De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;
2. de begrotingsstaten inzake de agentschappen van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Justitie en Veiligheid,D. Yeșilgöz-Zegerius
1. Leeswijzer
2. Beleidsartikelen
31 Politie
32 Rechtspleging en rechtsbijstand
33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding
34 Straffen en Beschermen
36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid
37 Migratie
3. Niet beleidsartikelen
91 Apparaat kerndepartement
92 Nog Onverdeeld
93 Geheim
De slotwetmutaties die groter zijn dan € 5,0 mln. worden toegelicht. In de regel geldt dat uitgavenmutaties en verplichtingenmutaties aan elkaar gelijk zijn. De toelichtingen gelden daarom voor zowel de uitgaven- als de verplichtingenmutaties. Wanneer dit niet het geval is, wordt voor de verplichtingmutaties een aparte toelichting opgenomen als er sprake is van een opmerkelijk verschil met de uitgavenmutaties.
Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2021 5,3 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 15,9 mln. minder aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 0,4 mln. lager dan begroot bij de tweede suppletoire begroting.
Toelichting
Uitgaven Op het onderdeel BES brandweer- en politiekorps is de uitgave 2,1 mln. lager als gevolg van een beperking in uitvoering van activiteiten door Covid en vertraging in instemming van O&F-rapporten. Daarnaast hebben er minder Politie-uitzendingen plaatsgevonden ter ondersteuning van (vredes)missies en operaties. Dit leidt tot een meevaller van 1,1 mln. op het HGIS-budget (Homogene Groep Internationale Samenwerking). Het restant saldo wordt verklaard door een aantal kleinere mutaties.
Verplichtingen Naast de verlaging met 5,3 mln. bij de uitgaven wordt de verplichting van de telecomproviders verlaagd met 8,5 mln. Er zijn meerjarige verplichtingen van de telecomproviders (vodafone, t-mobile en kpn) in eerdere jaren aangegaan waarvan de belasting op het verplichtingenbudget reeds in 2020 heeft plaatsgevonden. Het restant saldo wordt verklaard door een aantal kleinere mutaties.
Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2021 6,1 mln. meer uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 18,8 mln. minder aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 8,4 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.
Toelichting
UitgavenDe subsidiebetaling eerste tranche 2022 voor het Juridisch Loket is abusievelijk reeds betaald in december 2021, in plaats van januari 2022. Dit leidt tot een overschrijding van 8,5 mln. op het uitgavenbudget. Het restant saldo wordt verklaard door een aantal kleinere mutaties.
Verplichtingen De lagere verplichting wordt voornamelijk veroorzaakt door de toevoegingen rechtsbijstand waarbij een lagere realisatie is gerealiseerd van het aantal afgegeven toevoegingen dan geraamd wat resulteert in een meevaller van 24,4 mln. Daarnaast is de verplichting opgehoogd met 7 mln. ten behoeve van de subsidietoekenning voor de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (StAB) voor de jaren 2021 en 2022. Het restant saldo wordt verklaard door een aantal kleinere mutaties.
Ontvangsten Het ontvangstenbudget op dit artikel wordt verhoogd met 8,4 mln. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
• Een terugstorting naar JenV door overschrijding van de liquiditeitsnorm rechtsbijstand van 10,7 mln.
• Op het onderdeel Bureau Financieel Toezicht (BFT) is een tegenvaller van 3,2 mln. voor wat betreft het toezicht en tuchtrecht omdat de facturen te laat zijn verstuurd waardoor een deel van de ontvangsten in 2022 worden verwerkt.
• Het restant saldo wordt verklaard door een aantal kleinere mutaties.
Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2021 12,3 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 75,9 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 84,5 mln. lager dan begroot bij tweede suppletoire begroting.
Toelichting
UitgavenOp de uitgaven is 12,3 mln. minder uitgegeven dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door:
• Op de apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie is er sprake van per saldo 8,1 mln. onderuitputting:
- Bij het eigen personeel is een onderschrijding van 16,6 mln. die wordt veroorzaakt doordat het vervullen van vacatures langer duurt dan verwacht mede vanwege de coronacrisis en door lagere kosten van het woon-werkverkeer. Daarnaast zijn er enkele personeelsgerelateerde posten waarvan sprake is dat deze niet in 2021 konden worden betaald, maar in 2022 tot betaling zullen komen zoals de CAO Rechterlijke macht, een nabetaling met betrekking tot onregelmatigheidstoeslag en de inschaling van de assistent officieren. - Op de onderdelen externe inhuur, ICT en overig materieel is er een overschrijding van ca 10 mln. in verband met de continuïteit en de noodzakelijke vernieuwing op het terrein van ICT.
