikbaar over het aantal aangekondigde inspecties.

102

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden bij bedrijven met schapen waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

Er zijn 204 dierenwelzijnsinspecties bij houders van schapen uitgevoerd op basis van een melding en er zijn 51 dierenwelzijnsinspecties uitgevoerd op basis van regulier toezicht.

103

Hoeveel bedrijven hielden in 2021 konijnen voor de productie van konijnenvlees?

Antwoord

In 2021 waren er volgens de landbouwtelling 30 bedrijven met konijnen die voor productie gehouden worden.

104

Hoeveel konijnen werden er in 2021 gefokt voor de productie van konijnenvlees?

Antwoord

In 2021 waren volgens de landbouwtelling op enig moment (inwinning gegevens tussen 1 april 2021 tot en met 15 mei 2021) in totaal 321.300 konijnen in Nederland. Het gaat dan om 282.900 gespeende vleeskonijnen en om 38.400 voedsters (moederdieren). Hoeveel konijnen er worden geboren in een heel jaar is niet bekend.

105

Hoeveel NVWA-controles hebben er in 2021 plaatsgevonden in de konijnenhouderij?

Antwoord

In 2021 zijn er zeven welzijnscontroles uitgevoerd in de konijnenhouderij op basis van regulier toezicht. Deze controles maakten onderdeel uit van een project waarvan het merendeel in 2022 is uitgevoerd. Er zijn geen meldingen over deze bedrijven ontvangen die na risicobeoordeling aanleiding vormden voor een controle.

106

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2021 hebben plaatsgevonden in de konijnenhouderij waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

In 2021 zijn er zeven welzijnscontroles uitgevoerd in de konijnenhouderij op basis van regulier toezicht. Deze controles maakten onderdeel uit van een project waarvan het merendeel in 2022 is uitgevoerd. Er zijn geen meldingen over deze bedrijven ontvangen die na risicobeoordeling aanleiding vormden voor een controle.

107

Wat was de sterfte (uitval) in de konijnenhouderij in 2021?

Antwoord

Er is geen centrale registratie van sterftecijfers in de konijnenhouderij. Zoals aangekondigd in de beantwoording van de vragen van lid Ouwehand6 is de Minister van LNV over in gesprek met de konijnensector.

108

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de gesprekken die u voert over de centrale registratie van sterftecijfers in de konijnenhouderij?

Antwoord

Met de konijnensector is afgesproken dat zij dit jaar met een plan van aanpak «zorg voor jonge dieren» komen hoe deze centrale registratie van sterftecijfers concreet vormgegeven gaat worden. Hier zijn zij al aan begonnen en lopen er gesprekken tussen de sector en het Ministerie van LNV. Zodra dit plan van aanpak is afgerond wordt uw Kamer hierover geïnformeerd.

109

Op welke wijze en door wie wordt toezicht gehouden op de registratie van uitvalspercentages die voor konijnenhouders verplicht is op grond van het Besluit houders van dieren?

Antwoord

Tijdens (reguliere) inspecties bij houders van konijnen voor productie controleert de NVWA onder andere op de bepalingen in artikel 2.76n van het Besluit houders van dieren, waaronder de registratie van de uitvalpercentages.

110

Hoe vaak is in 2019, 2020 en 2021 geconstateerd dat het uitvalspercentage van gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen hoger was dan tien procent?

Antwoord

In 2019 hebben geen controles plaatsgevonden bij houders van konijnen voor productie. Derhalve is in 2019 geen enkele keer geconstateerd dat het uitvalspercentage van gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen hoger was dan tien procent.

In 2020 hebben twee controles plaatsgevonden bij houders van konijnen voor productie. Op basis van de inspectiegegevens is er geen indicatie dat tijdens deze controles is geconstateerd dat het uitvalspercentage van gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen hoger was dan tien procent.

In 2021 hebben negen controles plaatsgevonden bij houders van konijnen voor productie. Op basis van de inspectiegegevens volgt dat tijdens vier van deze controles is geconstateerd dat het uitvalspercentage van gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen hoger was dan tien procent.

