Vastgesteld 9 juni 2022
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het Jaarverslag Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2021 (Kamerstuk 36 100 IV, nr. 2).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 8 juni 2022. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Paul
De griffier van de commissie, Meijers
Vraag 1:
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de voorwaarde voor liquiditeitssteun ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers en werknemers in de (semi) politieke sector in relatie tot het normeren van de top inkomens?
Antwoord:
Aan de landen wordt sinds het voorjaar van 2020 liquiditeitssteun verstrekt om de gevolgen van de corona-pandemie op te vangen. Door het stilvallen van het toerisme viel voor zowel overheid als bedrijfsleven een aanzienlijk deel van de inkomsten weg. Met de liquiditeitssteun kon de publieke dienstverlening worden gecontinueerd en kon het bedrijfsleven worden ondersteund. Aan het ontvangen van de steun zijn voorwaarden verbonden, onder andere met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden. In mei 2020 heeft de RMR onder andere de salariskortingen van 12,5% voor medewerkers in de (semi-) publieke sector en 25% voor politieke ambtsdragers en de normering van topinkomens als voorwaarde geformuleerd. Als bijdrage aan het op orde krijgen van de overheidsfinanciën en als gebaar van solidariteit naar de private sector. De salariskortingen worden sinds 1 juli 2020 toegepast. De normering van topinkomens in de landen is nog niet (volledig) conform RMR-voorwaarden gerealiseerd.
Vraag 2:
Hoeveel geld is vanwege COVID-19 compensatie naar de eilanden gegaan en waar is dit aan uitgegeven? Mag dit geld ingezet worden voor alles of zijn er beperkingen?
Antwoord:
Sinds april 2020 heeft Nederland € 1,03 mld. (AWG/ANG 2,12 mld.) aan liquiditeitssteun aan de landen verstrekt om de economische en budgettaire gevolgen van de Covid-19-pandemie te verzachten. Hiervan is AWG/ANG 0,85 mld. in 2021 verstrekt. Hierdoor konden de reguliere begrotingsuitgaven (onder meer salarissen) worden gecontinueerd en burgers en bedrijven worden ondersteund. Daarnaast heeft Aruba rentelastverlichting gehad via twee leningen met een gezamenlijke nominale waarde van € 259,2 mln. (AWG 523 mln.). Tot slot is er € 70 mln. beschikbaar gesteld voor voedselhulp, waarvan € 0,5 mln. voor Caribisch Nederland.
Daarnaast heeft het kabinet sinds april 2020 ca. € 127 mln. uitgegeven aan het steunpakket voor Caribisch Nederland. Hiermee profiteerden bedrijven en inwoners op Bonaire, Sint Eustatius en Saba als onderdeel van Nederland van vergelijkbare maatregelen als in Europees Nederland (loon- en inkomenssubsidie en tegemoetkoming vaste lasten, in totaal ca. € 79 mln.). Tevens is een subsidie verstrekt aan eilandelijke nutsbedrijven, zodat kosten voor energie, telecom en drinkwater tijdelijk konden worden verlaagd (in totaal ca. € 24 mln.). De hiervoor genoemde maatregelen worden verantwoord in de jaarverslagen van de verantwoordelijke Ministeries (SZW, EZK, IenW) (Kamerstuk 36 100 XV, nr. 1, Kamerstuk 36 100 XIII, nr. 1 en 36 100 XII, nr. 1). Vanuit het BES-fonds zijn verder de openbare lichamen gecompenseerd voor de derving van eilandelijke belastingen en door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn extra middelen verstrekt voor aanvullend eilandelijk beleid (in totaal ca. € 16 mln.). Tot slot is vanuit de begroting van Koninkrijksrelaties Bonaire International Airport (BIA) gecompenseerd vanwege de derving van luchthavenbelasting (ca. € 6 mln.) en is vanuit de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) € 2 mln. beschikbaar gesteld voor een verbeterde en frequente ferryverbinding.
Voor veel van de genoemde budgetten gelden specifieke doelen. De liquiditeitssteun en de gelden uit het BES-fonds zijn vrij te besteden middelen.
Vraag 3:
Hoe is de aanpak op het gebied van grensoverschrijdende criminaliteit momenteel vormgegeven, hoe is de samenwerking met derde landen op dit punt en wie zijn de belangrijkste partners?
