Ontvangen 22 september 2023
In het voorstel van wet (nr. 6) wordt in artikel II het voorgestelde artikel 54d als volgt gewijzigd:
1. Aan het vijfde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: In afwijking hiervan kan een voorstel tot verhoging van de huurprijs op een ander tijdstip slechts worden gedaan indien het een bijstelling van de huurprijs betreft als bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, uitgezonderd de in dat artikel genoemde vermeerdering.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Als minderjarige van wie beide ouders zijn overleden als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt mede aangemerkt de minderjarige bewoner die als ouderloos wordt aangemerkt op grond van het derde lid.
Deze nota van wijziging vloeit voort uit de beantwoording van de vragen over het voorliggende voorstel van wet. De wijzigingen zijn in de nota naar aanleiding van het verslag toegelicht.
De eerste wijziging maakt duidelijk dat tot de maximale huurgrens die geldt voor weeskinderen tot respectievelijk 23 of 28 jaar nog wel indexatie van de huren mogelijk is op grond van de cijfers die gelden voor de consumentenprijsindex.
De tweede wijziging betreft een verduidelijking van de bepaling dat de regeling van artikel 10 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen met betrekking tot minderjarige ouderloze kinderen ook van toepassing is op kinderen ten aanzien van wie de overlevende ouder gedurende ten minste drie jaren niet meer met de overleden ouder de gezamenlijke zorg droeg over dit kind.
Koerhuis Van der Plas Grinwis Westerveld