111

Op welke wijze en door wie wordt toezicht gehouden op de maatregelen die een konijnenhouder moet nemen op het moment dat de sterfte op een konijnenbedrijf hoger is dan tien procent?

Antwoord

De NVWA houdt toezicht op de administratie waarin het uitvalspercentage staat voor gespeende konijnen, voedsters en opfokkonijnen. Op het moment dat de sterfte op een konijnenbedrijf hoger is dan tien procent in een van deze diergroepen, dan wordt gecontroleerd of de konijnenhouder een dierenarts heeft geconsulteerd en maatregelen heeft genomen om het uitvalspercentage te verlagen.

112

Hoeveel konijnen zijn in 2021 gestorven tijdens transport?

Antwoord

De gevraagde gegevens worden niet door LNV of de NVWA bijgehouden.

113

Hoeveel konijnenvlees is er in 2021 geproduceerd in Nederland en welk deel van dit vlees is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over hoeveelheden in Nederland geproduceerd konijnenvlees anders dan de aantallen geslachte dieren. In 2021 zijn er volgens gegevens van de NVWA in Nederland geen konijnen geslacht in erkende slachthuizen. In 2021 is er ongeveer 1.800 kg konijnenvlees geëxporteerd naar derde landen.

114

Hoeveel levende dieren zijn er in 2022 tot nu toe geëxporteerd naar Rusland, uitgesplitst naar diersoort?

Antwoord

In 2022 (januari – april) zijn ongeveer 800 levende dieren naar Rusland geëxporteerd, dit betrof alleen runderen.

115

Hoeveel broedeieren zijn er in 2022 tot nu toe geëxporteerd naar Rusland?

Antwoord

In 2022 (januari tot en met april) zijn 9,5 miljoen broedeieren naar Rusland geëxporteerd.

116

Hoe lang duren de transporten met levende dieren naar Rusland, uitgesplitst per diersoort?

Antwoord

Met inachtneming van de vereiste rust- en verzorgingstijden is de totale reisduur van transporten met levende dieren afhankelijk van de bestemming in Rusland tussen de 60 en 170 uur.

Voor alle diersoorten die levend naar Rusland geëxporteerd worden, gelden dezelfde verplichte rust- en verzorgingstijden (https://www.nvwa.nl/onderwerpen/vervoer-levende-dieren/langer-dan-8-uren).

117

Hoeveel dieren zijn er in 2021 onbedwelmd aangesneden bij de onverdoofde rituele slacht?

Antwoord

In 2021 zijn in totaal 52.468 dieren onbedwelmd aangesneden ten behoeve van de onbedwelmde rituele slacht.

118

Kunt u het aantal onbedwelmd aangesneden dieren in 2021 uitsplitsen naar het aantal dieren dat direct na het aansnijden een bedwelming kreeg, het aantal dieren dat kort voor het verstrijken van de 40 seconden een bedwelming kreeg, het aantal dieren dat geen bedwelming kreeg omdat ze binnen 40 seconden na het aansnijden het bewustzijn hadden verloren en het aantal dieren dat werd nabedwelmd op aanwijzing van de NVWA?

Antwoord

Van de onder vraag 117 genoemde 52.468 dieren die onbedwelmd zijn aangesneden ten behoeve van onbedwelmde rituele slacht hebben er 34.733 een bedwelming gekregen direct na het aansnijden; 1.118 een bedwelming gekregen binnen de 40 seconden na aansnijden en 353 een bedwelming gekregen binnen 40 seconden op aanwijzing van de NVWA toezichthouder. 17.264 dieren hebben geen bedwelming gekregen omdat zij het bewustzijn binnen de 40 seconden na aansnijden verloren hadden.

119

Hoeveel vlees is er geïmporteerd in 2018, 2019, 2020 en 2021?

Antwoord

LNV bezit hierover de volgende informatie:

Ingevoerde hoeveelheid vlees (X 1.000 ton) van runderen, schapen en pluimvee in de jaren 2018–2021

Jaar

2018

2019

2020

2021

Pluimvee

843

900

884

127

Runderen

410

421

376

69

Schapen/Lammeren

0.40

0.35

0.31

19

Bron data 2018, 2019, 2020: pluimvee: SITA, bewerking NEPLUVI / roodvlees: CBS, bewerking COV.