Antwoord:
De aanpak van criminaliteit is een landsaangelegenheid. Tegelijkertijd zijn de landen van het Koninkrijk ervan overtuigd dat grensoverschrijdende criminaliteit alleen samen aan te pakken is.
Hiervoor is in 2016 onder meer op projectmatige basis gestart met het Team Bestrijding Ondermijning (TBO) om financieel-economische, en zeer vaak grensoverschrijdende criminaliteit aan te pakken. De resultaten van deze projectaanpak zijn bemoedigend geweest en daarom is deze aanpak omgezet in een structurele aanpak. Zo is er vanaf 2022 structureel € 12 mln. vrijgemaakt om de Openbaar Ministeries, het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en het Recherche Samenwerkingsteam (RST) te ondersteunen. Daarnaast vinden er ook structureel forse investeringen plaats in de versterking van grenstoezicht.
Naast de samenwerking binnen het Koninkrijk wordt er ook nadrukkelijk de samenwerking gezocht met prioritaire landen in Latijns-Amerika, zoals Suriname, Colombia, Brazilië en Peru. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid werkt momenteel aan een strategie op dit gebied, in samenwerking met de Caribische landen van het Koninkrijk.
Vraag 4:
Wat zijn de belangrijkste knelpunten op het gebied van grenstoezicht?
Antwoord:
De belangrijkste knelpunten op het gebied van grenstoezicht vloeien voor uit kleinschaligheid (beperkte beschikbaarheid van mensen, middelen en expertise) en de geografische ligging in de nabijheid van Latijns-Amerika. Nederland werkt samen met de Caribische landen om deze knelpunten het hoofd te bieden.
Vraag 5:
Wat is de actuele stand van zaken rondom het vliegveld van Sint Maarten en de positie van de Royal Schiphol Group? Wat zijn daar de gevolgen van?
Antwoord:
De reconstructie van het vliegveld is op 4 oktober 2021 gestart. Oplevering is voorzien in het derde kwartaal van 2023. De ondersteuning van de Royal Schiphol Group bij het vliegveld is verlengd met twee jaar. Schiphol geeft op verzoek van Sint Maarten technische assistentie aan het vliegveld onder meer door operationele ondersteuning tijdens de renovatie, projectmanagement en de training van diverse medewerkers van het vliegveld. Door betrokkenheid van Schiphol is het mogelijk om het vliegveld te runnen en gelijktijdig de renovatie van de luchthaventerminal te realiseren.
Vraag 6:
Kunt u nader toelichten wat het effect van het comply or explain-principe is tot op heden?
Antwoord:
Zoals ik aangaf in mijn brief van 8 april 2022 informeer ik uw Kamer voor de zomer over de inzet van de CN-envelop als ook de inzet van andere middelen op de departementale begrotingen die worden ingezet om de geformuleerde doelen te bereiken (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 60). Als departementen in Europees Nederland investeren geldt het principe comply or explain, oftewel: «de departementen zullen vanuit de eigen en rechtstreekse verantwoordelijkheid en begroting ook investeren in Caribisch Nederland, tenzij er goede en uitlegbare redenen zijn dat niet te doen».
In de toepassing van het principe comply or explain wordt ook geïnvesteerd in nieuwe wet- en regelgeving waar het achterstallig onderhoud en het opstellen van bepaalde kaderwetgeving betreft. Om voor de departementen en de openbare lichamen inzichtelijk te maken welke nieuwe wet- en regelgeving wordt opgesteld, wordt een met de departementen en de openbare lichamen afgestemd wetgevingsoverzicht en plan van aanpak opgesteld. Het streven is om dit overzicht en het plan van aanpak eind 2022 gereed te hebben. Het Ministerie van BZK ondersteunt, indien gewenst, de openbare lichamen met juridische kennis en expertise.
Vraag 7:
Kan per BES-eiland de actuele stand van zaken van het woningtekort worden gegeven? Kan hierbij ook worden aangegeven hoe dit tekort zich in 2021 heeft ontwikkeld?