- Ten slotte is er sprake van minder kosten voor chauffeursdiensten en schoonmaak (ca 2 mln.)
• Inzake de Wet Mulder kunnen personen een schadevergoeding krijgen wanneer ze zijn vrijgesproken. Er is 7,4 mln. meer aan schadeloosstellingen uitgekeerd dan begroot.
• Het restant bedrag omvat diverse kleinere mutaties zoals een meevaller van 3,6 mln. op de opdrachten directie Strafrechtketen (DSK) doordat afrekeningen tussen de betrokken strafrechtketenorganisatie zijn gedaan op de apparaatsuitgaven in plaats van programmakosten; een meevaller van 3,9 mln. op het onderdeel Vervolging en berechting MH17-verdachten omdat door onvoorziene omstandigheden organisaties te laat hun declaraties hebben ingediend en een meevaller van 2,8 mln. door corona, ziekte- en zwangerschapsverlof en nieuwe medewerkers zijn veel activiteiten bij het onderdeel Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding niet uitgevoerd of vertraagd.
VerplichtingenDe verplichtingen zijn verhoogd met 75,9 mln. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door:
• Bij het Openbaar Ministerie zijn meerjarige verplichtingen aangegaan voor circa 87 mln. voor IT-contracten.
• Op het onderdeel aanpak ondermijning is een meevaller op de verplichting van 9,3 mln. Er zijn verplichtingen gerealiseerd op het budget apparaatsuitgaven in plaats van het verplichtingenbudget aanpak ondermijning. Daarnaast is een deel van de verplichting niet uitgeput omdat bij een aantal nieuwe projecten (Register Bibob, Strategisch Kenniscentrum Vlissingen, Beslag Informatie Systeem, Verwijsportaal bankgegevens 2) de uitvoering langzamer liep dan verwacht waardoor facturatie later heeft plaatsgevonden dan hiermee was rekening gehouden.
• Bij Verkeershandhaving OM is de verplichting verlaagd met 6,1 mln. Door overlopende verplichtingen uit eerdere jaren is de verplichtingenruimte zoals beschikbaar in 2021 niet volledig gerealiseerd.
OntvangstenDe afpakopbrengsten zijn 83,8 mln lager uitgekomen dan geraamd. De afpakopbrengsten zijn erg afhankelijk van het zich wel of niet voordoen van grote schikkingen. In 2021 zijn er weliswaar twee grote schikkingen geweest (groter dan 10 mln) maar deze schikkingen hadden vooral een hoge boete-component en een beperkte afpak-component. Het restant bedrag omvat diverse kleine mutaties.
Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2021 20 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 225,1 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 3,2 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.
Toelichting
Uitgaven De mutatie 20 mln. op de uitgaven bestaat uit diverse mutaties kleiner dan 5 mln. zoals:
• Bij de Raad voor de Kinderbescherming op het onderdeel eigen personeel is 4,3 mln. onderuitputting door een hoge uitstroom tegenover een lage instroom van medewerkers. Daarnaast zijn o.a. de reiskosten lager vanwege langere doorloop van corona-maatregelen
• Van de Voorschotregelingen schadevergoedingsregelingen is weinig gebruik gemaakt wat resulteert in een meevaller van 3,7 mln.
• Er is 3,1 mln. minder uitgegeven dan begroot aan het opstarten van het Expertisecentrum Interlandelijke adoptie, vanwege vertraging in de opstartfase.
• Schadefonds Geweldsmisdrijven heeft een onderuitputting van 3,1 mln. doordat enerzijds de verwachtingen van het aantal aanvragen zich niet heeft voorgedaan en anderzijds de capaciteit deels elders is ingezet voor Commissie de Winter.
VerplichtingenOp dit artikel is 225,1 mln. meer verplichting aangegaan
• Het verplichtingenbudget van de drie reclasseringsorganisaties (Reclassering Nederland, Leger des Heils en Stichting Verslavingsreclassering GGZ) wordt overschreden met 265 mln. Dit hangt samen met het moment waarop de subsidiebrieven aan de reclasseringsorganisaties zijn verzonden. De subsidie 2021 is in januari 2021 verzonden en verplicht. De subsidie 2022 is in december 2021 verzonden en ook verplicht in 2021. Dit heeft tot gevolg dat de verplichtingen budget in 2021 dubbel wordt belast waardoor het budget in 2021 wordt overschreden.
• De subsidietoekenning Halt voor het jaar t vindt normaliter jaarlijks in eind december t-1 plaats. Dit is nu niet gebeurd waardoor op de verplichting Halt een onderuitputting van 12,9 mln. staat.
• Het restant bedrag omvat diverse kleine mutaties
Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2021 124,7 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 97,1 mln. minder aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 1,7 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.