Bron data 2021: NVWA (import vanuit buiten de EU).

120

Uit welke landen werd dit vlees geïmporteerd?

Antwoord

(betreft 2021)

Pluimveevlees werd voornamelijk geïmporteerd uit Brazilië en het Verenigd Koninkrijk en in mindere mate uit Thailand en Oekraïne. Enkele zendingen kwamen uit Chili en de Verenigde Staten.

Rundvlees werd vnl. geïmporteerd uit Argentinië, Brazilië en Uruguay en in mindere mate uit Botswana, Canada, Chili, Japan, Nieuw Zeeland, Namibië, Paraguay, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.

Lams- en schapenvlees werd vnl. geïmporteerd uit Nieuw Zeeland en in beperkte mate uit Australië, Argentinië, Chili, Uruguay en het Verenigd Koninkrijk.

121

Hoeveel halal vlees is er in 2018, 2019, 2020 en 2021 geïmporteerd?

Antwoord

Bij de import van vlees wordt niet geregistreerd of het al dan niet gaat om regulier of halal vlees. Ook wordt niet geregistreerd of het vlees van onbedwelmd geslachte dieren betreft, omdat deze aspecten geen onderdeel uitmaken van de geharmoniseerde handelsstatistiek.

122

Uit welke landen werd dit vlees geïmporteerd?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 121.

123

Hoeveel koosjer vlees is er in 2018, 2019, 2020 en 2021 geïmporteerd?

Antwoord

Bij de import van vlees wordt niet geregistreerd of het al dan niet gaat om regulier of halal vlees. Ook wordt niet geregistreerd of het vlees van onbedwelmd geslachte dieren betreft, omdat deze aspecten geen deel uitmaken van de geharmoniseerde handelsstatistiek.

124

Uit welke landen werd dit vlees geïmporteerd?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 123.

125

Hoeveel grote pluimveeslachterijen gebruikten in 2021 nog het waterbad als bedwelmingsmethode?

Antwoord

Vier grote pluimveeslachterijen maakten in 2021 permanent gebruik van een elektrisch waterbad als bedwelmingsmethode en vier pluimveeslachterijen hebben een waterbad als back-up.

126

Hoeveel middelgrote en kleine pluimveeslachterijen gebruikten in 2021 nog het waterbad als bedwelmingsmethode?

Antwoord

Eén middelgrote pluimveeslachterij maakte in 2021 permanent gebruik van een elektrisch waterbad als bedwelmingsmethode.

127

Hoeveel kippen, onderverdeeld naar vleeskuikens en leghennen, en hoeveel eenden zijn in 2021 geslacht met het elektrisch waterbad als bedwelmingsmethode?

Antwoord

In 2021 zijn 63,5 miljoen vleeskuikens, 5,8 miljoen leghennen en 6,6 miljoen eenden geslacht bij de slachthuizen die permanent gebruik maken van een elektrisch waterbad als bedwelmingsmethode. De NVWA houdt geen cijfers bij van het aantal dieren dat in 2021 is geslacht op slachthuizen met een waterbad als back-up.

128

Bij hoeveel slachterijen werd in 2021 nog standaard CO2-bedwelming gebruikt bij varkens?

Antwoord

Bij vijf grote slachterijen werd in 2021 standaard CO2 bedwelming gebruikt bij varkens.

129

Bij hoeveel slachterijen werden varkens in 2021 bedwelmd met een andere methode dan CO2-bedwelming en welke methoden zijn dat?

Antwoord

Er zijn 67 slachterijen in Nederland waar in 2021 tenminste één varken geslacht is. Bij 62 van die slachterijen werden varkens standaard met één van de volgende methoden bedwelmd: elektrisch-automatisch met restrainer, elektrisch-handmatig, penetrerend penschiettoestel. De laatste twee methodes worden ook als back-up gebruikt.

130

Hoeveel varkens werden er per uur gemiddeld en maximaal geslacht bij grote slachthuizen in 2020 en 2021?

Antwoord

De NVWA houdt geen centrale gegevens bij m.b.t. slachtsnelheden. Gangbare slachtsnelheden voor vleesvarkens in de grote slachthuizen zijn 300–675 dieren per uur.

