Vastgesteld 9 augustus 2022
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 25 mei 2022 voorgelegd aan de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Bij brief van 14 juni 2022 zijn ze door de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Tjeerd de Groot
De griffier van de commissie, Rijkers
Vraag 1:
Wanneer worden de grote projecten inzake waterveiligheid die niet meegenomen zijn (88 miljoen euro minder gerealiseerd) afgerond?
Antwoord:
Dit betreft hoofdzakelijk het project Markermeerdijken wat valt onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2 (HWBP-2). Het project
Markermeerdijken is in realisatie. De planning van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is dat dit laatste project uit het HWBP-2 in 2027 afgerond wordt.
Vraag 2:
Is er voldoende ruimte in het budget om de komende jaren buffers op te bouwen voor eventuele toekomstige waterschade?
Antwoord:
Allereerst is het van belang dat burgers zich adequaat verzekeren tegen schade als gevolg van het veranderende weer door klimaatverandering. Daarvoor is het van belang dat burgers zich bewust zijn van de risico’s én daarnaast zich bewust verzekeren. De Beleidstafel wateroverlast en hoogwater heeft in haar eerste advies aanbevelingen gedaan om het klimaatbewustzijn onder burgers en bedrijven verder te vergroten. Ook wordt een interdepartementale verkenning uitgevoerd naar een klimaatrobuust stelsel van verzekeringen en tegemoetkoming van schade door natuurrampen.
Indien er sprake is van een ramp als bedoeld in artikel 1 van de Wet Veiligheidsregio’s en het kabinet besluit de Wts in te zetten dan komen de financiële middelen hiervoor uit de algemene middelen.