Ontvangen 5 juli 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, wordt aan het voorgestelde artikel 35, vierde lid, een zin toegevoegd, luidende:
Indien het college eenmalige energietoeslagen verleent, worden deze ten minste ook verleend aan een uitwonende mbo- student of een uitwonende ho-student als bedoeld in de Wet studiefinanciering 2000 die is ingeschreven voor het volgen van een voltijdse opleiding, die woont in een zelfstandige woning als bedoeld in artikel 234 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en die aantoonbaar zijn eigen energierekening betaalt.
Met dit amendement beogen indieners de – de facto – uitgesloten groep studenten als verplichte doelgroep aan te merken voor de toekenning van de energietoeslag. Gemeenten kunnen een eenmalige energietoeslag toekennen en hebben beleidsvrijheid omtrent de doelgroepen. Wanneer gemeenten de energietoeslag toekennen, komen ten minste uitwonende mbo-studenten of uitwonende ho-studenten die een voltijd opleiding volgen, die in een zelfstandige woning wonen en aantoonbaar hun eigen energierekening betalen ook in aanmerking.
Ook studenten lijden onder de inflatie en stijgende energielasten. Initiatiefnemers achten het noodzakelijk om ook studenten hiervoor te compenseren.
Dit amendement dient als ondergrens voor de toekenning van de energietoeslag aan studenten. Het is aan de beleidsvrijheid van gemeenten om de regeling tevens open te stellen aan bijvoorbeeld deeltijdstudenten en/of uitwonende studenten die in studentenkamers blijven.
Deze uitbreiding kost circa zestig miljoen euro die wordt gedekt uit de meevallers bij de gasbaten door de hoge gasprijzen. Dit bedrag wordt toegevoegd aan het Gemeentefonds.
Van Baarle Kuzu