131

Hoeveel varkens werden er per uur gemiddeld en maximaal geslacht bij kleine en middelgrote slachthuizen in 2020 en 2021?

Antwoord

De NVWA houdt geen centrale gegevens bij m.b.t. slachtsnelheden. Gangbare slachtsnelheden voor vleesvarkens in de kleine en middelgrote slachthuizen zijn 1–300 dieren per uur.

132

Hoeveel volwassen runderen werden er per uur gemiddeld en maximaal geslacht bij grote slachthuizen in 2020 en 2021?

Antwoord

De NVWA houdt geen centrale gegevens bij m.b.t. slachtsnelheden. Gangbare slachtsnelheden voor volwassen runderen in de grote slachthuizen zijn 25–130 dieren per uur.

133

Hoeveel volwassen runderen werden er per uur gemiddeld en maximaal geslacht bij kleine en middelgrote slachthuizen in 2020 en 2021?

Antwoord

De NVWA houdt geen centrale gegevens bij m.b.t. slachtsnelheden. Gangbare slachtsnelheden voor volwassen runderen in de kleine en middelgrote slachthuizen zijn 1–25 dieren per uur.

134

Hoeveel kalveren werden er per uur gemiddeld en maximaal geslacht bij grote slachthuizen in 2020 en 2021?

Antwoord

De NVWA houdt geen centrale gegevens bij m.b.t. slachtsnelheden. Gangbare slachtsnelheden voor kalveren in de grote slachthuizen zijn 40–240 dieren per uur.

135

Hoeveel kalveren werden er per uur gemiddeld en maximaal geslacht bij kleine en middelgrote slachthuizen in 2020 en 2021?

Antwoord

De NVWA houdt geen centrale gegevens bij m.b.t. slachtsnelheden. Gangbare slachtsnelheden voor kalveren in kleine en middelgrote slachthuizen zijn 1–40 dieren per uur.

136

Hoeveel kippen werden er per uur gemiddeld en maximaal geslacht bij grote slachthuizen in 2020 en 2021?

Antwoord

De NVWA houdt geen centrale gegevens bij m.b.t. slachtsnelheden. Gangbare slachtsnelheden variëren tussen de 7.000 en 13.500 slachthaken per uur voor vleeskuikens en tussen de 4.500 en 6.000 slachthaken per uur voor kippen.

137

Hoeveel kippen werden er per uur gemiddeld en maximaal geslacht bij kleine en middelgrote slachthuizen in 2020 en 2021?

Antwoord

De NVWA houdt geen centrale gegevens bij m.b.t. slachtsnelheden. Gangbare slachtsnelheden voor pluimvee in kleine en middelgrote slachthuizen zijn 200–1.300 dieren per uur.

138

Waarom was het budget dat in 2021 geraamd was voor de sanering varkenshouderij groter dan uiteindelijk nodig was?

Antwoord

Het voor 2021 geraamde budget was gebaseerd op het aantal varkenshouders die een positieve subsidiebeschikking hadden ontvangen. In de loop van 2021 zijn er varkenshouders die alsnog af hebben gezien van deelname aan de Srv, waarmee het benodigde budget uiteindelijk lager uitviel.

139

Hoe is te verklaren dat in 2021 minder verplichtingen zijn aangegaan in het kader van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv)? Hoeveel varkenshouderijen zijn in 2020 beëindigd, hoeveel varkenshouderijen zijn in 2021 beëindigd en met welk aantal beëindigingen werd vooraf rekening gehouden?

Antwoord

De voorwaarden waaronder ondernemers in aanmerking kwamen voor een tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19 kunt u terugvinden in de brief aan uw Kamer van 8 mei 2020 (Kamerstuk 35 420, nr. 32). De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft de regeling namens de Minister van LNV uitgevoerd.

