Gepubliceerd: 4 februari 2022
Indiener(s): Dennis Wiersma (minister zonder portefeuille onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36024-2.html
ID: 36024-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Aangezien alle besluiten in deze vijfde Incidentele Suppletoire Begroting niet kunnen wachten tot de reguliere Eerste Suppletoire Begroting worden de middelen die benodigd zijn nu toegevoegd aan de OCW-begroting. De middelen worden nu overgeboekt zodat zo spoedig mogelijk verplichtingen kunnen worden aangegaan voor de regelingen met betrekking tot maatschappelijke diensttijd en het steunpakket voor de culturele en creatieve sector. Daarnaast zal DUO zo spoedig mogelijk door gaan met het kwijtschelden van DUO-schulden van gedupeerden in de kinderopvangtoeslagaffaire.

Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. De uitvoering van de maatregelen die in deze vijfde Incidentele Suppletoire Begroting zijn opgenomen kunnen echter niet wachten. Dit komt doordat er moet worden overgegaan tot het verplichten van bedragen voor de regeling omtrent maatschappelijke diensttijd, richting diverse culturele fondsen met betrekking tot het steunpakket voor de culturele en creatieve sector en er moet worden overgegaan tot uitgaven richting gedupeerden in de kinderopvangtoeslagaffaire. Daarom zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Met het voorgaande wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet. Voor de indiening van deze Incidentele Suppletoire Begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd over het gedeelte van de kinderopvangtoeslagaffaire per brief van 13 december 2021 over Budgettaire mutaties van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) sinds de tweede suppletoire begroting 2021 (Kamerstukken II, 2021/22, 35 925, nr. 142) en over het steunpakket voor de culturele en creatieve sector per brief van 31 januari 2022 over Vijfde specifieke steunpakket voor de culturele en creatieve sector (Kamerstukken II, 2021/22,..., nr...).

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.

Wetsartikel 3

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

B BEGROTINGSTOELICHTING

1. Inhoudelijke toelichting

Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een inhoudelijk deel en een artikelsgewijs deel. Per beleidsartikel wordt een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting. Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:

Omvang begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties

Technische mutaties

(stand ontwerpbegroting in € miljoen)

(ondergrens in € miljoen)

(ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

Maatschappelijke diensttijd

In het coalitieakkoord wordt aangegeven dat het programma Maatschappelijke diensttijd (MDT) wordt overgeheveld van de begroting van VWS naar de begroting van OCW. In deze Incidentele Suppletoire Begroting wordt alleen het programmageld wat hiervoor op de begroting van VWS staat overgeheveld naar OCW. Het betreft € 94,7 miljoen structureel. De uitvoeringskosten en apparaatskosten die hiervoor op de VWS-begroting staan volgen later bij Eerste Suppletoire Begroting in het voorjaar. In onderstaande was-wordt tabel is te zien wat de situatie was op Artikel 4 (Middelbaar beroepsonderwijs) en wat de nieuwe situatie is na de herverkaveling van dit programma. De middelen voor MDT worden onder Artikel 4 zichtbaar en meer specifiek onder Subsidies (regelingen).

Was

Wordt

Toelichting wijziging

Artikel begroting 2022

Detail

Artikel begroting 2022

Detail

 

Uitgaven

 

Uitgaven

 

Artikel 4

 

Artikel 4

   
 

Subsidies (regelingen)

 

Subsidies (regelingen)

 
     

Maatschappelijke diensttijd

Nieuwe regel als gevolg van overheveling van Artikel 4 van VWS.

Steunpakket culturele en creatieve sector

Met de nieuwe maatregelen per 26 januari gaan de deuren voor de culturele en creatieve sector weer open, maar onder voorwaarden. Nog steeds gelden er strenge beperkingen voor het aantal personen in een zaal en een verplichte sluitingstijd van 22 uur. Deze beperkingen maken aanvullende ondersteuning voor de sector noodzakelijk. Het kabinet heeft daarom besloten € 56,5 miljoen beschikbaar te stellen voor specifieke steun voor de sector van 1 februari tot en met 8 maart, onder de voorwaarde dat op het weegmoment van 15 februari niet tot versoepeling wordt besloten. Hiervan komt € 16,5 miljoen beschikbaar voor de BIS- en Erfgoedwetinstellingen, overige OCW-instellingen en de meerjarig gefinancierde instellingen bij de Rijkscultuurfondsen. € 40 miljoen zal worden toegevoegd aan het budget voor de suppletieregelingen. In de brief van 31 januari 2022 over Vijfde specifieke steunpakket voor de culturele en creatieve sector (Kamerstukken II 2021/22,..., nr...) bent u hierover geïnformeerd.