Toelichting
UitgavenVoor de Regeling tegemoetkoming schade 2021 onder de Wet tegemoetkoming schade (Wts) was 95 mln. budget beschikbaar voor waterschade. Er is in 2021 slechts een beperkt aantal aanvragen definitief afgehandeld. Gevolg is een onderuitputting van 88,3 mln. in 2021. De verwachting is dat de schadevergoedingen vooral in 2022 aan de orde zullen zijn. Daarnaast is een onderuitputting van circa 32,4 mln. als gevolg van Covid. Door het langer duren van de corona crisis zijn niet alle lopende kosten in 2021 afgerekend of gebruikt.
VerplichtingenOp dit artikel is 97,1 mln. minder verplicht. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een onderuitputting op de verplichting Regeling tegemoetkoming schade (zie uitgaven).
Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2021 4,5 mln. meer uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 30,2 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 3,6 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.
Toelichting
VerplichtingenOp dit artikel is 30,2 mln. meer verplicht dan geraamd. Dit wordt o.a. verklaard door de volgende mutaties:
• De verplichting voor Nidos begeleiding en opvang valt door een fors hogere instroom van AMV’s 17,4 mln. hoger uit dan verwacht.
• In 2021 is een meerjarige verplichting aangegaan ten behoeve van het EU-project Errin (European Regions Research and Innovation Network). De verplichting op het onderdeel Vreemdelingenvertrek wordt hierdoor overschreden met 6,3 mln.
• De verplichting op het onderdeel Dienst Vervoer en Ondersteuning (landelijke dienst van DJI) is verlaagd met 7,9 mln. omdat de uitgaven zijn gedaan op de verplichting uit 2020.
• De Corona uitgaven met betrekking tot de quarantaine van inreizende asielzoekers is lager uitgevallen dan eerder geraamd, dit resulteert in onderuitputting van 4,7 mln.
• De verplichting ten behoeve van de subsidietoekenning 2022 voor de REAN regeling (Return and Emigration Assistance from the Netherlands) is aangegaan in het boekjaar 2021. Hierdoor ontstaat een verplichtingen-overschrijding van 13,8 mln. in 2021.
Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2021 8,2 mln. meer uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 22,7 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 22,3 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.
Toelichting
Uitgaven
• Het HGIS-uitgavenbudget Europol/Eurojust wordt met 8,7 mln. verlaagd omdat projecten afgelopen jaar zijn getemporiseerd waardoor de kosten lager uitvallen.
• Een verhoging van 22,7 mln. op het Justid-uitgavenbudget. Justid beschikt over een begrotingsbudget en wordt daarnaast ook gefinancierd door verschillende opdrachtgevers. Tegenover de hogere uitgaven staat ook de ontvangsten van de extra opdrachten.
• Het restant saldo betreft diverse kleinere mutaties.
VerplichtingenOp dit artikel is 22,7 mln. meer verplicht door o.a. de volgende mutaties:
• Directie Informatisering en Inkoop heeft 9,7 mln. meer verplicht op externe inhuur omdat een aantal langlopende meerjarige verplichtingen in 2021 zijn aangegaan.
• Verlaging van de verplichting Europol/Eurojust voor 7,6 mln., zie ook uitgaven
• Het verplichtingenbudget Justid is verhoogd met 13 mln.
• Op het onderdeel NCSC (Nationaal Cyber Security Center) wordt het verplichtingen budget externe inhuur overschreden met 7,4 mln. door het tijdelijk inhuren van specifieke kennis voor het ontwikkelen van tools en andere technische ondersteuning van het programma. De kosten zijn verantwoord op het apparaatsuitgaven en het beschikbare budget staat echter bij programmauitgaven.
• Op het onderdeel Dientencentrum overig materieel is een onderuitputting van 6,1 mln. door niet gerealiseerde projecten zoals de implementatie MS365 en de Hagsche Schuif.
• Het restant saldo betreft diverse kleinere mutaties.
Ontvangsten
• Hogere ontvangsten bij Justid ad 13,9 mln. die samenhangen met extra opdrachten, zie ook uitgaven.
• Een ontvangst van 5,2 mln. van FM-Haaglanden met betrekking tot de afrekening van in 2020 gebruikte werkplekken.
• Het restant saldo betreft divers kleinere mutaties.
Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2021 4,6 mln. niet verdeeld en dus vrijgevallen.
Toelichting
Dit niet-beleidsartikel wordt uitsluitend gebruikt voor het tijdelijk parkeren van nog te verdelen middelen en nog te verdelen taakstellingen.
Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2021 0,1 mln. meer uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 0,1 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 0,03 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.
Toelichting
Op dit artikel hebben zich geen wijzigingen voorgedaan die een toelichting behoeven.