Hoeveel varkenshouderijen er in 2020 onderscheidenlijk in 2021 zijn beëindigd is voor het aantal en de omvang van de verplichtingen niet doorslaggevend. Op grond van de vereisten uit de Srv is een varkenshouderij definitief beëindigd als alle dieren zijn en alle mest is afgevoerd en de vergunningen zijn ingetrokken dan wel gewijzigd. Op dat moment kan een varkenshouder aanspraak maken op een voorschot van 70% van het subsidiebedrag. Na beëindiging heeft een varkenshouder nog 16 maanden de tijd om de productiecapaciteit te slopen, waarna een verzoek tot definitieve subsidievaststelling en uitbetaling van het resterende subsidiebedrag ingediend kan worden. In jaar van beëindiging van een varkenshouderij worden dus niet alle verplichtingen aangegaan.

Er is vooraf geen inschatting gemaakt van het aantal varkenshouders dat daadwerkelijk tot beëindiging zou overgaan.

140

Aan welke voorwaarden diende te worden voldaan om in aanmerking te komen voor de regeling Tegemoetkoming sierteelt en onderdelen voedingstuinbouw, op grond waarvan vond honorering plaats en waar lag de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze regeling?

Antwoord

De voorwaarden waaronder ondernemers in aanmerking kwamen voor een tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19 kunt u terugvinden in de brief aan uw Kamer van 8 mei 2020 (Kamerstuk 35 420, nr. 32). De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft de regeling namens de Minister van LNV uitgevoerd.

141

Waardoor kon de regeling met betrekking tot Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)-pilots en mest in 2021 niet worden opengesteld? Welke regeling met betrekking tot GLB-pilots en mest betrof het hier, waarom kon deze in 2021 niet worden opengesteld en is deze regeling inmiddels wel opengesteld?

Antwoord

In het eerste helft van 2021 zijn meerdere openstellingen geweest en pilots opgestart in het kader van de subsidieregeling Pilots Toekomstbestendige landbouw nieuw GLB. Deze subsidieregeling bestond uit drie onderdelen te weten: pilots in het kader van het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLB), Veenweide en kringlooplandbouw. Het doel van de GLB-pilots is om landbouwers in nauwe afstemming met de overheid ervaringen te laten opdoen met vormen van duurzame landbouw die bijdragen aan onder meer de kwaliteit van water, lucht en bodem. Hiervoor konden ook projecten in het kader van verbetering van mestbeheer worden ingediend. Het betreft GLB-pilots waarvan de resultaten benut worden voor de invulling en verdere ontwikkeling van het GLB, waaronder de eco-regeling, een instrument dat vanaf 2023 een belangrijk nieuw onderdeel van het GLB wordt. De selectie heeft via een tenderprocedure plaatsgevonden. Aan de hand van de selectiecriteria effectiviteit, innovatie, haalbaarheid en efficiëntie zijn punten aan de ingediende voorstellen toegekend en zijn de voorstelen gerangschikt. Om voor subsidie in aanmerking te komen om een minimaal aantal punten worden behaald. Dit impliceert dat niet aan alle ingediende projecten subsidie kon worden toegekend. De pilots zijn allen in 2021 beschikt, maar dat heeft in 2021 nog niet in alle gevallen tot uitbetaling aan begunstigden geleid.

Deze GLB-pilots zijn een initiatief van LNV in nauwe afstemming met LTO en BoerenNatuur waarbij het leren van elkaar tussen agrariërs en overheid, centraal staat. Hierbij zijn honderden agrariërs betrokken. In het nieuwe GLB (2023–2027) zijn mogelijkheden voorzien om nieuwe pilots open te stellen.

142

Kunt u een nadere toelichting geven op de verklaring dat «er op aangeven van de ADR sprake geweest is van een herrubricering van diverse begrotingsposten»? Welke overwegingen liggen hieraan ten grondslag en hoe wordt de verschuiving van grote bedragen hierdoor verklaard?

Antwoord

Binnen de artikelen van begrotingen worden uitgaven geraamd en verantwoord onder de noemer van een specifiek en passend financieel instrument zoals opgenomen in de rijksbegrotingsvoorschriften. Zo worden subsidieregelingen geraamd en verantwoord op het financiële instrument subsidies. De ADR heeft geadviseerd om bij een beperkt aantal uitgaven op de LNV begroting te overwegen deze onder een ander financieel instrument te verantwoorden. Bij slotwet is daarom een aantal technische correcties uitgevoerd. Het ging bijvoorbeeld om uitgaven ten behoeve van de Regio deals die waren geraamd als subsidie, maar feitelijk een bijdrage aan een medeoverheid betroffen. In de presentatie leiden deze correcties op een aantal plekken tot lagere realisaties en op andere tot hiermee corresponderende hogere realisaties.