Kwijtschelding publieke schulden toeslagengedupeerden

Voor gedupeerde ouders van de kinderopvangtoeslagaffaire geldt dat DUO-schulden worden kwijtgescholden. In 2021 heeft DUO hiervoor circa € 206 miljoen kwijtgescholden. Omdat een deel nog in 2022 zal worden kwijtgescholden, wordt er via deze Incidentele Suppletoire Begroting een bedrag van € 82,1 miljoen beschikbaar gesteld. In de brief van 13 december 2022 over Budgettaire mutaties van de begroting van het Ministerie van OCW (VIII) sinds de tweede suppletoire begroting 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35 925, nr. 142) wordt tevens melding gemaakt van het feit dat er in 2022 nog schulden moeten worden kwijtgescholden.

2. Budgettaire consequenties beleidsartikelen

Beleidsartikel 4

Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2022 (incl. NvW, amendementen en ISB)

Mutaties 5e Incidentele Suppletoire Begroting

Stand na 5e Incidentele Suppletoire Begroting

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

4.954.937

94.677

5.049.614

95.102

95.409

95.412

95.413

Totale uitgaven

5.088.692

94.677

5.183.369

95.102

95.409

95.412

95.413

waarvan juridisch verplicht (%)

99,6%

           
               

Bekostiging

4.477.645

0

4.477.645

0

0

0

0

Bekostiging mbo-instellingen

4.030.302

 

4.030.302

       

Bekostiging Caribisch Nederland

8.616

 

8.616

       

Bekostiging vavo

69.883

 

69.883

       

Kwaliteitsafspraken investeringsbudget

252.785

 

252.785

       

Kwaliteitsafspraken resultaatafhankelijk budget

0

 

0

       

Regionaal Investeringsfonds

22.345

 

22.345

       

Salarismix Randstadregio's

52.664

 

52.664

       

Tegemoetkoming schoolkosten mbo

0

 

0

       

Regionaal Programma

30.550

 

30.550

       

Begeleidingsgesprekken jeugdwerkloosheid

10.500

 

10.500

       

Subsidies (regelingen)

353.311

94.677

447.988

95.102

95.409

95.412

95.413

Praktijkleren

295.358

 

295.358

       

Leven Lang Ontwikkelen

6.782

 

6.782

       

Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal

15.283

 

15.283

       

Loopbaanoriëntatie

1.809

 

1.809

       

Vakwedstrijden mbo

4.191

 

4.191

       

Inhaal- en ondersteuningsprogramma's

0

 

0

       

Extra hulp voor de klas

0

 

0

       

Zelftesten

3.364

 

3.364

       

Maatschappelijke diensttijd

0

94.677

94.677

95.102

95.409

95.412

95.413

Overige subsidies

26.524

 

26.524

       

Opdrachten

38.346

0

38.346

0

0

0

0

Opdrachten

21.816

 

21.816

       

Zelftesten

16.530

 

16.530

       

Bijdrage aan agentschappen

20.989

0

20.989

0

0

0

0

Dienst Uitvoering Onderwijs

17.439

 

17.439

       

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

3.550

 

3.550

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

72.938

0

72.938

0

0

0

0

College voor Toetsen en Examens

9.638

 

9.638

       

Wet SLOA

1.127

 

1.127

       

SBB

62.173

 

62.173

       

Bijdrage aan medeoverheden

125.463

0

125.463

0

0

0

0

RMC's

42.703

 

42.703

       

Educatie

63.560

 

63.560

       

Caribisch Nederland

0

 

0

       

Regionaal Programma

19.200

 

19.200

       

Ontvangsten

4.000

0

4.000

0

0

0

0

Toelichting

Het financieel instrument subsidies (regelingen) wordt in 2022 verhoogd met € 94,7 miljoen en in de jaren daarna met circa € 95 miljoen. Deze stijging wordt veroorzaakt door de herverkaveling die is aangekondigd in het coalitieakkoord voor de Maatschappelijke diensttijd.

Beleidsartikel 11

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting 2022 (incl. NvW, amendementen en ISB)

Mutaties 5e Incidentele Suppletoire Begroting

Stand na 5e Incidentele Suppletoire Begroting

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

4.877.439

91.000

4.968.439

– 1.780

– 1.780

– 1.780

– 1.780

Totale uitgaven

4.877.439

91.000

4.968.439

– 1.780

– 1.780

– 1.780

– 1.780

waarvan juridisch verplicht (%)

100%

           
                 

Inkomensoverdracht

1.369.343

89.000

1.458.343

– 1.780

– 1.780

– 1.780

– 1.780

Basisbeurs gift (R)

423.616

 

423.616

       

Aanvullende beurs gift (R)

769.726

 

769.726

       

Reisvoorziening gift (R)

– 42.705

 

– 42.705

       

Caribisch Nederland gift (R)

2.894

 

2.894

       

Overige uitgaven (R)

215.812

89.000

304.812

– 1.780

– 1.780

– 1.780

– 1.780

Leningen

3.367.673

0

3.367.673

0

0

0

0

Basisbeurs prestatiebeurs (NR)