Antwoord:
De gegevens om deze vraag te beantwoorden zijn momenteel niet beschikbaar. Het ontbreekt aan gedegen onderzoek en daarmee ook aan betrouwbare data. De openbare lichamen zijn in beginsel verantwoordelijk voor het verzamelen en verstrekken van zulke data. Recent is hen dan ook verzocht zulke data te verzamelen. Er kan nog geen termijn verbonden worden aan het verkrijgen van de gegevens.
In het kader van de beleidsagenda Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Caribisch Nederland (VRO CN) zullen in het najaar gesprekken gevoerd worden met de openbare lichamen, waarin onder andere besproken wordt hoe de basis voor goed VRO-beleid op orde gebracht kan worden. In dat kader zal worden bekeken hoe onderzoek naar het woningtekort per BES-eiland uitgevoerd en eventueel ondersteund kan worden.
Vraag 7:
Wat is de gemiddelde woningprijs op de drie afzonderlijke BES-eilanden? Kan de ontwikkeling over de afgelopen vijf jaar worden weergegeven in een schema?
Antwoord:
Tot op heden is alleen de prijs van het aantal verkochte woningen op Bonaire in de periode 2011–2020 onderzocht (door het Centraal Bureau voor de Statistiek). In onderstaande tabel is dit schematisch weergegeven.
Jaar |
Prijsindex |
Ontwikkeling t.o.v. een jaar eerder |
Aantal verkochte woningen |
Ontwikkeling t.o.v. een jaar eerder |
---|---|---|---|---|
2011 |
100 |
155 |
||
2012 |
102.7 |
2.7 |
151 |
– 2.6 |
2013 |
102.3 |
– 0.4 |
168 |
11.3 |
2014 |
102.2 |
0.0 |
156 |
– 7.1 |
2015 |
95.2 |
– 6.8 |
150 |
– 3.8 |
2016 |
110.5 |
16.1 |
215 |
43.3 |
2017 |
109.4 |
– 1.1 |
214 |
– 0.5 |
2018 |
133.0 |
21.6 |
327 |
52.8 |
2019 |
135.5 |
1.9 |
266 |
– 18.7 |
2020 |
148.1 |
9.3 |
182 |
– 31.6 |
Bron: CBS Statline
Recentere cijfers ontbreken voor Bonaire. Voor Saba en Sint Eustatius ontbreken betrouwbare cijfers op dit vlak. Ook hier is nader onderzoek een basisvoorwaarde. Daarbij moet ook in gedachten worden gehouden dat er door de beperkte omvang van de eilanden en de woningmarkt wellicht onvoldoende data zal zijn om een betrouwbaar beeld te schetsen. Daarnaast zal zulk onderzoek naar de woningmarkt stapsgewijs moeten plaatsvinden. Fundamentele zaken, zoals de omvang van de woningvoorraad en het woningtekort, dienen eerst in separaat onderzoek bepaald te worden alvorens deze vraag beantwoord kan worden. Daarom krijgt het onderzoeken van zulke fundamentele zaken prioriteit in het kader van de komende beleidsagenda VRO CN.
Vraag 9:
Kan per eiland worden aangegeven wat de gemiddelde huurprijs in de gereguleerde en in de vrije sector is? Kan per sector de ontwikkeling in de afgelopen vijf jaar worden weergegeven in een schema?
Antwoord:
De gegevens om deze vraag te beantwoorden zijn niet beschikbaar. Hiervoor is aanvullend onderzoek vereist, onder andere naar de woningaantallen per eiland. De openbare lichamen zijn verzocht om data te verzamelen. De komende beleidsagenda VRO CN richt zich in eerste instantie op het verkrijgen van zulke fundamentele gegevens, die als basisvoorwaarde dienen voor verder onderzoek.
Vraag 10:
Hoeveel geld is er uitgegeven aan afvalwaterbeheer? Hoeveel procent van het afvalwater stroomt nu nog af of wordt ongezuiverd geloosd op zee? Hoeveel huizen zijn er nu aangesloten op een vorm van afvalwaterbeheer en hoeveel huizen maken nog gebruik van een beerput, graag uitgesplitst per eiland?