143

Hoeveel pelsdierhouderijen zijn beëindigd in 2021, waar werd de vertraging in de uitvoering door verklaard?

Antwoord

De Wet verbod pelsdierhouderij (hierna: de wet) is in januari 2013 in werking getreden en voorzag oorspronkelijk in een overgangstermijn van 11 jaar (2024). Als gevolg van SARS-CoV-2 besmettingen bij nertsen is het verbod bij een wetswijziging vervroegd met drie jaar; sinds 8 januari 2021 is de pelsdierhouderij verboden. Alle pelsdierhouders zijn dan ook gestopt.

Van de 147 ondernemingen die een aanvraag ingediend hebben, zijn er op 39 ondernemingen aanvullende controles uitgevoerd. Eén van de elementen van nadeelcompensatie betreft een compensatie voor de overbruggingsperiode voor het vinden van vervangende arbeid. Voor de hoogte van de compensatie van dit element wordt gekeken naar het aantal meewerkende ondernemers. Er zijn 39 aanvragen ingediend waarbij voor het vaststellen van het aantal meewerkende ondernemers extra controles uitgevoerd zijn door externe deskundigen. Dat is de verklaring voor de vertraging in de uitvoering van de Beleidsregel compensatie vervroegde beëindiging pelsdierhouderij, waardoor wordt voorzien in een compensatie voor het drie jaar niet in gebruik nemen van de beschikbare productiecapaciteit (nadeelcompensatie).

144

Op hoeveel dossiers worden extra controles uitgevoerd en waarom vinden deze extra controles plaats?

Antwoord

Eén van de elementen van nadeelcompensatie betreft een compensatie voor de overbruggingsperiode voor het vinden van vervangende arbeid. Voor de hoogte van de compensatie van dit element wordt gekeken naar het aantal meewerkende ondernemers. Er zijn 39 aanvragen ingediend waarbij voor het vaststellen van het aantal meewerkende ondernemers extra controles uitgevoerd zijn door externe deskundigen. Redenen hiervoor kunnen zijn: complexe bedrijfsstructuren, een afwijkend aantal arbeidskrachten ten opzichte van de KWIN (Kwalitatieve Informatie Veehouderij) normen, een aanvraag voor vergoeding voor overbruggende arbeid voor meewerkende ondernemers die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben of een aanvraag waarbij meewerkende ondernemers niet aanwezig zijn in het vennootschapscontract of het aandeelhoudersregister.

145

Hoeveel geld is er in 2021 gegaan naar gecertificeerde agrarische collectieven, uitgesplitst per collectief en met vermelding van doel?

Antwoord

Het geld dat in 2021 naar de agrarische collectieven is gegaan heeft betrekking op het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb). Het ANLb onderscheidt vijf doelen gerelateerd aan de leefgebieden: open grasland, open akkerland, groene dooradering. blauwe dooradering en water. In onderstaand overzicht zijn de uitgaven in 2021 aan de 40 agrarische collectieven aangegeven alsmede de verdeling over de vijf doelen.

ANLb2016: Betaling 2021 naar collectief (Bedragen x 1.000)