– 193.415

 

– 193.415

       

Aanvullende beurs prestatiebeurs (NR)

120.024

 

120.024

       

Reisvoorziening (NR)

160.180

 

160.180

       

Rentedragende lening (NR)

2.972.723

 

2.972.723

       

Collegegeldkrediet (NR)

254.231

 

254.231

       

Leven lang leren krediet (NR)

25.834

 

25.834

       

Overige uitgaven (NR)

28.096

 

28.096

       

Bijdrage aan agentschappen

140.423

2.000

142.423

0

0

0

0

Dienst Uitvoering Onderwijs

140.423

2.000

142.423

       

Ontvangsten

1.211.951

0

1.211.951

0

0

0

0

Ontvangsten (R)

73.432

0

73.432

0

0

0

0

 

Ontvangen rente (R)

52.280

 

52.280

       
 

Overige ontvangsten (R)

20.932

 

20.932

       
 

Ontvangsten Caribisch Nederland (R)

220

 

220

       

Ontvangsten (NR)

1.138.519

0

1.138.519

0

0

0

0

 

Terugontvangen lening (NR)

1.138.519

 

1.138.519

       

Toelichting

Het financieel instrument inkomensoverdracht wordt in 2022 incidenteel verhoogd met € 89,0 miljoen. Deze middelen zijn bestemd voor de geraamde kwijtscheldingen van studieschulden die het gevolg zijn van de kinderopvangtoeslagaffaire. De reguliere kwijtscheldingen zijn daarop over 2023 tot en met 2027 jaarlijks met € 1,8 miljoen (in totaal € 8,9 miljoen) naar beneden bijgesteld. Naar verwachting vinden er in toekomst minder kwijtscheldingen plaats door de kwijtscheldingsactie van de kinderopvangtoeslagaffaire.

Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt incidenteel verhoogd met € 2,0 miljoen voor de geraamde uitvoeringskosten bij DUO voor het uitvoeren van de kwijtscheldingen en alles wat daarmee samenhangt als gevolg van de kinderopvangtoeslagaffaire.

Beleidsartikel 14

Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2022 (incl. NvW, amendementen en ISB)

Mutaties 5e Incidentele Suppletoire Begroting

Stand na 5e Incidentele Suppletoire Begroting

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

686.666

56.500

743.166

0

0

0

0

Totale uitgaven

1.353.337

56.500

1.409.837

0

0

0

0

waarvan juridisch verplicht (%)

82,7%

           
               

Bekostiging

986.548

15.775

1.002.323

0

0

0

0

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen

237.467

5.500

242.967

       

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen

268.998

3.703

272.701

       

Museale instellingen met een wettelijke taak

241.039

6.572

247.611

       

Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen

24.092

 

24.092

       

Digitale openbare bibliotheek

18.368

 

18.368

       

Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten

12.537

 

12.537

       

Monumentenzorg

148.583

 

148.583

       

Archieven incl. Regionale Historische Centra

29.650

 

29.650

       

Flankerend beleid huisvesting

5.813

 

5.813

       

Cultuureducatie met Kwaliteit

1

 

1

       

Subsidies (regelingen)

124.978

40.725

165.703

0

0

0

0

Verbreden inzet cultuur

9.331

 

9.331

       

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

8.356

 

8.356

       

Programma leesbevordering

3.967

 

3.967

       

Creatieve Industrie

1.728

 

1.728

       

Specifiek cultuurbeleid

99.184

40.725

139.909

       

Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

2.412

 

2.412

       

Opdrachten

194.416

0

194.416

0

0

0

0

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

2.068

 

2.068

       

Monumentenzorg

0

 

0

       

Archeologie

0

 

0

       

Erfgoed en fysieke leefomgeving

0

 

0

       

Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

10.024

 

10.024

       

Overige opdrachten

182.324

 

182.324

       

Bijdragen aan agentschappen

44.438

0

44.438

0

0

0

0

Nationaal Archief

44.438

 

44.438

       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

2.957

0

2.957

0

0

0

0

Ontvangsten

47.043

0

47.043

0

0

0

0

Toelichting

Het financieel instrument bekostiging wordt in 2022 incidenteel verhoogd met € 15,8 miljoen. Deze middelen zijn bestemd voor de BIS- en Erfgoedwetinstellingen en de meerjarig gefinancierde instellingen bij de Rijkscultuurfondsen.

Het financieel instrument Subsidies(regelingen) wordt in 2022 incidenteel met € 40,7 verhoogd. Dit bedrag bestaat voor € 40 miljoen uit het voortzetten van de suppletieregeling. Daarnaast wordt € 0,7 miljoen besteed aan overige OCW instellingen die niet onder de BIS vallen en ook niet worden gefinancierd door de Rijkscultuurfondsen.