De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken;
2. de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning;
3. de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten en
4. de begrotingsstaat inzake het agentschap van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De De Minister-President, Minister van Algemene ZakenM. Rutte
Gelet op de omvang van de begroting worden alle mutaties toegelicht.
Toelichting
De onderuitputting van € 2,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door vertragingen in het project AZ-Next. Ook bij de Rijksvoorlichtingsdienst is sprake van lagere uitgaven dan begroot. In 2021 lag wederom volledig de focus op COVID-19, dit heeft geleid tot vertraging van andere projecten.
Toelichting
De onderuitputting bij het Kabinet van de Koning is € 259.000. De materiële uitgaven van het Kabinet van de Koning zijn lager dan oorspronkelijk begroot. Dit is met name veroorzaakt door lagere uitgaven dan verwacht in het kader van de verbetering van de Informatiehuishouding en de invloeden van COVID-19, zoals lagere woon-werk reiskosten en dienstreizen.
Toelichting
De onderuitputting bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen-en Veiligheidsdiensten is € 397.000. Dit wordt veroorzaakt door een niet volledig bezette formatie, COVID-19 en lagere ICT-uitgaven dan oorspronkelijk verwacht.