Collectief

Totaal

EU-deel

Provinciaal deel

1

€ 848

€ 650

€ 198

2

€ 1.181

€ 885

€ 295

3

€ 1.297

€ 973

€ 324

4

€ 615

€ 462

€ 154

5

€ 1.867

€ 1.400

€ 467

6

€ 1.324

€ 993

€ 331

7

€ 1.713

€ 1.285

€ 428

8

€ 943

€ 750

€ 193

9

€ 3.412

€ 2.567

€ 845

10

€ 1.094

€ 831

€ 263

11

€ 3.109

€ 2.332

€ 777

12

€ 2.890

€ 2.168

€ 723

13

€ 532

€ 400

€ 132

14

€ 2.072

€ 1.650

€ 422

15

€ 4.015

€ 3.080

€ 935

16

€ 2.192

€ 1.644

€ 548

17

€ 494

€ 370

€ 123

18

€ 734

€ 568

€ 166

19

€ 704

€ 553

€ 151

20

€ 1.111

€ 834

€ 278

21

€ 6.920

€ 5.190

€ 1.730

22

€ 773

€ 593

€ 181

23

€ 272

€ 204

€ 68

24

€ 4.477

€ 3.358

€ 1.119

25

€ 1.100

€ 908

€ 192

26

€ 1.841

€ 1.414

€ 427

27

€ 1.947

€ 1.495

€ 451

28

€ 1.712

€ 1.284

€ 428

29

€ 2.869

€ 2.152

€ 717

30

€ 3.148

€ 2.361

€ 787

31

€ 210

€ 157

€ 52

32

€ 1.931

€ 1.449

€ 483

33

€ 1.962

€ 1.471

€ 490

34

€ 1.421

€ 1.066

€ 355

35

€ 2.108

€ 1.581

€ 527

36

€ 809

€ 607

€ 202

37

€ 1.730

€ 1.370

€ 360

38

€ 3.905

€ 2.929

€ 976

39

€ 3.380

€ 2.535

€ 845

40

€ 2.399

€ 1.799

€ 600

Totaal

€ 77.061

€ 58.318

€ 18.743

ANLb2016: Betaling 2021 naar doel (Bedragen x 1.000)

Doel

Totaal

EU-deel

Provinciaal deel

Droge dooradering

€ 20.533

€ 15.389

€ 5.144

Natte dooradering

€ 3.890

€ 2.917

€ 972

Open Akkerland

€ 12.632

€ 9.474

€ 3.158

Open grasland

€ 34.799

€ 26.099

€ 8.700

Water

€ 5.208

€ 4.437

€ 772

Totaal

€ 77.061

€ 58.315

€ 18.746

146

Hoeveel hectare Rijksgronden zullen worden bebost, waren bebost en wat bevindt zich op de Rijksgronden?

Antwoord

De ambitie van Staatsbosbeheer is om tot 2030 5.000 hectare nieuw bos aan te planten. Ook met andere uitvoerende diensten van het rijk, zoals Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf, wordt verkend of gronden van deze diensten breder kunnen worden ingezet voor maatschappelijke doelen; in dit geval voor bos. Hiervoor wordt nu een verkenning uitgevoerd.

Hoeveel hectares al waren bebost op rijksgronden valt te achterhalen uit de nationale bosinventarisatie (NBI). De publicatie van de volgende, zevende NBI wordt op korte termijn verwacht. Uit de vorige NBI die in 2012 en 2013 is uitgevoerd, blijkt dat toen ongeveer 120.000 hectare rijksgrond was bebost.

Wat zich op de rijksgronden aan bos bevindt is niet expliciet uit deze NBI te achterhalen. In algemene zin wordt geconcludeerd dat het Nederlandse bos meer gemengd wordt, met name ten koste van ongemengde naaldboomopstanden.

147

Hoeveel pilots veenweidegebieden en versneld natuurherstel betreft het hier en wanneer vindt de evaluatie hiervan plaats?

Antwoord

Provincies hebben in 2020 en 2021 impulsgelden veenweide ontvangen voor het opstarten en in beweging brengen van de gebiedsprocessen en het kunnen nemen van eerste maatregelen onder meer in de vorm van pilots. Deze middelen kunnen tot eind 2025 worden besteed. In het kader van het interbestuurlijk programma «Veenplan 1e fase» is begin van dit jaar een monitoringsystematiek vastgesteld aan de hand waarvan onder meer de uitvoering van maatregelen en kosten daarvan zal worden gevolgd. Het eerste beeld daarvan wordt dit najaar verwacht. Een eerste tussentijdse evaluatie van het programma vindt plaats in 2023.

Ten behoeve van versneld natuurherstel zijn geen pilots uitgevoerd. Het gaat hier om de subsidieregeling versneld Natuurherstel waarvan de eerste tranche in 2021 is opengesteld.