Antwoord:
In 2021 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) € 2 mln. subsidie verleend aan het Water- en Energiebedrijf Bonaire (WEB Bonaire) als bijdrage aan de exploitatie van de Rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Daarnaast is eind 2021 via het Natuur- en Milieu Beleidsplan (NMBP) aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE) € 70.000 beschikt voor het opstellen van een afvalwatervisie, die naar verwachting eind 2022 wordt opgeleverd. Aan het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) is € 80.000 beschikt voor het opstellen van een afvalwatervisie. En daarnaast is aan het OLB € 350.000 beschikt voor het opzetten van demonstratieprojecten om de technische ecologische en economische haalbaarheid van decentrale afvalwaterzuivering te verkennen (notabene: voor de NMBP-beschikkingen geldt dat er 80% voorschot betaald is in 2021 en het overige wordt bij oplevering uitgekeerd).
In 2021 heeft het Ministerie van IenW € 2 mln. subsidie verleend aan WEB Bonaire als bijdrage aan de exploitatie van de RWZI. Daarnaast is eind 2021 via het Natuur- en Milieu Beleidsplan (NMBP) aan het OLE € 70.000 beschikt voor het opstellen van een afvalwatervisie, die naar verwachting eind 2022 wordt opgeleverd. Aan het OLB is € 80.000 beschikt voor het opstellen van een afvalwatervisie. En daarnaast is aan het OLB € 350.000 beschikt voor het opzetten van demonstratieprojecten om de technische ecologische en economische haalbaarheid van decentrale afvalwaterzuivering te verkennen (notabene: voor de NMBP-beschikkingen geldt dat er 80% voorschot betaald is in 2021 en het overige wordt bij oplevering uitgekeerd).
Op Bonaire geldt dat als het 10de EDF-project (European Development Fund) gereed is (eind juni 2022) er ongeveer 1.200 gebouwen (woningen, appartementen, hotels, bedrijven) aangesloten zijn op het rioleringssysteem. Dit afvalwater wordt rechtstreeks naar de afvalwaterzuivering getransporteerd en verwerkt tot irrigatiewater. Dit gaat om ongeveer 10% van alle drinkwateraansluitingen. De overige 90% van de aansluitingen maken gebruik van beerput of septic tank, die geleegd worden met vacuümtrucks, of waarvan het water ter plekke gebruikt wordt voor besproeiing, of afvloeit naar de grond. Het OLB is voornemens om, met steun vanuit het NMBP, een onderzoek te doen naar de vervangingsopgave voor beerputten en lekkende septic tanks. Daarnaast werkt het aan het bovengenoemde demoproject over decentrale afvalwaterzuivering, omdat uitbreiding van riolering over het gehele eiland niet doelmatig lijkt te zijn.
Voor Sint Eustatius en Saba geldt dat er geen centrale afvalwaterzuivering is en de verhouding tussen sceptic tanks en beerputten is niet precies bekend. De afvalwatervisie die Sint Eustatius naar verwachting eind 2022 oplevert, dient om meer richting te geven aan de benodigde maatregelen voor afvalwaterbeheer. Hetzelfde geldt voor Saba. Conform afspraken van het NMBP liggen er uiterlijk in 2024 afvalwaterstrategieën voor ieder eiland.
Vraag 11:
Klopt het dat op Bonaire momenteel 14% van het afvalwater wordt gezuiverd en dat dit geloosd kan worden op zee? Hoe groot deel van Bonaire valt niet onder de zogenaamde zorgplicht en om hoeveel huizen en bedrijven gaat het? Wat gebeurt er met dit afvalwater?
Antwoord:
Nee, dit klopt niet. Op dit moment wordt per dag gemiddeld 18% van het geproduceerde drinkwater gezuiverd bij de afvalwaterzuivering. Het water wordt niet geloosd in zee maar wordt gebruikt voor bewatering van beplanting en landbouwdoeleinden.
De zorgplicht geldt voor het grootste deel van de bebouwde gebieden van Bonaire. Het geldt niet voor de buitengebieden. Het is niet precies bekend om hoeveel huizen en bedrijven het gaat in de buitengebieden. Het afvalwater van huizen en bedrijven die niet in het zorgplicht gebied vallen, wordt over het algemeen opgevangen in een beerput of septic tank en worden vervolgens ofwel via vacuümtruck afgevoerd naar de afvalwaterzuivering, of wordt ter plaatse gebruikt voor bewatering van planten, of gaat de grond in.
Vraag 12:
Waarom is er tot nu toe gekozen voor een incidentele bijdrage met betrekking tot afvalverwerking in plaats van een structurele oplossing?
Antwoord:
Voor Bonaire geldt dat de genoemde bedragen deel uitmaken van een meerjarig programma met als einddoel een adequaat afvalbeheer op het eiland. Met de Bovenwindse Eilanden wordt op dit moment een taskforce opgezet met het doel de samenwerking tussen Saba en Sint Eustatius te verstevigen en tevens lange termijn afspraken te maken.
Vraag 13:
Klopt het dat er al een subsidie is toegekend voor het suppleren van een afvalwaterheffing, maar dat deze nog niet ingevoerd is? Zo ja, waarom?
Antwoord:
Het Ministerie van IenW stelt reeds structureel € 1 mln. per jaar beschikbaar voor de exploitatie van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Daarnaast is er in 2020 tot en met 2024 € 3,5 mln. extra beschikbaar, om een ingroeimodel voor de afvalwaterheffing te faciliteren. Voor 2022 gaat het om € 1 mln. structureel, en € 0,5 mln. incidenteel.
Eind 2021 heeft de Minister van IenW besloten daar voor 2022 nog een extra
€ 0,5 mln. incidenteel aan toe te voegen. Alleen dit bedrag moet nog worden ingevuld in de subsidieregeling op basis waarvan WEB Bonaire vervolgens de subsidie(s) kan aanvragen. Dit kan na goedkeuring van de Staten-Generaal van de eerste suppletoire begroting 2022 van IenW.
Vraag 14:
Hoeveel geld is er beschikbaar gesteld voor Bonaire
gericht op erosiebestrijding, waterkwaliteitsverbetering, sargassum
bestrijding en landbouwontwikkeling? Hoeveel is hiervan uitgegeven en waaraan? Gaat dit om een incidentele bijdrage of een structurele?
Antwoord:
Erosiebestrijding, waterkwaliteitsverbetering, bestrijding van sargassum en landbouwontwikkeling maken deel uit van het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020–2030 (NMBP). In dit plan is gekozen voor een integrale aanpak waarbij ingezet wordt op de verschillende drukfactoren op de natuurlijke leefomgeving. In 2021 is aan het Openbaar Lichaam Bonaire middels een bijzondere uitkering het volgende beschikbaar gesteld (in euro).
– |
erosiebestrijding/ natuurherstel: |
989.418 |
– |
waterkwaliteit/ afvalwater: |
430.000 |
– |
bestrijding sargassum: |
100.000 |
– |
landbouw-/visserijontwikkeling: |
251.226 |
In aanvulling hierop is circa € 1,2 mln. beschikbaar gesteld voor compensatie van gederfde inkomsten (natuurheffing) ten gevolge van de Covid-19-pandemie. De compensatie is bestemd voor het reguliere beheer van de natuurparken en de implementatie van onderdelen van de uitvoeringsagenda Bonaire, in het bijzonder het feitelijk beheer met betrekking tot het verwijderen van loslopende geiten uit de publiek ruimte, verwijderen van aangespoeld sargassum, bescherming en beheer van zeeschildpadden, zeegras en mangrove, en koraalherstel van de natuurparken.
Vraag 15:
Wat houd de post «opdrachten» in de uitgaven onder artikel 22 Natuur en biodiversiteit in?
Antwoord:
Voor de uitvoering van het reguliere natuurbeheer is er jaarlijks circa € 0,5 mln. beschikbaar. Vanuit dit budget zijn opdrachten verleend aan derden (onderzoeksbureaus en natuurorganisaties) voor uitvoering van natuurbeheer op de eilanden waaronder het beheer van het Nationaal Park Sababank.
Vraag 16:
Hoeveel mensen per BES-eiland maken aanspraak op de onderstand? Is dit aantal in 2021 toegenomen?
Antwoord:
Per ultimo 2020 waren er 739 onderstandsgerechtigden in de algemene onderstand. Uitgesplitst naar eiland betrof dit respectievelijk 582 gerechtigden op Bonaire, 110 op Sint Eustatius en 47 op Saba. Dit aantal is in 2021 toegenomen. Per ultimo 2021 waren er 799 onderstandsgerechtigden. Uitgesplitst naar eiland betrof dit ultimo 2021 respectievelijk 624 gerechtigden op Bonaire, 115 op Sint Eustatius en 60 op Saba.